• No results found

3.1 Ontwikkelingen in de jaren zestig en zeventig

Aan de leegloop die de Jordaan kende, kwam vanaf de jaren zestig een eind. Welke ontwikkelingen leidden tot deze ommekeer? In de jaren tussen 1950 en 1970 maakten Amsterdamse ambtenaren allerlei schetsen voor afbraak en restauratie van de Jordaan, waarvan verkeersdoorbraken de grootste gemene deler vormden. Ondanks het protest tegen de plannen dat steeds luider ging kinken, veranderden de saneringsplannen niet. Amsterdam bleef door middel van krotopruiming de allerarmsten uit de wijk te verdrijven. Burgemeester en wethouders waren zich bewust van de problemen die dat voor de bewoners met zich meebracht,blijkt uit een artikel dat een verslaggever van Het Parool optekende:

‘Burgemeester en wethouders realiseren zich zeer wel, dat het hier een zaak betreft, die de grootste urgentie heeft, maar die tegelijkertijd vooralsnog niet te overziene consequenties met zich meebrengt. Niet alleen zijn er voor al de te ontruimen en te slopen woningen niet

onmiddellijk nieuwe woningen beschikbaar, maar bovendien zullen ook de

schadevergoedingen een nieuwe druk op de gemeentebegroting tot gevolg hebben. Bovendien betreft het hier in de meeste gevallen woningen, die bewoond worden door de minst draagkrachtigen, die de veel hogere huren van nieuwe woningen elders niet zullen kunnen betalen.’87Eind 1969 kwamen ambtenaren van de afdeling Stadsontwikkeling met het zogenoemde Jordaanplan. Er moest meer groen komen, panden moesten gesloopt worden ten bate van goede verbindingen tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van de wijk en er moesten parkeergarages komen. De helft van de woningen zou moeten verdwijnen. Dit schetsplan, dat verspreid werd in de buurt, kan gezien worden als een eerste critical juncture, een ontwrichtend plan dat mogelijkheden voor verandering creëerde. Het verzet tegen het plan was groot. Diverse reeds bestaande actiegroepen gingen samenwerken en vormden een krachtig tegengeluid. Daarin kan een eerste mechanisme van reproductie herkend worden. Uiteindelijk verzetten niet alleen bewoners, maar ook politici zich tegen de gemeentelijke plannen; een tweede mechanisme van reproductie. In 1970 werd het plan van tafel geveegd door de toenmalige wethouder van Stadsvernieuwing Han Lammers. Hij besloot dat er een officieel bestemmingsplan moest komen dat meer rekening hield met de wensen van de bewoners. Zo verscheen in mei 1971 het Bestemmingsplan Jordaan dat gehoor gaf aan de 87 "ENORME TAAK VOOR AMSTERDAM In drie jaar 2500 woningen slopen Uitstel vergroot gevaar voor bewoners". "Het Parool". Amsterdam, 07-02-1962. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019,

roep om behoud en herstel en voorschreef dat de wijk zou worden hervormd zonder zijn karakter te verliezen - een derde mechanisme van reproductie. Hoewel het plan zoals Herman de Liagre Böhl schrijft ‘genade vond in de ogen van de buurtbewoners’ en ook de

heemschutters en de actiegroepen tevreden waren met ‘het onschadelijke herstelplan’, bleef de grote ommezwaai uit.88 Bouwplannen stagneerden in de voorbereidingsfase, onder andere doordat de Jordaan vele monumenten telde en het feit dat veel huizen het bezit van

particulieren waren. Boze bewoners zetten de strijd tegen de gemeente voort en bleven actievoeren tegen de sanering van hun wijk. Het zou nog tot 1978 duren tot de vernieuwing in de Jordaan een doorbraak beleefde. Met het aantreden van Jan Schaefer kreeg Amsterdam een wethouder die een socialer stadsvernieuwingsbeleid voorstond.89 Gesteld kan worden dat het schetsplan het breekpunt was dat het stevige protest veroorzaakte dat er op zijn beurt toe leidde dat het plan in de prullenbak verdween en het stadsbestuur de kant van de actiegroepen koos.

Een tweede critical juncture dat de sociale verandering in de jaren zestig en zeventig in de Jordaan kan verklaren, is te ontwaren in de vorm van de openstelling van het hoger onderwijs. In de jaren zestig voltrok zich een heuse revolutie in het onderwijs; al sinds het aflopen van de Tweede Wereldoorlog hielden politici zich bezig met het streven naar de verbetering van het onderwijs in Nederland. Langzaam maar zeker kwam steeds meer geld vrij voor onderwijs en volgden de reorganisatieplannen elkaar op. Hierdoor kregen ook universiteiten te maken met een steeds grotere toestroom van studenten: tussen 1950 en 1970 verdrievoudigde hun aantal.90 Van de grotere onderwijsmogelijkheden profiteerden

voornamelijk, en bijna uitsluitend, de middenstanden.91 Door de toestroom van studenten kreeg Amsterdam te maken met een grote groep woningzoekenden en vooral de vraag naar studentenwoningen was groot. Toenmalig minister Cals verwachtte dat het aantal studenten in Amsterdam in de periode van 1963 tot 1970 met vierduizend zou toenemen en wilde daarom tweeduizend studentenkamers bouwen. Maar volgens een rapport vormde deze nieuwbouw voor Amsterdam slechts de oplossing voor een deel van de kamernood: ‘tot 1970 zijn er, in plaats van de door de minister beraamde tweeduizend nieuwe kamers, zesduizend nodig. Dit is ontleend aan een rapport over de huidige toestand en de te volgen koers bij de 88 De Liagre Böhl, Amsterdam op de helling, 160-164.

89 Tim Verlaan, De ruimtemakers. Projectontwikkelaars en de Nederlandse binnenstad (Nijmegen 2017) 177. 90 ‘Revolutie in het onderwijs in de jaren 60’, website Historisch Nieuwsblad,

https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/44084/revolutie-in-het-onderwijs-in-de-jaren-60.html,

geraadpleegd op 10-6-2019.

91 G.Jensma en H. de Vries, Veranderingen in het hoger onderwijs in Nederland tussen 1815 en 1940 (Hilversum 1997) 41.

oplossing van de kamernood onder de Amsterdamse studenten, dat de heer M. Kok in

opdracht van de Stichting Studentenhuisvestingen en in samenwerking met het bureau van de Civitas heeft samengesteld’, berichtte Het Parool.92 Hoewel het aanbod studentenkamers enigszins was toegenomen doordat grote gezinnen naar de tuinsteden verhuisden en in de oude buurten één- en tweekamerwoningen achterlieten, was het verschil tussen vraag en aanbod van Amsterdamse studentenkamers toch groter geworden. Volgens prof. ir. J. P. Berghoef, adviserend lid van de Centrale Stichting voor Studentenhuisvesting, waren de toekomstige kansen juist bij de sanering te vinden. Hij adviseerde te onderzoeken of onder andere in de Jordaan meer studenten gehuisvest konden worden. De kwestie speelde een jaar later nog steeds. Met het bouwen van de studentenwoningen ging het langzaam en moeizaam, voornamelijk vanwege financiële problemen. Een andere oplossing voor de grote toestroom van studenten die gehuisvest moesten worden, was dus nodig. Daarom wilde het Studenten Vakverbond (SVB) aan de gemeente een voorstel doen om in de saneringsgebieden als Kattenburg, de Jordaan, de Dapperbuurt en Roeterseiland panden die leegkwamen om te slopen, te verhuren aan studenten zolang ze er nog zouden staan. Volgens de voorzitter van het SVB kon dat gebeuren ‘onder voorwaarden, die “gewone” huurders nooit zouden accepteren, bijvoorbeeld de eis het pand op een bepaald ogenblik binnen een maand te ontruimen.’93 Hieruit blijkt dat juist het karakter van de wijk de Jordaan op dit specifieke moment aantrekkelijk maakte voor bewoning door studenten. In die toename van studenten in de wijk kan een mechanisme van reproductie herkend worden: de studenten hielden de woningen bewoond. Een tweede mechanisme van reproductie wordt gevormd door de

organisaties die opkwamen ten behoeve van de studentenhuisvesting. Tenslotte vormt ook de wetswijziging van 1965, waardoor de gemeente veel ruimere mogelijkheden kreeg om saneringsgebieden in de binnenstad voor studentenhuisvesting te bestemmen, een mechanisme van reproductie.

Een derde critical juncture is te ontwaren in de culturele veranderingen die de wijk

onderging. In een krantenartikel waarin geschreven wordt over het Jordaanfeest waarmee het 350-jarig bestaan van de Jordaan gevierd werd, wordt ervan gesproken dat dat Jordaan ‘de laatste tien jaar veel veranderd is: winkels moderniseerden, en er ontstonden espresso’s [...] Chinese eethuisjes, antiekwinkels, kunstzaakjes’94. Ook steeds vaker wordt in de krant 92 "Studentenflats met 2500 kamers nodig". "Het Parool". Amsterdam, 27-05-1963. Geraadpleegd op Delpher op 10-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010837637:mpeg21:a0148

93 "Geld tekort". "Het Parool". Amsterdam, 22-07-1964. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010836149:mpeg21:a0199

94 "GRETIG". "Het Parool". Amsterdam, 09-09-1963. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010836835:mpeg21:a0139

geschreven over verschillende kunstenaarsinitiatieven. Zo werd in 1963 een oud pakhuis verbouwd tot ‘topfotoatelier’:‘Topfotofraaf Paul Huf heeft gisteren in het hartje (Hazenstraat 4-B) van de Jordaan uit een verlaten wijnkoperspakhuis een topfotografenatelier laten

bouwen door achitect H. Salomonson. [...] Vele topfiguren uit de reclame, de journalistiek, televisie, enz, kwamen bij een “morningdrink” in dit atelier bijeen om vast te stellen dat dit voor deze tijd “het einde”was.’95 De critical juncture die ten grondslag ligt aan de beweging in deze richting kan aangewezen worden in de vorm van de oprichting van Stichting

Diogenes in 1960, die door middel van het kopen en restaureren van historische panden beoogde woongelegenheid en werkruimte tot stand te brengen voor beeldende kunstenaars en musici. Het was een eerste teken van de op handen zijnde culturele én sociale verandering. De stichting kan gezien worden als onderdeel van de protestbeweging die opkwam naar aanleiding van de gemeentelijke saneringsplannen en zette een beweging in die, zo zal blijken, van grote invloed was op het veranderende karakter van de Jordaan. In Het Parool lichtte voorzitter van de monumentenvereniging Geurt Brinkgreve, naast KVP-raadslid ook beeldend kunstenaar, het ontstaan van zijn stichting toe:‘We zijn begonnen uit ergernis. Ergernis omdat er wéér een heel mooi huisje in de Jordaan leeg stond. Het dreigde gesloopt te worden en het kostte maar vierduizend gulden. […] Als voorzitter van Arti [de Maatschappij Arti et Amicitiae is een Amsterdamse vereniging van beeldende kunstenaars en

kunstliefhebbers, red.] wist ik, hoe verschrikkelijk groot de nood onder de beeldende kunstenaars is. Verscheidenen hadden belangstelling voor dat huisje in de Jordaan, maar zij hadden geen geld. Particulieren waren er niet voor te vinden. Zo is het dus een stichting geworden.’96 Het plan sloeg aan, dusdanig dat de stichting nog geen vier jaar na oprichting al 33 percelen in bezit had. Het geld voor de aankoop van de panden verkreeg stichting

Diogenes uit giften en bijdragen, o.a. van het Prins Bernhard Fonds, de Vereniging Vrienden van Diogenes, het bedrijfsleven, en soms ook van de toekomstige bewoners van de

gerestaureerde huizen. De restauraties werden mogelijk dankzij subsidies van rijk, provincie en gemeente.

95 "Oud pakhuis werd topfotoatelier". "Het Parool". Amsterdam, 05-10-1963. Geraadpleegd op Delpher op 08- 06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010836854:mpeg21:a0253

96 "VERVALLEND PAND AANLEIDING Voorzitter Geurt Brinkgreve: BELANGRIJK OUDE STAD MOOI EN OOK BEWOOND TE HOUDEN Diogenes redt oude huizen". "Het Parool". Amsterdam, 22-01-1964. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?

3.2 Kunstenaars en ateliers

In de beschreven sociaaleconomische, demografische en culturele ontwikkelingen die gaande waren in de Jordaan in de jaren zestig en zeventig ligt de kern van het proces van sociale verandering. De ontwikkelingen laten zien hoe studenten en kunstenaars de wijk gingen bevolken en welke rol monumentenverenigingen als Diogenes hadden in dit proces. Wie waren die kunstenaars die de Diogeneshuizen gingen bewonen? In de vele artikelen die in

Het Parool verschenen over ‘de nieuwe Jordaanbewoners’ blijkt dat het in de meeste

gevallen gaat om kunststudenten of kunstenaars met een al min of meer gevestigde naam. Zo kon de stichting Diogenes in oktober 1962 een huis ‘offeren’ aan een artiest: ‘gistermiddag kon zij een bijzonder charmant en tot het doel strekkend pand overdragen aan drie

kunstenaressen: de actrice Marja Habraken, de grafica Marleen Brinkman en de

schilderesgrafica Marthe Röling.’97 Eind 1964 betrok een aantal kunstenaars onder wie de auteurs Theun de Vries en Jan Willem Hofstra woningen aan de Egelantiersgracht.98 De Jordaan groeide langzaam maar zeker uit tot een kunstenaarswijk, waar de avantgarde zijn intrek nam, zo tekende Het Parool op aan het begin van 1965. ‘Pop-artist Simon Posthuma woont er, en rotograveur Aat Veldhoen, en de organisator van “happenings” Robert Jasper Grootveld (de anti-rook-magiër, die alleen al van het verkopen van Veldhoens rotogravures een kunst maakt). En auteur Simon Vinkenoog [...]. En vele anderen, bekender en

onbekender.’99 Een ander artikel leert dat er ook ‘enkele tientallen provo’s’ in huizen in de de Jordaan woonden.100

Vlak na haar vijfde verjaardag, in 1965, voegde Diogenes het vijftigste pand toe aan haar bezittingen. Maar niet alleen Diogenes, ook de Maatschappij tot Stadsherstel, de vereniging Hendrick de Keyser en de Stichting voor Studentenhuisvesting waren op dat moment bezig met het restaureren van panden.101 De strijd om de binnenstad laaide ondertussen steeds feller op. Van steeds meer partijen klonk in de tweede helft van de jaren zestig een steeds luidere roep met zorgen over het bouwbeleid in Amsterdam. Ondertussen bouwde Diogenes door. In 1967 werd het voormalige Anslo’s Hofje gerestaureerd en geschikt gemaakt voor bewoning 97 "Kunstenaressen kregen eigen huis". "Het Parool". Amsterdam, 31-10-1962. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010841468:mpeg21:a0240

98 "HUIZEN VOOR DIOGENES (Van een onzer verslaggevers)". "Het Parool". Amsterdam, 05-10-1964. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?

urn=ABCDDD:010836093:mpeg21:a0163

99 "Avant-garde". "Het Parool". Amsterdam, 21-01-1965. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010835296:mpeg21:a0193

100 "FOTO BERT SPRENKELING De terugkeer van een tovenaarsleerling AAD VAN DER MIJN". "Het Parool". Amsterdam, 07-09-1966. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve? urn=ABCDDD:010835729:mpeg21:a0321

101 "VIJFTIGSTE PAND VOOR DIOGENES". "Het Parool". Amsterdam, 24-06-1965. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010834103:mpeg21:a0267

door ongeveer honderd meisjesstudenten aan instellingen van kunstonderwijs. De instroom van kunstenaars liet de wijk niet onveranderd. Met de kunstenaars verschenen ook steeds meer ateliers in de wijk. De gemeente schaarde zich inmiddels volledig achter de

kunstenaars: ‘De Amsterdamse wethouder van kunstzaken W. Polak heeft gistermiddag in het “Open Huis” in de Simon Willemstraat 21 gemeentelijke ateliers voor kunstenaars in gebruik gesteld. Het was een voornamelijk symbolische - en propagandistische - affaire, want in vrijwel al deze zeer eenvoudige ateliers wordt reeds verscheidene maanden door beeldende kunstenaars gewerkt.’102 De ateliers bevonden zich op de tweede verdieping van een

ontmoetingsentrum voor alleenstaanden, waar tot vlak daarvoor een confectiebedrijf was gevestigd. Wederom bekende namen als Pieter Holstein, Siepke Huismans, Gertie Mesker, Arons en Blewanus bevolkten de ateliers. De woorden van de wethouder laten zien dat de gemeente bezig was te investeren in woningen voor kunstenaars in de stad. Hij noemde ‘de situatie op het moeilijke terrein van de woon- en werkruimte voor kunstenaars nog verre van ideaal’, en sprak over ‘woekeren met geringe middelen’. Volgens Polak was de inrichting van de ateliers sober geworden, omdat er anders nog veel meer geld nodig zou zijn geweest. Toch waren de huurprijzen die tussen de 100 en 165 gulden lagen volgens hem voor sommige kunstenaars wel hoog.103

Tien jaar na de oprichting van Diogenes bezat de stichting 55 huizen, waarvan 25 gerestaureerd. In deze 25 herstelde panden waren 56 woningen, waar mogelijk met atelier, vier bedrijfsruimten, een muziekzaal en een theater-restaurant gevestigd. Volgens Brinkgreve waren de betrekkelijk hoge huren geen bezwaar: ‘Onze huren zijn vergelijkbaar met de huren die voor nieuwbouw betaald moeten worden. Dat is natuurlijk wel vrij hoog, maar u moet niet vergeten dat er categorieën kunstenaars zijn, zoals toneelmensen en musici, die best een hoge huur kunnen en willen betalen. Het probleem ligt vooral bij de jonge beeldende

kunstenaars.’104

De toestroom van studenten en kunstenaars ging ten koste van bejaarden die al sinds jaar en dag in de Jordaan woonden. Nadat het schetsplan van tafel was, was de Jordaan volgens een ‘ras-Jordaner’ in sociaal opzicht al flink veranderd. ‘De import Jordaanbewoner 102 "EENVOUDIGE INRICHTING EN HOGE HUREN Aantal ateliers werd in gebruik gesteld". "Het Parool". Amsterdam, 16-10-1968. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve? urn=ABCDDD:010838749:mpeg21:a0302

103 "EENVOUDIGE INRICHTING EN HOGE HUREN Aantal ateliers werd in gebruik gesteld". "Het Parool". Amsterdam, 16-10-1968. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve? urn=ABCDDD:010838749:mpeg21:a0302

104 "In tien jaar restaureerde de stichting Diogenes 25 huizen door TOON SCHMEINK". "Het Parool". Amsterdam, 28-05-1970. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve? urn=ABCDDD:010836468:mpeg21:a0343

krijgt langzaam de overhand, maar is niettemin Jordaner. Hij is kunstenaar of student of gewoon jong en hij heeft meer ver[...]wen in de buurt dan de geboren Jordanees. De jonge Jordaner voert actie voor het behoud van de Jordaan.’105 Niet alleen kwamen er steeds meer particuliere initiatieven om krotten te verbouwen tot café’s, koffiehuizen, oosterse boetieken, pannekoekenhuizen of een filmhuis106, ook bouwmaatschappijen wisten de Jordaan te vinden om ‘in oude stijl’ te gaan bouwen.107 Kunststudenten bleven toestromen.108 De Jordaan verjongde aanzienlijk, zo blijkt uit een rapport van het bureau van statistiek der Amsterdam uit 1971.109 Steeds meer werd duidelijk dat de wijk sociaal gezien van karakter veranderd was. In een reportage uit 1972 concludeerde een Parool-journalist dat de Jordaan snel veranderde. Hij zag Jordaancafés verdwijnen, de markt steeds kleiner worden en het aantal artistieke winkeltjes groeien.In andere reportages wordt gesproken over dat de wijk verwerd tot een elitebuurt met ‘het hippe volkje dat er nu woont en zijn intellectuele babbel bij de pils’.110

Ondanks voornemens van particuliere stichtingen of initiatieven om te doen ‘wat de overheid alsmaar niet lukt: snel een halt toeroepen aan verkrotting en heilloze

onroerendgoedspeculatie en om te komen tot vernieuwende en toch betaalbare woningen’, bleven de huren stijgen.111 In veel opgeknapte panden konden de oorspronkelijke bewoners daardoor niet meer terugkeren. Kritiek op de door bijvoorbeeld Durk Schilstra van de

werkgroep wonen van het wijkcentrum genoemde ‘a-sociale monumentenmaniakken’ was er daardoor ook: ‘Vermogende mensen steken geld in een project van de stichting en ontvangen

105 "De Jordaan tussen afbraak en opbouw ’WIE WIL BOUWEN KAN TERECHT BIJ GEMEENTE’ ’HET GAAT ALLEMAAL TOCH TEGEN DE GROND’". "Het Parool". Amsterdam, 02-02-1971. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010836480:mpeg21:a0260

106 "Oud pakhuis werd café". "Het Parool". Amsterdam, 27-05-1971. Geraadpleegd op Delpher op 08-06- 2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010836347:mpeg21:a0315 en

"Pannekoeken in Vrijheidstuin". "Het Parool". Amsterdam, 02-06-1971. Geraadpleegd op Delpher op 08-06- 2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010836276:mpeg21:a0289

107 "Hoek Egelantiersgracht / Lijnbaansgracht WONINGEN IN 'OUDE STIJL' IN JORDAAN". "Het Parool". Amsterdam, 03-07-1971. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?

urn=ABCDDD:010836250:mpeg21:a0290

108 "Hoek Egelantiersgracht / Lijnbaansgracht WONINGEN IN 'OUDE STIJL' IN JORDAAN". "Het Parool". Amsterdam, 03-07-1971. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?

urn=ABCDDD:010836250:mpeg21:a0290

109 "UIT RAPPORT BUREAU STATISTIEK BLIJKT: Vergrijzing in Jordaan minder sterk dan elders". "Het Parool". Amsterdam, 20-12-1971. Geraadpleegd op Delpher op 08-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve? urn=ABCDDD:010835948:mpeg21:a0177

110 "Nieuwe mensen en andere sfeer sluiten aan bij oude faam Jordaan zorgde dat-ie bleef staan". "Het Parool". Amsterdam, 25-11-1972. Geraadpleegd op Delpher op 12-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?

urn=ABCDDD:010833831:mpeg21:a0356

111 "Jordaanstichting gaat verkrotting bestrijden HUUR OPGEKNAPT HIS ONDER DE 150 GULDEN door Rob Wouters". "Het Parool". Amsterdam, 19-12-1973. Geraadpleegd op Delpher op 09-06-2019,

uit deze belegging dividend’, schertste Schilstra.112 Brinkgreve van stichting Diogenes voorzag hem van een weerwoord door op te merken dat de gerestaureerde panden vóór restauratie vaak bouwvallen waren en dat er na de verbouwing mensen van allerlei alooi woonden: ‘studenten, onderwijzers, bejaarden, verpleegsters, kunstenaars, enkele academici.’113

Dat de wijk in sociaal opzicht een transformatie doorgemaakt had, blijkt ook uit de