• No results found

4. Bevindingen & analyse

4.2 Motivaties voor deelname

39 In deze paragraaf onderzoek ik waarom deelnemers meedoen aan het buurtbudget. Ik heb hen gevraagd hoe ze het buurtbudget hebben leren kennen, of ze actief betrokken zijn bij de wijk door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, het bezoeken van activiteiten in buurthuizen of

misschien door lid te zijn van het buurtpanel of een bewonerscommissie, en of/hoe lang, ze in de wijk wonen. Aangezien het buurtbudget bedoeld is voor Slotermeer-Noordoost, heb ik gevraagd naar hun binding met de wijk. Zelf zei ik steeds Slotermeer, omdat Slotermeer- Noordoost een wijkindeling is van de gemeente en die specificatie bewoners niks zegt. Respondenten vertelden of uit zichzelf waarom ze meededen of hun beweegredenen waren te interpreteren door de antwoorden op eerder gestelde vragen.

Tabel 8: Algemene informatie respondenten 29

(Anonieme) naam Omschrijving of officiële naam plan(nen)

Achtergrond 1 Romana Multicultureel activiteitencentrum Actieve bewoner 2 Ilario Multicultureel activiteitencentrum Actieve bewoner

3 Barbara Bloemen van Slotermeer Actieve bewoner, en

ZZP’er kunst en cultuur sector

4 Wasim Bloemen van Slotermeer Actieve bewoner, en

ZZP’er kunst en cultuur sector 5 José Terugkerend evenement waar bewoners

hun talenten kunnen laten zien

Actieve bewoner 6 Lina Ontmoetingsplek in de buurt (gericht op

jongeren)

Bewoner 7 Marie Voorziening in openbare ruimte bedoeld

voor kinderen

Medewerkster niet commerciële organisatie in de wijk

8 Oznur 1) Plein de (Toe)Vlugt: smaak

2) ‘Maar mijn kinderen houden niet van groente’ (mede-indiener)

Sociaal ondernemer in de wijk (ZZP’er), jarenlang in de wijk gewoond

9 Jorine 1) LICHT, LUCHT, RUIMTE (mede- indiener)

2) Holle Bolle Bak

3) Plein ’40-’45 in 2020 schoonste plein van Nederland (mede-indiener)

Actieve bewoner, kunstenaar

10 Tom Educatief buurtinitiatief in

samenwerking met middelbare school en lokale kunstenaars

Actieve bewoner

11 Gamze Werkgelegenheid creëren voor kansarme jongeren

Actieve bewoner 12 Anna Street Art Museum: Back to the Future Medewerkster niet

29

In verband met de beloofde anonimiteit van meerdere respondenten, wil ik niet teveel specifieke informatie aan de namen en de plannen koppelen. Daarom heb ik gekozen voor deze paragraaf met algemene informatie.

40 commerciële

organisatie in de wijk

13 Fatima-Zohra Storytelling Plein ’40-’45 Actieve bewoner, ZZP’er in kunst en cultuur sector

Elf van de dertien respondenten wonen in de wijk. Van de overige twee heeft één respondent jarenlang in de wijk gewoond, maar sinds ruim twee jaar niet meer. De andere werkt als maatschappelijke professional in de wijk, maar woont er zelf niet. De woonduur verschilt, maar de helft van de bewoners geeft aan tussen de vijftien en twintig jaar in Slotermeer te wonen. Verder wonen twee bewoners vier jaar in de wijk, één vijf jaar, één tien jaar en één pas drie maanden. De respondenten hebben verschillen leeftijden, de jongste was achttien jaar en de oudste bijna tachtig. De meeste geïnterviewden waren dertigers of volwassenen van middelbare leeftijd. Tien respondenten waren vrouw en drie man. Verder hebben ze diverse migratieachtergronden. Eén respondent heeft een Surinaamse achtergrond, één een

Antilliaanse, één een Colombiaanse, één een Russische en één Syrische. Twee respondenten hebben een Marokkaanse migratieachtergrond en twee anderen een Turkse. De overige vier respondenten hebben geen buitenlandse migratieachtergrond, hoewel een geïnterviewde uit zichzelf aangeeft dat ze een ‘regionaal migrant’ is. Ze is geboren in een andere provincie en jaren geleden verhuisd naar Amsterdam. Wat elf respondenten in ieder geval gemeen hebben, is dat ze een HBO of WO-opleiding hebben afgerond. Van twee respondenten weet ik dit niet, maar de anderen noemden of vertelden uit zichzelf over hun scholing.

Motivaties van planindieners

De beweegredenen voor deelname zijn grofweg te verdelen in vier categorieën. Ten eerste, plannen die voortkomen uit actief burgerschap in de wijk. Respondenten valt iets op wat beter kan en deze kennis komt voort uit vrijwillige, actieve inzet voor de wijk. Ten tweede, plannen die al eerder zijn uitgevoerd door de respondent en die hij een nieuw leven wil inblazen. Deze plannen werden eerder bijvoorbeeld uitgevoerd via het bewonersinitiatief of de Oasis Game (community building project voor Plein ’40-’45 dat plaatsvond in het

voorjaar). Ten derde, plannen die voortkomen uit enerzijds een specifiek iets missen in de wijk en anderzijds het simpelweg leuk vinden om eens mee te doen. Tot slot, plannen die al bestaan en waarvoor het buurtbudget een uitkomst kan bieden voor een start, continuering en/of uitbreiding. Deze plannen horen bij een sociale onderneming of een niet commerciële organisatie in de wijk. Wat vrijwel alle respondenten delen, is dat ze ‘actieve burgers’ genoemd kunnen worden, omdat ze zich inzetten voor de publieke zaak en een brug slaan tussen burgers onderling, en in sommige gevallen ook tussen burgers en bestuur (Tonkens 2009).

41 Romana en Ilario zijn buurtbewoners die typerend zijn voor de eerder omschreven doe-

democratie (Van de Wijdeven et al. 2010, Van de Wijdeven 2012). Beide wonen sinds vier jaar in Slotermeer en zijn ‘meteen actief geworden’. Ze organiseren dagelijks allerlei activiteiten in de wijk voor verschillende doelgroepen, voornamelijk voor kinderen en

‘oudjes’. Ook zijn ze bekend met het bewonersinitiatief en is Ilario lid van het buurtpanel. Ze geven aan dat ze hier geen vrijwilligersvergoeding voor ontvangen en dat ze zich liever inzetten voor de wijk dan de hele dag thuis te zitten. Op basis van hun ervaring als actieve bewoners, hebben ze het plan bedacht voor een multicultureel activiteitencentrum. Ze willen graag dat bewonersactiviteiten op een centrale plek plaatsvinden, zodat ouderen en mensen die moeilijk ter been zijn makkelijker naar activiteiten kunnen komen en vervolgens op die plek kunnen blijven. Ofwel:

‘Er zijn diverse buurthuizen in de buurt […] Maar ja, mensen vinden het niet meer gezellig worden enzovoort. Want bijvoorbeeld voor breiles moet je naar het ene buurtcentrum en […] voor lekker eten moet je weer naar een andere. Nee, dat is allemaal niet nodig. Wij hebben zoiets bedacht van ja […] waarom niet een heel culturele activiteitencentrum met alle activiteiten in een centrum?!’

(Romana, transcript 1)

Ook José is een actieve bewoonster die (bestuurs)lid is van bewonersgroepen, artikelen schrijft voor buurtkranten en lid is geweest van verschillende sportclubs in de buurt. Ze legt uit dat ze de laatste jaren extra actief is in de wijk, omdat ze gepensioneerd is en niet stil wil zitten. De inspiratie voor haar plan komt uit een eerder initiatief in de wijk dat een paar jaar geleden gestopt is en een soortgelijk, ouder initiatief uit Centrum. Opvallend is dat ze benadrukt dat ze haar terugkerende evenement waar bewoners hun talenten kunnen laten zien, het liefst wil houden op een niet commerciële plaats (in tegenstelling tot het eerdere initiatief in de wijk, waar ze overigens inhoudelijk wel enthousiast over was).

‘Als we het hier [specifieke plek in Slotermeer] doen, dan is het niet commercieel […] dan is de entree gratis. Is het laagdrempelig, ja? Er kan iets geserveerd worden.. Ja, als je dat wilt dan betaal je daar een euro voor. Maar het is niet de bedoeling dat hier geld verdiend moet worden. Dat is heel belangrijk.’ (José, transcript 3)

Ook zegt ze dat ze haar plan indient om ‘autochtone bewoners’ – waar zij zichzelf toerekent - en ‘alle nieuwkomers’ meer met elkaar in contact te brengen. Mensen zouden teveel langs elkaar leven en meer contact zou de wijk gezelliger maken en vooroordelen tegengaan. Ze vertelt dat het stimuleren van meer contact tussen ‘bewoners met verschillende culturele achtergronden’ een achterliggend doel is.

2. Oude plannen voor de wijk een tweede leven geven

Fatima-Zohra, Barbara en Walid zijn alle drie ZZP’ers in de kunst en cultuursector en hebben eerder meegedaan aan de Oasis Game bedoeld voor Plein ’40-’45. De projecten die zij toen hebben uitgevoerd, hopen zij met steun van het buurtbudget tegen een maatschappelijk tarief

42 opnieuw te kunnen verwezenlijken en misschien zelfs uit te breiden. Alle drie benadrukken ze structureel hoe belangrijk ze het vinden dat buurtbewoners elkaar ontmoeten of beter leren kennen. Ze willen met hun projecten bijdragen aan een sterker gemeenschapsgevoel in de wijk. Zoals Walid het verwoordt:

‘[...] I like the idea [het buurtbudget] very much! Connecting people, making connections with people […] with a story, with pictures. More like, the simple idea that everybody should know each other because we live in the same area. It’s the same in my country [Syrië], we know all the people in the neighborhood.

Everybody.What he’s doing, what’s his background. Everything. We’re building our future together, not alone […] not only with our families, it’s bigger. More community life.’ (Walid, transcript 2)

Barbara noemt haar Christelijke geloof als motivatie voor het vrijwilligerswerk wat ze afgelopen jaren gedaan heeft. Ze legt uit dat als mensen gelovig zijn, ze meer doen voor hun

community. In het interview met Walid en Barbara klinken opvallend vaak de woorden

‘connecting’ en ‘community.’ Beide zetten zich niet alleen actief in voor de wijk en lijken haast een communitaristische visie op de samenleving te hebben waarin iedereen idealiter zich met elkaar verbonden voelt en samenwerkt. Met communitarisme bedoel ik het ideaal van inclusieve gemeenschappen waarin burgers samenwerken, samen verantwoordelijkheid dragen en participeren (Tam 2015: 311-312).

Fatima-Zohra wil met haar plan, Storytelling Plein ’40-’45, niet alleen mensen uit de buurt met elkaar verbinden, maar ook eenzaamheid onder ouderen tegengaan en jongeren meer leren over de geschiedenis. Ze vindt het belangrijk dat de verhalen van ouderen niet verloren gaan en er meer aandacht komt voor hun levenservaringen.

Ten slotte wil Tom, in samenwerking met een beroepscollege en kunstenaars uit de buurt, zijn eerdere educatieve initiatief nieuw leven inblazen. Een paar jaar geleden heeft hij zijn plan uitgevoerd via het bewonersinitiatief. Dat bleek een succes te zijn. Het is intussen een paar jaar gestopt, omdat de subsidie op is. Verder vertelt hij dat hij met veel plezier al jaren in Nieuw-West woont, maar dat het wel wat ‘bruisender, spannender en diverser kan.’ Met dit initiatief en eerdere activiteiten die hij georganiseerd heeft, wil hij het stadsdeel wat levendiger en diverser maken.

3. Een specifiek iets missen in de wijk / ‘eens mee willen doen’

Lina en Marie hebben beide een plan ingediend, omdat ze een specifiek iets misten in de wijk en gewoon eens mee wilden doen. Lina is de jongste persoon die ik heb geïnterviewd,

achttien jaar, en woont al haar hele leven in Slotermeer. Ze is wel bekend met wat er speelt in de buurt en weet verschillende organisaties en buurthuizen te noemen, maar heeft nooit ‘zelf initiatief genomen’ en doet niet mee aan activiteiten in de wijk en is ook geen lid van een bewonersgroep of iets dergelijks. Ze wil graag een ontmoetingsplek waar jongeren zich thuis voelen en kunnen chillen. Verder is het ook de bedoeling dat jongeren dan niet op straat gaan hangen, maar ‘eigenlijk wat ze op straat doen, binnen brengen’. Ze dacht er helemaal niet aan

43 om mee te doen aan het buurtbudget, totdat ze benaderd werd in het Dobbepunt 30. Op de vraag hoe ze gehoord heeft over het buurtbudget, antwoordt ze het volgende:

‘We hadden de folder bij post gekregen […]. Maar ik had er eigenlijk niet zo naar gekeken. Toen ben ik bij het Dobbepunt langs geweest.. van Rochdale. De persoon die over de buurt gaat, vertelde over het buurtbudget. Hij ging erover in gesprek met mij en toen zei hij: ‘weet je wat?’ Kom later maar terug.. Dan is iemand van de gemeente erbij [naam gebiedsmakelaar], dan krijg je uitgebreide informatie. En zo is het eigenlijk een beetje gegaan..’ (Lina, transcript 5)

Marie twijfelde ook om mee te doen, maar dan om een andere reden. Ze werkt als professional in de wijk en reflecteerde op haar eigen positie, voor haar gevoel als

‘buitenstaander, professional en als een elitaire GroenLinks’er die [bepaald iets, weggelaten i.v.m. privacy] belangrijk vindt.’ Bovendien voegt ze er aan toe dat ze niet alleen zichzelf niet bepaald als doelgroep van het buurtbudget beschouwt, maar dat ze ook het specifieke plan wat ze heeft ingediend elitair vindt in vergelijking met de wijk. Uiteindelijk heeft ze toch besloten het plan in te dienen, omdat ze ook gezorgd heeft dat het budget bekender werd in Slotermeer, ze echt graag mee wilde doen en wel benieuwd was of bewoners het plan zouden liken. Toevallig weet ik dat ze inderdaad de veertig likes heeft behaald die nodig waren om door te gaan, zonder dat ze haar netwerk heeft gemobiliseerd. Blijkbaar was zij zeker niet de enige die deze specifieke voorziening miste of geschikt vond voor de buurt.

4. Al bestaande plannen, budget nodig voor start, continuering en/of uitbreiding

De overige vier respondenten hebben een plan ingediend bedoeld voor een al bestaand project van hun sociale onderneming of niet commerciële organisatie. Een respondent, Gamze, heeft op eigen houtje een plan ingediend. Zij wil al jaren een hostel beginnen om werkgelegenheid te creëren voor kansarme jongeren in de buurt. Hiermee bedoelt ze jongvolwassen tussen de achttien en zevenentwintig jaar die hun school niet hebben afgemaakt. Ze heeft al een ondernemingsplan geschreven en eerder contact gehad met ambtenaren en probeert nu via het buurtbudget startkapitaal te krijgen. Nadat ik haar gevraagd heb of ze eigenlijk al langer dit plan heeft en het buurtbudget wil gebruiken om te beginnen, legt ze haar plan verder uit.

‘Ja. Het is een eenmalige financiering.. Ik hoef niet ieder jaar of om het jaar een bedrag te hebben. Het is vooral een investering voor de inventaris van het hostel… vergunningen… het werven van personeel. Dat soort dingen. Dus eenmalig een bedrag om te beginnen en alle andere kosten komen natuurlijk op rekening van mijzelf. [...] en dat is natuurlijk ideaal met het buurtbudget… dit geeft ook veel weg voor de buurt, want

dit gaat om de buurt. Het gaat om werkgelegenheid… Het gaat om jongeren die in de buurt wonen.’ (Gamze, transcript 10)

30

44 Jorine heeft drie plannen ingediend. Eén is helemaal namens haarzelf (Holle Bolle Bak) en de andere twee dient ze samen in met kunstenaars van het van Eesterenmuseum (kunstproject LICHT, LUCHT, RUIMTE) en met actieve buurtbewoners (Plein ’40-’45 in 2020 het schoonste plein van Nederland). Voor het kunstproject hoopt ze via het buurtbudget steun te krijgen voor materiaal en ontwikkelkosten. Ook wil ze het project uitbreiden naar

basisscholen in de buurt, zodat kinderen, en hopelijk ook hun ouders, makkelijker hun weg weten te vinden naar het museum. Ze legt uit dat een bijdrage noodzakelijk is, vanwege alle bezuinigingen in de kunstensector. Holle Bolle Bak en het schoonste plein van Nederland zijn beide initiatieven om zwerfafval te verminderen. Het laatste plan is bedoeld om het

zwerfafval op Plein ’40-’45 politiek op de agenda te zetten bij het stadsdeel. Opvallend is dat ze, net als Walid en Barbara, een sterke nadruk legt op het belang van een hecht contact met buurtbewoners en samen dingen aanpakken. Zo gaat ze elke zondagochtend met haar buren, verenigd in het clubje Vaste Prik, afval prikken rond de Sloterplas. Jorine vindt Nieuw-West een ongelooflijk mooi stadsdeel en wil het graag leefbaar houden. Ze vindt het jammer dat er zoveel troep ligt, maar zegt dat ‘je kunt je eraan ergeren… maar je kunt het ook gewoon zelf opruimen.’ Dat zij samen met andere buren de openbare ruimte op vrijwillige basis gaat opruimen, zoals ze het zelf lachend noemt: ‘een malle hobby van ons’, is een duidelijk voorbeeld van de doe-democratie (Van de Wijdeven et al. 2010, Van de Wijdeven 2012). Burgers vormen namelijk niet het publieke domein primair door oudere, officiële vormen van participatie, zoals kiezen, stemmen of inspreken, maar door concreet handelen en ‘gewoon doen’.

Anna, een kunstenaar van het Street Art Museum in Geuzenveld-Slotermeer, heeft ook een plan ingediend om budget te krijgen. Ze vertelt dat ze de helft van de tour zijn

kwijtgeraakt door de renovaties van woningen. Met het buurtbudget wil ze de tour herstellen en meer workshops en sociale activiteiten organiseren voor kinderen in de buurt. Op dit moment is het lastig om te overleven als museum, omdat hun tour is ingekort en ze geen subsidie krijgen.

Tot slot wil Oznur, ZZP’er bij sociale onderneming Westside, oud-ambtenaar en goede bekende van het stadsdeel, het pleintje van de Vlugtlaan opknappen en verduurzamen met bijvoorbeeld fruitbomen of een wormenhotel. Dit is zowel goed voor de buurt in het algemeen als voor haar eigen onderneming.

GERELATEERDE DOCUMENTEN