• No results found

De marsch van de hete zomer

In document Paul van Ostaijen, Gedichten · dbnl (pagina 44-63)

BLOED kersen

vallen

kinderlippen kersen knallen

rode kersen rode maandstonden van de Zon witte kersen

vrouwebuiken

vrouweborsten blinken blaken temidden RODE

klaprozen witte vlam rode brand witte vlammen dansen O de wiegende vrouweheupen BAM!! bloed borsten breken buiken botsen buiken dansen borsten dansen BLOED danst danst bam Bloed begeren

vrouw in maandstonden begeren PIOENEN begeren de ZON

in

maandstonden bottende pioenen

mannelijke bloemen Hijgende fallus

appels barsten zaad valt droog stampers stampen alleen

doelloze rijpheid oorzaakloos schokkend ruwe liefde hinniken merries nieuwe klokken BLINKEND dorp

hol vol

bollen ballen boerejongenswangen pronkappel falli zwepen het vrouwelijke lijf

stijgt schaar van stof Gierende Gordijnen O lichtende gordijnen warme golf

wassende golf stof schaar stijgt kudde grijze schapen

verschroeien Sahara droog dor hees zijn moe zijn mat zijn de kamelen slachten om het water frisheid parels dauw

oî oî o de o - asis frisse dadels van de bomen frisse vruchten

de rosse regen

stappen marscheren galopperen ras

ras ras

het leven ademen de brede regen goed fris water

ik heb je lief

blijheid dansende belletjes dans heel fijn je 8menuet HERRIJZEN HAREN zwaar vol HERRIJZEN HUIZEN blank rillend rank

en gelukkig met korte

snik-ken van vreugde rilt nog het vrouwelijke vlees

draagt zij nog lang in de rillende golven van haar lijf

haar vreugde voort WASSEN WEELDERIG VRUCHTEN hangen vleesklokken

rode bessetrossen openen de appelbomen

hun ronde volle belofte een vrouw wast in de zomer

de schoonste vrucht de jubelende knalt de vrucht in een schitterende lach

haar platsende rijpheid JUBELENDE BOOM schudt schouders

de borsten appels wast een peer de benen

tot de kroon van de dijen ligt de buik gespannen

bal pool zon rond vol rondheid volheid

ronde volle jubel bazuinen klawieteren gorgel

orgel diepblauw

rijst vox coelesta bergblauw helder klinkend zinkend leven Zing Zang Zege

springt Veulen FONTEIN blijdschap van het ganse dorp kijkt de merrie en likt de jonge beest

de gewoonste woorden zult gij herhalen zij hebben de diepte van zee

en orgel

springt een veulen arabesken die vergaan en eeuwig zijn tekening die niet vergaat

Stort een arme man zijn stem die verschroeit in de brand van Zon en Zomer zijn stem

oasis verdort in Sahara zijn stem

hangt een uitgedroogde vrucht in een lucht

te blauw en te onvruchtbaar Kobalt dodende overvloed

dardende schichten van hard blauw gif zijn stem

een dorre boom een dorre berk

niet helgroen jubelen bladeren

blaren vergaan in doodheid grijze schors Vallen woorden gebroken klokken op aarde zweven zijn woorden zonder richting eenzaam zonder eenzaamheid versmolten zonder versmelting zakt ten gronde

het laatste geluid van de arme harmonika Gebroken boom zonder orkaan

Sahara verschroeien stijgt schaar stof vruchten hangen uitgeperste droge vaginae liefdeleeg

een hond weerloos licht zijn lillende vlees zijn hijgende lijf

zijn dorstige tong in de zon De zon spuwt rood op de roze tong Mager rijst

de Toren

zijn kracht verzwetend in een dikke pij loden schaliekleur

gebed koorden boete

ligt zijn schaduw te zwaar een zwarte wonde diep op de verdorde tongen die de

wegen zijn elk huis wordt apart omsingeld door

hitte en verbrandt

Snel schichten stijgen de huizen van de stad snel en wit

grote vlekken kalkend in gespannen hemelpapier omgedraaide blauwkuip

zonder dat één druppel ons laaft pijnigt priem

het lopen van het kind het ganse park

dat zijn hoepel niet breekt onder het branden van de zon steeds even dun zijn zwakke rondheid draait

RODE BAKSTENEN PLATSEN het aangezicht vol

BLOED aders springen

zon toe hijgen kubische kolen fonkelgoudogen onder tarwezakken zakkende last zijn zij buildragers

kruipgekromd loodrecht de zon boven de merg-blote kathedraal

straten dragen de loodrechten van zon en kathedraal

hoger grijpen hoger grijpen metalen wimpels tot de zon alles metaal en scherpe hoeken

HARDE GEOMETRIE

alles loodrechten en waterpasrechten Snijden segmenten schichten koorden gespannen

barsten bogen

en zijn weer barstgespand

Spits doorbreken driehoekbenen kringen paralellen

zon kletst een heptagoon tot scherven duizelklirt de ruit

schuine stralen spelen even is het leven

vlinder met schitterende nikkelscherven scherpe driehoeken

het gewelf steekt in tongen platst ovenrood en anilinregen het krijt waanzinwit wrijven krijt-wrijven in karmijnrood

altijd zo glinsteren en vermoeien afgematte hengstjakker

helletocht om 3 uur namiddag in kringen springen huizen dansend wild en wit

tombak en messing en geklir van dunst porselein de mensen hebben geen bloed meer

zuigen zuigen

tot de mensen wit zijn krijt krijt krijt kinderen krijsen

niet bevredigend geslacht huilt huilt merrieluid klinkt niet

alleen messing klinkt tombak klinkt tin giert zinken daken branden giet God

warme zink op mijn dorstdorre lippen schreeuwen krijsen klinken

klawietert hoger luide huilen gieren

krijtwit krijst hijgwil

Straathok spichtig leeft het gillen

van een blinde

L'eau et le parfum c'est pour rien mon marquis Sous les ponts de Paris

hoepels van de parkstraat vrouwekleren spuwt zon violet met

goud in kruin van golving spuwt krijt witte hoeden

spuwt benen die te bijten zijn opdat de tanden rusten vrouwen

zijn zij bloot in zomer

zo warm bloed gloed goed naakt zee ruist kleren hun VLEES is nog

een frisheid de gebroken lijven die wij zijn hoog rank slank omhoog ijlen Stropijlen

grenadine zo goed rood

waar ik me in baden wil

in de diepte zit kwartet tonen kwirrelen niet in diepte blijven plots verdaan linden stom zonder geur onbemerkt einde van

muziek bazelt voort dor gezoef

krekels kriewelen de mensen

in de stad

FIJN en ONBEDUIDEND iris

doet een fontein alles iris en opaal

kristallen cylinders kristallen die door elkander gaan cylinder wit kleed gaat dwars wit huis

van ver schiet

rechthoektrem in de diepere rechthoekstraat ster

plets

vele triangels muziek en geometrie aan een troley davert glas auto's trems zon zilverruiten

zwetend asfalt vormen elkaar steken hoeken maken

kaleïdoskoop analogieën kontrasten nieuw beeld ander beeld duizend beelden

immer cylinders hoeken kegels prismen schema

loodrecht zon pasrecht aarde balkon ziet mieren krekels speelgoed fontein karretjes autopuf naïef mechanisme AVOND

huizen zinken indigo op blauw kontrapunt daartussen

rechte vlakken schalielood waar licht op ruist muziek

levend naar het toppunt van BLAUW

indigo is dicht bij

blauw

valt de onmetelijkheid Ruimte weg

één groot plan met huizen hemel sterren naast een toren

valt een ster waarom geruisloos vuurwerk lichten dansen

duizelig diamanten flitsen flikkeren

schichten

klokken bollen zwart in blauwe avond zwart indigo safiergeglinster

donkerte van een circus ruimte lichten clowns

en fijne équyères toet-toet crève coeur in de avond

raapt een krantevrouw

de scherven van een barsthart

dat viel uit een auto KRUISSTRAAT LICHT IMMER

LICHT SOTER VERLOSSER

KRUISWEG PINKT OLIELAMP VALT

SCHADUW OP KRISTUS'HART dansen

over het land over het water glimwormen liefdespel spel van liefde

trekt de blauwe avond saam naar het kleine vlak glimworm

glimworm klein vlak avond groot vlak licht blauw

duister blauw groeiend prisma volle vlakken goede slaap beesten en tarwe

maar

zang van nachtgalen en padden waarde tegenwaarde

bassen en hobo's HUIS SNIJDT MAAN

51

In document Paul van Ostaijen, Gedichten · dbnl (pagina 44-63)

GERELATEERDE DOCUMENTEN