• No results found

Mogelijkheden voor vervolgonderzoek

In document Pas toe of leg uit (pagina 56-84)

Vergelijking aantal principes dat wordt toegepast door banken en verzekeraars

7.2 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek

Dit onderzoek biedt mogelijkheden voor vervolgonderzoek. In deze paragraaf worden de mogelijkheden voor vervolgonderzoek besproken.

In dit onderzoek is opgenomen welke rol omvang speelt bij de mate van naleving en de kwaliteit van de uitleg bij het niet toepassen van een principe. Echter is niet onderzocht welke factoren nog meer van invloed kunnen zijn op de mate van naleving en de kwaliteit van de uitleg. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op andere mogelijke factoren zoals structuur, de invloed van de RvC en de invloed van de accountant en in welke mate deze van invloed zijn op de toepassing en de kwaliteit van uitleg van de codes.

Daarnaast zou er vervolgonderzoek gedaan kunnen worden naar de rol van de monitoring commissies. Welke rol spelen deze commissies bij het verbeteren van de naleving en de kwaliteit van de uitleg? En worden de adviezen van de commissies ook werkelijk opgevolgd en is er sprake van een constante kwaliteitsslag na aanleiding van rapporten en onderzoeken? Ook is het specifiek voor beloningsbeleid interessant om te onderzoeken welke overlap en rol de Regeling Beheerst Beloningsbeleid van de DNB heeft op de naleving van de code. Bovendien is het interessant om te onderzoeken of wettelijke verankering van de codes zou leiden tot betere naleving en uitleg van de principes van de codes.

Tevens is het mogelijk om in de toekomst eenzelfde onderzoek uit te voeren welke zich richt op meerdere jaren. Hierdoor kan worden onderzocht in welke mate de banken en verzekeraars significant beter zijn gaan toepassen en uitleggen en welke aspecten daar invloed op hebben gehad. In deze scriptie hebben de banken reeds drie jaar ervaring, maar de verzekeraars

passen de code pas voor het eerste jaar toe. Na een paar jaar is het mogelijk om te kijken welke stappen verzekeraars hebben gemaakt. En tevens te onderzoeken of zij na drie jaar op een gelijk niveau toepassen en uitleggen zoals de banken nu doen.

57 Daarnaast zou het interessant zijn om te onderzoeken hoe de naleving van de code banken en de code verzekeraars zich verhoud tot soortgelijke codes in het buitenland. Daarbij zou een onderzoek kunnen worden uitgevoerd over in hoeverre financiële instellingen transparant zijn, welk effect regelgeving heeft op het naleven van de codes en in hoeverre het bijdraagt aan het herstel in het vertrouwen van financiële markten.

Als laatste zou men eenzelfde onderzoek kunnen uitvoeren, maar dan de uitgelegde principes laten beoordelen door consumenten. De code banken en de code verzekeraars is immers geïmplementeerd om het vertrouwen in de financiële markten te herstellen. Dan is het mogelijk om conclusies te trekken in hoeverre de code banken en de code verzekeraars bijdragen aan het herstel van het vertrouwen. Zoals in de conclusie reeds is beschreven zijn de experts op het gebied van governance en de studenten neutraal tot licht negatief over de gegeven uitleg, dit betekent bijvoorbeeld dat ze de uitleg niet tot enigszins begrijpelijk achten. Als experts dit al ondervinden, dan is het de vraag in hoeverre consumenten de gegeven uitleg wel begrijpen, kunnen controleren, legitiem vinden of plausibel achten.

Juist deze laatste suggestie is belangrijk en beschrijft de relevantie van dit onderzoek.

Aangezien het interessant is om te meten in hoeverre de codes nu ook hebben bijgedragen aan herstel van vertrouwen in de financiële markten. Maar ook aan vergroten van transparantie. Juist onvoldoende vertrouwen en een gebrek aan transparantie blijken een essentiële rol te hebben gespeeld in de ontwikkeling van de kredietcrisis. Het is daarom wetenschappelijk, maar ook maatschappelijk relevant om te meten in welke mate de code banken en de code verzekeraars hebben bijgedragen aan het herstel van vertrouwen en transparantie van de financiële sector.

58

Literatuurlijst

Adams, R., Hermalin, B. E., Weisbach, M. S., The Role of Boards of Directors in Corporate Governance:A Conceptual Framework and Survey. Available at SSRN:

http://ssrn.com/abstract=1299212

Aguilera, R. and Cuervo-Cazurra, A., (2009). Codes of good governance. Corporate governance: an international review, 17, 376–387.

Ahmed, K., Courtis, J.K. (1999). Associations between corporate characteristics and disclosure levels in annual reports: a meta-analysis, British Accounting Review, 31, 35-61.

Akkermans, D., Ees, H. van, Hermes, N., Hooghiemstra, R., Laan, G. van der, Postma, T., & Witteloostuijn, A. van. (2007). Corporate governance in the Netherlands: an

overview of the application of the Tabaksblat Code in 2004. Corporate governance, 15, 1106-1118.

Alsaeed, K. (2005). The association between firm-specific characteristics and disclosure: The case of Saudi Arabia. The Journal of American Academy of Business, 7, 310-321.

Arcot, S.R. and Bruno, V.G., 2009. Silence is not golden: corporate governance standards, transparency,and performance. Available at SSRN: http://ssrn.com/abstract=1412889 Bijleveld, E., Custers, R., & Aarts, H. (2010). Unconscious reward cues increase invested effort, but do not change speed-accuracy tradeoffs. Cognition, 115, 330-335.

Eisenhardt, M. Agency Theory: An Assessment and Review. The Academy of Management

Review, 14, 57-74.

Fama, F. (1980). Agency problems and the theory of the firm. Journal of Political

Economy, 88, 288-307.

Francis, J. en Wilson, E.R. (1998), Auditor Changes: A Joint Test of Theories Relating to Agency Costs and Auditor Differentiation, The Accounting Review, 63, 663-682.

Graham, J. (2004). Developing a Performance-Based Culture. The Journal for Quality &

Participation, 27, 4-8.

Haxhi I, Van Ees, H. (2010) Explaining Diversity in the Worldwide Diffusion of Codes of Good Governance. Journal of International Business Studies 41, 710-726.

Houwelingen, C., Degens, R. (2005) Corporate governance in Nederland: Van Peters tot Tabaksblat, Compact, 2, 3-11.

Hooghiemstra, R., van Manen, J. (2004) The independence paradox: (im)possibilities facing non-executive directors in the Netherlands, Corporate Governance-an International Review, 12, 314-324.

59 Hooghiemstea, R. (2012) What determines the informativeness of firms' explanations for

deviations from the Dutch corporate governance code? Accounting and Business Research, 42,

1-27

Hooghiemstra, R., van Ees, H.(2011). Uniformity as response to soft law: Evidence from compliance and non-compliance with the Dutch corporate governance code. Regulation and

Governance, 5, 480-498.

Huurne, G. ter (2005) Corporate Governance – Session 1, The role of the board in Corporate Goverance, OECD publication

Jensen, C. (1993). The Modern Industrial Revolution, Exit and the Failure of Internal Control Systems. Journal of Finance, 6, 831-880.

Jensen, C. & Meckling, W.H. (1976). Theory of the firm: Managerial behavior, agency costs and ownership structure. Journal of Financial Economics, 3, 305-360. Jensen, C., & Murphy, J. (2004). Remuneration: Where we’ve been, how we got to here, what are the problems, and how to fix them: Finance Working Paper.

Karlsson-Vinkhuyzen, S.L. & Vihma, A. (2009) Comparing the legitimacy and effectiveness of global hard and soft law: An analytical framework. Regulation & Governance 3, 400-420. Kuhnen, C. M., Niessen, A. (2010). Public opinion and executive compensation. Management

science, 12, 41-65.

Lang, M., Lundholmf, R. (1993). Cross-sectional determinants of analyst ratings of corporate disclosures. Journal of Accounting research, 31, 246-271.

La Porta, R., Lopez-de-Silanes, F., Shleifer A., Vishny, R W., (1999). Investor protection and corporate governance. Journal of Financial Economics, 58, 3-27.

Maassen, G. F., Van den Bosch, F. A. J. (1999). On the supposed independence of two-tier boards: formal structure and reality in the Netherlands. Corporate Governance: An International

Review, 7, 31-37.

Bezemer, P., Maassen, G.F., van den Bosch, F.A.J., Volberda, H.W. (2007), Investigating the Development of the Internal and External Service Tasks of Non-executive Directors: the case of the Netherlands (1997–2005), Corporate Governance: An International Review,15 ,1119-1129. MacNeil, I., & Li, X. (2006). Comply or explain, market discipline and non-compliance with the combined code. Corporate Governance: An International Review, 14, 486-496.

Millet-Reyes, B., Zhao, R. (2010). A Comparison Between One-Tier and Two-Tier Board Structures in France. Journal of International Financial Management and Accounting, 21, 279-310.

Moerland, P. W. (2000). Onafhankelijkheid van ondernemingstoezicht. Maandblad voor

60 Spong, K. R., Sullivan R. J. (2007) Corporate governance and bank performance. Working paper, Federal Reserve Bank of Kansas.

Werder, A., Talaulicar, T., & Kolat, G. L. (2005). Compliance with the German corporate governance code: an empirical analysis of the compliance statements by German listed companies. Corporate Governance: An International Review, 13, 178-187.

Overige niet-wetenschappelijke literatuur:

Redactie (2010) ING beperkt bonus top. Algemeen Dagblad. van www.ad.nl

Cadbury (1992) – The Financial Aspects of Corporate Governance, the Committee on the Financial Aspects of Corporate Governance and Gee and Co. Ltd, Burgess Science Press. Commissie Code Banken (2009), Code Banken. www.commissiecodebanken.nl

Commissie Corporate Governance (2007), Jaarrapport 2007 inzake de naleving van de Code Tabaksblad. http://www.commissiecorporategovernance.nl/jaarrapport_2007

De Nederlandsche Bank (2010), Regeling Beheerst Beloningsbeleid.

http://www.dnb.nl/binaries/Regeling%20Beheerst%20Beloningsbeleid_tcm46-248322.pdf

Frijns, Jean & Cools, Kees & Kramer, Gerrit‐Jan & van Manen, Jaap & Ophof, Henri & Roozemond Kitty & Streppel, Jos & Verdam, Albert (2005. Monitoring Commissie Corporate Governance Code: Rapport over de naleving van de Nederlandse corporate governance code.

www.commissiecorporategovernance.nl

Monitoring Commissie Code Banken (2011), Tussenrapportage Implementatie Beloningsprincipes Code Banken. www.commissiecodebanken.nl

Monitoring Commissie Code Verzekeraars (2010). Code Verzekeraars. www.mcverzekeraars.nl

OECD (2004). OECD Principles of Corporate Governance. Organisation for

Tabel 9 Data toepassen of uitleggen door banken.

Leaseplan Bank € 2.153.884.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Bank Nederlandse Gemeenten € 1.897.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

SNS Bank € 1.855.000.000 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 9

NIBC Bank € 1.810.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

F. van Lanschot Bankiers € 1.565.868.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

NWB Bank € 1.188.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Westland Utrecht Bank € 993.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Bank ten Cate & Cie € 991.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Friesland Bank € 841.600.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Theodoor Gilissen Bankiers € 800.000.000 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 9

Credit Europe Bank € 733.000.000 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 9

Achmea Bank € 529.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Binckbank € 469.523.000 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 8

Aegon Bank € 460.480.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Bank voor de Bouw nijverheid € 432.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Akbank € 423.359.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Triodos Bank € 362.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Delta Lloyd Bank € 332.865.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

GarantiBank International € 325.818.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Mizuho Corporate Bank Nederland € 259.787.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

KAS Bank € 254.900.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Amsterdam Trade Bank € 240.645.355 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Yapi Kredi Bank Nederland € 212.079.000 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 9

Staalbankiers € 178.000.000 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 9

GE Artesia Bank € 164.500.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Hof Hoorneman Bankiers € 71.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

TD Bank € 66.334.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

ASR Bank € 55.950.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Oyens & van Eeghen € 24.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Interbank € 12.178.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

UBS Bank Netherlands € 12.156.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Nationale-Nederlanden Bank € 5.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Deutsche Bank Nederland € 45.454 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

Tabel 10 Data toepassen of uitleggen door verzekeraars.

DELA Uitvaartzorg Verzekeringen N.V. € 842.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 REAAL Schadeverzekeringen N.V. € 731.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 ASR Schadeverzekering N.V. € 689.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Allianz Nederland Levensverzekering N.V. € 664.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Atradius Credit Insurance N.V. € 649.624.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Argenta Life N.V. € 596.300.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. € 352.890.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 GENERALI levensverzekering maatschappij N.V. € 330.600.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Amlin Corporate Insurance N.V. € 320.416.000 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 8 Klaverblad Levensverzekering N.V. € 318.600.000 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 8 ABN AMRO Levensverzekering N.V. € 313.840.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 TVM zakelijk N.V. € 220.620.000 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 9 DE FRIESLAND VERZEKERINGEN N.V. € 176.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 N.V. Unive Schade € 170.000.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Goudse Schadeverzekeringen N.V. € 148.953.000 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 9 N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken € 119.538.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 N.V. Schadeverzekeringsmaatschappij Bovemij € 104.100.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 FBTO Zorgverzekeringen N.V. € 48.128.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 NIVO Uitvaartverzekeringen N.V. € 47.164.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Europeesche Verzekering Maatschappij N.V. € 74.123.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Robein Leven N.V. € 32.164.000 1 0 0 1 1 1 1 1 1 0 7 Nederlandsche Algemeene Maatschappij van Levensverzekering "Conservatrix" N.V. € 24.489.000 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 9 Hollands Welvaren Leven N.V. € 10.100.000 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 3 Ansvar Verzekeringsmaatschappij N.V. € 9.044.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Anker Verzekeringen N.V. € 5.082.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Leidsche Verzekering Maatschappij N.V. € 4.620.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 KMU Verzekeringen N.V. € 2.551.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 N.V. Amersfoortse Algemene Verzekering Maatschappij € 2.042.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 PGGM Levensverzekeringen N.V. € 2.010.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 Florentis Uitvaartverzekeringen N.V. € 1.395.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10

De code banken en de code verzekeraars zijn codes die U het beste kunt vergelijken met de Nederlandse corporate governance code, alleen zijn deze codes specifiek gericht op financiële instellingen. De code is een vorm van zelfregulering van de banken en de verzekeraars om het vertrouwen in deze instellingen terug te verdienen en de klant weer centraal te stellen. In de code zijn diverse principes opgenomen met betrekking tot de Raad van Commissarissen, Raad van Bestuur, Risicomanagement, audit en beloningsbeleid. Voor de code banken en code verzekeraars is net als de corporate governance code het comply or explain principe van toepassing. Dus organisaties dienen een principe toe te passen, of uit te leggen waarom zij iets niet toepassen. De kwaliteit van de uitleg bij het niet toepassen wordt gemeten middels deze enquête.

Als U deze enquête in wilt vullen, dan stel ik dat zeer op prijs. Het duurt ongeveer 15 minuten. De persoonlijke antwoorden worden anoniem gehouden. Daarnaast worden de gegevens alleen gebruikt voor mijn thesis en niet voor overige doeleinden.

Deze enquête moet inzicht geven in de kwaliteit van de uitleg bij het niet toepassen van een principe uit de code banken of de code verzekeraars. Specifiek doe ik onderzoek naar de principes met betrekking tot beloningsbeleid (hoofdstuk zes van de codes). In deze enquête wil ik u vragen de uitleg te beoordelen op basis van vier kwaliteitsdimensies. Deze uitleg is direct geciteerd uit het jaarverslag en/-of de website van de betreffende bank en verzekeraar.

Als eerste krijg U informatie omtrent de omvang van de organisatie (eigen vermogen en aantal medewerkers). Daarnaast krijgt u het principe te zien zoals deze is opgenomen in de code banken en de code verzekeraars.

Daaronder wordt de gegeven uitleg beschreven. Ik zou U willen vragen om de uitleg te

beoordelen aan de hand van de volgende vier variabelen / kwaliteitsdimensies. Graag wil ik de mening/perceptie peilen.

- Begrijpelijkheid (aan de hand van deze dimensie wordt in kaart gebracht of de gegeven uitleg begrijpelijk is in die zin dat inzicht ontstaat in de redenen waarom de vennootschap de bepaling niet naleeft);

- Controleerbaarheid (met behulp van deze dimensie wordt onderzocht of de gegeven uitleg controleerbaar is met behulp van publiek toegankelijke informatie (website, jaarverslag, etc.); - Legitimiteit deze dimensie rubriceert of de gegeven uitleg als een legitieme uitleg wordt beschouwd voor het niet naleven van de desbetreffende bepaling (zonder daarbij rekening te houden met de specifieke kenmerken van de vennootschap).;

64 - Plausibiliteit deze dimensie lijkt op ‘legitimiteit’ en rubriceert in hoeverre de gegeven uitleg aannemelijk wordt geacht voor deze vennootschap indien rekening wordt gehouden met kenmerken van de vennootschap (zoals omvang, sector, activiteiten, mate van

internationalisatie etc.).

De volgende vragen dient u te beantwoorden op een schaal van bij het beoordelen van de kwaliteitsdimensies:

Geef aan in hoeverre u van mening bent dat de gegeven uitleg begrijpelijk is in de zin dat inzicht ontstaat in de redenen waarom de vennootschap de bepaling niet naleeft.

Geef aan in hoeverre u denkt dat de gegeven uitleg controleerbaar is met behulp van publiek toegankelijke informatie (website, jaarverslag, etc).

Geef aan in hoeverre u de gegeven uitleg als een legitieme uitleg beschouwt voor het niet naleven van de desbetreffende bepaling (NB: het gaat hier om de specifieke combinatie van het niet naleven van de bepaling en de uitleg zonder daarbij rekening te houden met de specifieke kenmerken van de vennootschap).

Geef aan in hoeverre u de gegeven reden plausibel acht voor de vennootschap, rekening houdend met de kenmerken van de vennootschap (zoals omvang, sector, activiteiten, mate van internationalisatie etc).

Elke variabele kunt u beoordelen met een score tussen de 1 en 5 (likert schalen). 1 = Zeer onbegrijpelijk / Zeer oncontroleerbaar / Zeer niet-legitiem / Zeer niet plausibel 2 = Onbegrijpelijk / Oncontroleerbaar / Niet-legitiem / Niet plausibel

3 = Neutraal

4 = Begrijpelijk / Controleerbaar / Legitiem / Plausibel

5 = Zeer begrijpelijk / Zeer controleerbaar / Zeer legitiem / Zeer plausibel Uitleg van enkele relevante begrippen:

Proportionaliteitsbeginsel (uitleg DNB):

In artikel 3 van de Regeling is uiteen gezet dat financiële ondernemingen de artikelen 4 tot en met 7 en 9 tot en met 25 in acht nemen op een wijze en in een mate die aansluit bij haar omvang, haar interne organisatie en bij de aard, reikwijdte en complexiteit van haar activiteiten. Dit proportionaliteitsbeginsel stelt de financiële onderneming in staat haar beloningsbeleid aan te sluiten op haar risicoprofiel, risk appetite en strategie.

65 Regeling Beheerst Beloningsbeleid:

Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 16 december 2010, houdende regels met betrekking tot het beheerst beloningsbeleid van financiële

ondernemingen (Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011).

Vraag 1:

Ik ben:

- Registeraccountant (RA)

- Student Accountancy / Controlling

Vraag 2:

Organisatie informatie:

Eigen vermogen: 596.300.000 Aantal medewerkers: 895

Onderstaande organisatie past het volgende principe niet toe:

6.3.2 De vergoeding bij ontslag van een lid van de raad van bestuur bedraagt maximaal

eenmaal het jaarsalaris (het “vaste” deel van de bezoldiging). Indien het maximum van eenmaal het jaarsalaris voor een lid van de raad van bestuur die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is, komt dit lid van de raad van bestuur in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het jaarsalaris.

De organisatie geeft de volgende uitleg:

"Organisatie X kiest voor gedeeltelijk toepassen van dit principe. Dit is ook expliciet opgenomen in het jaarverslag. Deze bepaling wordt sinds 1 januari 2010 toegepast voor nieuw benoemde leden van de RvB. Bij de twee nieuw benoemde leden van de RvB is derhalve voldaan aan het principe inzake de ontslagvergoeding. Organisatie X heeft ervoor gekozen om bestaande

afspraken met de twee zittende leden van de RvB te respecteren. Voor het overige verwijzen wij naar hetgeen we in het Jaarverslag reeds onder Best practice bepaling II.2.8 hebben opgemerkt over de uitvoering die Organisatie Xhieraan geeft.

In het beloningsbeleid is vastgelegd dat Organisatie X slechts een ontslagvergoeding uitkeert indien deze samenhangt met de in de loop der tijd gerealiseerde prestaties en heeft als uitgangspunt dat falende bestuurders, leidinggevenden en medewerkers niet worden beloond (hoofdstuk 5.1)."

Zou U de kwaliteit van de uitleg kunnen beoordelen op basis van onderstaande variabelen? - Begrijpelijkheid;

- Controleerbaarheid; - Legitimiteit;

66

Vraag 3:

Organisatie informatie:

Eigen vermogen: 320.416.000 Aantal medewerkers: 244

Onderstaande organisatie past het volgende principe niet toe:

6.3.2 De vergoeding bij ontslag van een lid van de raad van bestuur bedraagt maximaal

eenmaal het jaarsalaris (het “vaste” deel van de bezoldiging). Indien het maximum van eenmaal het jaarsalaris voor een lid van de raad van bestuur die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is, komt dit lid van de raad van bestuur in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het jaarsalaris.

De organisatie geeft de volgende uitleg:

"Het standaard contract voor Organisatie X(RvB) bevat een staffel voor berekening van de mogelijke ontslagvergoeding. Behalve in geval van opzettelijke falen of verwijtbare

onachtzaamheid, zal de aan onze bestuursleden aangeboden ontslagvergoeding in beginsel overeenstemmen met de daarvoor bekende formules (kantonrechterformule en de Claeys formule in Nederland, resp. België)."

Zou U de kwaliteit van de uitleg kunnen beoordelen op basis van onderstaande variabelen?

- Begrijpelijkheid; - Controleerbaarheid; - Legitimiteit; - Plausibiliteit. Vraag 4: Organisatie informatie: Eigen vermogen: 320.416.000 Aantal medewerkers: 244

Onderstaande organisatie past het volgende principe niet toe:

6.3.4 Aandelen die zonder financiële tegenprestaties aan een lid van de raad van bestuur worden toegekend, worden aangehouden voor telkens een periode van ten minste vijf jaar of tot ten minste het einde van het dienstverband indien deze periode korter is. Indien opties worden toegekend worden deze in ieder geval de eerste drie jaar na toekenning niet uitgeoefend. De organisatie geeft de volgende uitleg:

"Een materieel deel van de variabele beloning van management team leden worden gevormd door een op aandelen Organisatie Y gebaseerde bonus met een lange termijn component. Hiervoor kent ons moederbedrijf Organisatie X twee lange termijn bonusprogramma's die de uiteindelijke toegekende variabele beloning mede afhankelijk maken van de resultaten van Organisatie X. Deze waardebepaling vindt op zijn vroegst plaats na drie jaar."

67

Zou U de kwaliteit van de uitleg kunnen beoordelen op basis van onderstaande variabelen?

- Begrijpelijkheid; - Controleerbaarheid; - Legitimiteit; - Plausibiliteit. Vraag 5: Organisatie informatie: Eigen vermogen: 318.600.000 Aantal medewerkers: 384

Onderstaande organisatie past het volgende principe niet toe:

6.3.2 De vergoeding bij ontslag van een lid van de raad van bestuur bedraagt maximaal

eenmaal het jaarsalaris (het “vaste” deel van de bezoldiging). Indien het maximum van eenmaal het jaarsalaris voor een lid van de raad van bestuur die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is, komt dit lid van de raad van bestuur in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het jaarsalaris.

De organisatie geeft de volgende uitleg:

"Artikel 6.3.2 stelt de maximering van een ontslagvergoeding voor een directielid op maximaal één vast jaarsalaris. Organisatie X kent geen minimale of maximale ontslagvergoedingen. Bij vertrek van een directielid of van een andere medewerker houdt Organisatie X zich aan het geldende Nederlands recht. Hierin is in voldoende mate verwerkt dat geen (hoge)

ontslagvergoeding wordt uitgekeerd indien eigen falen de aanleiding is tot ontslag."

Zou U de kwaliteit van de uitleg kunnen beoordelen op basis van onderstaande variabelen?

- Begrijpelijkheid; - Controleerbaarheid; - Legitimiteit; - Plausibiliteit. Vraag 6: Organisatie informatie: Eigen vermogen: 318.600.000 Aantal medewerkers: 384

Onderstaande organisatie past het volgende principe niet toe:

6.3.3 Bij de toekenning van de variabele beloning aan een lid van de raad van bestuur wordt rekening gehouden met de lange termijn component. De toekenning is mede afhankelijk van winstgevendheid en/of continuïteit. De variabele beloning wordt voor een materieel deel voorwaardelijk toegekend en op zijn vroegst drie jaar later uitgekeerd.

68

De organisatie geeft de volgende uitleg:

"Artikel 6.3.3 bepaalt dat een variabele beloning voor een materieel deel voorwaardelijk wordt toegekend en op zijn vroegst drie jaar later wordt uitgekeerd. Artikel 6.4.4 regelt dat bij het

In document Pas toe of leg uit (pagina 56-84)