H OOFDSTUK 2: A PATHIE T O V KLIMAATVERANDERING
2.4. D E EXISTENTIËLE DIMENSIE VAN APATHIE
Volgens diverse auteurs heeft apathie t.o.v. klimaatverandering een existentiële en ontologische dimensie: (1) de vanzelfsprekende betekenisgeving m.b.t. wat het betekent om mens te zijn en een betekenisvol leven te leiden wordt ontregeld door klimaatverandering; (2) de urgentie en omvang van klimaatverandering en mogelijke gevolgen daarvan bedreigen alles wat waardevol is; (3) de grootschaligheid en abstractie van het probleem kan leiden tot een psychische verdoving waardoor de capaciteit om leven als waardevol te kunnen ervaren wordt bedreigd.
Lertzmans begrip van ‘environmental melancholia’ is gebouwd op de stelling dat klimaat-‐ en milleugerelateerde dreigingen traditionele zekerheiden opheffen, zoals de beschikbaarheid van schoon water, gezonde grond en biodiversiteit en daarmee barsten kunnen veroorzaken in de ideeën over wie we zijn, wat het betekent om mens te zijn in relatie tot de natuur, en wat we kunnen kennen (Lertzman, 2015, p. 12). Head stelt dat het fundamentele geloof van de moderniteit zal instorten (2016), dit geloof behelst dan ‘the unlimtied scope of human achievement, capacity to control the world around us, our belief in the power of knowledge in solving whatever discomfords us’ (Hamilton, 2010, p. 210). De ontdekking van klimaatverandering als hyperobject dat de
menselijke maat van plaats en tijd overstijgt, leidt volgens Morton tot een ‘being-‐quake’, een beschamende ‘fundamental shaking of being’ dat de mens zwak, kwetsbaar en nietig achterlaat. Het leidt tot een ‘traumatic loss of coordinates’, ofwel ‘ the end of the world’ (Morton, 2013, p.22). Zoals Doeland schrijft:
We kunnen klimaatverandering niet afbakenen, het heeft geen duidelijk einde of begin en strekt zich zo ver uit in tijd en ruimte dat het ons bevattingsvermogen te boven gaat. En toch
is het werkelijk en dringt het in ons door; wij zijn allemaal onderdeel van het hyperobject klimaatverandering. Maar hoe denk je over iets na waar je geen afstand toe kan bewaren en wat zich bovendien nauwelijks denken laat? (Doeland, 2013).
Dit begrip van apathie als een ervaring van existentiële ontregeling zal in hoofdstuk 4 verder worden uitgewerkt.
Diverse auteur schrijven hoe apathie ten opzichte van klimaatverandering kan resulteren tot psychische verdoving: de afname van de intensiteit van onze gevoelens t.o.v. grootschalige
problemen (Macy & Brown, 1999; Slovic, 2012; Norgaard, 2011). De grote schaal waarop huidig en toekomstig lijden als gevolg van klimaatverandering plaatsvindt en plaats zal vinden, vormt hierbij een grote uitdaging. Psychische verdoving vindt plaats wanneer mensen zich in het begin ernstig zorgen maken, maar wanneer dit afneemt met elke toevoeging van lijden. Dit kan leiden tot een vorm van verdoving waarin alles wat voor ons van waarde is, ineenstort: een ‘collapse of
compassion’. Als het over grote aantallen gaat, is men dan niet langer in staat om de mens te
visualiseren achter het getal en hier een emotionele respons op te ontwikkelen. Een dergelijk gebrek aan emotie is dan gevaarlijk: “When it becomes emotionless, you’re not motivated to do anything about it; you’re completely numb.” (Michel-‐Kerjan & Slovic, 2010, p. 45-‐46). Deze verdoving is niet alleen gebonden aan het individu, maar legt ook een tijdsgeest van verdoving bloot. Norgaard borduurt verder op het werk van historisch psycholoog Robert J. Lifton die schrijft over de psychische effecten van leven in een tijd met nucleaire dreiging, een tijd die hij de ‘age of numbing’ noemt (Lifton, 1993, p. 210). Het gaat dan volgens hem over het leven van een absurd dubbelleven, waarin we weten dat we elk moment als mensheid kunnen worden vernietigd, maar intussen leven alsof er geen dreiging bestaat. Volgens Lifton beïnvloedt deze absurditeit substantieel ons denken, voelen, identiteit, gevoel van empowerment, politieke verbeelding en moraliteit. Hij schrijft: ‘If at any moment nothing might matter, who is to say that nothing matters now?” (Lifton, 1993, p. 23). De existentiële betekenisgeving is dan in het geding: zinloosheid, nihilisme en betekenisloosheid dreigen. Het is opvallend dat deze conceptualisering van psychische verdoving in relatie tot
klimaatverandering, voornamelijk een respons op menselijk lijden betreft. Hoe verhoudt dit zich tot bicode, de vernietiging van leefsystemen en geocide, de vernietiging van de planeet aarde? Dit begrip moet dan ook worden opgerekt naar het verlies van het toekennen van waarde en compassie voor alle leven.
2.5.
C
ONCLUSIEIn dit hoofdstuk is apathie geduid als een scala aan inactieve houdingen t.o.v. klimaatverandering: het negeren, ontkennen, goedpraten en relativeren van de problematiek en het zich verzetten tegen het idee hier zelf een rol in te spelen. Aan de hand van diverse psychologische, sociologische en filosofische argumenten heb ik laten zien dat apathie moet worden begrepen als een
overweldigende emotionele ervaring van angst, schuld en verlies, waarin men het niet uit kan houden met conflicterende perspectieven op de betekenis van het zelf en de wereld in relatie tot klimaatverandering. Apathie is niet alleen een toestand, maar evenzeer een actief proces dat op individueel en collectief niveau wordt geconstrueerd in verhalen en gesprekken, in een constante interactie tussen psychologische dimensies en de culturele, politieke en sociale context. Het ontregelt en bevraagt de essentie van onze identiteit en ons leven. Apathie kan leiden tot een ‘collapse of compassion’, waarin alle leven zijn waarde, betekenis en zin verliest. Apathie t.o.v. klimaatverandering gaat volgens deze sociologische, psychologische en psychoanalytische
benaderingen in essentie over een existentiële crisis van betekenisgeving en zingeving. Hoe wordt dit benadert vanuit levensbeschouwelijike kaders in het denken over zingeving en wat betekent dit voor het humanisme als levensbeschouwing?