• No results found

De methode bestaat uit een visuele analyse, aangezien het te analyseren materiaal uit beeld bestaat. Bovendien bestaat het analytisch model uit elementen die visueel

gepresenteerd worden. Deze maken deel uit van de mise-en-scene. Dus, door middel van een visuele analyse van de mise-en-scene van de YouTube-video’s zijn de aspecten die gedefinieerd zijn in het theoretisch kader te duiden.

Om het juiste aantal video’s te analyseren en een goede analysestrategie te hanteren, maak ik gebruik van purposeful sampling. Omdat zowel Enzo Knol als Macha Feoktistova honderden video’s online hebben geplaatst, is het noodzakelijk om een selectie te maken en volgens een bepaalde structuur te werken om te zorgen dat het overzichtelijk blijft. Daarvoor raadpleeg ik een tweetal hoofdstukken uit het boek van Michael Quinn Patton Qualitative Research & Evaluation Methods.

3.1: Methodologie: purposeful sampling

Omdat ik wil kunnen achterhalen in hoeverre genderstereotypes gerepresenteerd worden door beide YouTubers, zal ik een aantal video’s moeten analyseren. Om daartoe een goede selectie te maken maak in gebruik van Michael Patton Purpousful Sampling (PS) noemt. Dit is een methode om doelbewust één of een kleine groep casussen — ook wel samples genoemd — in diepte te analyseren, zonder het risico te lopen dat het afdoet aan de volledigheid of tot een generalisering van de analyse leidt. Zoals Patton stelt: ‘’the logic and power of purposeful sampling lie in selecting information-rich cases for study in depth.’’ Hiermee maakt Patton een duidelijk onderscheid tussen kwalitatief en 89

kwantitatief onderzoek. Hij stelt namelijk dat het analyseren van informatierijke casussen tot meer diepte-inzicht leidt, in plaats van empirische generalisaties. De onderzoeker 90

wilt iets specifieks weten, in het geval van dit onderzoek is dat in hoeverre de

zelfrepresentaties in de YouTube-video’s van zowel Enzo Knol als Macha Feoktistiva zich verhouden tot de traditionele stereotyperende

Patton (2002): 230

genderrepresentaties. De onderzoeker gaat dus doelbewust op zoek naar informatie die in de geselecteerde casus verborgen zit.

Hoe groot de sample(s) moet zijn, hangt af van de context van het onderzoek en van wat de onderzoeker wilt weten. Patton stelt dat ’’de sample binnen de context van het onderzoek beoordeeld moet worden.’’ De vragen die daarbij horen zijn: wat is het 91

doel van het onderzoek? Welke sample-vorm past daarbij? Ik wil een diepteonderzoek afnemen waarbij ik YouTube-clips van twee mensen analyseer. Ik zal onderzoeken in hoeverre de stereotyperende genderrepresentaties zijn doorgetrokken van de traditionele media naar de YouTube-video’s die ik ga analyseren.

Patton stelt dat N=1 net zo goed kan werken als een sample van 100, zolang de informatiedichtheid afdoende is. Dat betekent dat voor iedere te onderzoeken YouTuber ik genoeg diepgaande informatie moet vergaren om het onderzoek betekenisvol te maken. Dat laat echter wel nog de vraag open hoeveel clips ik zal moeten analyseren voordat de juiste informatiedichtheid is bereikt. Patton stelt dat in het ideale geval een onderzoeker sampelt totdat er geen nieuwe informatie meer boven komt drijven. Dit duidt hij aan met het engelse woord redundancy. Binnen deze context laat dit zich het beste vertalen 92

door ‘verzadiging’. Patton stelt echter dat dit antwoord wel de nodige praktische

problemen op kan leveren en dat het enkel werkt wanneer er geen limiet zit aan de duur en de voorzieningen van het onderzoek.

Helaas is dat bij mij niet het geval, dus zal ik een aantal vast moeten stellen, hoe lastig dat ook is. Als alternatief voor het zojuist beschreven ideaalbeeld stelt Patton dat het aan te raden is om een minimum aantal vast te stellen, maar om wel een mate van flexibiliteit in te bouwen wanneer blijkt dat het vooraf vastgestelde sample niet groot genoeg is. Waar het uiteindelijk om draait is dat de sample te verantwoorden is, wat de 93

kracht en zwaktes zijn binnen de sample, zodat medelezers de context begrijpen waarin het onderzoek is gedaan.

Op basis van wat Patton stelt heb ik gekozen om van iedere YouTuber de zestien — dus 32 in totaal — meest populaire video’s te analyseren. Populariteit is gebaseerd op het aantal keer dat de video’s bekeken zijn. Van beiden YouTubers die in dit onderzoek worden geanalyseerd heb ik een sample van 16 gekozen — N=16. Binnen beide samples

Patton (2002): 245 91 Ibidem: 246 92 Ibidem: 237 93

zitten zowel oude als nieuwe video’s. Met andere woorden, de sample bestrijkt het hele oeuvre van zowel Knol als Feoktistova. Dus ondanks dat het sample vrij summier lijkt, betekent dit dat het gekozen aantal representatief is voor het totale aantal video’s die beiden hebben geproduceerd,

Om de 32 video’s doelbewust te analyseren is er een strategische aanpak met de juiste focus nodig. Daarom beroep ik me nogmaals op Michael Patton. Hij beschrijft vijftien strategieën voor purposeful sampling. Daarvan zijn er twee die toepasbaar zijn voor deze analyse, waarvan ik er uiteindelijk één heb gekozen, genaamd critical case

sampling. Deze strategie gaat uit van de logica dat als het hier gebeurt, het overal

gebeurt. Dit impliceert een willekeurige generalisatie, maar om dat te voorkomen is het noodzakelijk om een sample te kiezen die daadwerkelijk representatief is voor de rest. Als er in de populairste video’s sprake is van een stereotyperende genderrepresentatie, dan is het logisch dat het in al hun video’s gebeurd.

3.2: Methode: mise-en-scene

Voor de visuele analyse maak ik gebruik van het boek van David Bordwell en Kristin Thompson Film Art, An Introduction en het boek van John Gibbs Mise-en-scene. Ik kies voor een visuele analyse die zich richt op mise-en-scene. Dit behelst volgens Bordwell en Thompson setting, belichting, kostuum en make-up, staging en performance. Zij 94

gebruiken deze definities binnen de context van het medium film. Ik zal nu per aspect de definitie beschrijven en hoe ik deze zal gebruiken.

Het eerste aspect van de mise-en-scene is: setting, of zoals Gibbs het noemt decor. De setting — of decor — geeft context aan wat er te zien valt en waar de film zich afspeelt. De setting kan bepalend zijn voor hoe de kijker het beeld interpreteert en wat 95

voor betekenis er door de kijker aan de scene wordt gegeven. Omdat er in een 96

YouTube-video ook bewust gekozen wordt om de scene in een bepaalde setting op te nemen, draagt het net zo goed bij aan de context van de video. In het theoretisch kader heb ik de privé- en publieke sfeer onderscheiden als elementen van genderidentiteit. Deze sferen maken onderdeel uit van de setting. Met andere woorden: door de setting van de YouTube-video’s te analyseren, is het mogelijk om te achterhalen in hoeverre de setting van de video’s gerelateerd kunnen worden aan een stereotyperende representatie van gender.

Het tweede element is belichting. In film is belichting een belangrijk element van de mise-en-scene. Met belichting wordt het mogelijk om nadruk te leggen op bepaalde objecten of personages in het beeld, waardoor de aandacht daarnaartoe betrokken wordt. Het helpt dus in de compositie van een shot. Bovendien kan het gevoel van 97

ruimtelijkheid in een shot bepalen.

Het derde element bestaat uit kostuum en make-up. In film wordt er, net zoals setting of decor, veel waarde gehecht aan wat de personages dragen. Kleding kan

namelijk verschillende functies hebben. Het kan volgens Bordwell en Thompson een rol 98

spelen in het plot, het kan ingezet worden voor grafische aspecten en het kan wel of niet

Bordwell, Thompson (2013): 113 94 Gibbs (2002): 10-11 95 Bordwell, Thompson (2013): 117 96 Ibidem: 125 97 Ibidem: 119 98

overeenkomen met het decor om een bepaald effect teweeg te brengen. Make-up wordt in film voornamelijk gebruikt als instrument om gezichtsuitdrukking uit te vergroten. Ogen kunnen sprekender worden gemaakt en expressie kan beter over worden gebracht. In 99

YouTube video's wordt make-up op een hele andere manier gebruikt. Daar worden er tutorials gemaakt en gedeeld over hoe make-up te gebruiken. Zoals aangetoond in het vorige hoofdstuk is het gebruik make-up gegenderd.

Het laatste aspect dat Bordwell en Thompson toekennen aan de mise-en-scene is staging en performance. Bordwell en Thompson stellen dat de performance van een acteur bestaat uit de visuele elementen — voorkomen, gebaren, gezichtsuitdrukking — en geluid — spraak en geluidseffecten — die de acteur voortbrengt. Dit is onderdeel 100

van mijn analyse. Tevens is het doel van acteren om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te komen, of om er juist zoveel mogelijk afstand van te nemen. Gibbs beschrijft dat een 101

groot deel van hoe een scene door de kijkers wordt geïnterpreteerd afhangt van hoe een tekst wordt uitgesproken of hoe een acteur speelt. Gibbs stelt daarnaast dat 102

performance complexiteit en diepgang kan aanbrengen in een film. Hierin zie ik een duidelijke overeenkomst met performativiteit, zoals besproken in het vorige hoofdstuk. Wat er van een persoon gevonden wordt, hangt af van hoe diegene zich gedraagt. Ofwel, performativiteit bestaat onder andere uit de handelingen en uitingen van iemand. Deze worden op een bepaalde manier binnen een bepaald discours geïnterpreteerd. Hier is duidelijk te zien dat performance en performativiteit raakvlakken hebben, wat ook in het vorige hoofdstuk besproken is.

Nu ook de mise-en-scene — en daarmee de methode — besproken is, kan er over worden gegaan op de analyse en de presentatie van diens resultaten. Tijdens de analyse zullen deze elementen kritisch geanalyseerd worden. Vanwege de lengte van de analyse is deze in de bijlage opgenomen. De resultaten ervan worden in hoofdstuk 4

gepresenteerd. Bordwell, Thompson (2013): 122 99 Ibidem: 133 100 Ibidem 101

Hoofdstuk 4: Resultaten

De analyse van de video’s van Enzo Knol en Mascha Feoktistova heeft veel informatie gegeven over in welke mate zij zichzelf presenteren ten opzichte van het

genderstereotype van mannelijkheid of vrouwelijkheid. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke patronen ontdekt zijn en hoe deze tot de interpretatie van de analyse hebben geleid. Bij zowel Knol als bij Feoktistova heb ik op basis van het analysemodel vier patronen ontdekt. Deze worden elk apart gepresenteerd. Omdat de vlogs op chronologische volgorde zijn geanalyseerd, zullen ze ook op die manier worden besproken.

4.1: Enzo Knol

4.1.1: Eerst doen, dan denken

Wat opvalt aan het gedrag van Knol, is dat hij in een aanzienlijk aantal vlogs eerst een actie uitvoert en vervolgens al dan niet in de camera een moment van reflectie heeft. Alsof hij zich niet bewust is van wat hij op het moment zelf doet. Alsof hij impulsief is. In dertien van de zestien geanalyseerde vlogs vertoont hij impulsief gedrag. De acties in die vlogs zijn soms letterlijk zichtbaar in beeld. In één vlog is dit zelfs te interpreteren als het onvermogen tot reflectie. Wat overigens opvallend is, is dat dit onvermogen vaker voor lijkt te komen in Knol’s oudere vlogs dan in zijn nieuwe. De eerste keer dat hij duidelijk een moment van reflectie heeft, is ruim twee jaar nadat hij begon met vloggen.

Het zojuist genoemde impulsieve gedrag maakt zich duidelijk kenbaar in de video’s. De keren dat hij impulsief is, zijn te herkennen aan het feit dat hij op die momenten veel lacht, druk is — of erg enthousiast. Meestal gaat dit gepaard met veel lichaamsbeweging, het best te vergelijken met een koe die voor het eerst weer naar buiten mag na een lange winterperiode. De momenten van reflectie zijn herkenbaar doordat hij op die momenten serieuzer kijkt dan normaal en hij zijn toon en spraaktempo verlaagt. Van de dertien vlogs die dit soort performance lieten zien, zijn er drie

voorbeelden uit twee vlogs daarin uitspringen. Eén voorbeeld laat perfect de impulsiviteit zien zonder dat daar een reflectief moment op volgt. Een ander voorbeeld toont zowel de impulsiviteit als wel het onvermogen om zich van zijn reflectieve kant te tonen en een

derde voorbeeld laat zowel zijn impulsieve als zijn reflectie kant zien. Ik zal deze in

chronologische volgorde toonbaar maken. Maar voordat ik dat doe, is het van belang dat ik zijn ‘motto’ kenbaar maak. Dit geeft namelijk inzicht in zijn denken en vooral zijn doen. Dit credo komt voor in al zijn vlogs en wordt op sommige momenten, zoals hierna zal blijken, letterlijk uitgesproken.

Zijn motto is: ‘‘alles voor de views’’. Hiermee impliceert Enzo dat hij bewust de risico’s opzoekt zodat er meer mensen naar zijn vlogs gaan kijken. Dit credo wordt

letterlijk uitgesproken in de vlog Enzo Knol breekt arm! Vlog #185. In deze vlog breekt hij, zoals de titel al doet vermoeden, door eigen toedoen zijn arm. Hij kreeg namelijk het idee om al rijdend met twee voeten op het voorrekje van zijn fiets te gaan staan. Hij begint met zijn rechtervoet, deze plaatst hij op het rekje. Dan probeert hij zijn linkervoet erbij te

zetten. Dat gaat mis nog voordat hij het rekje heeft bereikt. Als gevolg daarvan valt hij hard op de straat. Hij kreunt wat, trekt een pijnlijk gezicht en laat weten dat zijn hand pijn doet. Hij besluit echter om niet naar de dokter te gaan, zelfs als zijn pols dik is en blauw uitslaat. Pas later in de middag gaat hij met een vriend naar de eerste hulp van het ziekenhuis. In het ziekenhuis gaat Knol door met waar hij mee bezig was: de kijker vermaken. Hij bemachtigt een rolstoel waar hij trucjes mee gaat doen, die hij laat vastleggen op camera. Met de rolstoel maakt hij een wheelie en valt daardoor bijna achterover. Hij kijkt vervolgens tamelijk geschrokken in de camera, maar moet ook hard lachen, net zoals de vriend die hem op dat moment filmt. Enzo slooft zich bewust uit voor de camera en neemt bewust risico’s. Hij denkt deze acties niet door en heeft alleen oog voor plezier en het vermaken van zijn kijkers. In die vlog is zichtbaar dat Knol enkel plezier wil maken en uitstralen op camera, ondanks het feit dat hij zichzelf daardoor blesseert. Hier laat hij geen moment van reflectie of rationaliteit zien, slechts impulsiviteit.

Bijna honderd vlogs later is er een soortgelijke situatie waarin Knol zich impulsief gedraagt. Waarin vlog 185 en vlog 271 van elkaar verschillen is dat in vlog 271 Knol wel zegt te begrijpen dat hij iets ongewenst doet, maar reageert daar vervolgens wel

geïrriteerd op. Het gaat hier om de vlog Het zwembad uitgestuurd. Vlog #271. In deze video zijn er een aantal aanwijzingen die leiden tot de interpretatie dat Enzo Knol zich onvolwassen gedraagt. De eerste aanwijzing maakt zich kenbaar wanneer Knol en Dee — de vriendin van Enzo Knol — in de auto zitten. Terwijl ze nog op de oprijlaan van zijn moeder’s huis staan, drukt Knol herhaaldelijk de toeter van de auto in gedurende een

halve minuut. Hij moet hierbij lachen en trekt een enigszins onschuldig gezicht door grote ogen op te zetten wanneer Dee er iets van zegt.

Het maakt hem kennelijk niet uit dat dit gedrag als asociaal kan worden gezien door omwonenden. Hij leeft in het moment en denkt niet na over de mogelijke gevolgen van zijn actie. Een volgend shot laat zien dat ze in het zwembad zijn. Een aantal minuten later in de vlog wordt Knol er uitgezet omdat hij ondanks een waarschuwing van de badmeester — dat hij niet mag filmen in het zwembad wegens overlast — toch doorgaat met filmen. Als ze buiten zijn legt hij uit dat sommige mensen het niet fijn vinden als ze gefilmd worden terwijl ze aan het zwemmen zijn. Hij reageert dat hij het wel begrijpt, maar hij ziet er wel geïrriteerd uit. Terwijl hij dit zegt fronst hij namelijk zijn wenkbrauwen hij en in zijn stem is te horen dat hij verontwaardigd is. Dit geeft aan dat hij ook hier weer niet nadenkt over de consequenties die zijn acties met de camera mogelijk hebben.

Bovendien laat hij wederom zien dat hij in het moment leeft.

Dat hij in het moment leeft en vaak geen oog heeft voor de gevolgen is ook te zien zijn latere vlogs. Hij maakt echter wel een ontwikkeling door in zijn vermogen te

reflecteren. Er is een geleidelijk kantelpunt waar te nemen van de persoon die niet

nadenkt over wat hij doet, tot de persoon die niet nadenkt wat hij doet, maar achteraf wel kan zeggen dat hij fout zat. Dit is een nuanceverschil, maar wel een belangrijke, want het laat namelijk groei zien. Hij groeit hiermee niet alleen als persoon, maar laat ook aan zijn kijkers zien dat hij verandert. Dat wil overigens niet zeggen dat hij zich daadwerkelijk verstandig gedraagt, hij blijft namelijk impulsief gedrag vertonen.

Dan is er een ander opvallend gedragspatroon dat ik aan wil halen, namelijk dat hij vrijwel altijd met jongens optrekt. De enige vrouwen in zijn leven — zo lijkt het — zijn zijn vriendin, zijn moeder en zijn oma. Met wie hij het meest optrekt is zijn vriendin Dee. Ze zijn bijna altijd met elkaar. De vriendin van Knol heeft een verzorgend karakter en maant Knol meermaals tot kalmte, bijvoorbeeld wanneer hij achter het stuur zit te toeteren of te schreeuwen, zoals in vlog 271. Zijn vriendin is bovendien ook vaak degene die eten maakt voor hen allebei.

Omdat hij zich laat verzorgen door vooral zijn vriendin en soms zijn moeder, zou gezegd kunnen worden dat het een moedersjongen is. Wat het vooral zegt is dat hij nauwelijks vriendinnen heeft — of ze komen nooit in beeld. Hij doet daarentegen wel veel met jongens. Hij gaat met zijn broer op vakantie, hij gamet met zijn broer en gaat vaak bij hem op bezoek. Tevens onderneemt hij veel met zijn vrienden. Hij gaat bijvoorbeeld klussen in huis of zwemmen. Of hij laat zijn nieuwe auto aan zijn vrienden zien, of breekt

zijn arm in het bijzijn van een vriend. Hierdoor lijkt het milieu waarin Knol begeeft grotendeels mannelijk. Dat heeft wellicht invloed op hoe hij zich gedraagt. Hij gedraagt zich impulsief, competitief — hij maakt met zijn vrienden overal een wedstrijdje van — en neemt risico’s. Hij gedraagt zich als een jongen en zijn uiterlijk sluit daar naadloos op aan. 4.1.2: Een sportief en jong uiterlijk

Tijdens het analyseren van Knol’s uiterlijk, kwamen een aantal opvallende aspecten aan het licht. Twee daarvan sprongen in het oog: namelijk de manier waarop hij zich kleedt en de manier waarop hij zijn lichaam in beeld brengt in de vlogs.

Er was één patroon dat heel duidelijk beide aspecten samenbracht, namelijk dat hij vaak zonder shirt in beeld komt. Dat wil zeggen: met een bloot bovenlichaam. Hij gaat weliswaar vaak naar waterparken en gaat regelmatig op vakantie naar warme gebieden, maar het is dermate opvallend dat hij geen shirt aan heeft dat er een patroon in te vinden