• No results found

Misstanden training algemeen

In document Artiest met een staartje (pagina 63-66)

6 Training en voorstelling

6.10 Misstanden training algemeen

Het trainen en het laten uitvoeren van tricks in voorstellingen in het circus roept tegenwoordig veel vragen op. Wat vast staat, is dat er in het verleden veel misstanden zijn geweest bij training en voorstellingen met circusdieren. Er zijn geheime video-opnames gemaakt door dierenbeschermings- organisaties als PETA, waarop duidelijk te zien is hoe dieren worden geslagen met stokken, knuppels, zwepen en andere voorwerpen of elektroshocks krijgen toegediend.

Elke de Vries heeft tijdens haar carrière als diertrainster verscheidene mishandelingen waargenomen. Hierbij kwam het onder andere voor dat een tijger zo hard werd geslagen dat die er aan overleed (de Vries E, interview). Ook Job Lijfering heeft in zijn begintijd als trainer mishandelingen meegemaakt en verklaart dat de dieren geknuppeld en geslagen werden (Lijfering J, interview).

De slechte omgang met de dieren wordt onder andere toegeschreven aan het feit dat de dieren eigendom waren van het circus zelf. Ze werden door verschillende mensen gepresenteerd en soms deden ze een heel seizoen niets. Ook de instelling van de trainers was toen anders. Vroeger werden de dieren meer gepresenteerd voor de glorie van de trainer (Lijfering J, interview). De circussen zeggen dat deze manier van trainen in het hedendaagse circus niet meer wordt toegepast. Alle trainers die tijdens dit onderzoek zijn geïnterviewd zeggen dat er een hele evolutie heeft plaatsgevonden in de manier van trainen. Dit komt onder andere doordat de dieren nu geprivatiseerd zijn en dus het kostbaarste bezit zijn van de trainers. In principe worden alle dieren die nu gebruikt worden in gevangenschap geboren en/of bij de trainer zelf groot gebracht.

Veel dierenbeschermingsorganisaties, zoals de dierenbescherming, stellen dat mishandeling van de dieren nog veelvuldig voorkomt. De trainers zeggen dat iedereen mag komen kijken bij de trainingen van de dieren, om te zien hoe dit gebeurd. Maar de critici zijn bang dat de hardere trainingsmethoden bij het aanleren van de tricks al zijn voorgevallen, waardoor de trainers tijdens de openbare trainingen geen geweld meer hoeven te gebruiken.

Gedurende dit onderzoek kon dit onderwerp niet verder worden onderzocht. We volstaan hier door te stellen dat de trainers die wij hebben gesproken ons verzekeren dat ze hun dieren zo goed mogelijk behandelen. De tijgers worden wel eens corrigerend op hun kop geslagen, maar nooit in die mate dat het dier er letsel van zal ondervinden. Er wordt wel gesproken over rotte appels in de branche (Leegwater M, Ronday R en Lijfering J, interview), maar er worden geen namen genoemd. Problemen die genoemd worden zijn trainers die de dieren te lang en te veel transporteren, het doorverkopen van circusdieren aan malafide circussen over de grens en het slaan van de dieren (Lijfering J, interview).

6.11 Subconclusie

Trainen en gebruik maken van leerprocessen bij dieren is in principe niet schadelijk voor de dieren. Training heeft een positieve invloed op dieren, mits dit op een positieve manier wordt gedaan en er voldoende afwisseling wordt geboden. De afwisseling tijdens het trainen in het circus is relatief laag. De acts van de ondervraagden veranderen niet veel en hun dieren worden tijdens het tournee niet getraind naast de twee voorstellingen per dag. Er is te weinig informatie over de hedendaagse trainingsmethoden in het circus om vast te stellen of de dieren hierdoor een teveel aan stress ondervinden. Bij elke nieuwe trick die aangeleerd wordt, ligt het vermogen van het dier om te leren tussen prepared en contraprepared, dat terugslaat op het natuurlijke gedrag van de soort (Mellen J.D. en S Ellis, 1995). Een aantal tricks die zijn waargenomen zijn in zekere mate schadelijk voor de dieren. De dieren zouden geen gedragingen moeten uitvoeren voor welke zij contraprepared zijn. Hieronder valt de handstand op een of twee voorbenen bij olifanten. Andere tricks zoals liggen en zitten bij olifanten moeten met in mindere mate worden uitgevoerd, waarbij als richtlijn het aantal keren dat een dier dit van nature doet kan worden aangehouden.

7

Ethiek

Het gebruik van wilde dieren in het circus is, zoals gezegd, een veelbesproken onderwerp. Naast de wettelijke regels en de welzijnsaspecten, kan het vormen van een mening over deze kwestie ook op ethische gronden gedaan worden. In dit hoofdstuk worden de ethische aspecten van het houden van wilde dieren in het circus in kaart gebracht op basis van een methode die is ontwikkeld door Vincent Pompe. De ethische achtergronden zijn, tenzij anders vermeld, gebaseerd op de ethiek van de mens-dier-relatie door Vincent Pompe (1999). De centrale vraagstelling, ofwel het morele probleem dat we behandelen luidt: ‘Is het ethisch aanvaardbaar om wilde dieren in het circus te houden voor publiekelijk vermaak?’ Deze vraag zal worden behandeld aan de hand van een ethische analyse met behulp van de conclusies die tijdens dit onderzoek naar voren zijn gekomen. Hierbij zullen de mate waarin het welzijn van de dieren wordt geschaad, de belangen van de betrokken partijen en de ethische principes aan bod komen. Op basis van deze analyse zal antwoord gegeven worden op de vraag in hoeverre het ethisch aanvaardbaar is om wilde dieren in het circus op de huidige wijze te houden.

In document Artiest met een staartje (pagina 63-66)