• No results found

Ja, ‘k denk da da ook iets is da misschien wa op de achtergrond verdwijnt of wordt gezet want ja ge zijt bezig me overleven dus ik denk dat dat een stukje is da soms wa op de achtergrond komt (medewerker 2,

In document Kwetsbaarheid en veerkracht in Brussel (pagina 90-161)

CAW Brussel noodopvang)”.

Kwetsbare ouder is ook gedrag vertonen dat onveilig aanvoelt voor kinderen

“R: Ja allé ja, hoeveel ruimte heb je om dan nog ’s rustig met uw kind te gaan, allé denk, da dat is zoiets waarvan, ik weet het niet goed. Ik denk dat dat maar enkelingen zijn. Maar ik durf dat nie niet har… allé I: Nee, maar ge ziet niet veel, ge ziet geen uitzonderingen?

R: Die ene mama wel, die ene mama waarvan dat de man nu allé wel. Da dat fluctueert zo ook in de zin van, zij komt naar de groepswerking op woensdagnamiddag. Daar doet zij de crea-activiteiten met haar kind, die is pedagogisch zeer allé, opvoedkundig zeer onderlegd eh, die ga gaat met haar kinderen aan de slag en die die is de eerste om dingen uit te proberen dus daar zie ik wel veerkracht in maar der zijn ook momenten dat ze tijdens zo'n groepswerking plots begint te roepen op haar kind. Dus dat die veerkracht fluctueert al

naargelang hoe dat zij zich ook voelt, en wat de situatie is, dus das geen constante, bedoel ik. Dat is iets da en

-91-

das iets wat ik vanmorgen ook aangehaald heb van ja misschien is dat nog wel het aller moeilijkste dat dat veel ouders voor kinderen onvoorspelbaar zijn. (…) En daarin vind ik ook een grote kwetsbaarheid dat ouders zo, ja gedrag vertonen die voor hun kind volgens mij heel onveilig aanvoelen. En dat is ook vaak eh relaties met partnergeweld, allé het ene moment is moeder heel, mama en papa zijn gelukkig, dus het zal wel allemaal in orde zijn, de volgende dag slaat papa mama (medewerker, Huis der Gezinnen)”.

Overlevingsmodus neemt ruimte weg voor kinderen

“R: Die stresssituatie, overlevingsmodus, bepaalde dingen niet kunnen doen omdat je de kans loopt politie tegen het lijf te lopen, ja. Maar toch het besef dat ja, dat toch een bepaalde manier daarvoor kiezen om zo te leven omdat het alternatief, in Duitsland is het misschien nog erger. En het gebrek aan erkenning daarvoor. Ik denk wel dat in zo’n situatie er dan weinig aandacht naar de kinderen gaat. Er gewoon weinig ruimte is voor andere. Dat dat kader waar dat die ouders inzitten, ja, de aandacht wegneemt voor andere (medewerker, Platform Kinderen op de Vlucht)”.

Multistress zet ouderrol onder druk

“R: Met precaire gezinnen bedoel je? Awel ja dus multi-stress zet ouders zelf onder stress ook eh en ouders kunnen daardoor hun functie ni altijd waarmaken want dan komt het erop aan die ouders toch te kunnen helpen, materieel, en da toch allemaal beter zou kunnen gaan en dat ontlasten dus. Waar da wij ook heel hard op werken is van bekijkt de context en bekijkt als hulpverlener vooral wat kun je aan de context doen in plaats van de mensen persoonlijk verantwoordelijk te stellen voor hun problemen waar heel dikwijls liggen de problemen in de context dus ge moet werken met uwe context dus ge moet samenwerken met andere hulpverleners waar elk op zijn gebied iets kan doen en dan kunde met ouders eventueel individueel als da nodig is een individueel traject uitwerken of ondersteunen op opvoedkundige taken maar ja ge hebt gezinsondersteuning daarvoor (medewerker, Solentra)”.

Niet de ouder kunnen zijn die men wil zijn

“R: Een kwetsbare ouder voor mij is iemand die door omstandigheden niet de zorg van zijn kind kan nemen zoals het echt zou moeten zijn. Ze moeten dan rekenen op andere instanties om kleren en eten te kunnen aankopen. Maar ook ouders die weinig informatie hebben en daardoor een beetje overleven en die in zeer slechte omstandigheden wonen doordat ze niet kunnen werken en geen steun krijgen. Een kwetsbare ouders die in deze omstandigheden moet leven kan niet de ouder zijn die hij wil zijn voor zijn kind. En als gij u niet goed in u vel voelt kunt ge ook niet zo goed voor iemand anders zorgen. Dat maakt u een kwetsbare ouder (medewerker, Nasci vzw)”.

Hoe groter de kinderen, hoe groter de impact op de kinderen

“R: Wat ik moeilijk vind is dat hoe ouder dat dat de kinderen worden, hoe meer vragen dat dat er zijn van de kinderen en hoe groter de impact op de ontwikkeling, zie ik. Die ouders zien dat ook maar die doen kweenie hoe hard hun best. Om dat te compenseren, die kunnen dat niet helemaal compenseren en dan het enige dat die dan kunnen doen is tegen hun kinderen zeggen ‘beter werken op school hé’. Druk opdrijven. Want dat is het enige, ja, wat ze nog kunnen doen. Wat ik zie is bij koppels dat er conflict komt tussen beiden dus dat koppel ook. Ik ken hen al zoveel jaren. In het begin dacht ik ‘’yes goed koppel, sterk koppel, die hebben elkaar’

en eigenlijk moet ik zeggen bij alle koppels dat ik ken da ‘k dan zo na een paar jaar weer een illusie armer ben want die krijgen allemaal relatieproblemen, vroeg of laat. Dus nu, wat hij gisteren heeft verteld is dat ze eigenlijk al heel de tijd, ze zijn samen maar ze zijn, een verstandshuwelijk noem ik dat. Dat is een

verstandshuwelijk geworden, ok we zijn er, we doen het voor de kinderen maar voor de rest doet ieder zijn ding eigenlijk en af en toe is er een conflict maar niet teveel eigenlijk ook, het is niet dat er heel de tijd ruzie is (medewerker, Samenlevingsopbouw Brussel)”.

Expliciet kindperspectief

-92-

“R: Ja ja da zo valt mij dan op en dan ja die kinderen of die pubers uiteindelijk die volgens mij ook met die identiteitscrisis zitten en dan die weten dat ze geen papieren hebben dus dat aspect daarbij dat is gewoon allé jongeren. Ja marginaliseren daarvan hé, ze worden buiten de maatschappij gezet door hun administratief statuut maar die gaan zich op den duur ook zo gedragen. Vele ouders vertellen over drugsproblemen. Vooral jongens. Die niet meer thuiskomen als ze 16 jaar zijn. Ik weet niet meer waar hij uithangt, ah ja, een beetje zo de klassieke verhalen van jongeren die op de dool zijn en het niet meer weten hé. Bij alleenstaande moeders is dat nog erger. Zeker bij hun zonen die dan zo hé ontsporen. Goh die kunnen dat bij niet meer zeggen tegen hun zoon van 17, ja ma gij moet thuiszijn hé. Als die niet thuis is wat doet ge dan? Ja, ja terwijl dat de autoriteit van de vader denk ik dat dat nog enig effect heeft ma ja. Schoolloopbaan lijdt daar dikwijls onder. Kinderen zijn ook veel meer ziek dan andere kinderen, zwakkere gezondheid, ouders ook, zwakkere gezondheid dus dat is zeker ook iets dat een impact heeft. Ik denk dat heel veel jongeren niet zichzelf kunnen zijn binnen hunne

vriendenkring. Die niet zeggen aan hun leeftijdsgenoten dat ze geen papieren hebben of die waarvan dat de vrienden dat wel weten maar die vrienden snappen niet in sé wat dat wil zeggen. Wat wil dat zeggen als ge zonder papieren, wat is dan uwe leefwereld (medewerker, Samenlevingsopbouw Brussel).”

Het is dus maar een minderheid van de eerstelijnswerkers en de vrijwilligers die expliciet ingaan op de ouder-kind relatie en de ontwikkeling van de kinderen. Ik lees hierin in geen geval een

onverschilligheid of een gebrek aan betrokkenheid op de kinderen. Alles wat de hulpverleners trachten te doen om de gezinnen in precaire leefomstandigheden te ondersteunen is uiteindelijk vanuit een kindperspectief, met het oog op het verbeteren van de opvoedingscontext.

Ik lees in het niet expliciteren van dit kindperspectief bij het definiëren van een kwetsbare ouder wel twee andere dingen:

Ten eerste, zo bleek ook heel sterk uit eerdere citaten, is het niveau van deprivatie van gezinnen in Brussel zo hoog dat de aandacht voor de ouder-kindrelatie en de ontwikkeling van de kinderen wat ondersneeuwt. De situaties zijn vaak zo urgent dat eerstelijnswerker en vrijwilligers beginnen met die punten waar op korte tijd het grootste verschil kan worden gemaakt. Het zoeken naar huisvesting, het uitputten van rechten, het toeleiden naar voedselbedelingen en materiële steun. Deze stappen nemen vaak een heel grote hap uit de begeleidingstijd van de gezinnen. We lezen deze interpretatie overigens in enkele interviews met eerstelijnsmedewerkers. In een eerste citaat vertelt een

medewerker van het CAW Brussel dat het inderdaad zo is dat er vaak andere problemen op de voorgrond staan in het contact met de ouders, dan de moeilijkheden die er al dan niet zijn met het kind. Dit wordt bevestigd door een medewerker van Kind en Gezin. Zij geeft aan dat er soms een lijst van twintig problemen moet worden doorlopen vooraleer de aandacht in de begeleiding kan uitgaan naar het kind en de ouder-kindrelatie. Nog een andere medewerker van Kind en Gezin wijst erop dat het moeilijk is om te beginnen over gezond eten als er hoegenaamd niet genoeg eten is.

Toegang tot grondrechten van het gezin sterk op de voorgrond

“R: Ja maar dan vooral dan in team ketjes, allez team Sonja heeft dat ook waar da ge vooral dan vertrekt vanuit het kind, het kind staat centraal, is soms wel wat de vraag, ge kunt u ni in het begin als ge binnenkomt in een gezin u direct richten op alles wat er met da kind gaande is, da gaat ni, er liggen veel te veel andere dingen die voor ouders op de voorgrond staan, dan de moeilijkheden al dan ni moeilijkheden die ze ervaren met hun kind, als ze hun OCMW ni in orde is of ze geen huisvestiging hebben, dan moet er gewoon eerst daar aan gewerkt worden vooraleer er ruimte in hun hoofd is om überhaupt tot andere dingen te komen. En waarbij je ook wel van in begin had gezegd we gaan aan opvoedingsondersteuning doen en relatie tussen kinderen en ouders verbeteren en dat is iets waar ge vaak na 6 maand nog ni aan toekomt en waarbij we ons dan de vraag stellen hoe gaat ge daarmee om want uiteindelijk wordt het gezin ook aangemeld met een bezorgdheid rond het kind (medewerker 1, CAW Brussel)”.

Regioverpleegkundigen en gezinscoaches van Kind en Gezin vaak in eerste instantie sociaal werker

-93-

“R: En dan komen ook wel vaak de andere vragen. Dus de focus ligt ja voor Kind & Gezin op het kind, op de verzorging van het kind, da ‘s het medische, maar daar komt ook een heel groot psycho-sociaal en educatief luik bij en bij die precaire gezinnen merken we dat heel snel de vragen naar boven komen van help ons, vooral met kledij dan voor de kinderen, verzorgingsproducten, voeding voor de kinderen en huisvesting. En de huisvesting is echt verschrikkelijk omdat wij daar geen oplossingen voor hebben. We werken wel samen met verschillende centra en verschillende diensten die we kunnen contacteren, maar d’r zijn gewoon heel weinig plaatsen en als we nu zien dat bijvoorbeeld de Trierstraat die gaat nu sluiten en dan hebben we samen met CAW enzo zitten kijken voor oplossingen, maar dat is supermoeilijk. Ik denk wel dat wij een groot deel van onze tijd, de verpleegkundigen, zo gezinnen ondersteunen zoals een sociaal assistent, eigenlijk bezig zijn met zoeken naar alternatieven, zoeken naar onderdak, soms als mensen hun papieren in orde geraken door gezinshereniging ofzo, alle stapkes volgen, inschrijving bij het OCMW, zorgen dat ze een eigen inkomen hebben, om dan samen effectief op de private markt te gaan zoeken, bellen, en helpen met bellen en vaak sturen we ook door hé naar andere diensten ma ge hebt ook een vertrouwensband met een gezin en dat helpt heel erg om, om verder te kunnen komen. En dat zijn ook onze succesverhalen, waar dat ge een gezin volgt van begin tot einde, die dat in heel precaire omstandigheden, in heel precaire omstandigheden leven, om dan kleine dingetjes te kunnen veranderen, of te kunnen ondersteunen bij kleine dingetjes, ne keer meegaan naar het gemeentehuis waardoor dat het wel in orde geraakt omdat ik daar dan bij ben, dan dat wanneer dat ze dat alleen doen. Of hun inschrijven bij een voedselbank waardoor dat ze wel eten hebben en zo gaat het vooruit en met die kleine stapkes komde uiteindelijk wel ergens (medewerker 2, Kind en Gezin)”.

Beide trajecten zouden samen moeten kunnen opstarten:

opvoedingsondersteuning én hulp bij praktische en materiële zaken

“R: Ja ik heb wel heel veel voorbeelden gezien van ouders, (…) Maar bij andere gezinnen kan dat dan zijn, we moeten hier een lijst van 20 dingen doen voor er voldoende ruimte is voor deze mama om zich te engageren.

Ja ma ik denk niet dat dat, nee nee, dat is net wat ik bedoel met die die piramide van Maslow, ik denk niet dat alles moet voldaan zijn voor er naar de volgende stap kan gegaan worden, dat denk ik helemaal niet. Dus ik, plus een onderzoek, toevallig ik heb, ik moet onderzoek rond doen, wordt ook dat hele concept ja is

onderuitgehaald hé, want ze zeggen da bijvoorbeeld over mensen uit het globale zuiden, ze kunnen nog niet bezig zijn met andere dingen want ze zijn nog teveel bezig met financiële zaken. Dat is, dat wordt volledig onderuitgehaald dus, ik denk ook niet dat dat zo is, ik denk ook dat, we kunnen gelijktijdig onmiddellijk aan de slag daarmee gaan, maar dat is net wat ik zei, we hebben het niet, we hebben de optie niet. Dus ik heb nog nooit de ervaring gehad dat ik kon zeggen, ok we gaan hier een traject van opvoedingsondersteuning opstarten samen met meer praktische zaken. En wij doen dat wel al, maar op een veel lager niveau, wij proberen wel heel snel in te spelen op de moeder-kind relatie maar ja, we zijn daar ook geen specialisten in plus we kunnen dat ook niet op zo een intensieve, we kunnen zo’n intensieve begeleiding, ja niet doen (medewerker 2, Kind en Gezin).”

Moeilijk om te beginnen over gezonde voeding en herkennen van kind als financiële situatie niet in orde is

“I: Ik vroeg mij af wat zijn zo de grootste problemen die je observeert? Ook voor de kinderen...

R: Ja, dat is nog iets. Dat is alles over de moeilijkheden, maar de grootste moeilijkheid is wanneer ik binnenkom naar dit gezin, hebben zij geen vragen over wat ik echt moet met gezinnen in de kader met gezinnen in kind en gezin bereiken, maar hebben altijd veel vragen over papieren. Dus altijd over papieren kwijt is, kwijt is, verloren op een manier. Altijd facturen die niet betaald wordt op tijd. Altijd problemen met de erkenning en het

gemeentehuis bijvoorbeeld. Misverstand met het OCMW of met andere organisaties, huisvesting. Altijd problemen met de eigenaren. Omdat zij komen met twee kinderen en worden met vijf ofzo. Dus dat is één van de gevallen. Of afspraken van in het begin die niet duidelijk was met de eigenaar of zoiets. Dus eigenlijk direct tot vele vragen over papieren en ik zie mijzelf dat ik die kant veel ga... veel gaan...

I: Je steekt daar veel tijd in?

-94- R: Veel tijd in en ver van andere belangrijke dingen, ja.

I: En dat gaat dan ten koste een beetje van de opvoedingsondersteuning of? Ja, ja. Maar het is misschien ook moeilijk om te beginnen aan die opvoedingsondersteuning als al die papieren nog niet in orde zijn?

R: Klopt, daarom, daarom ga ik in die, ja, in die weg omdat ja soms zonder ja.... Omdat als er een probleem is met de financiële situatie, kan je niet spreken over gezondheid bijvoorbeeld of altijd fruit aanwezig te zijn, zoiets ja. Dus eigenlijk altijd... of erkenning van het kind ofzo. Dat ja... En en en de andere organisaties helpt echt niet veel. Dus als ik die gezinnen verwijs naar een andere organisatie zoals CAW, OCMW, zoals Ketjes, zoals... Ja, Ketjes doet wel veel, maar.. Ja, het is een probleem langs de twee kanten. Dus de organisaties nemen dat niet volledig op vind ik en ook de gezinnen zelf doen geen moeite om naar de afspraak op tijd of geen moeite om een tolk mee te nemen of... Ja dat is sowieso moeilijk om contact met de gezinnen te hebben.

Dus altijd dat verwijzen werkt meestal niet heel goed. (medewerker 3, Kind & Gezin)”.

Ten tweede, interpreteer ik de afwezigheid van een expliciete aandacht voor de ouder-kindrelatie en de ontwikkeling van het kind in de definities van kwetsbaar ouderschap, eveneens in het licht van het maatschappelijke discours, evenals in het ontbreken van een kindperspectief op het beleidsniveau.

Het huidige asiel- en migratiebeleid en de Belgische wetgeving kiezen nog te weinig consequent voor het centraal stellen van een kindperspectief. De medewerker van Platform Kinderen op de Vlucht wijst er onder andere op dat kinderen in de asielprocedure nog al te vaak als aanhangsel worden gezien van hun ouders (en dan heeft ze het niet over het vroegere opsluiten van kinderen). Er bestaat vooralsnog niet zoiets als een toekomstoriëntering voor kinderen. De juriste van SDJ wijst op de wetgeving waarbij een kind waarvan één van beide ouder zonder wettig verblijf is, niet meer automatisch het meest gunstige statuut krijgt toegewezen. In tegendeel: een dergelijke

zwangerschap is d’office verdacht en zelfs al is diegene mét papieren (meestal de vader) bereid het kind te erkennen, dan nog moet er een onderzoek komen. Het uitbetalen van kindergeld

bijvoorbeeld wordt dan sowieso uitgesteld zolang de procedure loopt. We komen nog terug op het kindperspectief, zeker ook wanneer we de activiteiten en methodieken bespreken die de

sociaalwerkpraktijken in Brussel organiseren om gezinnen in precaire leefomstandigheden te ondersteunen. We eindigen de reeks getuigenissen met een citaat van een medewerker van Kind en Gezin. Opnieuw valt de term ‘gewenning’. Wat is op den duur nog goed genoeg ouderschap in Brussel, vraagt ze zich af.

Kinderen worden al vaak als aanhangsels van hun ouders gezien zonder specifieke methodieken

“R: Als we de situatie van niet-begeleide minderjarigen in België naast die van begeleide kinderen, NBMV ga ik ze noemen, een beetje korter, dan merken we dat er heel veel is geregeld op juridisch vlak, heel veel

waarborgen, heel veel bescherming. Er zijn dingen die verbeterd kunnen worden, echt waar. Maar op zich voilà, terwijl begeleide kinderen echt wel als een aanhangsel van hun ouders worden gezien. In procedures, in beslissingen, alles. Dat is de verantwoordelijkheid van de ouders dat je hier bent, hé vanuit politieke hoek werd dat nog onlangs benadrukt. Dat is echt zo het denken van eh je bent hier omdat je ouders hier zijn. Ze hadden hier nooit mogen zijn. Natuurlijk het belang van het kind moet overwogen worden, elke beslissing die een kind

waarborgen, heel veel bescherming. Er zijn dingen die verbeterd kunnen worden, echt waar. Maar op zich voilà, terwijl begeleide kinderen echt wel als een aanhangsel van hun ouders worden gezien. In procedures, in beslissingen, alles. Dat is de verantwoordelijkheid van de ouders dat je hier bent, hé vanuit politieke hoek werd dat nog onlangs benadrukt. Dat is echt zo het denken van eh je bent hier omdat je ouders hier zijn. Ze hadden hier nooit mogen zijn. Natuurlijk het belang van het kind moet overwogen worden, elke beslissing die een kind

In document Kwetsbaarheid en veerkracht in Brussel (pagina 90-161)