• No results found

mediacoaches die ervaring hebben met groepen allochtone ouders

Mira Media op zoek naar (allochtone) mediacoaches die ervaring hebben met groepen allochtone ouders.

Mira Media voert samen met Pharos , als onderdeel van het project ‘Digitale Generatiekloof in Allochtone gezinnen’, een groot aantal gesprekken met allochtone ouders over hun vragen over het internetgebruik van hun kinderen.

Inmiddels hebben gesprekken plaatsgevonden met Turkse-, Marokkaanse-,

Kaapverdiaanse-, Ghanese- en Afghaanse ouders. Uit de eerste gesprekken komt naar voren dat de opvoedingsvragen van de allochtone ouders niet afwijken van die van de Nederlandse ouders. Veel van de bevindingen uit het onderzoek ‘Ouders geen passend antwoord in media-opvoeding op veranderend mediagedrag kinderen’ komen overeen met hetgeen door de allochtone ouders naar voren werd gebracht.

Ook het eigen internetgebruik is vergelijkbaar, al kan hierbij worden opgemerkt dat de zoekactiviteiten voor een groot deel in de eigen taal plaatsvinden. Websites worden veelal gevonden op basis van informatie in televisie programma's die via de satelliet worden ontvangen.

Informatie over het internet gedrag van hun kinderen wordt vaak opgepikt via NOS- en RTL Nieuws. Dit gebeurt vooral op basis van nieuwsitems over bijvoorbeeld ‘Loverboys’ en

‘Cyberpesten’. Er is over het algemeen weinig communicatie met school over deze onderwerpen.

Uit de gesprekken komt naar voren dat er veel vraag is naar informatie over wat kinderen op internet doen, welke regels ze kunnen stellen en hoe ze hun kinderen kunnen volgen. Verder zijn er zorgen over het effect van internet op privacy en persoonlijke relaties.

De gespreksgroepen worden bijeengebracht in samenwerking met ouderkamers,

oudercontactpersonen van de brede school, sociaal makelaars van het welzijnswerk en de eigen organisaties van de allochtone ouders zelf. Het gaat daarbij vrijwel uitsluitend om allochtone medewerkers die intensieve contacten hebben met de allochtone

bevolkingsgroepen. De nationaliteit gerichte aanpak blijkt het beste te werken. Er is een groot verschil in de wijze waarop de ouders vanuit de verschillende culturen met elkaar communiceren. Het gebruik van de eigen taal is daarbij niet de enige factor.

De volgende stap wordt de realisatie van een vervolgaanbod. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van methoden en materialen die binnen het Mediawijsheid netwerk zijn ontwikkeld.

Echter, om een goede match te maken tussen vraag en aanbod zijn mediacoaches nodig die van allochtone afkomst zijn en/of veel ervaring hebben in het begeleiden van deze groepen.

Mira Media is daarom gestart met de vorming van een netwerk met ervaren (allochtone) mediacoaches en onderzoekt de mogelijkheid om een speciale mediacoach cursus te organiseren om zo snel mogelijk te kunnen gaan voldoen aan de vraag vanuit de allochtone bevolkingsgroepen.

Wie heeft hier ook ideeën over of kent ervaren (allochtone) mediacoaches die door Mira Media kunnen worden benaderd? Stuur even een e-mail naar: e.klute@miramedia.nl.’

Bijlage 4 Lijsten van deelnemende organisaties aan expertbijeenkomst en informatiebijeenkomst

• Animatietafel

• Bibliotheek A tot Z

• Bibliotheek Gelderland

• Bibliotheek Houten

• Bibliotheek Eindhoven

• Bibliotheek Rotterdam

• Bibliotheek Schiedam

• Bibliocenter Weert

• Bekijk 't

• Digital Education Foundation

• De frisse blik

• Dialogic Innovatie & Interactie

• Game Onderwijs Onderzoek

• MEE Zuid-Holland

• Mediacoaches (meerdere)

• Media Genius

• Mediawijzer

• Meldpunt cybercrime

• Mijn kind online

• politie Rotterdam

• Projectburo Orange Mélange

• TienerTake

• Vereniging Openbaar Onderwijs

• Com Center Einstein

• Vluchtelingenwerk

• World Child Web

Deelnemende organisaties aan de workshop ‘Allochtone ouders en de digitale generatiekloof op de Nationale Conferentie Media4ME 2012 in Utrecht Overvecht zijn onder andere:

• City Mondial, Wijkcommunicatie

• Digitale Education Foundation

• Jol Utrecht

• Paraplu

• PDC

• Trainer/coaches

• Trimbos instituut

• UWV Utrecht

• Vrede van Utrecht

• Wijkbureau Overvecht

• Wijkraad Zuid West

• Zina

Bijlage 5: Verslag expertbijeenkomst en informatiebijeenkomst ‘Digitale Generatiekloof in allochtone gezinnen’

De bijeenkomsten vonden plaats in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid op 15 maart 2012

Mediawijzer.net, Mira Media, Pharos en de Nationale Opleiding MediaCoach (NOMC) organiseerden een bijeenkomst rond het thema ‘Digitale Generatiekloof in Allochtone gezinnen’. Mediawijsheidorganisaties deelden ervaringen met voorlichting aan allochtone ouders. Wat zijn moeilijk bereikbare groepen? Welke problemen kom je tegen?

• Project ‘Digitale Generatiekloof in Allochtone gezinnen’

Tijdens het eerste gedeelte van de expertmeeting gaf Marjolijn van Leeuwen, senior onderzoeker van Pharos, een toelichting op het project ‘Digitale Generatiekloof in Allochtone gezinnen’. Het project bestond uit 10 keukentafelgesprekken met Mira Media, Pharos en 73 allochtone ouders waarbij werd gesproken over het

mediagebruik van ouders en kinderen. Uit de gesprekken werd duidelijk dat allochtone ouders met dezelfde vragen en problemen worstelen op het gebied van mediaopvoeding als autochtone ouders. Verder bleek dat beide groepen ouders dezelfde media gebruiken, vergelijkbare kennis hebben van media en er dezelfde hoeveelheid tijd mee doorbrengen. De allochtone ouders bezoeken verschillende websites. Sommigen kijken veel op websites uit het moederland, anderen maken voornamelijk gebruik van Nederlandse websites.

• Interculturele mediawijsheid in de praktijk

Marlon Vigelandzoon, project en IT-manager bij Digital Education Foundation Rotterdam (DEF), gaf een toelichting over de interculturele trainingen die DEF geeft aan allochtone ouders over mediaopvoeding. Ook Vigelandzoon stelt dat er weinig verschil is in de mediaopvoeding van allochtone en autochtone ouders. Beide doelgroepen willen weten hoe ze hun kind weerbaar kunnen maken op het gebied van media. Ouders vinden het lastig om grenzen te stellen. Ook weten ze niet hoe ze moeten omgaan met mediaontwikkelingen.

• Een groot verschil met betrekking tot het bereiken van allochtone en autochtone ouders is de aanpak om ze te bereiken. “Een goede manier om in contact met de ouders te komen is via ‘sleutelfiguren’ uit de gemeenschap, omdat via hen

vertrouwen kan worden gecreëerd,” aldus Vigelandzoon. DEF werkt samen met een groot netwerk van onder meer oudercontactpersonen, scholen en

migrantenorganisaties.

• Nederlandse organisaties gebruiken vaak een andere aanpak om ouders te bereiken. Stelling van Marjolijn van Leeuwen is dat 'witte organisaties' gewend zijn om veel schriftelijk te doen. Om ouders te bereiken worden brieven verstuurd, terwijl bij allochtone ouders het persoonlijke contact een beter middel is, zoals een

telefonisch gesprek en het aanspreken van de sociale netwerken via contactpersonen, bijvoorbeeld de begeleiders van ouderkamers op scholen.

• ‘Standaard’ voorlichtingsbijeenkomst mediawijsheid voor ouders

Tijdens het middagprogramma presenteerde Bamber Delver van de Nationale Academie voor Media & Maatschappij (NOMC) een voorbeeld van een ‘standaard’

voorlichtingsbijeenkomst, die hij eerder gaf in een Noord-Hollands dorp aan 100%

autochtone ouders. De presentatie was met name bedoeld voor interculturele mediacoaches, vertegenwoordigers van allochtone (ouder) organisaties en vertegenwoordigers van multiculturele scholen om een indruk te krijgen van zo’n

bijeenkomst en te reflecteren op de bruikbaarheid voor allochtone ouders. Doel was om de verschillen en overeenkomsten te bespreken met een dergelijke voorlichting voor groepen allochtone ouders.

• In de vervolgdiscussie werd duidelijk dat de ‘Nederlandse’ aanpak niet altijd aansluit bij de ervaringswereld van allochtone ouders qua voorbeelden. Aanwezigen merkten op dat de presentatie te talig was en dat bij gebruik in een allochtone groep met een lager tempo moet worden gewerkt. Het is belangrijk om aan het begin van de bijeenkomst met de ouders kennis te maken en te vragen naar eigen media-gebruik en dat van hun kinderen. Bij een presentatie voor allochtone ouders moet het niet te persoonlijk worden. Er moet een zekere afstand blijven. Volgens Delver is het gebruik van schokkende beelden, grof taalgebruik en porno ‘not done’ bij allochtone ouders. “Je moet ouders meenemen in je verhaal door middel van ‘plaatselijke’

voorbeelden”, aldus Delver. Tenslotte werd geconcludeerd dat presentaties ‘op maat’ moeten worden voorbereid. Dat betekent dat je, indien mogelijk, voorbeelden uit de ervaringswereld van de doelgroep paraat moet hebben. Dit vraagt om een bepaalde mate van kennis over de mediacultuur en het mediagebruik van je

doelgroep. Dat kan deels worden ondervangen door ouders zelf tijdens de workshop naar voorbeelden te vragen.

• Interculturele mediacoach opleiding

Aan het einde van de bijeenkomst vroeg Ed Klute, directeur van Mira Media, zich af of er een apart traject voor een interculturele mediacoach opleiding zou moeten worden ontwikkeld. Eén van de aanwezigen adviseerde om de doelgroep te betrekken, zodat de behoefte kan worden gepeild. De aanwezige Nationaal

MediaCoaches, zoals opgeleid en gecertificeerd vanuit de NOMC, gaven aan dat zij behoefte hebben aan deskundigheidsbevordering op dit gebied. Zo zijn zij (ook) in staat om voorlichting voor allochtone ouders aan te bieden. De NOMC gaf aan mee te denken met het curriculum van de deskundigheidsbevordering, en geen

voorstander te zijn van een aparte functie van ‘interculturele mediacoach’.

• Ed Klute constateerde dat er als vervolg op deze bijeenkomst enkele dingen

kunnen/moeten gebeuren. Het creëren van een platform waar mediacoaches kennis op dit gebied kunnen delen. De LinkedIn groep ‘Digitale generatiekloof in allochtone gezinnen’ kan hiervoor worden gebruikt. Het vormen van een werkgroep die aan de slag gaat met het screenen van mediawijsheid materiaal voor ouders, zodat dat materiaal aansluit bij de diversiteit in de groep ouders. Hetzelfde zou kunnen gebeuren bij opleidingscurricula van mediacoach opleidingen. Tenslotte moet er vooral worden gezorgd voor de uitbreiding van het mediacoach netwerk met coaches vanuit de verschillende etnisch culturele bevolkingsgroepen.

Bijlage 6: Beschrijving workshop ‘Allochtone ouders en de digitale generatiekloof’.

Nationaal Mediawijsheid Congres 2012

Er is in Nederland veel aanbod op het gebied van mediawijsheid, ook voor ouders. Er zijn veel mediacoaches, websites en speciale programma’s. Dit aanbod is echter niet afgestemd op de doelgroep allochtone ouders.

Er zijn weinig mediacoaches vanuit de groepen zelf en andere mediacoaches hebben weinig of geen ervaring met groepen allochtone ouders. Het huidige voorlichtingsaanbod is

afgestemd op de ‘Nederlandse’ ouders. De meeste vragen, antwoorden en foto’s zijn op hen afgestemd.

Zetten we daar tegenover dat in veel stadswijken het percentage allochtonen oploopt tot boven de 50%, dan betekent dit dat er iets moet gaan veranderen.

• Tijdens dit congres willen we daarom aandacht besteden aan:

• Hoe bereik je de allochtone ouders?

• Wat willen allochtone ouders en hoe passen we ons aanbod hierop aan?

• Hoe leiden we allochtone oudercontact personen, maar ook mediacoaches, op met mediawijsheid vaardigheden?

Bijlage 7: Parameters voor het screenen van leermiddelen

Van: Steunpunt voor Diversiteit en Leren

Met het oog op de inhoudelijke mainstreaming van omgaan met diversiteit in het onderwijs is een screening en herwerking van bestaande leerplannen en lesmaterialen aangewezen, mogelijk ook de ontwikkeling van nieuwe inhouden en materialen. Het Steunpunt Diversiteit en Leren had in het verleden een aantal criteria ontwikkeld voor het opstellen en ontwikkelen van intercultureel deugdelijke leermiddelen. Elk van de aandachtspunten verwijst naar een kenmerk dat bijdraagt tot de vervaardiging van intercultureel deugdelijke leermiddelen. De aandachtspunten betreffen zowel inhoud als didactische aanpak.

1. Interculturele leermiddelen zijn herkenbaar

Hou er bij het schrijven en samenstellen van leermiddelen en lesmateriaal rekening mee dat een klas bestaat uit leerlingen van diverse achtergronden - sociaal, cultureel, etnisch, religieus, enzovoort.

• De context en de onderwerpen zijn gericht op jonge mensen die opgroeien in een multiculturele samenleving. De leermiddelen sluiten aan op alle kennis en

alledaagse ervaringen van de leerling, zowel in de inhoud en de keuze van de illustraties, als de verhalen en/of de uitleg.

• Leden van etnische minderheidsgroepen en mensen uit verschillende landen komen in het lesmateriaal naar voren als gewone mensen.

• Het woord 'wij' betreft alle leerlingen of bewoners, ongeacht hun origine, sociale status, gewoonten of interesses. 'Wij' verwijst niet naar de mainstream, in

tegenstelling tot een 'zij', waarmee etnische minderheidsgroepen en vreemdelingen worden bedoeld.

• Termen die leerlingen uitsluiten, zoals 'anders' en 'vreemden', worden vermeden.

• Normaliteit: diversiteit wordt voorgesteld als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken heeft. Diversiteit in de samenleving moet je kunnen aflezen uit gewone, veelgebruikte teksten, audiovisueel en

andersoortig materiaal.

2. Interculturele leermiddelen zijn toegankelijk

Hou er bij het schrijven en samenstellen van leermiddelen en lesmateriaal altijd rekening mee dat een klas bestaat uit leerlingen met een verschillende taalkundige achtergrond, inclusief leerlingen die de meerderheidstaal leren als tweede en soms zelfs als derde taal.

• De taal die wordt gebruikt in onderwijsmateriaal is aangepast aan het potentieel en de competentie van de leerlingen.

• In de leermiddelen wordt extra aandacht besteed aan het taalgebruik in het onderricht en tevens aan de lay- out.

• Het taalgebruik bevat geen onnodig jargon en waar mogelijk worden moeilijke termen uitgelegd, bijvoorbeeld in een woordenlijst.

3. Interculturele leermiddelen weerspiegelen diversiteit

Hou bij het schrijven en samenstellen van leermiddelen en lesmateriaal altijd rekening met de verscheidenheid van samenlevingen, zowel vroeger als nu.

• Het verscheiden karakter van samenlevingen wordt weerspiegeld in de leermiddelen.

• De leermiddelen bieden een veelzijdig beeld van de dagelijkse wereld. Er wordt aandacht besteed aan de culturele diversiteit op school, in de samenleving en op

wereldwijde schaal. Bij het beschrijven van gebeurtenissen, situaties en ontwikkelingen wordt een verscheidenheid van mensen en culturen gebruikt.

• In alle leermiddelen worden interculturele onderwerpen opgenomen en niet alleen vermeld in een afzonderlijke paragraaf of een afsluitend hoofdstuk.

• Er wordt aandacht besteed aan culturele en wetenschappelijke resultaten in verschillende samenlevingen en continenten, in heden en verleden.

• Meervoudige identiteiten: individuen en groepen laat men zien als gewone, unieke mensen die met elkaar omgaan in alledaagse situaties, verschillende contexten en wisselende omstandigheden.

4. Interculturele leermiddelen tonen interactie

Zorg er bij het schrijven en samenstellen van leermiddelen en lesmateriaal altijd voor dat mensen worden gepresenteerd als unieke persoonlijkheden die interageren met elkaar en die de dragers zijn van een dynamische cultuur.

• Culturen zijn dynamisch en veranderlijk.

• Mensen worden gepresenteerd als unieke individuen, met een verscheidenheid van gewoonten, persoonlijke levensstijlen en interesses, die ongeacht hun origine actief streven naar een waardevol bestaan.

• Er worden alledaagse situaties gepresenteerd waarin mensen van diverse culturele achtergronden met elkaar communiceren.

• Interactie en variatie: aangeboden activiteiten en taken vertrekken systematisch van interactie: het leren met en van elkaar. Het geheel aan activiteiten en taken is ook zo vormgegeven dat een gevarieerd aanbod van interactiewijzen, werkvormen,

leerstijlen kan worden ingezet.

• Authenticiteit: oefeningen, taken en bronnen worden voorzien die uitzicht geven op authentieke, realistische leeromgevingen.

5. Interculturele leermiddelen zijn antiracistisch

Zorg er bij het schrijven en samenstellen van leermiddelen en lesmateriaal altijd voor dat de informatie objectief en onbevooroordeeld is en dat racisme en discriminatie worden

afgewezen en binnen hun historische en maatschappelijke context worden behandeld.

De leermiddelen zijn evenwichtig en gebaseerd op feiten. Stereotypen en generaliseringen worden vermeden of afgewezen.

• De leermiddelen maken geen onderscheid naar ras. De term 'ras' hoort niet thuis in leermiddelen, tenzij verbonden met een discussie over racisme en discriminatie.

• Racisme, seksisme en discriminatie worden afgewezen.

• Racisme, seksisme, antisemitisme, kolonialisme en de marginalisering van bepaalde groepen worden gepresenteerd in relatie tot machtsstructuren en beschouwd als het resultaat van historische processen. De mogelijkheid tot verandering wordt

benadrukt.

• Onbevooroordeeldheid: vooroordelen, stereotypen en veralgemeningen worden waar mogelijk en wenselijk vermeden. Uitspraken over groepen in de samenleving berusten op evenwichtige, correcte informatie.

• Discriminatie en beeldvorming: er is aandacht voor en er worden inzichten geboden in de oorzaken en werking van racisme, discriminatie en beeldvorming

(vooroordelen, stereotypen, veralgemeningen…).

6. Interculturele leermiddelen zijn multiperspectivistisch

Zorg er bij het schrijven en samenstellen van leermiddelen en lesmateriaal altijd voor dat de onderwerpen bekeken kunnen worden vanuit een aantal standpunten (sociaal, cultureel, geografisch...).

• De leermiddelen laten zien dat mensen de realiteit ervaren op een verschillende manier, afhankelijk van onder andere hun sociale klasse, geslacht, politieke voorkeur, beroeps- of leeftijdsgroep, etnische achtergrond.

• Multiperspectiviteit: verschillende perspectieven op gebeurtenissen, contexten en personen komen aan bod.

• Dit betekent ook dat het etno- en eurocentrisch perspectief op de geschiedenis en de wereld wordt

• doorbroken, dat er aandacht wordt besteed aan het onzichtbaar gemaakte verleden van minderheidsgroepen in de samenleving.

7. Interculturele leermiddelen zijn stimulerend en innoverend in hun didactische aanpak

Bied leerlingen bij het schrijven en samenstellen van leermiddelen en lesmateriaal altijd de mogelijkheid om de vaardigheden en bekwaamheden die ze in interculturele interactie nodig hebben op een actieve manier te leren en te oefenen.

• De leermiddelen analyseren teksten en beelden op een kritische manier.

• De leermiddelen zetten leerlingen ertoe aan teksten en beelden kritisch te analyseren en een verscheidenheid van gezichtspunten te onderzoeken.

• De leermiddelen bieden adequate leertaken en werkvormen, die leerlingen ertoe aanzetten zich in te leven in de situatie van anderen.

• De leermiddelen bieden de mogelijkheid op een interactieve en coöperatieve manier te leren, bij voorkeur in heterogene groepen.

• Uittreksels uit schoolboeken worden naast andere primaire en secundaire bronnen geplaatst, zoals grafieken en tabellen, kaarten, foto's, karikaturen, enzovoort. Deze 'teksten' worden niet slechts aan de hoofdtekst toegevoegd als illustraties, maar kunnen de interpretatie stimuleren door verschillende standpunten te presenteren.

Uit:

www.steunpuntdiversiteitenleren.be/sites/default/files/Parameters_voor_het_screenen_van_l eermiddelen.pdf?