• No results found

Mogelijkheden om meer betalingsregelingen te treffen

regeling met een beetje pech toch onderuit.”

7.5 Mogelijkheden om meer betalingsregelingen te treffen

dat de ruimte daartoe erg beperkt is. Ongevraagd merken de rechters bij dit punt wel op dat zij hun wenkbrauwen wel fronsen over de proceshouding die zij bij een deel van de eisers tegenkomen. Zij constateren dat er eisers zijn die procederen voor heel lage bedragen en vragen zich dan wel af of er niet meer mogelijkheden waren om de hoofdsom buiten rechte te incasseren. Ze stellen daar, als de gerechtsdeurwaarder op zitting is, ook wel vragen over. De antwoorden die zij dan krijgen zijn lang niet altijd bevredigend. Zo zeggen gerechtsdeurwaarders nogal eens dat de debiteur niet akkoord ging met een regeling met een maximumlooptijd. Op de vraag waarom de regeling dan niet wat langer kon lopen, antwoordt de gerechtsdeurwaarder dan dat dat niet past in het beleid van de schuldeiser. De ruimte in het budget van de debiteur is dan dus ondergeschikt aan de standaardregel van de schuldeiser. Het resultaat is dat de vordering verder oploopt en de incasso alleen maar ingewikkelder zal worden.

7.5 Mogelijkheden om meer betalingsregelingen te treffen

De rechters zijn ook bevraagd op mogelijkheden om te stimuleren dat er meer betalingsregelingen worden getroffen. Zij hebben daar wisselende beelden bij. Voorbeelden van ideeën die zij opperen zijn:

1. In contact treden met debiteur

Institutionele schuldeisers moeten verplicht worden om voor de gang naar de rechter met de debiteur in gesprek te gaan en de mogelijkheden van een betalingsregeling te verkennen. Niet alleen per brief in eenvoudig taalgebruik maar ook op modernere manieren zoals via WhatsApp.

2. Alleen incassokosten bij minnelijke regeling

Een schuldeiser zou alleen incassokosten mogen krijgen wanneer er ook daadwerkelijk kosten zijn gemaakt en er daadwerkelijk geprobeerd is een betalingsregeling te treffen.

3. Financiële prikkel voor deurwaarders

Gerechtsdeurwaarders hebben geen financieel belang om een betalingsregeling te treffen omdat er dan geen kosten in rekening kunnen worden gebracht. Om een minnelijke regeling te stimuleren zou er een vergoeding moeten zijn die lager is dan de huidige proceskosten. De deurwaarder moet echter niet afgestraft worden als er niks mogelijk is en de inspanningen van de deurwaarder niets hebben opgeleverd door de situatie of houding van de gedaagde.

Dan zou de procedure voortgezet moeten worden waarvoor een compensatie wordt ontvangen die lager is dan de compensatie bij een regeling vóór de procedure anders is er voor de deurwaarder/eisende partij weer geen incentive om in het minnelijk traject een regeling te treffen. Het zou een soort getrapt systeem moeten zijn.

4. Minder verstekzaken

Een belangrijke opdracht voor de rechtspraak is dat het aantal verstekzaken afneemt. Wanneer mensen naar zitting komen krijg je een beter beeld van de situatie of iemand echt niet kan betalen. Er kan een regeling overeengekomen worden en in een proces-verbaal worden vastgelegd. De schuldeiser heeft dan een executoriale titel, mocht de debiteur de regeling niet nakomen.

5. De rechter de bevoegdheid geven om betalingsregelingen te treffen

Er is wisselende interesse in het Belgische model waar de vrederechter ook betalingsregelingen kan opleggen. Om dat te doen zou de rechter veel meer zicht moeten hebben op de situatie van de debiteur. Nu weet de rechter vaak nauwelijks iets over de (financiële) situatie van de debiteur. De rechter zou wel iets meer

Er moet een prikkel komen voor deurwaarders om in te zetten op een regeling voor de zitting. Je kan dan denken aan een vergoeding, eventueel gekoppeld aan de hoogte van de vordering, voor de deurwaarder. Rechter

80 kunnen weten door in het systeem van de rechtbank te kijken hoe vaak en hoe recent de debiteur voor andere zaken door schuldeisers is gedaagd. De kanttekening die een van de rechters daarbij plaatste is dat dit arbeidsintensief is en er bij een rolzitting al snel 400 à 500 zaken zijn gepland. Op dit punt verschillen de rechters overigens ook wel van inzicht, want een andere rechter ziet hier wel veel meer brood in.

6. Gevolgen proceskostenveroordeling

Wanneer wettelijk geregeld is dat de schuldeiser eerst moet proberen om een betalingsregeling te treffen, kan de rechter dat eenvoudig ambtshalve toetsen door te bepalen dat de schuldeiser de correspondentie bij de dagvaarding moet voegen. Het moet meer zijn dan een standaardzinnetje in de dagvaarding. Er moet een minnelijk traject zijn doorlopen en je moet als eisende partij wel een serieus en redelijk voorstel hebben gedaan. Is dat niet gedaan dan kan dat gevolgen hebben voor de proceskostenvergoeding.

Naast deze suggesties om te stimuleren dat er meer betalingsregelingen tot stand komen, spreken alle vier de rechters zich stevig uit over de verhogingen waar de debiteur mee te maken heeft als er een vonnis wordt gewezen. Het is volgens hen moeilijk uit te leggen dat je bij een vordering van € 500,- een nagenoeg gelijk bedrag aan griffierecht moet betalen. Een van de rechters zei daarover dat we als maatschappij niet alleen kritisch moeten zijn op het verdienmodel van de gerechtsdeurwaarders maar ook op de verdienmodellen van de rechtbanken. Het zou volgens de rechters om te beginnen al helpen om in consumentenzaken het lage tarief te hanteren. Omdat de schuldeiser geen consument is betalen de debiteuren het volle pond. Er komt wel een wetswijziging voor griffierechten aan maar die levert naar de inschatting van de geïnterviewde rechters maar een beperkte verlichting op.

Een aantal rechters hebben zich ook uitgelaten over de ambtshalve toetsing van vorderingen aan consumentenrecht. Sinds 1 december 2019 vragen rechters bij de dagvaarding in consumentenzaken meer informatie om goed te kunnen beoordelen of de algemene voorwaarden eerlijk zijn en of voldaan wordt aan beschermende regels voor consumenten. Deze zogenaamde ambtshalve toetsing gebeurt ook in procedures waar de consument geen verweer voert. De rechtspraak heeft nu moeite om op een lijn te komen met het ambtshalve toetsen. Er zijn ideeën om, uit oogpunt van rechtseenheid en rechtszekerheid, één rechtbank aan te stellen die centraal alle verstekzaken gaat afhandelen. Dat is allemaal nog niet uitgekristalliseerd.

7.6 Belangrijkste inzichten

• Na de dagvaarding laat 70 tot 80 procent van de debiteuren verstek gaan.

• De debiteuren die wel naar de rolzitting komen hebben vaak een onjuiste voorstelling van zaken. Ze verwachten dat de schuldeiser of gerechtsdeurwaarder ook aanwezig is en dat de rechter hen kan helpen

aan een betalingsregeling.

• De mogelijkheden van de rechter om te bemiddelen bij een betalingsregeling zijn heel beperkt. Er moet een extra zitting voor gepland worden waar de schuldeiser aanwezig is, hetgeen tot een hogere proceskostenveroordeling leidt (extra punt liquidatietarief). Dit terwijl de betalingsregeling er alleen kan komen wanneer de schuldeiser

daarmee instemt.

• De geïnterviewde vier rechters vinden dat, voorafgaand aan de dagvaarding, het minnelijk traject beter benut moet worden. Het koppelen van het recht op betalingsregeling aan het recht op incassokosten kan

De compensatie moet reëel zijn. Er worden nu onredelijke en buitenproportionele bedragen doorgerekend aan debiteuren.

Rechter

81 dit stimuleren. De mogelijkheid om de proceskosten voor rekening van de schuldeiser te laten wanneer het minnelijk traject onvoldoende is benut, geeft de rechter een extra instrument om hierop te sturen. • Er wordt verschillend gedacht of het wenselijk is dat de rechter een betalingsregeling bij vonnis kan

opleggen. De kwestie hierbij is of de rechter wel voldoende zicht heeft op de financiële situatie van de debiteur.