Letsellast 44,200 YLD
6 Mobiliteit en risico
8.2 Infrastructurele maatregelen 1 Maatregelen rijkswegen
8.2.2 Maatregelen op andere wegen
Ook op wegen in beheer van gemeenten, provincies en waterschappen worden maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Een concreet overzicht van de genomen maatregelen ontbreekt echter. In het algemeen geven wegbeheerders aan dat zij
verkeersveiligheidsmaatregelen afstemmen met werkzaamheden die in het kader van groot onderhoud worden uitgevoerd.
8.3 Voertuigmaatregelen
In Afbeelding 8.1 wordt een overzicht gegeven van diverse veiligheidsvoorzieningen die in verschillende fases (van ongevallen voorkomen tot het beperken van de gevolgen) en voor verschillende (risico-) situaties en groepen een positieve invloed kunnen hebben op de verkeersveiligheid (Van Nes & Duivenvoorden, 2017). Ondersteunende actieve veiligheids- voorzieningen kunnen ervoor zorgen dat er minder ongevallen plaatsvinden bij risicogroepen (bijvoorbeeld ouderen of jonge bestuurders) of bij risicogedrag (bijvoorbeeld vermoeidheid, afleiding, alcoholgebruik). Te denken valt aan Intelligent Snelheidsassistentie (ISA) en Collision Warning Systems. Passieve veiligheidssystemen en eCall kunnen leiden tot letselbeperking en snellere letselbehandeling.
Afbeelding 8.1. Systemen die de veiligheid vergroten door de risico’s te beperken in verschillende fasen van de ongevalsketen. (Uit: Van Nes & Duivenvoorden, 2017).
Een overzicht van veel voorkomende veiligheidsvoorzieningen staat in Tabel 8.2.
De volgende twee paragrafen geven een overzicht van de ontwikkelingen op, respectievelijk maatregelen voor actieve veiligheid en maatregelen voor passieve veiligheid met waar mogelijk een indicatie van de te verwachten veiligheidswinst. Daarna volgt een paragraaf over
zogenoemde Event Data Recorders (black boxes). De laatste paragraaf gaat kort in op de
ontwikkeling van zelfrijdende voertuigen. In Paragraaf 7.2.3 is informatie gegeven, voor zover bij ons bekend, over de penetratiegraden van de diverse systemen.
Tabel 8.2. Veiligheidsvoorzieningen die onveilige situaties of handelingen tijdens verkeersdeelname voorkomen.
Categorie Naam Afkor-
ting Beoogde werking
Voertuig-
controle Elektronische Stabiliteits-
controle
ESC Voorkomt dat een auto gaat slippen in een bocht of bij
een uitwijkmanoeuvre Lane Departure
Warning LDW Waarschuwt bij het onbedoeld overschrijden van de wegbelijning
Lane Keeping
Support LKS Grijpt in bij onbedoelde overschrijding van de belijning
Adaptieve
Cruise Control ACC Past automatisch de snelheid van de auto aan zodat de afstand tot de voorligger veilig is
Intelligente Snelheids- assistent
ISA Geeft informatie over snelheidslimiet, waarschuwt bij
snelheidsovertreding en/of grijpt in bij snelheids- overtreding
Automatic Emergency Braking
AEB Geeft een waarschuwing en remt automatisch om een
(kop-staart) botsing te vermijden. Sommige systemen herkennen ook voetgangers en/of fietsers
Ondersteunen bij waarnemen, interpreteren situaties
Emergency
Braking Display EBD Een noodrem signaal bestaande uit een snel knipperend lampje op het dashboard wanneer er hard geremd
wordt door de voorligger Lane Change
Assist LCA Dode hoek detectie bij het wisselen van rijbaan
Fatigue Warning
System -- Neemt afwijkingen waar van normale hersenactiviteit, van oogbewegingen of van rijgedrag (bijv. in combinatie
met smartcard) en waarschuwt of grijpt in Voorkomen van overtredingen en onveilig gedrag Electronic Vehicle Identification
EVI Lokaliseert en volgt een voertuig in het netwerk; kan
bijvoorbeeld gebruikt worden voor 100% pakkans bij snelheidsovertredingen
Gordel- verklikkers of Safetybelt reminders
SBR Auditieve waarschuwing wanneer er geen gordel
gedragen wordt Event Data Recorder/ Journey Data Recorder (black box)
EDR/JDR Registreert allerlei rijgedrag. Kan gebruikt worden voor zowel bestraffen (eventueel gekoppeld aan Automatic Policing) als belonen (bijv. via verzekeringspremies en daarnaast ook voor onderzoek naar rijgedrag.
Alcoholslot -- Controleert of de bestuurder teveel alcohol heeft
gedronken voordat de bestuurder kan gaan rijden
8.3.1 Actieve veiligheidsvoorzieningen
Preventie van ongevallen wordt in toenemende mate ondersteund door automatische systemen in voertuigen. Deze systemen bieden ondersteuning aan de bestuurder op mogelijk kritische momenten en bij momenten van onoplettendheid. Hierdoor wordt de kans op fouten door een bestuurder en daarmee op ongevallen verminderd. Deze paragraaf behandelt een aantal systemen waarvoor informatie over effectiviteit of penetratiegraad beschikbaar is. Elektronische Stabiliteitscontrole (ESC) is erop gericht te voorkomen dat controle over de besturing van het voertuig wordt verloren en deze in de slip raakt. Een auto met ESC is automatisch ook uitgerust met een antiblokkeersysteem (ABS) en tractiecontrole, of Anti Slip Regulatie (ASR). ESC is effectief in het voorkomen van zowel enkelvoudige als meervoudige
ongevallen. De World Health Organization (WHO, 2015) benadrukt dat ESC effectief is en
verplicht zou moeten zijn in alle auto’s. In Europa is ESC sinds 2014 verplicht in alle nieuwe auto’s. Buitenlandse studies schatten dat ESC tussen 30% en 62% van de dodelijke enkelvoudige ongevallen zou kunnen voorkomen (SWOV, 2010). Het is niet zeker of dat effect in Nederland ook zo groot is, gezien de al relatief veilige infrastructuur. Daarmee rekening houdend schatten Schoon, Reurings & Huijskens (2011) de effectiviteit van ESC voor de Nederlandse situatie conservatief in: een daling van 30% en 17% voor respectievelijk enkel- en meervoudige dodelijke ongevallen.
Ongevallen gebeuren vaak doordat er te laat, niet voldoende of überhaupt niet geremd wordt door de bestuurder. Een systeem dat hierop inspeelt en nog volop in ontwikkeling is, is het Automatic Emergency Braking (AEB) systeem. AEBS zorgt ervoor dat de bestuurder van een auto tijdig wordt gewaarschuwd en/of dat de auto automatisch remt op kritische momenten. De meest geavanceerde AEB-systemen kunnen voetgangers en fietsers detecteren. Sinds 2013 worden alle nieuwe vrachtauto’s standaard met AEB uitgerust. Uit verschillende studies blijkt dat AEB een positieve invloed heeft op de verkeersveiligheid. DaCoTA (2012) meldt een verwachte reductie van auto-ongevallen van 27%. Fildes et al. (2015) hebben data uit zes verschillende landen geanalyseerd op type ongeval en AEB-uitrusting bij lage snelheden. Uit de resultaten van hun onderzoek bleek dat voertuigen uitgerust met AEB voor lage snelheden 38% minder betrokken waren bij frontale botsingen vergeleken met vergelijkbare voertuigen die niet uitgerust waren met AEB.
Intelligent Speed Assistance (ISA) of Speed Support Systems zijn er in verschillende soorten en maten, van systemen die alleen de ter plaatse geldende snelheidslimiet in de auto laten zien tot systemen die de bestuurder waarschuwen als deze de limiet overschrijdt of systemen die actief ingrijpen om een limietoverschrijding onmogelijk maken. Deze systemen zijn vooral effectief voor het tegengaan van (onbedoelde) overschrijdingen van de snelheidslimiet. De relatie tussen snelheid en ongevallen is in algemene zin duidelijk; als de gereden snelheid op een bepaalde weg hoger is, neemt de kans op ongevallen toe en leidt een ongeval tot ernstiger letsel (SWOV, 2016a). Naarmate het systeem ingrijpender of dwingender is, is het effect op de snelheid en dus de verkeersveiligheid groter. Als alle voertuigen voorzien zijn van een verplichte, dwingende ISA- variant wordt naar verwachting 29% van de verkeersongevallen voorkomen (Lai, Carsten & Tate, 2012). SWOV heeft het effect van een informerende ISA geschat op een jaarlijkse reductie van 70 tot 90 verkeersdoden en tussen de 990 en1180 ernstig verkeersgewonden (Aarts, Eenink & Weijermars, 2014).