• No results found

met zonnepanelen.”

In document RES 1.0 Noord-Holland Noord (pagina 125-134)

Klaas Valkering, wethouder Bergen

(bron: website Energieregio NHN)

Aandachtspunten

De beperkingen voor zonne-energie in deze regio zijn gerelateerd aan het natuurnetwerk (duinen en plassen). Daarnaast liggen er een aantal weidevogelkerngebieden en een UNESCO Werelderfgoed (Stelling van Amsterdam) waar zonne-energie niet toegestaan is.

Mogelijkheden

Er is een aantal plekken in de regio waar vanuit provinciale regelgeving weinig beperkingen gelden, bijvoorbeeld in het noorden van Alkmaar, Langedijk en Heerhugowaard, een zone rondom Heiloo, Castricum en

Limmen (gemeente Castricum) en ten oosten van het Alkmaardermeer. Mogelijkheden voor zon op grote daken liggen er met name op bedrijventerreinen en (perifere) winkelgebieden in de regio.

Warmte

Voor regio Alkmaar is in beeld gebracht wat de huidige situatie en potentie is van verschillende warmtebronnen. Dit staat beschreven in

de Regionale Structuur Warmte (RSW) in hoofdstuk 3.

In Alkmaar, Heerhugowaard en Langedijk zijn warmtenetten aanwezig. De warmte

wordt geleverd door de bio-energiecentrale van HVC. Daarnaast bevindt zich ten zuiden van Alkmaar een aantal vergistings- en vergassingsinstallaties voor energie uit biomassa. Verder zijn er tientallen open en gesloten WKO-projecten. Twee belangrijke soorten bronnen in de regio zijn:

1. Biomassa: de bio-energiecentrale van HVC in regio Alkmaar is de warmtebron voor het warmtenet én wekt stroom op. Onder andere bedrijventerreinen Boekelermeer in Alkmaar en Heiloo en glastuingebied Alton in Heerhugowaard profteren van het warmtenet. In 2018 werd in regio Alkmaar 408,61 GWh hernieuwbare elektriciteit opgewekt uit biomassa. Dit aandeel telt niet mee in het bod van de RES, maar draagt wel bij aan CO2-reductie in de regio.

2. Restwarmtebronnen: alle potentiële restwarmtebronnen liggen in of nabij stedelijke gebieden, wat hun potentie om gebruikt te worden voor de verwarming van huizen en gebouwen vergroot (het is duur om warmte over een grote afstand te transporteren). Een voorbeeld van een restwarmtebron is de Duurzame Ring Heerhugowaard. Op dit bedrijven-/

industrieterrein is in potentie 25 GWh

(90.000 GJ) per jaar aan industriële restwarmte op lage temperatuur beschikbaar, wat goed is voor l levering van warmte aan zo’n 6000 woningequivalenten (voor nieuwbouwwoningen).

De techni-sche potentie van de warm-tebronnen is uitgewerkt in de Foto Energie

& Ruimte van regio Alkmaar.

7.4

Energie-infrastructuur

Regio Alkmaar is een ambitieuze regio die zich wil ontwikkelen tot een innovatief en

duurzaam energiecluster. Agribusiness, energie en de vrijetijdseconomie zijn belangrijke

sectoren in de regio. Tegelijkertijd hecht de regio veel waarde aan de kenmerkende afwisseling van landschappen zoals polders en duinlandschappen. In deze regio worden waardevolle productiegronden in principe uitgesloten als mogelijke locatie voor opwek van duurzame energie. Wel ziet de regio kansen voor het opwekken van windenergie bij bijvoorbeeld bedrijventerreinen, en van zonne-energie (zowel met zonneweides als op daken). Door ontwikkelingen in de glastuinbouw, meer elektrisch vervoer, nieuwbouw van woningen en de aanleg van warmtenetten, neemt de vraag naar

elektriciteit toe. Deze ontwikkelingen

zorgen voor drukte op het elektriciteitsnet.

Zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde.

Wat is de huidige situatie van het energienet?

In regio Alkmaar is het elektriciteitsnet redelijk tot zwaar belast. Om de regio te kunnen

blijven voorzien van stroom is uitbreiding van het elektriciteitsnet nodig. De netbeheerder is hier al mee bezig.

In de regio staan negen transformatorstations.

Daar wordt hoogspanning omgezet in

‘stroom uit het stopcontact’. Tegelijkertijd worden grootschalige opweklocaties hier ook direct op aangesloten. De verwachting is dat de komende jaren op een aantal

transformatorstations de maximale capaciteit wordt overschreden. De netbeheerder

investeert daarom in de uitbreiding van transformatorstations. Het duurt lang om deze uitbreidingen te realiseren. Daarom is een goede en transparante afstemming nodig tussen de plannen in de regio en de planning van de netbeheerder.

Wat is de impact van de

Regionale Energiestrategie 1.0?

In de uitwerking van de concept-RES naar de RES 1.0 heeft regio Alkmaar rekening gehouden met het efciënt benutten van energie-infrastructuur. Dit uit zich in de

toevoeging van meer wind en aandacht voor de combinatie van zonne- en windenergie binnen een zoekgebied. Daarnaast is

grootschalige opwek meer geclusterd.

Toch ontstaan er nog knelpunten op de huidige transformatorstations op basis van de zoekgebieden in de RES 1.0:

• Drie van de negen stations bereiken

de maximale capaciteit vóór 2030. Dit zijn transformatorstations Oterleek, Heiloo en Uitgeest. Alleen de overbelasting op station Oterleek is substantieel, op de andere twee stations is deze gering.

De uitbreiding van station Oterleek is al in de investeringsplannen van Liander opgenomen met de verwachting dat deze vóór 2030 gerealiseerd kan worden.

Daarnaast verwacht de netbeheerder dat er naast stationsuitbreidingen ook een nieuw station gebouwd moet worden.

Hiermee kan de (over)belasting van de omliggende stations worden opgevangen.

De gemiddelde realisatietijd van een nieuw

station is vijf tot zeven jaar. Daarbij is het zoeken naar een geschikte locatie het meest cruciale onderdeel. Om tijdig de RES-ambities te kunnen halen, is het van belang deze zoektocht naar geschikte locaties samen te organiseren.

• Op zes stations, met name in en rond Alkmaar, Langedijk en Heerhugowaard, wordt wél tot na 2030 voldoende

capaciteit verwacht. Hier is nu al ruimte om duurzaam opgewekte energie terug te leveren aan het elektriciteitsnet.

De belangrijkste oorzaak voor de overbelasting van de stations is de opwek van zonne-energie op daken en zonneweides. De toenemende vraag naar energie door elektrische mobiliteit heeft ook een aandeel in de overbelasting van transformatorstation Uitgeest.

De potentie van zon op daken is in de RES 1.0 fors toegenomen. Zon op dak wordt niet direct op de transformatorstations aangesloten, maar op het middenspannings- of laagspanningsnet.

De versnippering van zon op dak zorgt over de hele deelregio voor een grote uitdaging in de maakbaarheid van de RES. De piekbelasting van zon op dak zorgt ervoor dat Liander veelal lagergelegen netdelen (transformatorstations, kabels) moet verzwaren. Dit is een enorme

opgave omdat daarvoor veel straten moeten worden opengebroken. Deze werkzaamheden kennen lange doorlooptijden en brengen hoge maatschappelijke kosten en overlast met zich mee.

Wat kunnen we in de regio doen?

Door het energiesysteem efciënt in te

richten, zijn er minder uitbreidingen en nieuwe transformatorstations nodig. De netbeheerder geeft hiervoor een aantal principes mee:

Beter benutten van de restcapaciteit op het bestaande energienet. Op een aantal transformatorstations wordt de capaciteit overschreden door de zoekgebieden uit de RES 1.0 (bijvoorbeeld rondom

Uitgeest). Uitbreidingswerkzaamheden zijn nodig om de opwek van de omliggende zoekgebieden in te passen. Dit kost tijd en het is onzeker of deze werkzaamheden afgerond zijn vóór 2030. Tegelijkertijd heeft bijvoorbeeld transformatorstation Alkmaar nog capaciteit beschikbaar.

Omvang van zoekgebieden aanpassen aan de beschikbare capaciteit van stations helpt om de haalbaarheid van de RES 1.0 te vergroten.

Zorg voor een goede balans tussen wind en zon in een zoekgebied. Er is door de regio binnen een aantal zoekgebieden (4, 6, 17 en 18) gekozen om wind en zon te combineren. Vanuit systeemefciëntie is dit gunstig mits de juiste verhouding tussen wind en zon wordt toegepast.

Hiervoor geldt de vuistregel: 1MW zonopwek staat gelijk aan 1MW windopwek.

Clusteren van duurzame opwek. De regio heeft al veel zoekgebieden goed

geclusterd. In het kader van een efciënt energiesysteem is het gunstig om de langgerekte zoekgebieden langs de N9 (2 en 3) en A9 (17) niet op te knippen in kleine, losstaande zoekgebieden. Naast mogelijke issues vanuit regelgeving, zorgt dit namelijk voor complexe uitdagingen voor aansluitingen op de omliggende stations.

Cluster zon op dak bij verbruik van

energie. Een aanzienlijk deel van het RES-bod in de deelregio bestaat uit opwek door zon op dak, verspreid over de regio.

Om transport van energie zo veel mogelijk te beperken, biedt het combineren van zon op dak met de lokale energievraag veel kansen. Daarbij is het essentieel dat

de energievraag tegelijkertijd met de energieopwek van daken plaatsvindt.

Alleen dan wordt het lokale energienet minder belast. Zo is zon op dak bij industrieterreinen (die doorgaans een grote, constante energiebehoefte hebben) gunstig voor het energiesysteem, terwijl zon op agrarische daken een grote uitdaging vormt vanwege een klein(er) energieverbruik en meer versnippering van de opweklocaties.

Werk, tot slot, toe naar een gezamenlijk regionaal uitvoeringsprogramma.

Hierin kunnen overheden, marktpartijen en netbeheerders met elkaar de uitbreidingen en versterking van de

energie-infrastructuur programmeren in relatie tot de realisatie van de zoekgebieden.

Zo kan per zoekgebied vastgesteld worden wanneer de grootschalige opwek in het gebied aangesloten kan worden. Optimale invulling en een

gezamenlijk uitvoeringsprogramma van de zoekgebieden vergroten de haalbaarheid van de RES-doelstellingen in regio

Alkmaar.

7.5

Participatie en draagvlak

Tijdens het RES-proces zijn diverse ateliers en participatiebijeenkomsten georganiseerd.

Hierbij zijn verschillende partners uit de gemeenten, stakeholders, inwoners en maatschappelijke partners betrokken.

Op deze manier heeft iedereen de

gelegenheid gekregen mee te praten over de zoekgebieden voor de opwek van duurzame energie in regio Alkmaar.

Daarnaast hebben alle gemeenteraden in de regio in hun wensen en bedenkingen

aangegeven dat de maatregelen op voldoende steun moeten kunnen rekenen binnen de

samenleving. Daarom is in de aanloop naar de RES 1.0 in alle gemeenten een zorgvuldig voorbereid participatieproces gestart waarin men de gelegenheid had om mee te denken.

Ter verhoging van het draagvlak wordt bij initiatieven voor opwek actief gestuurd op de mogelijkheid van inwoners om fnancieel te participeren in projecten. Dit is ook een wens van de gemeenteraden.

Er is gestart met een analyse van de 25 zoekgebieden uit de concept-RES die deze regio rijk is. De basisvraag was: welke gebieden zijn kansrijk en blijven dat ook met de provinciale en landelijke regimes in ogenschouw, zoals bijvoorbeeld de weidevogelkerngebieden en het Natuur Netwerk Nederland (de ecologische hoofdstructuur die loopt door een deel van regio Alkmaar). Voor deze kansrijke

zoekgebieden is een variantenstudie gemaakt, onder andere door middel van visualisaties.

Daarnaast is door Liander een inschatting gemaakt van de haalbaarheid van de te

overbruggen afstanden om aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk.

Tijdens twee regionale bijeenkomsten is vervolgens gesproken met diverse

belanghebbenden zoals professionals van overheden, maatschappelijke organisaties, belangenorganisaties, energiecoöperaties en energiebedrijven. De eerste regionale bijeenkomst in december 2020 was de zogenoemde deskundigenconsultatie.

Daarbij stonden de vragen centraal of er tot een kwalitatief goed product voor de participatie is gekomen en of er geen zaken over het hoofd zijn gezien.

Vervolgens zijn de visualisaties van de

kansrijke zoekgebieden aan de hand van de opgehaalde informatie gereedgemaakt en deze zijn in januari 2021 met een breed scala aan deskundigen en stakeholders besproken in een regionale participatiebijeenkomst. In deze regionale bijeenkomsten hebben circa

35 stakeholders de zoekgebieden verkend en verduidelijkende vragen gesteld.

Na deze bijeenkomst zijn in januari 2021 de lokale participatiebijeenkomsten binnen de gemeenten van start gegaan. Deze waren vrij toegankelijk voor inwoners, ondernemers en andere stakeholders om uitgebreider in te gaan op, en te participeren over de gemeentelijke zoekgebieden.

8

Relaties

met andere

In document RES 1.0 Noord-Holland Noord (pagina 125-134)