Zoals bij de oplossingsrichtingen genoemd is, zijn er weinig studies die zich focussen op de behoeften van mensen met NaH (Jennekens et al., 2010). Het onderzoek dat ik heb uitgevoerd, heeft zich wel gefocust op deze behoeften. Ook heeft het zich deels gefocust op de beleving van het hersenletsel van de doelgroep. Dit onderzoek heeft ervoor gezorgd dat de doelgroep een stem kreeg betreft het inzetten van humor. Doordat duidelijk is geworden op welke manier humor ingezet kan worden in de
bejegening van de doelgroep, wordt de begeleiding hierop aangepast. Dit zorgt ervoor dat mensen met NaH meer gezien, gehoord en vooral begrepen worden.
Ook heeft dit onderzoek een meerwaarde voor de huidige beroepspraktijk. Er is zowel inzicht gegeven in de emotionele, als de praktische hulpverlening. De emotionele hulpverlening kan
bevorderd worden doordat er inzicht is gecreëerd in de behoeften en de belevingen van mensen met NaH betreft het gebruik van humor. Deze behoeften en belevingen kunnen worden meegenomen in de praktische begeleiding van de doelgroep, denk bijvoorbeeld aan het voeren van serieuze
gesprekken. Wanneer mensen met NaH plezier hebben tijdens de dagbesteding, zorgt dit ervoor dat zij vaker terugkomen en dat zij niet geïsoleerd raken.
Daarnaast heeft dit onderzoek een meerwaarde voor het beroep. Het is belangrijk om als sociaal werker signalen op te pakken en verder uit te diepen. Dit onderzoek is namelijk ontstaan vanuit één signaal. Doordat ik dit verder heb uitgediept, ben ik erachter gekomen dat het signaal een onderdeel was van een groter probleem. Wanneer je als sociaal werker dus iets opvalt, is het van belang hier iets mee te doen. Zo blijft het beroep altijd in ontwikkeling en wordt er zo veel mogelijk ingespeeld op de belevingswereld van de cliënten.
Het inzicht in deze behoeften en belevingen heeft inbreng geleverd voor het maatschappelijke en politieke debat. Zoals uit de probleemverkenning is gebleken, is er wel literatuur te vinden over de doelgroep, maar is hun input gering beschikbaar. Daarnaast is uit de resultaten gebleken dat de wetenschappelijke literatuur ook niet altijd juist is. Hierdoor is het van belang dat juist de hulpverleners die werkzaam zijn met deze doelgroep, ervoor zorgen dat deze mensen gezien, gehoord en begrepen gaan worden en dat hun behoeften en visies meegenomen worden in bijvoorbeeld belangrijke besluiten in het beleid en/of de begeleiding van een organisatie.
Terugkoppeling
Ik heb dit onderzoek middels een presentatie teruggekoppeld naar de beroepspraktijk. Dit heb ik gedaan, omdat ik de kennis die ik vergaard had gedurende het onderzoek, wilde delen met de werknemers van de locatie Purmergeul van Odion. In de presentatie heb ik het verloop van het onderzoek verwerkt. Ik ben begonnen met de signalering en geëindigd met de conclusie. Tijdens het presenteren van de conclusie, heb ik twee aanbevelingen gegeven. Ik heb verteld dat uit de
resultaten is gebleken dat de begeleiders bewust geen galgenhumor inzetten, terwijl dit wel een erg belangrijke vorm van humor is. Ook heb ik aangegeven dat het een idee is om tijdens elke activiteit pen en papier neer te leggen, zodat leuke opmerkingen opgeschreven kunnen worden, waardoor deze niet worden vergeten. Deze aanbevelingen gaf ik in de hoop dat de werknemers deze zullen implementeren in de hulpverlening die zij bieden en dat zij zich vooral beseffen hoe belangrijk humor is in de begeleiding.
De presentatie heb ik aan de teamleider en twee begeleiders gegeven. Hier heb ik voor gekozen, omdat de begeleiders dagelijks met de cliënten werken. Wanneer zij op de hoogte zijn van hoe humor adequaat ingezet kan worden, kunnen zij dit implementeren in de begeleiding. Ook wilde ik dat de teamleider aanwezig was, zodat hij weet hoe belangrijk het is dat humor wordt ingezet door de begeleiders. Ik hoop dat hij door de presentatie alert is geworden op de humor die wordt ingezet en het onderwerp humor misschien kan bespreken tijdens teamvergaderingen.
De teamleider en de twee begeleiders waren erg enthousiast over mijn presentatie en bedankte mij vriendelijk voor de tips die ik ze heb gegeven. De teamleider vroeg mij of hij mijn scriptie mag delen met de gedragsdeskundige van de organisatie, zodat hij/zij hier ook van op de hoogte is en er wellicht iets mee kan gaan doen. Ik ben met dit voorstel akkoord gegaan.
Literatuurlijst
Baarda, B., Bakker, E., Fischer, T., Julsing, M.,Goede, M. de, Peters, V., Velden, T. van der (2013). Basisboek. Kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
Bardon, 2005. The Philosophy of Humor. In Comedy: A Geographic and Historical Guide, ed. Maurice Connecticut: Charney. Greenwood Press. P.11
Beeckmans, K. & Michiels, K. (2005) Leven met een hoofdprobleem. Antwerpen-Apeldoorn: Garant Blake, M. L., Frymark, T., & Venedictov, R. (2013). An evidence-based systematic review on
communication treatments for individuals with right hemisphere brain damage. American
Journal of Speech-Language Pathology,22,146-160.
Blankestijn, S., (2014). Impact als trainer. Amsterdam: Uitgeverij Boom, Nelissen. BPSW (2010). Beroepscode van de Maatschappelijk Werker. Uitgever?
Boer de, A & P. Schyns (2014). Mantelzorgers: manusje van alles. In: Hulp geboden, Een verkenning van mogelijkheden en grenzen van (meer) informele hulp. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.
Bogers, M. & Kleijer, F. (2018) Humor als verpleegkundige interventie 2.0. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum
Bryon, E., Spooren, A., Jennekens, N. & Diercks, B., de Casterlé. (2014) Onderwijs & onderzoek: een
verwoest leven in heropbouw. Geraadpleegd op 21-2-2019 via
http://ernah.be/sites/default/files/Hfdst%205.3%20-%20O%26O%20- %20Een%20verwoest%20leven%20in%20heropbouw_1.pdf
Cooper, C. D. (2008). Elucidating the bonds of workplace humor: A relational process model. Human Relations, 61(8), 1087-1115.
Coser, R. (1960). Laughter among colleagues: A study of the social functions of humor among the
staff of a mental hospital. In: Psychiatry 23(1):81-95.
https://www.sociosite.net/class/bibA.php#C
DepositPhotos. (2009-2019). Icône de masques de théâtre dans le style de contour isolé sur fond blanc. Illustration de théâtre symbole vecteur stock– illustration de stock.
Geraadpleegd op 5-6-2019 via https://fr.depositphotos.com/130441076/stock-illustration- theater-masks-icon-in-outline.html
DeSteven (z.j.) Zelfspot: Hoe leuk is dat? Geraadpleegd op 4-4-2019 van:
https://www.desteven.nl/training-coaching-vraagbaak/gevoelens-emoties/emotionele- zelfbescherming/zelfspot-zelfironie
Dikkers, J., Doosje, S., & de Lange, A. (2012). Humor as a Human Resource Tool in Organizations. Contemporary Occupational Health Psychology: Global Perspectives on Research and Practice, 2, 74
Encyclo.nl (2019). Zorgzwaartepakket. Geraadpleegd op 30-5-2019 van: https://www.encyclo.nl/begrip/zorgzwaartepakket
Encyclo.nl (2019). Zwarte humor. Geraadpleegd op 30-5-2019 van: https://www.encyclo.nl/begrip/zwartehumor
Focus Logopedie (z.j.) Neuropsychologische functiestoornissen. Geraadpleegd op 11-02-2019 van: http://www.focuslogopedie.be/doelgroep/volwassenen/neurogene%20stoornissen/neurops ychologische%20functiestoornissen.html
Franzini, L. R. (2001). Humor in therapy: The case for training therapists in its uses and risks. Journal
of General Psychology, 128(2), 170-193.
GGZ Standaarden (z.j.). Daginvulling en participatie. Geraadpleegd op 1-3-2019 van
https://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/daginvulling-en-participatie/inleiding Gijzel, S., van & Karbouniaris, S. (2012) Een gastvrij onthaal in de wijk voor mensen met een niet
-aangeboren hersenletsel. Geraadpleegd op 21-2-2019 via https://husite.nl/kus/wp-
content/uploads/sites/109/2016/04/Een-gastvrij-onthaal-in-de-wijk-2012.pdf
Goldstein, J.H. & McGhee, P.E. (1972). The psychology of humor: theoretical perspectives and
empirical issues. New York: Academic Press
Hersenletsel-Uitleg (2013-2019). Emoties en gedrag. Geraadpleegd op 4-4-2019 van: https://www.hersenletsel-uitleg.nl/gevolgen/niet-zichtbare-gevolgen/emoties-en- gedragveranderingen
Ha, J.W., Kim, G., & Pyun, S.B. (2015). Language performance and cognitive function in persons with
nondominant- hemispheric stroke. Korean Social Science Journal,42,3949.
Hobbes, T. (2008). Leviathan. Oxford: University Press
Hooi op je vork (2019). Wat is hooi. Geraadpleegd op 11-02-2019 van https://hooiopjevork.nl/wat-is- hooi/
Jennekens, J., Dierckx de Casterlé, B., & Dobbels, F. (2010). a systematic review of care needs of people wiht traumatic brain injury on a cognitive, emotional and behavioral level. Journal of clinical nursing, 19, 1198-1206
Johnson, C.W., (2003) Social Interdependence: Interrelationships Among Theory, Research and Practice. In American Psychologist 58(11): 934-45
Johnson, D.W. & Johnson, F.P. (2008). Groepsdynamica: theorie en vaardigheden. Pearson Benelux B.V.
Kay, T., & Cavallo, M.M. (1994). The family system: Impact, Assessment and Intervention. In J. M. Silver, S.L. Yudofsky, & R. E. Hales. Neuropsychology of TBI. American Psychiatric Press. Kaldenbach, Y. (2003). Humor binnen de hulpverlening: kracht of kwetsbaarheid? SPH - Tijdschrift voor
Sociaal Pedagogische Hulpverlening, nr. 51, april 2003, pp. 32-35
Keesom, J. en Witteveen, E. (2012). Een sterk netwerk. Voor een goed leven na hersenletsel. Utrecht: Kenniscentrum Sociale Innovatie.
Lippold, T., & Burns, J. (2009). Social support and intellectual disabilities: A comparison between social networks of adults with intellectual disability and those with physical disability. Journal of Intellectual Disability Research, 53, 463-473.
MantelzorgNL (2019). Persoonsgebonden budget (pgb). Geraadpleegd op 11-02-2019 van
https://mantelzorg.nl/pagina/voor-mantelzorgers/thema-s/geldzaken/persoonsgebonden- budget-pgb?gclid=Cj0KCQiA14TjBRD_ARIsAOCmO9YyFm1w1zxaLNSCMpvezB3-
tai2ObzQEmdvW6GiqlCDJUwFvm2J2FsaAnANEALw_wcB
Mens en Samenleving., (2016). Van verzorgingsmaatschappij naar participatiemaatschappij.
Geraadpleegd op 4-4-2016 van: https://mens-en-samenleving.infonu.nl/politiek/91737-van- verzorgingsmaatschappij-naar-participatiemaatschappij.html
McGhee, P.E. & Chapman, A.J. (1979). Humor: Its Origin and Development. San Francisco: W.H. Freeman and Company
Michels, W. (2017) Essentie van communicatie. Groningen/Houten, Nederland: Noordhoff Morreall, 2009. Comic Relief: A comprehensive philosophy of Humor. Oxford, Wiley-Blackwell Nederlands Jeugdinstituut. (z.j.) Wet langdurige zorg. Geraadpleegd op 11-02-2019, van
https://www.nji.nl/nl/Transitie-jeugdzorg-Beleid-Wet-en-regelgeving-Wet-langdurige-zorg Nederlands Jeugdinstituut. (z.j.). Participatiewet. Geraadpleegd op 11-02-2019, van
https://www.nji.nl/Transitie-jeugdzorg-Beleid-Ontwikkelingen-Participatiewet
Nederlands Jeugdinstituut. (z.j.). Wet Maatschappelijke ondersteuning. Geraadpleegd op 11-02-2019, van https://www.nji.nl/nl/Transitie-jeugdzorg-Beleid-Wet-en-regelgeving-Wet-
maatschappelijke-ondersteuning-2015
Odion (2019). Missie en visie. Geraadpleegd op 11-02-2019 van https://www.odion.nl/over/#organisatie
Odion (2019). Locatie Purmergeul. Geraadpleegd op 11-02-2019 van https://www.odion.nl/locaties/purmergeul/
Palm, J. (2012). Omgaan met hersenletsel. Assen: Koninklijke van Gorcum B.V. Piquet, A. (2018) La devastación chavista. Venezuela: Libros el nacional
Ponsford, J.L., Sloan, S. & Snow, P. (2013) Traumatic brain injury: rehabilitation for everyday adaptive
living. East Sussex: Psychil Press
Provine, R.R. (2000) Laughter: A Scientific Investigation. Baltimore: University of Maryland Remmerswaal J. (2015) Veiligheid en vertrouwen. In: Begeleiden van groepen. Bohn Stafleu van
Loghum, Houten
Rijksoverheid (2019). Wanneer ben ik mantelzorger? Geraadpleegd op 1-3-2019 van
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/mantelzorg/vraag-en-antwoord/wanneer-ben- ik-mantelzorger
Rost-Roth, M. (2006). Intercultural communication in institutional counselling sessions. In K. Bührig & J. ten Thije. Beyond Misunderstanding: Linguistic analyses of intercultural communication. (189-215). Amsterdam, Nederland: John Benjamins Publishing Company
Rutte, M., & Samsom, D. (2012) Bruggen slaan, regeerakkoord VVD-PvdA. Den Haag. Saper, B. (1988). Humor in psychiatric healing. Psychiatric Quarterly, 59(4), 306-319.
Shannon, C.E. & Weaver, W (1971). The Mathematical Theory of Communication. The University of Illinois Press; First Edition (US) First Printing edition (1971)
Smith, L.M., & Godfrey, H.P.D. (1995). Family Support Programs and Rehabilitation. A Cognitive- Behavioral Approach to Brain Injury. New York: Plenum Press.
Smith, C.M., & Powell, L. (1988). The use of disparaging humor by group leaders. Issue 3 in Soutern Speech Communication Journal, volume 53
Stichting de Noorderbrug (2019) ‘wat is Hooi op je vork?’ geraadpleegd op 11-02-2019 van https://www.noorderbrug.nl/over-de-noorderbrug/veelgestelde-vragen/veel-gestelde- vragen-over-onze-werkwijze/wat-is-hooi-op-je-vork
Stichting Rijndam Revalidatie (z.j.) Belasting en belastbaarheid bij niet-aangeboren hersenletsel. Geraadpleegd op 11-02-2019 van
https://www.rijndam.nl/sites/default/files/arbeidsrevalidatie/2017-
04_Quintesse_Belasting_en_belastbaarheid_bij_niet-aangeboren_hersenletsel.pdf Tompkins,C.A.(2012). Rehabilitation for cognitive communicationdisorders in right hemisphere
braindamage. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation,93(1),61-69.
Tonkens, E., & Duyendak, J. (2013, mei 12). Wie wil zich nu laten douchen door de buurman.
Geraadpleegd op 4-42-19 van: http://www.socialevraagstukken.nl/site/2013/05/12/wie-wil- zich-nu-laten-douchen-door-de-buurman/
UWV Perspectief (2013). Werken met hersenletsel. Geraadpleegd op 4-3-2019 via https://perspectief.uwv.nl/artikelen/werken-met-hersenletselnl
Vandermeulen, J.A.M., Derix, M.M.A., Avezaat, C.J.J., Mulder, W. & Strien, J.W., van. (2016) Niet-
aangeboren hersenletsel bij volwassenen. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Van Dale (2015) Het online woordenboek (n.d.). Geraadpleegd op 7-3-2019 via http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=humor&lang=nn#.VXhuw9O8PGc
Vinton, K. (1989). Humor in the workplace: It is more than telling jokes. Montana State University Watzlawick, P., Beavin, J.H. & Jackso, D.D. (1970). Pragmatics of Human Communications. New York:
W.W. Norton & Company
Wet maatschappelijke ondersteuning. (2015) Geraadpleegd op 11-02-2019, van
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorg-en-ondersteuning-thuis/wmo-2015
Wibaut, A., Calis, W., en Gennep, A.Th. van (2006). De spin in het web: onderzoek naar het effect van projecten sociale netwerken voor mensen met verstandelijke beperkingen. Utrecht: Landelijk KennisNetwerk Gehandicaptenzorg.
Wijnberg, J. (2004). Gekker dan gek – hoe provocatieve therapie werkt. Schiedam, Nederland: Scriptum BV
Witteveen, E., L. Admiraal, S. van Gijzel, D. Kuiper. C. van Slagmaat (2013). Samenspel tussen formele en informele zorg. Een literatuurverkenning naar begrippen en werkwijzen. Utrecht: Wmo werkplaats Utrecht.
Witteveen, E., van der Waals, C. & Kleeve, H. (2015). Voorbij de spilzorger. Utrecht: Wmo werkplaats Utrecht.
Yeung, R. (2016). Overtuigingskracht. Culemborg, Nederland: Anderz
Zanini, S., Bryan, K., De Luca, G., & Bava, A. (2005). The effects of age and education on pragmatic features of verbal communication: Evidence from the Italian version of the Right Hemisphere Language Battery(I-RHLB).Aphasiology,19,1107-1133.
Zorgwelzijn. (2019). Handelingsverlegen professionals. Geraadpleegd op 10-06-2019 van https://www.zorgwelzijn.nl/blog/handelingsverlegen-professionals-zwz015372w/