H OOFDSTUK 5: A PATHIE BENADERD VANUIT DE N ARRATIEVE EN
5.2. M YTHES OVER KLIMAATVERANDERING
5.2.4. M YTHE VAN K LIMAATRECHTVAARDIGHEID
Deze mythe hanteert een taal van moraal, rechtvaardigheid, transformatie en bevrijding en bouwt voort op het mensenrechten-‐discours vanuit een postkoloniaal perspectief. Het is een sterke aanklacht tegen de ecomodernistische mythe (Szerszynski, 2015).
In het mensbeeld van deze mythe wordt de mens gesitueerd als verantwoordelijk, relationeel en moreel wezen dat geneigd is tot het slechte en dient te streven naar het goede.
In het wereldbeeld van deze mythe wordt de mens onderdrukt door politieke en kapitalistische machtsstructuren en dient hij zich hier van te bevrijden. Klimaatverandering is een consequentie van mondiale onrechtvaardigheid: het wordt veroorzaakt door een kleine, welvarende bevolkingsgroep en treft grote populaties die hier nauwelijks aan hebben bijgedragen en zich hier het minst tegen kunnen verweren. Klimaatverandering wordt gezien als ‘the greatest opportunity to bring about justice and equality in the world’ (Hulme, 2009, p. 354). Rechtvaardigheid impliceert dat de actoren die klimaatverandering veroorzaken en de daaruit volgende schade creëren, aansprakelijk zijn voor betreffende schade.
perspectief dat de status quo in stand houdt; een teken van radicaal geheugenverlies m.b.t. de diepe ongelijkheid en gewelddadigheid van modernisering en de worstelingen die met het bestrijden van ongelijkheid en geweld zijn samengegaan (2015, p. 230).
Deze mythe is terug te zien in uiteenlopende praktijken binnen de politiek, wetenschap, rechtspraak, bedrijfsleven en sociale bewegingen. Het gaat om een spanningsveld van aanklagen, protest, hoop en overwinning. Daarnaast propageren religieuze leiders klimaatrechtvaardigheid, en wordt het steeds vaker afgedwongen via de rechtspraak.41
Deze mythes bevat elementen die apathie t.o.v. klimaatverandering kunnen versterken. Het kan dan leiden tot een ‘tyranical over-‐developed green super-‐ego’, morele superioriteit en martelaarschap (Randall, 2005). Het gevaar van deze houdingen is een verdere polarisatie en dualistisch denken: de goeden tegen de slechten, wij tegen zij. Het zichzelf in gevecht plaatsen met mondiale instituties, bedrijven en overheden, kan uitputting, cynisme en bitterheid in de hand werken.
Deze mythe bevat elementen die apathie t.o.v. klimaatverandering kunnen doorbreken. Het kan dienen als coping mechanisme van overbetrokken klimaatactivisten als reactie op een apathische, afwijzende, ontkennende samenleving (Randall, 2005). Het hoopvolle karakter sluit aan bij
zinbehoeften morele rechtvaardiging, eigenwaarde en gemeenschap.
5.2.5.
C
ONCLUSIEDe beschreven mythen van rechtvaardigheid, ecomodernisme, Apocalyps en verbondenheid met de natuur, hebben conflicterende mens-‐ en wereldbeelden in relatie tot klimaatverandering, en versterken dan wel bestrijden apathie in meer of mindere mate. Ze bestrijden apathie door het bevorderen van een gevoel van houvast en het bieden van richting en inspiratie in het denken over een andere wereld. Ze weerspiegelen de kracht en de zwakte van de mens, wijzen op gevaar en kansen en scheppen een idee van wat juist en onjuist handelen betekent. De aan apathie ten grondslag liggende ambivalente gevoelens van teleurstelling, verraad, verbittering, machteloosheid, spijt, schuld, angst en schaamte, krijgen een betekenis in de mythe en worden geïntegreerd in een groter, coherent verhaal. Ze worden omarmd, verklaard, gerechtvaardigd, gericht op de ander /het andere, de toekomst of het verleden, of omgebogen tot positieve emoties. Daarmee kunnen ze bijdragen aan het doorbreken van apathie.
41 Zo publiceerde Paus Franciscus onlangs een encycliek waarin hij politieke en levensbeschouwelijke
opvattingen over klimaatverandering uitbracht en daarmee een stevige maatschappij kritiek uitte (Frances, 2015). Klimaatrechtvaardigheid komt tot uiting in diverse initiatieven zoals een pelgrimage voor
klimaatgerechtigheid naar de klimaattop in Parijs en een hongerstaking voor klimaatgerechtigheid (Keenan, 2009). Wereldwijd lijken rechters een steeds prominentere rol te krijgen in de strijd tegen klimaatverandering, en klagen burgers in Nederland, België, de VS en Pakistan (succesvol) de regering aan tegen het falen van of ontbreken van een effectief klimaatbeleid (Tielbeke, 2016).
In de mythen van rechtvaardigheid, verbondenheid met de natuur en ecomodernisme, zijn
elementen te vinden die aansluiten bij een humanistische zingeving. Ze gaan uit van het goede in de mens als strevend wezen. Ze motiveren diverse praktijken, en bieden daarmee kansen tot het vervullen van zinbehoeften als doelgerichtheid, competentie, begrijpelijkheid, verbondenheid, transcendentie en morele rechtvaardiging. De mythe van het ecomodernisme sluit nog het meest aan bij de modernistsiche en liberale wortels van het humanisme en Van Praags geloof in de doorbraak van het menselijke, in creativiteit en scheppingskracht. De Apocalyptische mythe daarentegen sluit het minst aan bij een humanistsiche zingeving; het ontkent elke vorm van competentie, scheppingskracht, morele rechtvaardiging en doelgerichtheid. Het brengt geen liefde op voor de unieke mens; de mens wordt als abstracte categorie gediend in een fatalistisch
wereldbeeld waarin de mens gedoemd is tot (zelf-‐)vernietiging.
Toch zijn ze dubbelzinnig. De mythes ontsluiten enerzijds nieuwe horizonten, maar vullen deze tegelijkertijd in waarmee ze andere perspectieven uitsluiten. Ze zijn reacties op elkaar; ze claimen de eigen waarheid en morele juistheid, en veroordelen de zin, effectiviteit of juistheid van andere perspectieven en praktijken. Het risico is dat de mythe statisch wordt. Dit kan polariserend werken, een wij/zij – tegenstelling bevorderen. Als de oorzaak van apathie word begrepen als een gevolg van verstijving, een gevangen zitten in dualistisch denken, in afwijzing en veroordelen, uit het bezetten van de toekomst met absolute mens-‐ en wereldbeelden, dan kunnen deze mythes dus ook wel degelijk apathie in de hand werken. Het is dus wezenlijk dat er een dialoog tussen deze mythes op gang wordt gebracht. Hoe ziet een dergelijke dialoog eruit?