• No results found

Jang masoek seboetan memandjat, jaïtoe masoek roemah dengan melaloei loebang jang soedah ada tetapi tidak

oentoek tempat orang laloe, atau dengan melaloei loebang dalam tanah jang sengadja digali, demikian djoega melaloei selokan atau parit, jang goenanja akan penoetoep pekarangan.

Pasal 100. Jang masoek seboetan anak koentji palsoe., jaïtoe sekalian perkakas jang goenanja tidak oentoek pemboeka koera2. Pasal 101. Ternak jaïtoe binatang jang berkoekoe satoe, bina-tang jang memamah biak dan babi.

Pasal 101 bis. (1) Alat perkakas listrik jaïtoe alat perkakas jang digoenakan oentoek menghasilkan kekoeatan listrik, memin-dahkannja, mengoebahkannja dan mengadakannja dan berhoeboeng dengan itoe djoega alat perkakas pendjaga keselamatan, pema-sang, penahan dan pemberi ingat.

(2) Pada seboetan alat perkakas listrik itoe tiada masoek alat perkakas kawat dan talipon.

Pasal 102. (Pasal ini dihapoeskan dengan Stbl. 1920 No. 382).

Pasal 103. A t o e r a n p e n g h a b i s a n .

Atoeran dari kedelapan Titel jang pertama Boekoe ini dike-nakan djoega kepada perboeatan jang boleh dihoekoem menoeroet peratoeran oendang-oendang lain, kalau tidak ada atoeran lain dalam oendang-oendang (wet), algemeene maatregel van bestuur atau ordonansi.

M i s d r i j v e n T I T E L I

M i s d r i j v e n t e g e n d e v e i l i g h e i d v a n d e n s t a a t

Art. 104. De aanslag ondernomen met het oogmerk om den Koning, de regeerende Koningin of den Regent van het leven of de vrijheid te berooven of tot regeeren ongeschikt te maken, wordt gestraft met de doodstraf of levenslange gevangenisstraf of tijde-lijke van ten hoogste twintig jaren.

Art. 105. De aanslag ondernomen met het oogmerk om den Gouverneur-Generaal of den waarnemenden Gouverneur-Generaal van het leven of de vrijheid te berooven of tot de uitoefening van

de regeering ongesch'kt te maken, wordt gestraft met de dood- | straf of levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten

hoog-ste twintig jaren.

Art. 106. De aanslag ondernomen met het oogmerk om het grondgebied van den staat geheel of gedeeltelijk onder vreemde heerschappij te brengen of om een deel daarvan af te scheiden, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren.

Art. 107. ( 1 ) De aanslag ondernomen met het oogmerk om omwenteling teweeg te brengen, wordt gestraft met gevangenis-straf van ten hoogste vijftien jaren.

(2) Leiders en aanleggers van een aanslag als in het eerste lid bedoeld, worden gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren.

'Art. 108. (1) Als schuldig aan opstand wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren:

K e d j a h a t a n T I T E L I

K e d j a h a t a n t e n t a n g k e a m a n a n k e r a d j a a n

Pasal 104. Makar (aanslag) jang dilakoekan dengan maksoed (niat) hendak memboenoeh Baginda Radja, Baginda Ratoe (Radja perempoean) atau Regent, atau dengan niat hendak merampas kemerdekaan mereka itoe atau hendak mendjadikan mereka itoe tiada sanggoep memerintah, dihoekoem mati atau pendjara seoemoer hidoep atau pendjara sementara selama-lamanja doea poeloeh tahoen.

Pasal 105. Makar (aanslag) jang dilakoekan dengan niat hen-dak memboenoeh Toean Besar Goebernoer Djenderal atau wakil Goebernoer Djenderal atau dengan niat hendak merampas kemer-dékaannja atau hendak mendjadikannja tidak sanggoep memerin-tah, dihoekoem mati atau pendjara se'oemoer hidoep atau pendjara sementara selama-lamanja doea poeloeh tahoen.

Pasal 106. Makar (aanslag) jang dilakoekan dengan niat hen-dak mena'loekkan tanah djadjahan keradjaan sama sekali atau se-bahagiannja kebawah pemerintahan asing atau dengan niat hendak memisahkan sebahagian dari djadjahan itoe, dihoekoem pendjara se'oemoer hidoep atau pendjara sementara selama-lamanja doea poeloeh tahoen.

Pasal 107. (1) M a k a r (aanslag) jang dilakoekan dengan niat hendak memoetar negeri, dihoekoem pendjara selama-lamanja lima belas tahoen.

(2) Pemimpin dan pengatjoe (jang mengatjoe-atjoekan) makar jang terseboet pada ajat pertama, dihoekoem pendjara se'oemoer hidoep atau pendjara sementara selama-lamanja doea poeloeh tahoen.

Pasal 108. ( 1 ) Jang dihoekoem pendjara selama-lamanja lima belas tahoen karena doerhaka (berontak), ja'itoe:

1°. hij, die de wapenen voert tegen het in Nederlandsch-Indië gevestigde gezag;

2°. hij, die met het oogmerk om zich tegen het in Nederlandsch-Indië gevestigde gezag te verzetten, optrekt met of zich aan-sluit bij een bende, die de wapenen voert tegen dat gezag.

(2) Leiders en aanleggers van een opstand worden gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twin-tig jaren.

Art. 109 Vervalt.

Art. 110. (1) De samenspanning tot een der in de artikelen 1 0 4 — 1 0 8 omschreven misdrijven wordt gestraft met gevangenis-straf van ten hoogste zes jaren.

(2) Dezelfde straf is toepasselijk op hem, die, met het oogmerk om een der in de artikelen 104 — 108 omschreven misdrijven voor te bereiden of te bevorderen:

1°. een ander tracht te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen;

2°. gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf zich of anderen tracht te verschaffen;

3°. voorwerpen voorhanden heeft waarvan hij weet, dat zij be-stemd zijn tot het plegen van het misdrijf;

4°. plannen voor de uitvoering van het misdrijf, welke bestemd zijn om aan anderen te worden medegedeeld, in gereedheid brengt of onder zich heeft;

5°. eenigen maatregel van regeeringswege genomen om de uit-voering van het misdrijf te voorkomen of te onderdrukken, tracht te beletten, te belemmeren of te verijdelen.

(3) De voorwerpen, in het voorgaande lid onder 3° bedoeld, kunnen worden verbeurd verklaard.

(4) Niet strafbaar is hij, van wien blijkt, dat zijn oogmerk enkel gericht is op het voorbereiden of bevorderen van staatkun-dige veranderingen in algemeenen zin.

(5) Indien in een der gevallen, in de eerste twee leden van dit artikel bedoeld, het misdrijf is gevolgd, kan de straf worden verdubbeld.

1°. barang siapa jang bersendjata melawan kepada kekoeasaan jang telah berdiri di Hindia Belanda;

2°. barang siapa jang dengan niat hendak melawan kepada ke-koeasaan jang telah berdiri di Hindia Belanda, madjoe dengan atau masoek kekelompokan orang jang bersendjata melawan kekoeasaan itoe.

(2) Pemimpin dan pengatjoe pemberontakan dihoekoem pen-djara se'oemoer hidoep atau penpen-djara sementara selama-lamanja doea poeloeh tahoen.

Pasal 109 Ditjaboet.

Pasal 110. (1) Moepakat djahat akan memboeat salah satoe kedjahatan jang diseboet dalam pasal 1 0 4 — 1 0 8 , dihoekoem pen-djara selama-lamanja enam tahoen.

(2) Hoekoeman itoe dikenakan djoega bagi orang jang dengan niat hendak menjediakan atau memoedahkan salah satoe kedja-hatan jang diseboet pada pasal 1 0 4 — 1 0 8 :

1°. mengadjak orang lain akan mendjalankan, akan menjoeroeh mendjalankan atau akan serta mendjalankan kedjahatan itoe atau akan memberi bantoean atau kesempatan, daja oepaja atau keterangan akan mendjalankan kedjahatan itoe;

2°. berichtiar akan mendapat atau akan mendapatkan (bagi orang lain) kesempatan, daja oepaja atau keterangan, akan mendja-lankan kedjahatan itoe;

3°. mempoenjai' barang jang diketahoeinja, bahwa memang dise-diakan oentoek mendjalankan kedjahatan itoe;

4°. menjediakan atau mempoenjai' atjoean akan mendjalankan ke-djahatan itoe, jang bakal diberi tahoekan kepada orang lain;

5°. berichtiar mentjegah, mengalangi atau menjia-njiakan sesoe-atoe ichtiar Pemerintah akan menghambat atau menghentikan orang mendjalankan kedjahatan itoe.

(3) Barang jang terseboet pada ajat 2 sub 3° boléh dirampas.

(4) Tidak boléh dihoekoem orang jang njata maksoednja hanja pada 'oemoemnja akan menjediakan atau memoedahkan peroebahan atoeran negeri.

(5) Apabila dalam salah satoe hal jang terseboet pada ajat 1 dan 2 pasal ini, kedjahatan itoe djadi djoea didjalankan, maka hoekoemannja boléh dilipat doea.

Art. 111. (1) Hij die hetzij met eene buitenlandsche mogend-heid, hetzij met een Indisch vorst of volk in verstandhouding treedt, met het oogmerk om hem tot het plegen van vijandelijkheden of tot het voeren van een oorlog tegen den staat te bewegen, hen in het daartoe opgevatte voornemen te versterken, hun daarbij hulp toe te zeggen of bij de voorbereiding hulp te verkenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren.

(2) Indien de vijandelijkheden worden gepleegd of de oorlog uitbreekt, wordt de doodstraf of levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren opgelegd.

Art. 111 bis. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren wordt gestraft:

1°, hij, die met een buiten Nederlandsch-Indië gevestigd persoon of lichaam in verstandhouding treedt, met het oogmerk om een zoodanig persoon of lichaam tot het verschaffen van steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van om-wenteling te bewegen, om een zoodanig persoon of lichaam in het daartoe opgevatte voornemen te versterken of een zooda-nig persoon of lichaam daarbij hulp toe te zeggen of te ver-leenen, of om omwenteling voor te bereiden, te bevorderen of teweeg te brengen;

2°. hij, die eenig voorwerp invoert, dat geschikt is tot het ver-schaffen van stoffelijken steun aan het voorbereiden, bevor-deren of teweegbrengen van omwenteling, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat het daartoe be-stemd is;

3°. hij, die eenig voorwerp onder zich heeft of tot onderwerp eener overeenkomst maakt, dat geschikt is tot het verschaffen van stoffelijken steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van omwenteling, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat het daartoe bestemd is en dat het voorwerp of eenig ander voorwerp, waarvoor het in de plaats is getreden, hetzij met die bestemming is ingevoerd.

Pasal 111. (1) Barang siapa jang beperhoeboengan dengan keradjaan asing, maoepoen dengan radja Hindia atau bangsa Hindia, dengan niat hendak mengadjak soepaja mereka itoe ber-lakoe sebagai moesoeh atau berperang dengan keradjaan ini, atau dengan niat hendak memperkoeatkan maksoed mereka itoe tentang hal itoe, atau dengan niat akan mendjandjikan pertolongan tentang hal itoe atau hendak memberi pertolongan dalam hal menjediakan akan perboeatan itoe, dihoekoem pendjara selama-lamanja lima belas tahoen.

(2) Kalau permoesoehan itoe dilakoekan atau perang itoe djadi petjah, maka didjatoehkanlah hoekoeman mati atau pendjara se'oe-moer hidoep atau pendjara sementara selama-lamanja doea poeloeh tahoen.

Pasal 111 bis. Dihoekoem pendjara selama-lamanja enam tahoen:

1°. barang siapa beperhoeboengan dengan orang atau badan diloear Hindia Belanda, dengan niat hendak mengadjak orang atau badan itoe akan memberi bantoean oentoek menjediakan, memoedahkan atau mengadakan poetar negeri, atau dengan niat hendak mempertegoehkan maksoed orang atau badan itoe akan kedjahatan itoe, atau dengan niat hendak memberi atau berdjandji akan memberi bantoean dalam pada itoe kepada orang atau badan itoe, atau dengan niat hendak menjediakan, memoedahkan atau mengadakan poetar negeri;

2°. barang siapa memasoekkan kedalam negeri sesoeatoe barang jang dapat dipergoenakan akan memberi bantoean lahir akan menjediakan, memoedahkan atau mengadakan poetar negeri, djikalau diketahoeinja atau sesoengoehnja patoet ia sangka, bahwa barang itoe memang diadakan oentoek itoe;

3°. barang siapa jang menjimpan atau mendjandjikan barang jang dapat dipergoenakan akan memberi bantoean lahir akan menjediakan, memoedahkan atau mengadakan poetar negeri, djikalau diketahoeinja atau sesoenggoehnja patoet disangkanja,

bahwa barang itoe memang diadakan oentoek itoe dan bah-wa barang itoe atau barang apa sadja penggantinja itoe, me-mang dimasoekkan kedalam negeri oentoek itoe atau soedah

hetzij door of vanwege een buiten Nederlandsch-Indië ge-vestigd persoon of lichaam daartoe is bestemd.

De voorwerpen, waarmede of met betrekking tot welke de in het voorgaande lid onder 2° en 3° omschreven misdrijven zijn begaan, kunnen worden verbeurd verklaard.

Art. 112. Hij die opzettelijk bescheiden, berichten of inlichtin-gen omtrent eenige zaak, waarvan hij weet dat de geheimhouding door het belang van den staat wordt geboden, hetzij openbaar maakt, hetzij aan eene buitenlandsche mogendheid, een Indisch vorst of volk mededeelt of in handen speelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren, i

Art. 113. À^f Hij die opzettelijk geheime bescheiden, kaarten, plannen, teekeningen of voorwerpen, betrekking hebbende op de verdediging of de uitwendige veiligheid van Nederlandsch-Indië, onder zich hebbende of van den inhoud van zoodanige geheime stukken of van den vorm en de samenstelling van zulke geheime voorwerpen kennis dragende, deze stukken of voorwerpen of den inhoud, den vorm of de samenstelling daarvan geheel of gedeel-telijk hetzij openbaar maakt, hetzij aan anderen, die niet tot kennis-neming daarvan bevoegd zijn, mededeelt of in handen speelt, wordt gestraft met 'gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren,

(2) Indien de schuldige de bovenbedoelde stukken of voor-werpen onder zich had krachtens of zijne kennis daarvan verkreeg uit zijn beroep, kan de straf met een derde worden verhoogd.

Art. 114. Hij aan wiens schuld te wijten is, dat de in artikel 113 bedoelde geheime stukken of voorwerpen, met het bewaren of opbergen waarvan hij belast is, hun vorm of hunne samenstelling geheel of gedeeltelijk openbaar zijn geworden of in het bezit of ter kennis zijn gekomen van anderen, niet tot kennisneming daar-van bevoegd, wordt gestraft met gedaar-vangenisstraf daar-van ten hoogste

een jaar en zes maanden of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

ditentoekan oentoek itoe oléh orang atau badan diloear Hindia Belanda.

Barang jang dipakai akan mendjalankan kedjahatan jang dise-boet pada 2° dan 3° ajat 1 dan barang jang ada hoeboengannja dengan kedjahatan itoe, boleh dirampas.

Pasal 112. Barang siapa jang dengan sengadja mengoemoem-kan atau mengabarmengoemoem-kan atau menjampaimengoemoem-kan soerat-soerat, kabar dan keterangan tentang sesoeatoe hal kepada keradjaan asing, kepada seorang radja Hindia atau bangsa Hindia, sedang diketahoeinja soerat, kabar atau keterangan itoe haroes dirahsiakan karena ke-pentingan keradjaan, maka ia dihoekoem pendjara selama-lamanja toedjoeh tahoen.

Pasal 113. (1) Barang siapa jang menjimpan soerat, peta boemi, rentjana, gambar atau benda jang dirahsiakan jang bersang-koetan dengan pertahanan atau kesedjahteraan Hindia Belanda tentang negeri asing atau jang mengetahoei isinja soerat rahsia jang demikian itoe atau bangoennja dan tjara memboeatnja benda rahsia itoe dan kemoedian ia dengan sengadja mengoemoemkan atau mengabarkan atau menjampaikan soerat atau benda rahsia itoe kepada orang lain, jang tiada berhak akan mengetahoei soerat atau barang rahsia itoe atau isinja, bangoennja atau tjara mem-boeatnja sama sekali atau sebagiannja, maka orang itoe dihoekoem pendjara selama-lamanja empat tahoen.

(2) Kalau orang jang bersalah itoe menjimpan soerat dan ben-da jang terseboet diatas itoe oléh sebab djabatannja atau penge-tahoeannja tentang itoe diperoléhnja karena djabatannja itoe, maka hoekoeman itoe boleh ditambah sepertiganja.

Pasal 114. Djika karena kesalahan orang jang wadjib men-djaga atau menjimpan soerat dan benda rahsia jang terseboet pada pasal 113, soerat atau benda rahsia itoe atau bangoennja atau tjara memboeatnja, sama sekali atau sebahagiannja, mendjadi 'oemoem atau diperoleh atau diketahoei oléh orang lain, jang tidak berhak mengetahoeinja itoe, maka ia dihoekoem pendjara selama-lamanja satoe tahoen enam boelan atau koeroengan selama-selama-lamanja satoe tahoen atau denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepiah.

Art. 115. Hij die geheel of gedeeltelijk van geheime stukken of voorwerpen als bedoeld in artikel 113, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat zij niet voor zijne kennisneming bestemd zijn, inzage of kennis neemt, afschriften of uittreksels, in welk schrift of welke taal ook, afdrukken, afbeeldingen of na-bootsingen maakt of doet maken of die stukken of voorwerpen niet aan een ambtenaar der justitie of politie of van het binnenlandsch bestuur ter hand stelt als hij in het bezit daarvan is gekomen Wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste -éftS jaren.

Art. 116. De samenspanning tot een der in de artikelen 113 en 115 omschreven misdrijven wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een—jaar.

Art. 117. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft hij die zonder daartoe bevoegd te zijn opzettelijk:

1°. een verdedigingswerk nadert, behalve op de groote verkeers-wegen, op een afstand van minder dan vijfhonderd meters;

2°. eene inrichting van de land- of zeemacht of een oorlogs-vaartuig betreedt langs een anderen dan den gewonen toegang;

3°. in het bezit is van eene photographische opname of eene teekening van een verdedigingswerk of een gedeelte daarvan, dan wel zich in door of namens den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië bepaalde en op voor het publiek blijkbare wijze aangewezen terreingedeelten in de nabijheid van een verdedigingswerk buiten de rij-, spoor- of tramwegen bevindt in het bezit van een photographietoestel. *)

"•) Bij Staatsblad 1924 N o . 306, zijn ter uitvoering van artikel 117 onder 3° van het Wetboek van Strafrecht voor Nederlandsch-Indië als de terreingedeelten in de nabijheid van een verdedigingswerk waarbinnen het verboden is zich buiten de rij-, spoor- of tramwegen te bevinden in het bezit van een photographietoestel, aangewezen die, welke gelegen zijn binnen een kring van vijfhonderd meter om zulk een verdedigingswerk, met uitzondering van de binnen dien kring gelegen kampongs, cultuurondernemingen, eigen-doms-, erfpachts- en opstalperceelen en de rechtstreeksche toegangswegen daartoe.