• No results found

WETBOEK VAN STRAFRECHT VOOR NEDERLANDSCH-INDIÉ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "WETBOEK VAN STRAFRECHT VOOR NEDERLANDSCH-INDIÉ"

Copied!
370
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KITÂB

OENDÂNG-OENDÂNG HOEKOEMAN

BAGI HINDIA BELANDA

WETBOEK VAN STRAFRECHT

VOOR NEDERLANDSCH-INDIÉ

TJETAKAN KEDOEA BELAS SOEDAH DIBABAROEI LAGI

1940

BALAI POESTAKA

BATAVIA-C.

(2)

0007 2460

(3)

'/u J r

m

(4)
(5)

Het auteursrecht voorbehouden ingevolge artikel U vld Wet in Staatsblad 1912 No. 600 Hak pengarang ditoentoet ntenoeroet pasal 11 dari Oendang'2 dalam Staatsblad 1912 No. 600

(6)

W E T B O E K

V A N S T R A F R E C H T

VOOR N E D E R L A N D S C H - I N D I Ë

TWAALFDE DRUK GEHEEL BIJGEWERKT

1940

BALAI POESTAKA BATAVIA-C.

(7)

Serie No. 488

i KITAB OENDANG 2 HOEKOEMAN

BAGI H I N D I A BELANDA

r

TJÉTAKAN KEDOEA BELAS ( SOEDAH DIBAHAROEI LAGI

¥\

1940

BALAI POESTAKA BATAVIA-C.

(8)

VOOR

NEDERLANDSCH-INDIË

(Staatsblad 1915 No. 732; 1917 No. 497 jo. 645; 1918 Nos. 30.

292 en 755; 1919 No. 27; 1920 Nos. 379 jo. Stbl. 1924 No. 306, 382, 556, 812 en 868; 1921 Nos. 103, 250, 560 en 640; 1922 Nos. 308, 692; 1923 Nos. 222 jo. 483, 277 jo. 352, 569 jo. Stbl.

1924 No. 27; 1924 Nos. 53 jo. 257, 96 jo. 177, 127, 306; 1925 No. 1 jo. 152, 28, 197, 497 en 553 jo. 605; 1926 Nos. 19 jo. 40, 69 jo. 109, 139 jo. 140, 251 jo. 486, 359 jo. 429; 1927 Nos. 23 jo.

75, 123, 146, 256 jo. 383, 417, 456 en 512; 1928 Nos. 12, 230, 376 en 546; 1930 Nos. 19 en 31; 1931 Nos. 238 en 240; 1932 Nos. 62 en 566; 1933 Nos. 1, 47, 48 (nog niet in werking getreden) en 67; 1934 Nos. 172, 214 (nog niet in werking getreden), 558, 609 en 644; 1935 Nos. 85, 492, 496 (nog niet in werking getreden) en 576; 1936 No. 10; 1937 No. 590; 1938 Nos. 276, 278, 393, 593; 1939 Nos. 77, 134.

(9)

BAGI

HINDIA BELANDA

(Staatsblad 1915 No. 732; 1917 No. 497 jo. 645; 1918 No. 30.

292 dan 755; 1919 No. 27; 1920 No. 379 jo. Stbl. 1924 No. 306, 382, 556, 812 dan 868; 1921 No. 103, 250, 560 dan 640; 1922 No. 308, 692; 1923 No. 222 jo. 483. 277 jo. 352, 569 jo. Stbl.

1924 No. 27; 1924 No. 53 jo. 257, 96 jo. 177, 127, 306; 1925 No. 1 jo. 152, 28, 197, 497 dan 553 jo. 605; 1926 No. 19 jo. 40, 69 jo. 109, 139 jo. 140, 251 jo. 486, 359 jo. 429; 1927 No. 23 jo.

75, 123, 146, 256 jo. 383, 417, 456 dan 512; 1928 No. 12, 230, 376 dan 546; 1930 No. 19 dan 31; 1931 No. 238 dan 240; 1932 No. 62 dan 566; 1933 No. 1, 47, 48 (beloem ditentoekan hari moelaï berlakoenja) dan 67; 1934 No. 172, 214 (beloem ditentoekan hari moelaï berlakoenja), 558, 609 dan 644; 1935 No. 85, 492, 496 (beloem ditentoekan hari moelaï berlakoenja) dan 576;

1936 No. 10 ; 1937 No. 590 ; 1938 No. 276, 278, 393, 593 ; 1939 No. 77, 134.

(10)

N E D E R L A N D S C H - I N D I Ë E E R S T E B O E K

A 1 g e m e e n e b e p a l i n g e n T I T E L I

O m v a n g v a n d e w e r k i n g d e r w e t t e l i j k e s t r a f b e p a l i n g e n

Art. 1. (1) Geen feit is strafbaar dan uit kracht van eene daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.

(2) Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor den verdachte gunstigste be- palingen toegepast.

Art. 2. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op ieder, die zich binnen Nederlandsch-Indië aan eenig strafbaar feit schuldig maakt.

Art. 3. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op ieder, die zich buiten Nederlandsch-Indië aan boord van een Nederlandsch-Indisch vaartuig aan eenig strafbaar feit schuldig maakt.

Art. 4. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op ieder, die zich buiten Nederlandsch-Indië schuldig maakt :

Ie. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 104—108, 110, 111 bis onder 1°, 127 en 130—133 ;

2e. aan eenig misdrijf ten opzichte van muntspeciën, munt- of bankbiljetten, of ten opzichte van zegels of merken vanwege de Nederlandsch-Indische Regeering uitgegeven of geplaatst : 3e. aan valschheid in schuldbrieven of certificaten van schuld ten laste van Nederlandsch-Indië, van een gewest of een gedeelte van een gewest, de talons, dividend en rentebewijzen tot deze

(11)

BAGI HINDIA BELANDA B O E K O E P E R T A M A A t o e r a n ' o e m o e m

TITEL I

T e n t a n g l a k o e n j a a t o e r a n h o e k o e m a n d a l a m o e n d a n g-o e n d a n g

Pasal 1. (1) Sesoeatoe perboeatanpoen tidak boleh dihoe- koem, djika tidak dari sebab atoeran hoekoeman dalam oendang- oendang jang diadakan lebih dahoeloe dari pada perboeatan itoe.

(2) D jikalau oendang-oendang dioebah, sesoedah perboeatan itpe dilakoekan, maka haroeslah dipakai atoeran jang ringan bagi oçang jang tertoedoeh.

Pasal 2. Atoeran hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda, berlakoe bagi tiap-tiap orang jang dalam bilangan Hindia Belanda melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem.

Pasal 3. Atoeran hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda, berlakoe bagi tiap-tiap orang jang diloear bilangan Hindia Belanda, didalam kapal atau perahoe Hindia Belanda melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem.

Pasal 4. Atoeran hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda berlakoe bagi tiap-tiap orang jang bersalah diloear Hindia Belanda :

le. mengerdjakan salah satoe kedjahatan jang terseboet dalam pasal-pasal 104—108, 110, 111 bis pada 1°, 127 dan 130—133;

2e. mengerdjakan kedjahatan tentang mata oeang, oeang kertas Negeri atau oeang kertas bank atau tentang ségél atau mérék jang dikeloearkan atau ditaroehkan oléh Pemerintah Hindia Belanda ;

3e. memalsoekan soerat oetang atau sertipikat oetang jang di- tanggoeng Hindia Belanda, gewest atau sebahagian gewest.

memalsoekan talon, soerat keterangan dividend dan soerat

(12)

stukken behoorende, en de bewijzen uitgegeven in plaats van deze stukken, inbegrepen, of aan het opzettelijk gebruik maken van zoodanig valsch of vervalscht stuk als ware het echt en onvervalscht ;

4e. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 438, 444—446 voor zooveel zeeroof betreft, en aan dat omschreven in artikel 447 voor zooveel betreft het brengen van een vaartuig in de macht van zeeroovers.

Art. 5. ( 1 ) De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalin- gen zijn toepasselijk op den Nederlandschen onderdaan, die zich buiten Nederlandsch-Indië schuldig maakt:

1°. aan een der misdrijven, omschreven in de Titels I en II van het Tweede Boek, en in de artikelen 160, 161, 240, 279, 450 en 451;

2°. aan een feit hetwelk door de Nederlandsch-Indische wette- lijke strafbepalingen als misdrijf wordt beschouwd en waar- op door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.

(2) De vervolging ter zake van een feit onder no. 2 bedoeld kan ook plaats hebben, indien de verdachte eerst na het begaan van het feit Nederlandsch onderdaan wordt.

Art. 6. De toepasselijkhc'd van artikel 5, eerste lid, 2° wordt in zoover beperkt, dat de doodstraf niet kan worden opgelegd ter zake van een feit waarop door de wet van het land waar het feit begaan is, de doodstraf niet is gesteld.

Art. 7. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op den Nederlandsch-Indischen ambtenaar, die zich buiten Nederlandsch-Indië schuldig maakt aan een der mis- drijven omschreven in Titel X X V I I I van het Tweede Boek.

Art. 8. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op den schipper en de opvarenden van een Neder- landsch-Indisch vaartuig, die zich buiten Nederlandsch-Indië. ook

(13)

keterangan rente jang masoek soerat-soerat itoe, serta soerat keterangan ganti soerat-soerat itoe, atau dengan sengadja mempergoenakan soerat palsoe atau jang dipalsoekan demi- kian itoe seakan-akan soerat itoe benar dan tidak dipalsoekan;

4e. mengerdjakan salah satoe kedjahatan jang terseboet pada pasal-pasal 438, 444—446 tentang membadjak laoet dan jang terseboet dalam pasal 447 tentang menjerahkan kapal (pera- hoe) kepada kekoeasaaan badjak laoet.

Pasal 5. ( 1 ) Atoeran hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda, berlakoe bagi ra'jat Nederland jang diloear Hindia Belanda :

1 °. melakoekan salah satoe kedjahatan jang terseboet dalam Titel I dan II Boekoe Kedoea, dan dalam pasal 160, 161, 240, 279, 450 dan 451;

2°. melakoekan perboeatan jang oléh atoeran hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda dipandang kedjahatan dan ada hoekoemannja dalam oendang-oendang negeri, tempat perboeatan itoe dilakoekan.

(2) Kedjahatan jang terseboet pada no. 2 itoe boleh djoega ditoentoet, djika jang tertoedoeh mendjadi ra'jat Nederland se- soedah melakoekan perboeatan itoe.

Pasal 6. Pasal 5, ajat kesatoe, 2° itoe berlakoenja ada batasnja, jaïtoe tidak boleh dikenakan hoekoeman mati oentoek perboeatan jang tiada diantjam <lengan hoekoeman itoe djoega menoeroet oendang-oendang negeri tempat perboeatan itoe dilakoekan.

Pasal 7. Atoeran hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda berlakoe bagi amtenar Hindia Belanda jang diloear Hindia Belanda, melakoekan salah satoe kedjahatan jang terseboet dalam Titel XXVIII Boekoe Kedoea.

Pasal 8. Atoeran hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda berlakoe bagi nachoda dan orang jang berlajar dengan kapal (perahoe) Hindia Belanda diloear Hindia Belanda, poen

(14)

buiten boord, schuldig maken aan een der strafbare feiten, om- schreven in Titel X X I X van het Tweede Boek en Titel IX van het Derde Boek, zoomede in de algemeene verordeningen omtrent de zeebrieven en scheepspassen in Nederlandsch-Indië en in de schepen- ordonnantie 1927.

Art. 9. De toepasselijkheid der artikelen 2 — 5, 7 en 8 wordt beperkt door de uitzonderingen in het volkenrecht erkend.

T I T E L II S t r a f f e n Art. 10. De straffen zijn:

a. hoofdstraffen:

1°. doodstraf, 2°. gevangenisstraf, 3°. hechtenis, 4°. geldboete;

b. bijkomende straffen:

1°. ontzetting van bepaalde rechten.

2°. verbeurdverklaring van bepaalde voorwerpen, 3°. openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Art. 11. De doodstraf wordt door een scherprechter uitgevoerd op een schavot door den veroordeelde met een strop om den hals aan eene galg vast te maken en een luik onder zijne voeten te doen wegvallen.

Art. 12. ( 1 ) De gevangenisstraf is levenslang of tijdelijk.

(2) De duur der tijdelijke gevangenisstraf is ten minste een dag en ten hoogste vijftien achtereenvolgende jaren.

(3) Tijdelijke gevangenisstraf kan voor ten hoogste twintig achtereenvolgende jaren worden opgelegd in de gevallen waarin op het misdrijf hetzij de doodstraf, levenslange en tijdelijke ge- vangenisstraf, hetzij levenslange en tijdelijke gevangenisstraf ter keuze van den rechter zijn gesteld, en in die waarin wegens straf- verhooging ter zake van samenloop van misdrijven, herhaling van

(15)

djoega waktoe tidak diatas kapal (perahoe) melakoekan salah satoe perboeatan jang boléh dihoekoem, jang terseboet dalam Titel X X I X Boekoe Kedoea dan Titel IX Boekoe Ketiga; demikian djoega jang terseboet dalam verordening 'oemoem tentang soerat laoet dan pas kapal di Hindia Belanda dan jang terseboet dalam ordonansi kapal 1927.

Pasal 9. Pasal 2 — 5, 7 dan 8 berlakoenja dibatasi oléh hal jang diketjoealikan, jang diakoe dalam hoekoem perhoeboengan bangsa (volkenrecht).

TITEL II H o e k o e m a n Pasal 10. Djenis hoekoeman jaïtoe:

a. hoekoeman oetama:

1°. hoekoeman mati,

2°. hoekoeman pendjara (gevangenisstraf), 3°. hoekoeman koeroengan (hechtenis), 4°. denda;

b. hoekoeman tambahan;

1°. ditjaboet sesoeatoe haknja 2°. dirampas sesoeatoe barangnja 3°. di oemoemkan kepoetoesan hakim.

Pasal 11. Hoekoeman mati didjalankan oléh algodjoe pada penggantoengan, dengan mengenakan seboeah djerat keléhér orang jang dihoekoem itoe dan mengebatkan djerat itoe kepenggantoeng- an itoe serta mendjatoehkan papan tempat orang itoe berdiri.

Pasal 12. ( 1 ) Hoekoeman pendjara itoe se'oemoer hidoep atau sementara.

(2) Hoekoeman pendjara sementara itoe sekoerang-koerangnja satoe hari dan selama-lamanja 1'ma belas tahoen bertoeroet-toeroet.

(3) Hoekoeman pendjara sementara boléh didjatoehkan selama-lamanja doea poeloeh tahoen bertoeroet-toeroet, dalam hal kedjahatan jang menoeroet pilihan hakim sendiri boléh dihoekoem mati, pendjara se'oemoer hidoep dan pendjara sementara, atau pendjara se'oemoer hidoep dan pendjara sementara dan dalam hal lima belas tahoen itoe dilampaui, sebab hoekoeman ditambah,

(16)

misdrijf of het bepaalde bij artikel 52, de tijd van vijftien jaren wordt overschreden.

(4) Zij kan in geen geval den tijd van twintig jaren te boven gaan.

Art. 13. De tot gevangenisstraf veroordeelden worden ver- deeld in klassen.

Art. 14. De tot gevangenisstraf veroordeelde is verplicht tot net verrichten van den hem opgedragen arbeid, overeenkomstig de voorschriften ter uitvoering van artikel 29 gegeven.

Art. 14a. *) (1) In geval van veroordeeling tot gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en in geval van veroordeeling tot hech- tenis, vervangende hechtenis daaronder niet begrepen, kan de rech- ter daarbij tevens het bevel geven dat de straf niet zal worden ondergaan, tenzij bij rechterlijke uitspraak later anders mocht wor- den gelast op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een bij het bevel te bepalen proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende dien proeftijd eene bijzondere voor- waarde welke bij het bevel mocht zijn gesteld, niet heeft nageleefd.

(2) Dezelfde bevoegdheid heeft de rechter, behalve in zaken van 's Landsmiddelen en pachten, in geval van veroordeeling tot geld- boete, doch alleen indien hem blijkt, dat de betaling1 der boete of de tevens uitgesproken verbeurdverklaring voor den veroordeelde overwegend bezwaar oplevert. Opiummisdrijven en opiumovcrtre- dingen worden voor de toepassing van d't lid alleen als betref- fende 's Landsmiddelen beschouwd, voor zoover ten aanzien daar- van bepaald is, dat bij veroprdeeling tot geldboete het bepaalde bij artikel 30, tweede lid, buiten toepassing blijft.

(3) Het bevel ten aanzien van de hoofdstraf strekt zich, voor zoover de rechter niet anders bepaalt, ook uit tot de opgelegde bijkomende straffen.

*) Zie bijlage.

(17)

karena ada perhoeboengan kedjahatan atau karena beroelang memboeat kedjahatan atau karena atoeran pada pasal 52.

(4) Lamanja hoekoeman itoe sekali-kali tidak boleh lebih dari pada doea poeloeh tahoen.

Pasal 13. Orang jang kena hoekoeman pendjara dibagi atas beberapa kelas.

Pasal 14. Orang jang kena hoekoeman pendjara wadjib mengerdjakan pekerdjaan jang diperintahkan kepadanja, menoe- roet peratoeran oentoek mendjalankan pasal 29.

Pasal 14a.*) (1) Bila didjatoehkan hoekoeman pendjara jang selama-lamanja satoe tahoen, dan bila didjatoehkan hoekoeman koeroengan, dalamnja tidak masoek hoekoeman koeroengan pengganti denda, maka hakim boleh memerintahkan bahwa hoekoeman itoe ta'kan didjalankan, ketjoeali djikalau kemoedian hari ada perintah lain dalam kepoetoesan hakim, jaïtoe karena sebeloem laloe masa pertjobaan jang akan ditentoekan dalam perintah pertama itoe orang jang dihoekoem itoe melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem atau dalam masa pertjobaan itoe ia tidak mentjoekoepi soeatoe djandji jang istimewa, jang sekiranja

diaadakan dalam perintah itoe.

(2) Ketjoeali dalam perkara pentjaharian dan pak Negeri, maka hakim mempoenjai' koeasa itoe djoega, bila didjatoehkan hoekoeman denda, tetapi hanja bila ternjata kepadanja, bahwa bajaran denda itoe atau rampasan jang diperintahkan dalam kepoetoesan itoe menimboelkan keberatan jang sangat bagi orang jang dihoekoem itoe. Oentoek melakoekan ajat ini maka kedjahatan dan pelanggaran tentang tjandoe hanjalah dipandang sebagai kedjahatan dan pelanggaran tentang pentjarian Negeri, sekadar tentang itoe telah ditentoekan, bahwa dalam hal mendja- toehkan hoekoeman denda tiada lakoe apa jang ditentoekan dalam pasal 30, ajat kedoea.

(3) Sekadar hakim ta' menentoekan jang1 lain poela, maka perintah tentang hoekoeman oetama, mengenai' djoega hoekoeman tambahan jang didjatoehkan.

*) Lihat lampiran.

(18)

(4) Het bevel wordt niet gegeven, tenzij de rechter na nauw- keurig onderzoek de overtuiging heeft gekregen, dat voldoende toezicht kan worden gehouden op de naleving' van de algemeene voorwaarde, dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal begaan.

en van de bijzondere voorwaarden, indien deze gesteld mochten zijn.

(5) De uitspraak houdende het in het eerste lid bedoeld bevel, bevat de reden gevende feiten of omstandigheden, waarop zij steunt.

Art. 14b. ( 1 ) De proeftijd bedraagt bij misdrijven en bij de in de artikelen 492, 504, 505, 506 en 536 omschreven overtredin- gen ten hoogste drie jaren, bij de overige overtredingen ten hoog- ste twee jaren.

(2) De proeftijd gaat in, zoodra de uitspraak onherroepelijk is geworden en op wettelijke wijze ter kennis van den veroordeelde is gebracht.

(3) De proeftijd loopt niet gedurende den tijd, dat den ver- oordeelde rechtens zijne vrijheid is ontnomen.

Art. 14c. (1) Bij het bevel bedoeld in artikel 14a, kan de rechter, behalve in geval van veroordeeling tot geldboete, naast de algemeene voorwaarde dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal begaan, als bijzondere voorwaarde stellen dat de veroordeelde de door het strafbare feit veroorzaakte schade, geheel of tot een daarbij te bepalen gedeelte, binnen een daarbij te stellen termijn, korter dan de proeftijd, zal vergoeden.

(2) In geval van veroordeeling, hetzij tot gevangenisstraf van langer dan drie maanden, hetzij tot hechtenis opgelegd ter zake van een der in de artikelen 492, 504, 505, 506 en 536 omschreven overtredingen, is de rechter bevoegd bij zijn bevel ook andere bij- zondere voorwaarden het gedrag van den veroordeelde betreffen

(19)

(4) Perintah itoe hanja diberikan, kalau sesoedah pemeriksaan jang teliti hakim jakin, bahwa dapat dilakoekan pengawasan jang tjoekoep atas hal menoeroet tidaknja djandji 'oemoem, bahwa orang jang dihoekoem itoe ta'kan melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem dan atas hal memenoehi tidaknja djandji jang istimewa, djika sekiranja djandji itoe diadakan.

(5) Dalam kepoetoesan jang memberi perintah jang terseboet dalam ajat pertama itoe, diterangkan poela sebab-sebabnja atau hal-ihwal jang mendjadi alasan kepoetoesan itoe.

Pasal H b . ( 1 ) Dalam perkara kedjahatan dan pelanggaran jang diterangkan dalam pasal 492, 504, 505, 506 dan 536, maka masa pertjobaan itoe selama-lamanja tiga tahoen, dalam perkara pelanggaran jang lain selama-lamanja doea tahoen.

(2) Masa pertjobaan itoe moelai', demi kepoetoesan itoe soedah tetap tidak boleh dioebah lagi dan soedah diberi tahoekan kepada orang' jang dihoekoem menoeroet tjara jang diperintahkan dalam oendang-oendang.

(3) Masa pertjobaan itoe tidak dihitoeng, selama orang jang dihoekoem itoe ditahan dengan sah.

Pasal 14c. (1) Pada perintah jang terseboet dalam pasal 14a, ketjoeali dalam hal didjatoehkan hoekoeman denda, maka ber- sama-sama dengan djandji 'oemoem bahwa orang jang dihoekoem ta'kan melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem, hakim boleh mengadakan djandji ist méwa, bahwa orang jang dihoekoem itoe akan mengganti keroegian jang terdjadi karena perboeatan jang boleh dihoekoem itoe, semoeanja atau sebagiannja sadja, jang akan ditentoekan pada perintah itoe, dalam témpoh jang akan ditentoekan pada perintah itoe djoega, jang koerang' dari pada masa pertjobaan itoe.

(2) Dalam hal hakim mendjatoehkan hoekoeman, baik hoe- koeman pendjara jang lamanja lebih dari tiga boelan, baik hoekoeman koeroengan karena salah satoe pelanggaran jang di- terangkan dalam pasal 492, 504, 505, 506 dan 536, maka pada perintahnja itoe hakim boleh mengadakan djandji istimewa jang

(20)

de, te stellen, waaraan deze gedurende den proeftijd of een bij dat bevel te bepalen gedeelte daarvan heeft te voldoen.

(3) Die voorwaarden mogen de godsdienstige of staatkundige vrijheid niet beperken.

Art. 14d. (1 ) Met het toezicht op de naleving der voorwaar- den is belast de ambtenaar die, wanneer later de last tot tenuit- voerlegging mocht worden gegeven, het vonnis doet executeeren.

(2) De rechter kan, indien hij daartoe termen vindt, bij zijn bevel aan eene in Nederlandsch-Indië gevestigde, rechtspersoon- lijkheid bezittende instelling, aan den houder van eene aldaar ge- vestigde inrichting of aan een bijzonderen ambtenaar opdragen aan den veroordeelde ter zake van de naleving der bijzondere voor- waarden hulp en steun te verleenen.

(3) Voorschriften tot nadere regeling van dat toezicht en dien bijstand en tot nadere aanwijzing1 van de instellingen en houders van inrichtingen, die met het verleenen van dien bijstand kun- nen worden belast, worden vastgesteld bij ordonnantie.

Art. H e . De rechter, die in eersten aanleg heeft gevonnist, kan hetzij na ontvangst van een voorstel van den ambtenaar in het eer- ste lid van dat artikel 14d vermeld, hetzij op verzoek van den ver- oordeelde, gedurende den proeftijd in de gestelde bijzondere voor- waarden of in den termijn waartoe deze in hare werking binnen den proeftijd zijn beperkt, wijziging brengen, het verleenen van bijstand aan een ander dan degene die daarmede te voren was belast, opdragen of den proeftijd eenmaal verlengen. Die ver- lenging geschiedt voor ten hoogste de helft van den längsten ter- mijn waarop de proeftijd bepaald had kunnen worden.

Art. Hf. (1) Onverminderd het bepaalde bij het vorige ar- tikel kan de rechter, die in eersten aanleg heeft gevonnist, na ont- vangst van een voorstel van den ambtenaar ïn het eerste lid van artikel 14d vermeld, indien de veroordeelde zich gedurende den proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt en ter zake daarvan onherroepelijk is veroordeeld, of indien een der an-

(21)

lain poela tentang kelakoean orang jang dihoekoem itoe, jang haroes ditjoekoepinja dalam masa pertjobaan itoe atau dalam sebagian masa itoe, jang akan ditentoekan pada perintah itoe.

(3) Segala djandji itoe tidak boleh mengoerangkan kemer- dekaan agama atau kemerdekaan politik.

Pasal 14d. (1) Pengawasan atas hal mentjoekoepi tidaknja segala djandji itoe ditanggoengkan kepada amtenar jang akan me- njoeroeh mendjalankan hoekoeman itoe, djika sekiranja kemoedi- an hari diperintahkan akan mendjalankannja.

(2) B'la rasanja ada alasannja, maka dalam perintahnja.

hakim boleh menjerahkan kepada seboeah balai jang mempoenja'i rechtspersoon dan berkedoedoekan di Hindia Belanda atau kepada orang jang memegang seboeah balai jang berkedoedoekan disitoe atau kepada seorang amtenar istimewa, akan memberi pertolongan dan bantoean kepada orang jang dihoekoem itoe tentang mentjoe- koepi djandji istimewa itoe.

(3) Peratoeran oentoek mengatoerkan pengawasan dan ban- toean itoe dan oentoek menoendjoekkan balai dan orang jang memegang balai jang boleh diperintah memberi bantoean itoe, di- tetapkan dengan ordonansi.

Pasal 14e. Baik sesoedah menerima porstél dari amtenar jang terseboet dalam ajat pertama pasal 14d, baik atas permintaan orang jang dihoekoem, maka dalam masa pertjobaan itoe, hakim jang moela-moela memberi kepoetoesan boleh mengoebah djandji isti- mewa jang' ditentoekannja atau témpoh berlakoe djandji itoe diadakannja dalam masa pertjobaan, boleh menanggoengkan hal memberi bantoean itoe kepada orang lain dari pada jang soedah diwadjibkan atau boleh menambah lamanja masa pertjobaan itoe satoe kali. Tambahannja itoe tidak boleh lebih dari seperdoea tém- poh jang selama-lamanja dapat ditentoekan oentoek masa pertjo- baan itoe.

Pasal 14f. ( 1 ) Dengan tidak mengoerangi atoeran pada pasal jang diatas ini, maka sesoedah menerima porstél dari amtenar jang diterangkan dalam ajat pertama pasal 14d hakim' jang moela-moela memberi kepoetoesan boleh memerintahkan soepaja kepoetoesan itoe didjalankan, atau menentoekan soepaja orang jang dihoekoem itoe ditegoer atas namanja, jai'toe djika dalam masa

Kitab Oeadang-oendang Hoekoeman 2

(22)

dere voorwaarden n'et is nageleefd dan wel indien de veroordeel- de voor het einde van den proeftijd ter zake van een voor het in- gaan daarvan begaan strafbaar feit onherroepelijk is veroordeeld, last tct tenuitvoerlegging geven of bepalen dat den veroordeelde van zijnentwege eene waarschuwing zal worden toegediend In het laatste geval bepaalt hij tevens de wijze waarop rulks zal moeten geschieden.

(2) De last tot tenuitvoerlegging kan niet meer worden gege- ven, wanneer de proeftijd is verstreken, tenzij de veroordeelde voor den afloop daarvan ter zake van een gedurende den proeftijd begaan strafbaar fe:'t is vervolgd, en de vervolging met eene onherroepelijke veroordeeling eindigt. Alsdan kan nog ter zake van het begaan van dat feit binnen twee maanden nadat de veroordeeling onherroepelijk is geworden, last tot tenuitvoerleg- ging worden gegeven.

Art. 15. ( 1 ) De tot gevangenisstraf veroordeelde kan, wan- neer twee derden van zijn werkelijken straftijd en tevens ten minste negen maanden daarvan zijn verstreken, voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. In geval de veroordeelde meerdere ge- vangen'sstraffen achtereenvolgens moet ondergaan, worden ze ten deze als één straf aangemerkt.

(2) Bij deze invrijheidstelling wordt tevens een proeftijd voor den veroordeelde bepaald en worden voorwaarden gesteld waar- aan deze gedurende den proeftijd zal moeten voldoen.

(3) De proeftijd duurt een jaar langer dan het overblijvend gedeelte van den werkelijken straftijd van den veroordeelde. Hij loopt niçt gedurende den tijd, dat den veroordeeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Art. 15a. (1) Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt als algemeene voorwaarde verbonden, dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal begaan, noch zich op andere wijze zal misdragen.

(2) Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen boven- dien bijzondere voorwaarden, het gedrag van den veroordeelde betreffende, worden verbonden mits die voorwaarden de gods- dienstige of staatkundige vrijheid niet beperken.

(23)

pertjobaan itoe orang itoe melakoekan perboeatan jang boléh di- hoekoem dan karena itoe tetap dihoekoem, atau djika salah satoe dari pada djandji jang lain ta' ditjoekoepinja, ataupoen djika sebeloem habis masa pertjobaan itoe orang itoe tetap dihoekoem karena perboeatan jang boléh dihoekoem, jang dilakoekannja sebeloem masa pertjobaan itoe moelaï. Dalam hal memberi tegoeran itoe hakim menentoekan poêla tjaranja menegoer.

(2) Perintah mendjalankan hoekoeman tidak lagi dapat diberi- kan, djika masa pertjobaan soedah habis, ketjoeali djika sebeloem habis masa pertjobaan itoe orang jang dihoekoem itoe ditoentoet karena melakoekan perboeatan jang boléh dihoekoem, dan kesoe- dahan toentoetan itoe orangnja tetap dihoekoem. Dalam hal itoe boléh djoega perintah akan mendjalankan hoekoemannja diberikan dalam doea boelan sesoedah tetap kepoetoesan menghoekoem orang itoe.

Pasal 15. ( 1 ) Orang jang dihoekoem pendjara boléh dilepas- kan dengan perdjandjian, bila telah laloe doea pertiga dari masa hoekoemannja jang sebenarnja dan djoega sesedikit-sedikitnja sem- bilan boelan dari pada itoe. Kalau orang jang dihoekoem itoe haroes mendjalani beberapa kali hoekoeman pendjara bertoeroet-toeroet, maka dalam hal itoe sekalian hoekoeman itoe didjoemlahkan djadi satoe.

(2) Pada waktoe dilepaskan itoe ditentoekan poela lamanja masa pertjobaan bagi orang jang dihoekoem itoe dan diadakan sjarat jang haroes ditoeroetnja selama masa pertjobaan itoe.

(3) Masa pertjobaan itoe lamanja setahoen lebihnja dari waktoe hoekoeman jang sebenarnja jang masih tinggal. Masa pertjobaan itoe tidak dihitoeng selama orangnja ditahan dengan sah.

Pasal 15a. (1) Melepaskan orang dengan perdjandjian itoe haroes dengan perdjandjian 'oemoem, bahwa orang itoe ta'kan melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem, ataupoen ta'kan mendjalankan kelakcean lain jang tidak baik.

(2) Lain dari pada perdjandjian 'oemoem itoe boléh poela diadakan sjarat istimewa tentang kelakoean orang itoe, asal sadja sjarat itoe tidak mengoerangi kemerdekaan agama atau politik.

(24)

(3) Met het toezicht op de naleving der voorwaarden is be- last de ambtenaar vermeld in het eerste lid van artikel 14d.

(4) O p de naleving der voorwaarden kan bovendien een bij- zonder toezicht in het leven worden geroepen, hetwelk uitsluitend mag gericht zijn op het verleenen van hulp en steun aan den ver- oordeelde.

(5) Gedurende den proeftijd kan in de gestelde voorwaarden wijziging worden gebracht, kunnen deze voorwaarden worden opgeheven, kunnen alsnog bijzondere voorwaarden worden gesteld, kan alsnog een bijzonder toezicht in het leven worden geroepen en kan het bijzondere toezicht aan een ander dan dengene die daarmede te voren was belast, worden opgedragen.

(6) Aan den voorwaardelijk in vrijheid gestelde wordt een verlofpas uitgereikt, waarin alle hem gestelde voorwaarden zijn uitgedrukt. Ingeval van toepassing van het voorgaande lid wordt hem een nieuwe verlofpas uitgereikt.

Art. 15b. (1) De voorwaardelijke invrijheidstelling is her- roepbaar ingeval de veroordeelde gedurende den proeftijd handelt in strijd met de in zijn verlofpas uitgedrukte voorwaarden. Zij kan, indien een ernstig vermoeden van zoodanig handelen bestaat, door den Directeur van Justitie worden geschorst.

(2) De tijd, verloopen tusschen eene invrijheidstelling en eene hervatting van de tenuitvoerlegging der straf, wordt niet in rekening gebracht op den duur der straf.

(3) De herroeping kan niet meer geschieden, wanneer sedert het einde van den proeftijd een termijn van drie maanden is verstreken, tenzij de veroordeelde vóór den afloop daarvan ter zake van een gedurende den proeftijd begaan strafbaar feit is vervolgd en de vervolging met eene onherroepelijke schuldigver- klaring eindigt. Alsdan kan de vooiwaardelijke invrijheidstelling ter zake van het begaan van dat feit nog binnen drie maanden, nadat de schuldigverklaring onherroepelijk is geworden, worden herroepen.

Art. 16. (1) De besluiten van voorwaardelijke invrijheid- stelling worden, op voorstel of na ingewonnen bericht van den beheerder der gevangenis, waarin de veroordeelde zich bevindt,

(25)

(3) Pengawasan atas hal mentjoekoepi tidaknja segala sjarat itoe ditanggoengkan kepada amtenar jang terseboet dalam ajat pertama pasal 14d.

(4) Tambahan poela dapat diadakan pengawasan istimewa atas hal mentjoekoepi tidaknja sjarat itoe, jang semata-mata bermaksoed akan memberi pertolongan dan bantoean kepada orang jang dihoekoem itoe.

(5) Selama masa pertjobaan itoe, sjarat-sjarat jang diadakan itoe boleh dioebah, sjarat-sjarat itoe boleh ditjaboet, boleh poela diperboeat sjarat-sjarat istimewa, boleh poela diadakan peng- awasan teristimewa dan pengawasan teristimewa itoe boleh poela diserahkan kepada orang lain dari orang jang mengerdjakan pekerdjaan itoe sebeloem itoe'.

(6) Orang jang dilepaskan dengan perdjandjian itoe diberi soerat permisi. Didalam soerat permisi itoe diterangkan segala

sjarat jang diadakan baginja. Bila melakoekan ajat jang diatas ini, maka digantilah soerat permisi itoe dengan jang baroe.

Pasal 15b. (1) Melepaskan dengan perdjandjian itoe boleh ditjaboet kembali, djika orang hoekoeman itoe dalam masa pertjobaan itoe mengerdjakan sesoeatoe jang berlawanan dengan sjarat jang diterangkan dalam soerat permisinja. Melepaskan dengan perdjandjian itoe boleh dischors oléh Direktoer Djoestisi, djika berat benar sangkaan bahwa ada perboeatan jang demikian.

(2) W a k t o e antara ia dilepaskan dan moelai' kembali men- djalani hoekoemannja tidak dipotong dari lama hoekoemannja.

(3) Mentjaboet itoe tidak dapat lagi dilakoekan, djika sedjak habis masa pertjobaan itoe soedah lewat tiga boelan, ketjoeali djika orang hoekoeman itoe ditoentoet sebeloem waktoe itoe habis karena mengerdjakan sesoeatoe perboeatan jang boleh dihoekoem dalam masa pertjobaan itoe dan dalam toentoetan itoe orang itoe dinjatakan bersalah dengan pasti. Dalam hal itoe melepaskan dengan perdjandjian itoe karena mengerdjakan perboeatan itoe masih boleh ditjaboet kembali dalam tiga boelan, sesoedah kesa- lahan itoe dinjatakan dengan pasti.

Pasal 16. (1) Kepoetoesan melepaskan orang dengan per- djandjian itoe diambil ojéh Direktoer Djoestisi atas oesoel atau setelah mendapat kabar dari pengoeroes pendjara ditempat ada

(26)

genomen door den Directeur van Justitie, na ingewonnen bericht, voorzoover betreft de Gouvernementslanden van Java en Madoera, van den assistent-resident en elders van het hoofd van plaatselijk bestuur, uit wiens ressort de veroordeelde afkomstig is. Die besluiten worden niet genomen dan nadat het Centraal College voor de Reclasseering, wrelks taak door den Gouverneur-Generaal geregeld wordt, gehoord is.

(2) De besluiten van herroeping van voorwaardelijke invrij- heidstelling zoomede die, welke uit de toepassing van het bepaalde bij artikel 15a, vijfde lid voortvloeien, worden genomen door den Directeur van Justitie op voorstel of na ingewonnen bericht, voor- zoover betreft de Gouvernementslanden van Java en Madoera, van den assistent-resident en elders van het hoofd van plaatselijk bestuur, binnen wiens ressort de veroordeelde zich bevindt. Die besluiten worden niet genomen dan nadat het Centraal College voor de Reclasseering gehoord is.

(3) Zoolang de bevoegdheid tot herroeping van de voorwaar- delijke invrijheidstelling bestaat, kan de voorwaardelijk in vrijheid gestelde, ten aanzien van wien een redelijk vermoeden bestaat, dat hij gedurende den proeftijd in strijd heeft gehandeld met de in zijnen verlofpas uitgedrukte voorwaarden, in het belang der openbare orde worden aangehouden, in de Gouvernementslanden van Java en Madoera op bevel van den assistent-resident en elders van het hoofd van plaatselijk bestuur, binnen wiens ressort hij zich bevindt, onder verplichting om daarvan onverwijld kennis te geven aan den Directeur van Justitie.

(4) De aanhouding is gedurende ten hoogste zestig dagen van kracht. Volgt in aansluiting aan de aanhouding een schorsing of een herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, dan wordt de tenuitvoerlegging der straf geacht te zijn hervat op den

dag der aanhouding.

Art. 17. Het formulier der verlofpassen en de verdere voor- schriften ter uitvoering van de artikelen 15, 15a en 16 worden bij ordonnantie vastgesteld.

(27)

orang hoekoeman itoe dan setelah didapat kabar dari asistén- residén jang berkoeasa dinegeri tempat asal orang hoekoeman itoe.

jai'toe boeat tanah Goebernemén ditanah Djawa dan Madoera sedang ditempat lain dari hoofd van plaatselijk bestuur. Kepoe- toesan itoe tidak boléh diambil sebeloem didengar keterangan Centraal College voor de Reclasseering ; pekerdjaan Centraal College itoe diatoer oléh Toean Besar Goebernoer-Djenderal.

(2) Kepoetoesan mentjaboet pemberian lepas dengan perdjan- djian itoe, demikian djoega kepoetoesan jang diadakan karena mendjalankan atoeran pasal 15a ajat lima, diambil oléh Direktoer Djoestisi atas oesoel atau setelah mendapat kabar dari asistén- residén jang berkoeasa ditempat tinggal orang hoekoeman itoe, jaïtoe oentoek tanah Goebernemén ditanah Djawa dan Madoera sedang ditempat lain dari hoofd van plaatselijk bestuur. Kepoe- , toesan itoe tidak boléh diambil sebeloem didengar Centraal College

voor de Reclasseering.

(3) Selama ada hak akan mentjaboet pemberian lepas dengan perdjandjian, maka oentoek kepentingan ketertiban 'oemoem, orang jang dilepas dengan perdjandjian boléh ditahan bila ada persangkaan jang patoet, bahwa ia dalam waktoe pertjobaan itoe ada mengerdjakan perboeatan jang berlawanan dengan perdjan- djian jang diterangkan dalam soerat permisinja. Ditanah Goebernemén ditanah Djawa dan Madoera orang itoe ditahan atas perintah asistén-residén dan ditempat lain atas perintah hoofd van plaatselijk bestuur jang berkoeasa ditempat tinggal orang itoe, sedang asistén-residén dan hoofd van plaatselijk bestuur itoe di- wadjibkan memberi tahoekan hal itoe dengan segera kepada Direktoer Djoestisi.

(4) Penahanan itoe selama-lamanja boléh enam poeloeh hari.

Djika penahanan itoe bersamboeng dengan schorsing pemberian lepas dengan perdjandjian atau dengan mentjaboet penahanan itoe, maka mendjalankan hoekoeman itoe dianggap moelaï kembali pada hari orang itoe ditahan.

Pasal 17. Tjontoh soerat permisi dan peratoeran lain akan mendjalankan pasal 15 15a dan 16 itoe ditetapkan dengan ordo- nansi

(28)

Art. 18. ( 1 ) De duur der hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste een jaar,

(2) Zij kan voor ten hoogste een jaar en vier maanden worden opgelegd in de gevallen waarin wegens strafverhooging ter zake van samenloop van misdrijven, herhaling van misdrijf of het be- paalde bij artikel 52, de tijd van een jaar wordt overschreden.

(3) Zij kan in geen geval den tijd van een jaar en vier maan- den te boven gaan.

Art. 19. ( 1 ) De tot hechtenis veroordeelde is verplicht tot het verrichten van den hem opgedragen arbeid, overeenkomstig de voorschriften ter uitvoering van artikel 29 gegeven.

(2) Hem wordt lichtere arbeid opgedragen dan aan den tot gevangenisstraf veroordeelde.

Art. 20. ( 1 ) Bij de rechterlijke uitspraak kan bepaald wor- den, dat den tot gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een maand veroordeelde door het Hoofd van plaatselijk bestuur ver- gund kan worden de uren buiten den werktijd in vrijheid door te brengen.

(2) Indien de veroordeelde ten aanzien van wien eene zoo- danige bepaling is gemaakt, anders dan om redenen van zijn wil onafhankelijk, niet op den bepaalden tijd en de aangegeven plaats aanwezig is ten einde de hem opgedragen werkzaamheden te ver- richten, ondergaat hij verder zijne straf op de gewone wijze.

(3) Het bepaalde bij het eerste lid is niet toepasselijk, indien tijdens het plegen van het feit nog geen twee jaren zijn verloo- pen, sedert de schuldige gevangenisstraf of hechtenis heeft onder- gaan.

Art. 21. Hechtenis wordt ondergaan in het gewest, waarin de veroordeelde ten tijde van de tenuitvoerlegging van de rechter- lijke uitspraak woont of bij gebreke van woonplaats verblijf houdt, tenzij hem op zijn verzoek door den Directeur van Justitie vergund

wordt haar elders te ondergaan.

Art. 22. ( 1 ) Hechtenis welke ondergaan moet worden door een veroordeelde die eene vrijheidsstraf ondergaat in een gesticht.

I

(29)

Pasal 18. (1) Lamanja hoekoeman koeroengan (hechtenis) sekoerang-koerangnja satoe hari dan selama-lamanja satoe tahoen.

(2) Hoekoeman itoe boléh didjatoehkan selama-lamanja satoe tahoen dan empat boelan dalam hal témpoh jang satoe tahoen itoe dilampaui, sebab hoekoeman ditambah karena ada beberapa kedjahatan jang diperboeat atau karena beroelang memboeat ke- djahatan atau karena atoeran pada pasal 52.

(3) Sekali-kali hoekoeman itoe tidak boléh lebih lama dari satoe tahoen empat boelan.

Pasal 19. ( 1 ) Orang hoekoeman koeroengan wadjib menger- djakan pekerdjaan jang diperintahkan kepadanja, menoeroet per- atoeran pendjalankan pasal 29.

(2) Kepadanja diberikan pekerdjaan jang ringan dari pada jang diberikan kepada orang hoekoeman pendjara.

Pasal 20. (1) Dalam kepoetoesan hakim boléh ditentoekan, bahwa Kepala plaatselijk bestuur boléh mengizinkan kepada orang hoekoeman pendjara atau koeroengan selama-lamanja satoe boelan, akan berlakoe dengan merdékanja diloear waktoe kerdja.

(2) Djika orang hoekoeman jang baginja didjalankan atoeran itoe tidak datang pada waktoenja pada tempat jang ditentoekan oentoek mengerdjakan pekerdjaan jang diperintahkan kepadanja, maka selandjoetnja hoekoeman itoe haroes didjalaninja menoeroet djalan jang biasa, ketjoeali kalau ia tidak datang itoe karena ada sebabnja, jang tidak bergantoeng kepada kemaoeannja.

(3) Atoeran pada ajat pertama itoe tidak dikenakan, kalau pada waktoe melakoekan perboeatan itoe beloem laloe doea tahoen, terhitoeng dari pada waktoe orang itoe habis mendjalani hoekoeman pendjara atau hoekoeman koeroengan.

Pasal 21. Hoekoeman koeroengan haroes didjalani digewest tempat kediaman orangnja, waktoe kepoetoesan hakim didjalankan atau, bila ia tidak bertempat kediaman, digewest tempat ia ada pada waktoe itoe, ketjoeali kalau atas permintaannja, Diréktoer Djoestisi mengizinkan akan mendjalani hoekoeman itoe ditempat lain.

Pasal 22. ( 1 ) Hoekoeman koeroengan jang mesti didjalani oléh orang hoekoeman, jang sedang mendjalani hoekoeman

(30)

bestemd tot de uitvoering van gevangenisstraf, van hechtenis of van beide, kan op diens verzoek terstond na het eindigen van die vrijheidsstraf in datzelfde gesticht worden ondergaan.

(2) De hechtenis, welke dientengevolge wordt ondergaan in een gesticht, uitsluitend bestemd tot de uitvoering van gevange- nisstraf, verandert daardoor niet van aard.

Art. 23. De tot hechtenis veroordeelde mag zich op eigen kos- ten eenige lotsverbetering verschaffen overeenkomstig bij ordon- nantie vast te stellen voorschriften.

Art. 24. De tot gevangenisstraf en de tot hechtenis veroordeel- den kunnen verplicht worden arbeid te verrichten, zoowel binnen

als buiten de muren van een gesticht, bestemd tot het opnemen van veroordeelden.

Art. 25. Arbeid buiten de muren van een zoodanig gesticht wordt niet opgedragen aan :

1°. levenslang veroordeelden;

2°. vrouwen;

3°. veroordeelden die daarvoor na geneeskundig onderzoek on- geschikt blijken te zijn.

Art. 26. W a n n e e r naar het oordeel van den rechter uit hoofde van persoonlijke of maatschappelijke omstandigheden daarvoor ter- men bestaan, wordt bij de rechterlijke uitspraak bepaald, dat aan den veroordeelde geen arbeid buiten de muren van een gesticht, bestemd tot het opnemen van veroordeelden, zal worden op- gedragen.

Art. 27. De duur der tijdelijke gevangenisstraf en der hech- tenis wordt in de rechterlijke uitspraak aangewezen in dagen, we- ken, maanden en jaren, niet in gedeelten daarvan.

Art. 28. Gevangenisstraf en hechtenis kunnen in hetzelfde ge- sticht, mits in afzonderlijke afdeelingen, worden ondergaan.

Art. 29. ( 1 ) De aanwijzing der gestichten, waar hetzij ge- vangenisstraf, hetzij hechtenis, hetzij beide worden ondergaan,

(31)

toetoepan (vrijheidsstraf) dalam scboeah tempat oentoek men- djalankan hoekoeman pendjara atau hoekoeman koeroengan atau kedoeanja, boléh teroes didjalani dalam tempat itoe djoega.

sesoedah hoekoeman toetoepan itoe habis, ja'ni djika dikehendaki oléh orang jang dihoekoem itoe.

(2) Hoekoeman koeroengan, jang karena itoe didjalani dalàm tempat, jang semata-mata oentoek mendjalani hoekoeman pendjara, tidak beroebah sifatnja karena itoe.

Pasal 23. Orang hoekoeman koeroengan boléh memperbaiki nasibnja dengan belandjanja sendiri menoeroet peratoeran jang akan ditetapkan dalam ordonansi.

Pasal 24. Orang hoekoeman pendjara dan hoekoeman koe- roengan boléh diwadjibkan bekerdja, baik didalam, baik diloear tempat orang hoekoeman.

Pasal 25. Kerdja diloear tempat itoe tidak boléh diperintahkan kepada :

1°. orang hoekoeman se'oemoer hidoep;

2°. perempoean;

3°. orang hoekoeman jang menoeroet pemeriksaan dokter njata koerang koeat badannja oentoek pekerdjaan itoe.

Pasal 26. Djika mengingat keadaan dan daradjat orang hoe- koeman itoe, hakim menimbang ada alasannja, maka ditentoekan dengan kepoetoesan hakim, bahwa orang hoekoeman itoe tidak akan diwadjibkan bekerdja diloear tempat orang hoekoeman itoe.

Pasal 27. Hoekoeman pendjara sementara dan hoekoeman koe- roengan lamanja ditentoekan dalam kepoetoesan hakim, dengan menjeboet banjak tahoen, boelan, minggoe dan hari, djangan se- bagian dari itoe.

Pasal 28. Hoekoeman pendjara dan hoekoeman koeroengan boléh didjalani dalam soeatoe tempat itoe djoega, asal dalam bahagiannja sendiri-sendiri.

Pasal 29. ( 1 ) Menoendjoekkan tempat mendjalani hoekoem- an pendjara, tempat mendjalani hoekoeman koeroengan, tempat

(32)

alsmede de regeling van de inrichting en het beheer dezer gestich- ten, van de verdeeling der gevangenen in klassen, van den arbeid, van de belooningen voor den arbeid, van de huisvesting der buiten de gevangenis verblijvende veroordeelden, van het onderwijs, van de godsdienstoefeningen, van de tucht, van de ligging, van de voe- ding en van de kleeding geschiedt in overeenstemming met dit wetboek bij ordonnantie.

(2) Huishoudelijke reglementen voor die gestichten worden zoo noodig door den Directeur van Justitie vastgesteld.

Art. 30. ( 1 ) Het bedrag der geldboete is ten minste vijf en twintig cent.

(2) Bij veroordeeling tot geldboete wordt die boete, bij gebre- ke van betaling vervangen door hechtenis.

(3) De duur der vervangende hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste zes maanden.

(4) Die duur wordt in de rechterlijke uitspraak in dier voege bepaald dat voor eene opgelegde boete van een halven gulden of minder een dag, voor eene opgelegde boete van een hooger bedrag niet meer dan een dag voor eiken halven gulden der opgelegde boete en voor het overblijvend gedeelte daarvan in de plaats treedt.

(5) De hechtenis kan voer ten hoogste acht maanden worden opgelegd in de gevallen waarin wegens samenloop van misdrijven, herhaling van misdrijf of het bepaalde bij artikel 52 het maximum der geldboete wordt verhoogd.

(6) Zij kan in geen geval den tijd van acht maanden te bo- ven gaan.

Art. 31. ( 1 ) De veroordeelde kan de hechtenis ondergaan zonder den termijn van betaling af te wachten.

(2) Hij is altijd bevoegd zich van de hechtenis te bevrijden door betaling van de boete.

(3) De betaling van een gedeelte der boete, hetzij vóór de uitvoering der hechtenis, hetzij nadat deze is aangevangen, bevrijdt van de uitvoering van een evenredig gedeelte der vervangende straf.

(33)

mendjalani kedoeanja, demikian djoega atoeran dan peri hal mengoeroes tempat itoe dan membagi-bagi orang hoekoeman itoe atas beberapa kelas, serta kerdjanja, oepah kerdja itoe, peri hal memondokkan orang hoekoeman jang tinggal diloear, perkara pengadjaran, hal melakoekan agama, hal siasat, tempat tidoer, makanan dan pakaian, dilakoekan bersetoedjoe dengan kitab oendang-oendang ini dengan ordonansi.

(2) Djika perloe, reglemen roemah tangga tempat itoe di- tetapkan oléh Diréktoer Djoestisi.

Pasal 30. (1) Besar denda itoe sekoerang-koerangnja doea poeloeh lima sén.

(2) Bilamana did;'atoehkan hoekoeman denda, dan denda itoe tidak dibajar, maka diganti dengan hoekoeman koeroengan.

(3) Lama hoekoeman koeroengan pengganti denda itoe sekoe- rang-koerangnja satoe hari dan selama-lamanja enam boelan.

(4) Lamanja itoe dalam kepoetoesan hakim ditentoekan begini:

djika denda itoe setengah roepiah atau koerang, gantinja satoe hari, dan djika lebih dari itoe bagi tiap-tiap setengah roepiah gan- tinja tidak lebih dari satoe hari; demikian djoega bagi sisanja jang ta' tjoekoep setengah roepiah lagi.

(5) Hoekoeman koeroengan itoe boleh didjatoehkan selama- lamanja delapan boelan dalam hal djoemlah denda jang sebanjak- banjaknja itoe ditambah, karena ada beberapa kedjahatan jang diperboeat atau karena beroelang memboeat kedjahatan atau ka- rena atoeran pada pasal 52

(6) Lamanja hoekoeman koeroengan itoe sekali-kali tidak bo- leh lebih dari delapan boelan.

Pasal 31. (1) Orang jang dihoekoem denda boleh mendja- iani hoekoeman koeroengan, dengan tiada menoenggoe laloenja témpoh akan membajar denda.

(2) Selamanja ia berhak akan meminta lepas dari hoekoeman koeroengan itoe dengan membajar dendanja.

(3) Membajar sebagian denda itoe, baik sebeloem mendjalani hoèkoeman koeroengan itoe baik sesoedah moelaï mendjalani hoekoeman itoe, melepaskan orang hoekoeman dari sebagian hoe- koeman pengganti itoe, jang berpadanan dengan bagian denda jang dibajar itoe.

(34)

Art. 32. ( 1 ) De gevangenisstraf en de hechtenis gaan, voor zooveel elke dezer straffen betreft in: ten aanzien van veroordeel- den die zich voorloopig in verzekerde bewaring bevinden, op den dag waarop de rechterlijke uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, en ten aanzien van andere veroordeelden op den dag der tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak.

(2) Zijn bij dezelfde rechterlijke uitspraak gevangenisstraf en hechtenis opgelegd ter zake van feiten, waarvoor of voor één van welke de veroordeelde zich voorloopig in verzekerde bewaring bevindt, en erlangt die uitspraak voor alle veroordeelingen op het- zelfde tijdstip kracht van gewijsde, dan gaat de gevangenisstraf in op dat tijdstip en de hechtenis onmiddellijk nadat de gevange- nisstraf is ondergaan.

Art. 33. ( 1 ) Bij de rechterlijke uitspraak kan worden bepaald dat de tijd, door den veroordeelde vóór den dag waarop die uit- spraak in kracht van gewijsde zal zijn gegaan voorloopig in ver- zekerde bewaring doorgebracht, bij de uitvoering van de hem op- gelegde tijdelijke gevangenisstraf, hechtenis of geldboete geheel of gedeeltelijk zal worden in mindering gebracht; wat de geldboe- te betreft volgens den in het derde lid van artikel 31 bepaalden maatstaf.

(2) De tijd, gedurende welken een verdachte zonder schriftelijk bevel is aangehouden, zal niet in mindering worden gebracht tenzij dit in het vonnis uitdrukkelijk is bepaald.

(3) De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk ingeval, bij gelijktijdige vervolging wegens meerdere feiten, de veroordeeling wordt uitgesproken ter zake van een ander feit dan waarvoor de veroordeelde zich voorloopig in verzekerde bewaring bevindt.

Art. 33a. Indien door een tot gevangenisstraf of hechtenis ver- oordeelde, die zich voorloopig in verzekerde bewaring bevindt, of door een derde met instemming van zulk een veroordeelde een verzoek om gratie wordt ingediend, wordt de tijd die verloopt tusschen den dag van indiening van dat verzoek en dien, waarop de Gouverneur-Generaal terzake beslist, niet als straftijd aange- merkt, tenzij de Gouverneur-Generaal, de omstandigheden van het

(35)

Pasal 32. ( 1 ) Hoekoeman pendjara dan hoekoeman koeroeng- an itoe satoe-satoenja moelaï berlakoe: tentang orang hoekoeman jang ada dalam tahanan bagi sementara, pada hari kepoetoesan hakim ta' boléh dioebah lagi, dan tentang orang hoekoeman jang lain pada hari kepoetoesan hakim didjalankan.

(2) Djika hoekoeman pendjara dan hoekoeman koeroengan sekali didjatoehkan dengan satoe kepoetoesan hakim karena bebe- rapa perboeatan dan orang hoekoeman soedah dalam tahanan karena perboeatan itoe atau karena salah satoe dari pada per- boeatan itoe, dan djika kepoetoesan itoe mendjadi tetap (tidak boléh dioebah lagi) pada satoe waktoe oentoek segala hoekoeman- nja, maka hoekoeman pendjara itoe moelaï didjalankan pada waktoe itoe dan hoekoeman koeroengan lantas moelaï sehabis hoekoeman pendjara itoe.

Pasal 33. ( 1 ) Dengan kepoetoesan hakim boléh ditentoekan, bahwa pada waktoe melakoekan kepoetoesan itoe lamanja orang hoekoeman ada dalam tahanan sebeloem kepoetoesan itoe tidak boléh dioebah lagi, akan dikoerangkan segenapnja atau sebagian- nja dari hoekoeman pendjara sementara atau dari hoekoeman koe- roengan ataupoen dari denda; tentang denda menoeroet alasan jang terseboet pada ajat ketiga pasal 31.

(2) W a k t o e selama orang jang tertoedoeh itoe dalam tahanan jang tidak dengan soerat perintah, tidak akan dikoerangkan dari hoekoemannja, ketjoeali kalau hal itoe ditentoekan didalam ponis dengan njata.

(3) Atoeran pasal ini berlakoe djoega dalam hal ada penoentoetan sekali didjalankan karena beberapa perboeatan, bila hoekoeman didjatoehkan karena perboeatan jang lain .dari pada jang menjebabkan orang hoekoeman itoe soedah ditahan.

Pasal 33a. Kalau dimasoekkan soerat permohonan ampoen oléh orang hoekoeman pendjara atau hoekoeman koeroengan jang ada dalam tahanan, ataupoen oléh orang lain, ja'ni dengan moepakatnja orang jang terseboet tadi itoe, maka waktoe sedjak dari hari memasoekkan permohonan itoe sampai T.B. Goebernoer Djenderal memberi kepoetoesan, tidak dipandang waktoe hoekoem- an, ketjoeali kalau Toean Besar dengan memperhatikan keadaan

(36)

geval in aanmerking nemende, bij zijn beslissing bepaalt, dat die tijd geheel of ten deele als straftijd zal medetellen.

Art. 34. Bij ontvluchting van een veroordeelde tijdens het on- dergaan van zijne straf, wordt de tijd dientengevolge door hem doorgebracht buiten de plaats, waar hij zijne straf moet ondergaan, niet in rekening gebracht op den duur der straf.

Art. 35. ( 1 ) De rechten waarvan de schuldige, in de bij dit wetboek of eene andere algemeene verordening bepaalde geval- len, bij rechterlijke uitspraak kan worden ontzet, zijn:

1°. het bekleeden van ambten of van bepaalde ambten;

2°. het dienen bij de gewapende macht;

3°. het kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens algemeene ver- ordeningen gehouden verkiezingen;

4°. het zijn van raadsman of gerechtelijlfcbewindvoerder en het zijn van voogd, toeziende voogd, curator of toeziende curator over andere dan eigen kinderen;

5°. de vaderlijke macht, de voogdij en de curateele over eigen kinderen;

6°. de uitoefening van bepaalde beroepen.

(2) De bevoegdheid van den rechter om een ambtenaar uit eenig bepaald ambt te ontzetten bestaat niet, wanneer bij alge- meene verordening eene andere macht bij uitsluiting voor die ont- zetting is aangewezen.

Art. 36. Ontzetting van het recht om ambten of bepaalde amb- ten te bekleeden en bij de gewapende macht te dienen kan, behalve in de gevallen in het Tweede Boek omschreven, worden uitgespro- ken bij veroordeeling wegens eenig ambtsmisdrijf of wegens eenig misdrijf, waardoor de schuldige een bijzondere ambtsplicht schond of waarbij hij gebruik maakte van macht, gelegenheid of middel hem door zijn ambt geschonken.

Art. 37. (1) Ontzetting van de vaderlijke macht en van de voogdij, de toeziende voogdij, de curateele en de toeziende cura- teele, zoowel over eigen kinderen als over anderen, kan, behalve

(37)

hal itoe, pada kepoetoesannja menentoekan bahwa waktoe itoe dihitoeng djoega djadi waktoe hoekoeman, baik sama sekali baikpoen sebagiannja.

Pasal 34. Kalau orang hoekoeman lari dalam ia mendjalani hoekoemannja, maka lamanja ia lari dari tempat ia haroes men- djalani hoekoemannja itoe, tidak dikoerangkan dari lamanja hoe- koeman itoe.

Pasal 35. ( 1 ) Hak orang jang bersalah, jang boleh ditjaboet dengan kepoetoesan hakim dalam hal jang ditentoekan dalam kitab oendang-oendang ini atau dalam verordening 'oemoem jang lain, jai'toe jang terseboet dibawah ini:

1°. mendjabat segala pangkat atau pangkat jang ditentoekan;

2°. masoek bala tentera;

3°. memilih dan boleh dipilih pada pemilihan jang dilakoekan karena verordening 'oemoem;

4°. mendjadi pemberi nasihat atau pengoeasa'i alamar (wali jang diakoe hoekoem) atau wali. atau wali pengawas-awasi atau curator atau curator pengawas-awasi atas orang lain dari pada anaknja sendiri;

5°. koeasa bapa, koeasa wali dan curateele atas anaknja sendiri;

6C. melakoekan pekerdjaan jang ditentoekan.

(2) Hakim tidak koeasa akan memetjat seorang amtenar dari pangkatnja, apabila dalam verordening 'oemoem ada ditoendjoek- kan pembesar lain jang semata-mata koeasa akan melakoekan petjatan itoe.

Pasal 36. Mentjaboet hak orang akan memegang segala pang- kat atau pangkat jang ditentoekan dan akan masoek bala tentera, lain dari pada dalam hal jang terseboet dalam Boekoe Kedoea, boleh djoega dilakoekan waktoe menghoekoem karena kedjahatan dalam pangkat atau karena kedjahatan melanggar kewadjiban jang istimewa dalam pekerdjaan atau karena memakai kekoeasaan, kesempatan atau ichtiar jang diperoléhnja dari pangkatnja.

Pasal 37. ( 1 ) Mentjaboet koeasa bapa dan wali atau wali pengawas-awasi atau curator atau curator pengawas-awasi, baik atas anak sendiri, baik atas orang lain, lain dari pada dalam hal

Kitab O e n d a n g - o e n d a n g Hoekoeman 3

(38)

in de gevallen in het Tweede Boek omschreven, worden uitge- sproken bij veroordeeling van:

1°. ouders of voogden die opzettelijk met een aan hun gezag onderworpen minderjarige aan eenig misdrijf deelnemen;

2°. ouders of voogden die tegen een aan hun gezag onderwor- pen minderjarige eenig misdrijf plegen, omschreven in de Titels XIII, XIV, X V , XVIII, XIX en XX van het Tweede Boek.

(2) De in het vorige lid bedoelde ontzetting kan door den strafrechter niet worden uitgesproken tegen hen op wie de in het Burgerlijk Wetboek voorkomende bepalingen op de ontzetting uit de ouderlijke macht, voogdij en curateele van toepassing zijn.

Art. 38. ( 1 ) W a n n e e r ontzetting van rechten wordt uitge- sproken, bepaalt de rechter den duur als volgt:

1°. bij veroordeeling tot de doodstraf of tot levenslange gevange- nisstraf, voor het leven;

2°. bij veroordeeling tot tijdelijke gevangenisstraf of tot hech- tenis voor een tijd den duur der hoofdstraf ten minste twee en ten hoogste vijf jaren te boven gaande;

3°. bij veroordeeling tot geldboete, voor een tijd van ten minste twee en ten hoogste vijf jaren.

(2) De straf gaat in op den dag waarop de rechterlijke uit- spraak kan worden ten uitvoer gelegd.

Art. 39. ( 1 ) Voorwerpen, den veroordeelde toebehoorende.

door middel van misdrijf verkregen of waarmede misdrijf opzettelijk is gepleegd, kunnen worden verbeurd verklaard.

(2) Bij veroordeeling wegens misdrijf, niet opzettelijk gepleegd of wegens overtreding, kan gelijke verbeurdverklaring worden uitgesproken in de bij wettelijk voorschrift bepaalde gevallen.

(3) Verbeurdverklaring kan worden uitgesproken ten laste van den schuldige die ter beschikking van de Regeering is gesteld doch alleen van goederen welke reeds in beslag zijn genomen.

(39)

jang terseboet dalam Boekoe Kedoea, boléh djoega dilakoekan waktoe menghoekoem:

1 °. iboe bapa atau wali jang dengan sengadja toeroet berboeat kedjahatan bersama-sama dengan anak dibawah 'oemoer, jang dibawah kekoeasaannja;

2 \ iboe bapa atau wali jang berboeat kedjahatan kepada anak dibawah 'oemoer jang dibawah kekoeasaannja, ja'itoe kedja- hatan jang1 terseboet dalam Titel XIII, XIV, X V , XVIII, XIX dan X X Boekoe Kedoea.

(2) Mentjaboet koeasa jang terseboet dalam ajat diatas ini, tidak dapat dilakoekan oléh hakim pada orang jang baginja ber- lakoe atoeran Kitab Oendang-oendang Hoekoem Sipil tentang mentjaboet koeasa bapa, wali dan curateele.

Pasal 38. ( 1 ) Bila djatoeh hoekoeman bahwa seorang-orang dipetjat dari haknja, maka lama petjatan itoe ditentoekan oléh hakim seperti berikoet:

Ie. djika orang itoe dihoekoem mati atau pendjara se'oemoer hidoep, ialah selama hidoep;

2°. djika ia dihoekoem pendjara sementara atau koeroengan, ialah sekoerang-koerangnja doea tahoen dan selama-lamanja lima tahoen lebih lama dari hoekoeman oetama (hoofdstraf);

3°. djika ia dihoekoem denda, ialah sekoerang-koerangnja doea tahoen dan selama-lamanja lima tahoen.

(2) Hoekoeman itoe moelai' berlakoe pada hari kepoetoesan hakim dapat didjalankan.

Pasal 39. ( 1 ) Barang kepoenjaan orang jang dihoekoem, jang diperoléhnja dengan kedjahatan atau jang dengan sengadja dipakainja akan mengerdjakan kedjahatan, boléh dirampas.

(2) Djika seorang-orang dihoekoem karena melakoekan ke- djahatan tiada dengan sengadja a..au~ karena melakoekan pelang- garan, boléh djoega didjatoehkan hoekoeman merampas itoe dalam hal jang ditentoekan dalam oendang-oendang.

(3) Hoekoeman merampas itoe boléh djoega didjatoehkan atas orang jang bersalah jang diserahkan kepada Pemerintah, tetapi hanjalah tentang barang jang soedah ditangkap.

(40)

Art. 40. Bij bezit, in- of vervoer van goederen in strijd met de bepalingen betreffende 's lands middelen en pachten, met die ter regeling van het toezicht op de scheepvaart in bepaalde ge- deelten van Nederlandsch-Indië en met die tot verbod van in-, uit- en doorvoer van goederen, door een persoon beneden den leeftijd van zestien jaren, kan de rechter, ook indien de schuldige zonder toepassing van eenige straf aan zijne ouders, zijn voogd of zijn verzorger wordt teruggegeven, de verbeurdverklaring van de aangehaalde goederen uitspreken.

Art. 41. (1) Verbeurdverklaring van niet in beslag genomen voorwerpen wordt, ingeval die voorwerpen niet worden uitgeleverd of het geldelijk bedrag waarop zij bij de uitspraak geschat wor- den, niet wordt betaald, vervangen door hechtenis.

(2) De duur dezer hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste zes maanden.

(3) Die duur wordt in de rechterlijke uitspraak in dier voege bepaald, dat voor een geldelijk bedrag van een halven gulden of minder een dag, voor een hooger bedrag niet meer dan een dag voor eiken halven gulden en voor het overblijvend gedeelte daar- van in de plaats treedt.

(4) Op deze hechtenis is artikel 31 van toepassing.

(5) Ook de uitlevering van de voorwerpen bevrijdt van de hechtenis.

Art. 42. Alle kosten van gevangenisstraf en hechtenis komen ten laste, alle opbrengst van geldboeten en verbeurdverklaringen ten bate van den lande.

Art. 43. In de gevallen waarin de rechter krachtens dit wet- boek of eene andere algemeene verordening de openbaarmaking zijner uitspraak gelast, bepaalt hij tevens de wijze waarop aan dien last op kosten van den veroordeelde uitvoering wordt gegeven.

(41)

Pasal 40. Djika anak dibawah 'oemoer enam belas tahoen menaroeh, membawa masoek atau membawa barang dengan melanggar atoeran tentang pentjarian dan pak Negeri atau dengan melanggar atoeran tentang pengawasan atas perdjalanan kapal dalam bagian Hindia Belanda jang ditentoekan, atau dengan melanggar atoeran tentang larangan membawa masoek, menge- loearkan dan membawa barang, maka bolehlah hakim mendjatoeh- kan hoekoeman merampas barang jang ditangkap itoe, meskipoen orang jang bersalah itoe dikembalikan kepada orang toeanja, walinja atau pemeliharanja dengan tidak dihoekoem sekalipoen.

Pasal 41. ( 1 ) Hoekoeman merampas barang jang tidak di- tangkap, diganti dengan hoekoeman koeroengan, djika barang itoe tidak diserahkan atau harganja jang ditaksir dalam kepoe- toesan tidak dibajar.

(2) Hoekoeman koeroengan pengganti itoe sekoerang- koerangnja satoe hari dan selama-lamanja enam boelan.

(3) Menentoekan lama hoekoeman koeroengan pengganti itoe begini: djika harganja setengah roepiah atau koerang, diganti dengan satoe hari; djika lebih dari itoe, bagi tiap-tiap setengah roepiah gantinja tidak lebih dari satoe hari; demikian djoega bagi sisanja jang ta' tjoekoep setengah roepiah lagi.

(4) Pada hoekoeman koeroengan itoe berlakoe pasal 31.

(5) Djika barang itoe diserahkan, orangnja lepas dari hoe- koeman koeroengan itoe.

Pasal 42. Segala ongkos hoekoeman pendjara dan hoekoeman koeroengan akan dibajar oléh Negeri dan segala oeang denda dan rampasan djadi keoentoengan Negeri.

Pasal 43. Djika hakim memerintahkan mengoemoemkan ke- poetoesannja menoeroet kitab oendang-oendang ini atau verorde- ning 'oemoem jang lain, haroes ditentoekannja poela bagaimana mendjalankan perintah itoe dengan belandja orang jang dihoekoem.

(42)

T I T E L III

U i t s l u i t i n g , v e r m i n d e r i n g e n v e r h o o g i n g d e r s t r a f b a a r h e i d

Art. 44. ( 1 ) Niet strafbaar is hij, die een feit begaat, dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling' of ziekelijke storing zijner verstandelijke vermogens niet kan worden toegerekend.

(2) Blijkt dat het begane feit hem wegens de gebrekkige ont- wikkeling of ziekelijke storing zijner verstandelijke vermogens niet kan worden toegerekend, dan kan de rechter gelasten dat hij in een krankzinnigengesticht worde geplaatst gedurende een proef- tijd, den termijn van een jaar niet te boven gaande.

(3) Het bepaalde in het voorgaande lid geldt alleen voor de Europeesche rechtbanken en voor de landraden en de daarmede gelijkstandige Inlandsche rechtbanken.

Art. 45. Bij strafrechterlijke vervolging van een minderjarigen persoon wegens een feit, begaan voordat hij den leeftijd van zes- tien jaren heeft bereikt, kan de rechter:

hetzij bevelen dat de schuldige aan zijne ouders, zijn voogd of zijn verzorger zal worden teruggegeven, zonder toepassing van eenige straf,

hetzij, indien het feit valt in de bepaling van een misdrijf, dan wel in die van eene der overtredingen, omschreven in de artikelen 489, 490, 492, 496, 497, 503 •— 505, 514, 517 — 519. 526, 531.

532, 536 en 540 en is begaan nadat nog geen twee jaren zijn ver- loopen sedert eene vroegere schuldigverklaring van denzelfden persoon aan eene dezer overtredingen of aan eenig misdrijf onher- roepelijk is geworden, bevelen dat de schuldige ter beschikking van de Regeering zal worden gesteld, zonder toepassing van eenige straf,

hetzij den schuldige tot straf veroordeelen.

Art. 46. (1) Indien de rechter heeft bevolen, dat de schuldi- ge ter beschikking van de Regeering zal worden gesteld, wordt hij:

hetzij in een landsopvoedingsgesticht geplaatst, ten einde al- daar, of later op andere wijze, van Regeeringswege in zijne op- voeding worde voorzien.

(43)

TITEL III

M e n g e t ] o e a l i k a n, m e n g o e r a n g i d a n m e n a m b a h i h o e k o e m a n

Pasal 44. ( 1 ) Orang jang mengerdjakan soeatoe perboeatan jang tidak patoet ditanggoengkan kepadanja, sebab koerang sem- poerna 'akalnja atau sakit beroebah 'akal, tidak boleh dihoekoem.

(2) Djika njata perboeatan itoe tidak patoet ditanggoengkan kepadanja sebab koerang sempoerna 'akalnja atau sakit beroebah 'akal, maka bolehlah hakim memerintahkan memasoekkan dia ke- roemah sakit orang gila selama-lamanja satoe tahoen oentoek diperiksa.

(3) Jang ditentoekan pada ajat diatas ini, hanjalah lakoe oen- toek pengadilan Eropah dan landraad dan pengadilan Boemipoe- tera jang sepangkat dengan landraad itoe.

Pasal 45. Djika orang dibawah 'oemoer ditoentoet karena perboeatan jang dikerdjakannja ketika 'oemoernja beloem tjoekoep enam belas tahoen, bolehlah hakim :

memerintahkan, soepaja anak jang bersalah itoe dikembalikan kepada orang toeanja atau walinja atau pemeliharanja dengan tidak dikenakan sesoeatoe hoekoeman,

atau memerintahkan, soepaja anak jang bersalah itoe diserahkan kepada Pemerintah dengan tidak dikenakan sesoeatoe hoekoeman, ja'ni djika perboeatan itoe masoek bagian kedjahatan atau pelang- garan, jang terseboet dalam pasal 489, 490, 492, 496, 497, 503 — 505, 514, 517 — 519, 526, 531, 532, 536 dan 540, serta perboeatan itoe dilakoekannja sebeloem laloe doea tahoen sesoedah tiada boleh dioebah lagi kepoetoesan jang menjalahkan dia berboeat salah satoe pelanggaran itoe atau sesoeatoe kedjahatan,

atau menghoekoem anak jang bersalah itoe.

Pasal 46. ( 1 ) Djika hakim memerintahkan orang jang ber- salah itoe akan diserahkan kepada Pemerintah, maka ia:

ditempatkan dalam roemah Negeri tempat mendidik anak-anak.

soepaja disitoe, atau kemoedian dengan djalan lain, ia mendapat didikan dari pihak Pemerintah.

(44)

hetzij ter opvoeding toevertrouwd aan een in Nedérlandsch-Indië gevestigd bijzonder persoon of aan eene aldaar gevestigde, rechts- persoonlijkheid bezittende vereeniging, of aan eene aldaar geves- tigde stichting of instelling van weldadigheid, ten einde door deze, of later op andere wijze, van Regeeringswege in zijne opvoeding worde voorzien,

in het eene en het andere geval uiterlijk tot hij den leeftijd van achttien jaren zal hebben bereikt.

(2) Bepalingen ter uitvoering van het eerste lid van dit artikel worden bij ordonnantie vastgesteld.

Art. 47. ( 1 ) Indien de rechter den schuldige tot straf ver- oordeelt, wordt het maximum der hoofdstraffen, op het strafbare feit gesteld, met een derde verminderd.

(2) Geldt het een misdrijf waarop de doodstraf of een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevange- nisstraf opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

(3) De in artikel 10 onder b, 1' en 3° vermelde bijkomende straffen worden niet opgelegd.

Art. 48. Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen.

Art. 49. (1 ) Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen oogenblikkelijke of onmiddellijk drei- gende, wederrechtelijke aanranding.

(2) Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.

Art. 50. Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.

Art. 5 1 . (1) Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uit- voering van een ambtelijk bevel, gegeven door het daartoe be- voegde gezag.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

a) segala burgerlijke zaken, jang harganja koerang dari f 20, djika si pendawa ada anaq boemi atawa orang jang disama- kan dengan anaq boemi dan si terdawa ada anaq boemi betoel.

bahoewa betoel savja ada sewah 100 baoe tegallan dari B selagi dia masih idoep dengan djandji bajar f 75 sewah erfpacht dalem satoe taon tetapi saija menjangkal ada oetang pada

Diikaloe itoe djawaban tiada maoe di moeat, katjoewali djika boleh dimintaken bajaran, maka ija dihoekoem denda dari ƒ 50 sampe f 500 dengan toetoep boei, dari (i hari sampè 3

Dengan djalan palsoe memboeat atau memalsoekan — atau soerat jang boleh djadi peng- ganti —, soerat keselamatan, soerat perintah berdjalan atau soerat jang diberikan

(1) Barang siapa jang mengarang soerat palsoe atau jang memalsoekan soerat, jang boléh menerbitkan sesoeatoe hak, sesoeatoe perdjandjian atau jang boléh membebaskan orang dari'

Dalam daftar atoeran perdjalanan boléh ditoeliskan, bahwa pada hari jang tertentoe (misalnja hari besar dan hari pekan) akan diadakan perdjalanan extra pada sesoeatoe traject

Oléh sebab dalam bermatjam-matjam peroesahaan, lebih-lebih dionderneming, kerap kali perloe membawa lebih dari empat orang koeli dalam tempat moeatan vrachtauto, maka pembesar jang

Djangan takoet bilang „Soengkan (tiada soeka)&#34; pada orang jang minta kita minoem bersama-sama ianja, lebi lagi kaloe orang itoe tida dikenal betoel oleh