• No results found

6. Onderzoeksopzet

6.2 Meting variabelen

6.2 Meting variabelen

Voor het toetsen van de hypotheses moet ik 3 type variabelen meten. Deze betreffen de hoeveelheid risicoverslaggeving (afhankelijke variabele), de mate en richting van diversificatie (onafhankelijke variabele) en de omvang van de onderneming (controle variabele). Hieronder zal ik toelichten hoe ik deze variabelen zal meten.

Afhankelijke variabele

In mijn onderzoek zal ik een gebruik maken ‘thematic content analysis’ om de hoeveelheid risicoverslaggeving vast te stellen. Dit betekent dat ik een specifiek onderdeel van het jaarverslag, in dit geval de risicoparagraaf, op een objectieve en systematische manier zal omzetten in kwantitatieve waarden (Beattie et al. 2004). Een veel genoemde beperking van content analysis is dat deze methode altijd een zekere mate van subjectiviteit met zich meebrengt. Teneinde deze beperking te minimaliseren maken onderzoekers veelal gebruik van validatieprocedures. Een voorbeeld van een validatieprocedure is dat eenzelfde stuk

22 Dit betreffen de ondernemingen opgenomen in de Industry Classification Benchmark (ICB) zoals geplaatst op de website van Euronext.

23

Zie paragraaf 6.2 meting variabelen onderdeel ‘onafhankelijke variabelen’ voor definitie.

24 Linsley en Shrives (2006), Abraham en Cox (2007) en Hassan (2009) hanteren een sample van respectievelijk 79, 78 en 41 ondernemingen.

34

tekst door meerdere personen wordt gecodeerd, waarna de uitkomsten door bijvoorbeeld een correlatietest worden vergeleken. Indien blijkt dat de uitkomsten van beide codeurs significant verschillen, wordt de coderingsprocedure aangepast totdat de uitkomsten van beide codeurs binnen een bepaalde bandbreedte overeenkomen (Abraham en Cox, 2007). In mijn onderzoek heb ik ervoor gekozen geen validatieprocedure te hanteren. De reden hiervoor is dat in tegenstelling tot andere onderzoeken (Abraham en Cox, 2007; Lopes en Rodrigues, 2007; Amran et al., 2009 en Hassan, 2009) hier niet het hele jaarverslag maar enkel de risicoparagraaf wordt gecodeerd. Hierdoor is er geen misverstand mogelijk over welke tekst wel of niet als risicoverslaggeving wordt aangemerkt. Bovendien vindt het daadwerkelijk vaststellen van de hoeveelheid risicoverslaggeving plaats op basis van computersoftware waardoor de kans op een foutieve telling nihil is. Tenslotte wordt in mijn onderzoek de risicoverslaggeving niet aan een kwalitatieve beoordeling onderworpen25. Door het op deze manier vaststellen van de hoeveelheid risicoverslaggeving wordt een eventueel subjectief element bij de meting vermeden waardoor een validatieprocedure in dit geval geen toegevoegde waarde heeft.

Bij het uitvoeren van een thematic content analysis kan de hoeveelheid risicoverslaggeving op verschillende manieren worden vastgesteld. Veel gebruikte methoden betreffen hier; het aantal zinnen, het aantal woorden, het percentage van het jaarverslag en pagina proporties. In mijn onderzoek heb ik ervoor gekozen om de hoeveelheid risicoverslaggeving vast te stellen op basis van het aantal woorden (H.RISI). Hiervoor is gekozen omdat deze variabele, in tegenstelling tot de overige, door middel van computersoftware objectief en nauwkeurig is vast te stellen.

Onafhankelijke variabelen

Voor het bepalen van de mate en richting van productdiversificatie zal ik gebruik maken van de business-count-maatstaf van Varadarajan en Ramanujam (1987). Dit model maakt onderscheid in twee verschillende richtingen van productdiversificatie; ‘mean narrow spectrum diversity’ (MNSD) en ‘broad spectrum diversity’ (BSD). BSD wordt hier gedefinieerd als het aantal activiteitencodes26 die een onderneming krijgt toegewezen waarvan de eerste twee cijfers van deze code verschillen. MNSD wordt hier gedefinieerd als het totaal aantal activiteitencodes die een onderneming krijgt toegewezen, gedeeld door het aantal tweecijferige activiteitencodes. MNSD geeft hier dus de mate van diversificatie weer naar gerelateerde activiteiten, terwijl BSD de mate van diversificatie weergeeft naar niet (in mindere mate) gerelateerde activiteiten27. Tenslotte zal ik de mate van productdiversificatie vaststellen op basis van het aantal activiteitencodes die een onderneming krijgt toegewezen (AANT.BCC). Deze variabele maakt dus geen onderscheid in de diversificatierichting, maar kijkt enkel naar het aantal bedrijfsactiviteiten.

25 De hoeveelheid risicoverslaggeving wordt bijvoorbeeld niet uitgesplitst in operationele-, strategische-, rapportage- of compliance risico’s.

26Voor het vaststellen van de mate en richting van productdiversificatie heb ik conform Hendrikse en Oijen (2001) gebruik gemaakt van het aantal toegewezen BIK-codes (Bedrijfsindeling Kamer van Koophandel codes). Dit is een zes cijferige code die een onderneming, afhankelijk van haar economische activiteiten, krijgt toegewezen door de Kamer van Koophandel. Deze indeling is vergelijkbaar met de Amerikaanse Standard Industry Clasification (SIC).

27 In bijlage C zal ik aan de hand van een voorbeeld illustreren hoe BSD en MNSD op basis van BIK-codes worden berekend.

35

Voor het bepalen van de mate en richting van geografische diversificatie maak ik gebruik van de geographic-count-maatstaf van Kranenburg (2004)28. Dit model maakt onderscheid in twee verschillende richtingen van internationale diversificatie; ‘mean narrow spectrum international diversity’ (MNSID) en ‘broad spectrum international diversity’ (BSID). BSID wordt hier gedefinieerd als het aantal ‘superregions’ waarin de onderneming tegelijkertijd actief is. Hier wordt onderscheid gemaakt in de volgende superregions; Europa, Midden Oosten, Noord en Centraal Amerika, Zuid Amerika, Afrika, Azië en Australië. MNSID wordt hier gedefinieerd als het aantal ‘subregions’29 gedeeld door het aantal ‘superregions’. MNSID geeft hier dus de mate van diversificatie weer naar geografische gebieden die op elkaar lijken, terwijl BSID de mate van diversificatie weergeeft naar geografische gebieden die niet (dan wel minder) op elkaar lijken. Tenslotte zal ik de mate van geografische diversificatie vaststellen op basis van het aantal landen waarin de onderneming actief is (AANT.L). Deze variabele maakt dus geen onderscheid in geografische gebieden maar kijkt enkel naar het aantal landen waarin de onderneming actief is.

Het voordeel van deze methode is dat de mate en richting van diversificatie eenvoudig en objectief is vast te stellen. Bovendien vereist deze methode geen data met betrekking tot de omzet per productsegment en geografische markt. Desondanks geeft deze methode wel inzicht in de mate van diversificatie (hoog c.q. laag) en de richting van diversificatie (gerelateerd c.q. niet gerelateerd) (Kranenburg et al., 2004; Varadarajan en Ramanujam, 1987).

Controlevariabele

De grootte van een onderneming wordt in veel onderzoeken betrokken als verklarende- dan wel als controle variabele. Ook in het onderzoeksgebied van risicoverslaggeving is het een variabele die vaak wordt gebruikt. In de literatuur worden verschillende argumentaties gebruikt om de grootte van een onderneming te relateren aan de hoeveelheid (risico)verslaggeving. Zo stelt Amran et al. (2009) dat naarmate een onderneming groter wordt het aantal stakeholders zal toenemen. Door deze toename zal de druk op de onderneming voor het verschaffen van (risico)informatie toenemen. Dit zal veroorzaakt worden doordat de onderneming rekening moet houden met een grotere groep belanghebbenden. Lopes en Rodriguez (2007) stellen aan de andere kant dat grote ondernemingen in de regel een informatiesysteem hebben dat superieur is aan dat van kleine ondernemingen. De kosten voor het opstellen van (extra) toelichtingen zullen hierdoor voor grote ondernemingen lager uitvallen dan voor kleine ondernemingen. Door deze lagere kosten zullen grotere ondernemingen veelal meer toelichtingen opnemen in hun jaarverslag. Deze relatie tussen de omvang van een onderneming en hoeveelheid (risico)verslaggeving is onder andere door; Linsley en Shrives (2006), Abraham en Cox (2007) en Lopes en Rodriguez (2007) empirisch aangetoond. Om met dit effect rekening te houden, zal ik de omvang van de onderneming als controlevariabele hanteren. Hier zal ik de omvang van de onderneming bepalen op basis van de totale omzet in miljoenen euro’s.

In tabel 6-1 op de volgende pagina heb ik de afhankelijke-, onafhankelijke- en controle variabelen inclusief afkorting en definitie opgenomen.

28 Het model van Kranenburg (2004) is opgenomen in paragraaf 3.1.

29

36

Meet Afkorting Definitie

Hoeveelheid risicoverslaggeving H.RISI De hoeveelheid risicoverslaggeving uitgedrukt in het aantal

woorden.

Productdiversificatie BSD

MNSD

AANT.BCC.

Het aantal tweecijferige BIK-code categorieën waarin de onderneming actief is.

Het aantal BIK-code categorieën waarin de onderneming actief is, gedeeld door het aantal tweecijferige BIK-code categorieën.

Het totaal aantal BIK-code categorieën waarin de onderneming actief is.

Geografische diversificatie Omvang onderneming BSID MNSID AANT.L. OMV.O

Het aantal superregions waarin de onderneming actief is. Het aantal subregions waarin de onderneming actief is gedeeld door het aantal superregions.

Het aantal landen waarin de onderneming actief is. De totale omzet van de onderneming in miljoenen euro’s.

Tabel 6-1: afhankelijke-, onafhankelijke- en controle variabelen

GERELATEERDE DOCUMENTEN