• No results found

LOKAAL - Aanbevelingen op gemeentelijk niveau

In document Aandachtig Aansluiten (pagina 25-29)

Regie terug bij de burger –standaard gebruik van de crisiskaart

Toelichting: Een crisiskaart is een persoonlijk documentje waarop staat hoe iemand, met psychiatrische problematiek, in een crisissituatie opgevangen wil worden. Het is een soort gebruiksaanwijzing voor omstanders en hulpverleners zodat ze weten wat ze moeten doen als een crisis dreigt. De cliënt heeft van te voren goed nagedacht over hoe hij het liefst opgevangen wordt en heeft dat op de kaart beschreven. Met de crisiskaart houdt de cliënt de regie over behandeling, medicatie en maatregelen in zijn/haar persoonlijke omgeving

ten tijde van een dreigende crisis. De crisiskaart past opgevouwen in een portemonnee zodat de persoon de kaart altijd bij zicht kan dragen.

In de regio Gelderland-Zuid is Pro Persona de verantwoordelijke instelling die de crisiskaart aanbiedt. De financiering van de crisiskaart gebeurt vanuit de reguliere Behandel-DBC. In het kader van het terugvalpreventieplan zou de crisiskaart een concreet standaard onderdeel van de behandeling dienen te zijn.

De herstelgedachte - het versterken van zelfregie - bij de psychisch kwetsbare burger is de basis van de crisiskaart. Het stelt de burger in staat om in de ‘lead’ te zijn, ook als hij in een toestand verkeert waarin hij zijn zorgbehoefte niet meer goed kan uitleggen. Deze gedachte past ook uitstekend aan bij de eigen kracht - visie van gemeenten in Gelderland-Zuid.

 Het gebruik van de crisiskaart vraagt nog om een behoorlijke investering in de netwerksamenwerking in Gelderland-Zuid als continuïteit van gebruik goed van de grond wil komen.

 Dit zal enerzijds te maken hebben met de keuze van middelen die door Pro Persona hiervoor beschikbaar worden gesteld. Het zal anderzijds samenhangen met veel meer bekendheid van de crisiskaart bij samenwerkingspartners.

 Vanwege de huidige geringe bekendheid is momenteel helaas ook sprake van een beperkt draagvlak. In de werkpraktijk van Gelderland-Zuid is de tool nog onvoldoende een standaard maar levert veel op als dit wel de standaard gaat worden.

 Een belangrijke aanbeveling is om in 2017 een pilot te starten ten behoeve van de standaardisering van het gebruik van de crisiskaart in de netwerksamenwerking.

 De crisiskaart zou in de dagelijkse werkzaamheden van de partners uit de 1ste of de 2e

Waakvlam contact

Advies & Verbeterplan - Gelderland Zuid 20161110 kring, zoals politie, ambulancezorg, huisartsen, POH – GGZ tevens zeer concrete

handvatten voor de aanpak bieden. Zo kunnen die professionals naar de crisiskaart vragen en rekening houden met de wijze van opvang en het vervolg.

De ervaringen met de crisiskaart zijn zeer waardevol, geven ervaringsdeskundigen o.a.

werkzaam als crisiskaartconsulent aan. Psychisch kwetsbare burgers die een crisiskaart ingevuld hebben ervaren dat er beter naar hen geluisterd wordt, ze voelen zich daardoor ook veiliger, meer serieus genomen. Afspraken in de crisiskaart komen in dialoog tussen de crisiskaart-houder en het netwerk (van familie tot aan behandelaar) tot stand, want door middel van de dialoog wordt mede de kaart gevuld.

De kaart draagt bij aan het individuele acceptatieproces, de-stigmatisering en bij het individuele verwerkingsproces. De begeleiding van het proces met een ingevulde crisiskaart als resultaat, wordt bij voorkeur gedaan door een ervaringsdeskundige.

Een kanttekening bij de crisiskaart: Deze is nu nog niet geschikt voor gebruik bij een psychisch kwetsbare persoon met een verstandelijke beperking, of een dubbel-diagnose al wordt dit incidenteel wel gedaan.

 Met betrekking tot de middelen valt, zoals gezegd, de financiering nu onder de reguliere Behandel DBC. Als een behandeling is afgerond zou de crisiskaarthouder, in het kader van continuïteit van zorg, gebaat zijn met een regulier vervolg.

 De crisiskaart vraagt om een (half)jaarlijks update en dat geldt ook voor mensen die niet meer in behandeling zijn. Immers juist dan is het voor het netwerk (dat vroeg signaleert) zo van belang dat afspraken op de kaart kloppen. Dit reguliere vervolg is nog niet van de grond gekomen.

 Voor de halfjaarlijkse up-date die buiten de behandeling valt, kan gedacht worden aan de rol van de huisarts, de POH GGZ of een mantelzorger om halfjaarlijks hierover in gesprek te gaan.

Een ander zelfhulpinstrument waar positieve resultaten over bekend zijn, is de WRAP methodiek:

WRAP (Wellness Recovery Action Plan) is in 1997 ontwikkeld door Mary Ellen Copeland, vanuit haar ervaring met psychische ontwrichting. Het is een niet-diagnose gebonden zelfhulpinstrument dat mensen ondersteunt bij hun herstelproces. WRAP is in de VS onderzocht met positieve resultaten op belangrijke aspecten van herstel. Het biedt de gebruiker een gereedschapskoffer om je beter te voelen, met daarbij zes actieplannen. In acht bijeenkomsten van 2,5 uur maken de deelnemers samen met twee ervaringsdeskundigen - die zijn opgeleid tot WRAP facilitator - een begin met een eigen WRAP. Zij vullen hun actieplannen aan met passend ‘gereedschap’ zoals dagelijks

onderhoud, triggers, vroege waarschuwingstekens, signalen van ontsporing, crisis en post-crisis. Alle actieplannen geven antwoord op de hoofdvraag: wat heb ik wanneer nodig om me goed of weer beter te voelen? De uitwisseling van ideeën en het vinden van (h)erkenning en wederzijds begrip in groepsverband dragen bij aan het hervinden van eigen mogelijkheden.

Deze methodiek wordt in de regio Gelderland-Zuid aangeboden door de RIBW Nijmegen &

Rivierenland.

Altijd methodische regie bij intensivering vangnet zorg en snelle toeleiding naar zorg

De casusanalyse heeft duidelijk gemaakt dat het methodisch regie voeren over een zorgtraject, niet standaard uitgevoerd wordt door één vaste partij. Het blijkt altijd maatwerk en casusafhankelijk te zijn om te beslissen wie het best de regie kan voeren.

De vraag echter naar ‘wie de regie heeft’ dient zich vaak pas aan als een burger dreigt te decompenseren en dat is eigenlijk te laat. Een planmatig samenwerken door organisaties gebeurt in de huidige werkpraktijk daardoor nog onvoldoende.

 Een uitwerking van een zogenaamd kwaliteitskader ‘regie’ (zelfregie en professionele regie) en betere spelregels bij de uitvoering ervan zijn nodig, inclusief het gebruik van de crisiskaart. Continuïteit van zorg is dan namelijk beter verzekerd, ook wanneer overdracht tussen zorgniveaus/professionals plaatsvindt.

 Een gemeenschappelijke regie-toolset waaraan wordt gedacht bestaat uit:

o Eén Triage-instrument;

o Standaard gebruik van de crisiskaart

o Eén methode van ‘scenario-denken’ bij dreigende impasse in de gezamenlijke aanpak (BOB);

o Gestandaardiseerde afspraken over wijze van terugkoppeling van inzet/inspanning  weten dat er iets is gedaan in plaats van weten wat er is gedaan

o Kennis van het juridische perspectief; een gemeenschappelijk juridisch zakmes o Een calamiteitenpotje

 Al de gemeenten in Gelderland-Zuid worden opgeroepen om de functie van de regie (-toolset) goed te borgen in hun lokale netwerk en organisaties aan te spreken op planmatig samenwerken. Voor kleinere gemeenten kan de schaalgrootte wellicht meespelen bij het beleggen van deze functie en zou overwogen kunnen worden hiervoor één procesregisseur voor meerdere gemeenten te laten werken.

Advies & Verbeterplan - Gelderland Zuid 20161110 Een aantal gemeenten heeft deze regiefunctie al expliciet belegd bij professionals die in

dienst zijn van de gemeente. Te denken valt aan de rol van de regisseur Multi-Probleem-Huishoudens in de gemeente Tiel en de procesregisseurs bij regieteams in de gemeente Nijmegen. In deze werkwijze is geborgd dat door de regisseur wordt doorgepakt als partijen rond een kwetsbare burger er samen niet uitkomen om passende zorg te realiseren. De regisseur hakt knopen door, heeft een korte verbinding naar de verschillende domeinen/afdelingen binnen de gemeente en brengt samenwerkingspartners in gesprek en op 1 lijn voor de aanpak. Zo is ook de hulplijn naar specialistische zorgverleners (zoals verslavingszorg en de GGZ) kort.

 Een aandachtspunt met betrekking tot de rol van de regisseur bij casuïstiek in het sociaal domein, vraagt in samenwerking met behandelaars GGZ of Verslavingszorg (van FACT teams) wel nog zorgvuldige aandacht:

o In de praktijk blijkt de definitie van regie, met bijbehorende verantwoordelijkheden in zorg naar een patiënt of cliënt, nog regelmatig tot de zogenaamde Babylonische spraakverwarring. Dit terwijl de bedoeling van al de betrokkenen is om passende zorg te realiseren.

o Naar aanleiding van de casusanalyse met professionals, heeft het delen van de regie-inzichten opgeleverd dat een paar zorgmanagers van FACT-teams in de regio Nijmegen hierover met hun professionals in gesprek zijn gegaan. Zo wordt stap voor stap de beweging ingezet naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor passende ondersteuning en zorg. Het is belangrijk om de komende periode dit gesprek in openheid te blijven voeren en ook wederkerig feedback op te halen door GGZ en Verslavingszorg en regisseurs uit het sociaal domein.

 Bij escalatie blijkt naderhand al vaak een voorgeschiedenis waarin niet goed is doorgepakt, geven zorgprofessionals aan. Er wordt al samengewerkt door ambtenaren zorg en veiligheid binnen gemeenten, maar als het erop aankomt bij heel moeilijke cases ook weer niet; de oproep is dit regelmatig te evalueren en op die manier scherp te krijgen wat hiervoor nodig is?

SUB-REGIONAAL – Regio Rivierenland en Regio Nijmegen

Zorg voor een goede informatievoorziening naar gemeenten zodat gemeenten kunnen sturen

 Een goede informatievoorziening is nodig van zorgpartijen naar gemeenten over:

wachtlijst, instroom, doorstroom en uitstroom.

 Gemeenten willen (tijdig) kunnen meedenken bij knelpunten in beschikbaarheid van relevante zorg.

 Onwenselijk is echter wel als zorgorganisaties belast worden met nog meer administratieve lasten door een informatievoorziening naar 16 gemeenten in Gelderland-Zuid.

 De centrale vraag die het project onder de aandacht wil brengen is om: ‘Need to know en Nice to know’ goed uit te werken en dit op een sub-regionaal niveau te organiseren.

Neem belemmeringen weg ten aanzien van het privacy-beleid bij het delen van de eerste signalen

Juist in het kader van snel toeleiden naar zorg of het intensiveren van de zorg, doen zich nog te vaak belemmeringen voor op het gebied van informatie delen is tijdens de casusreflectie duidelijk geworden. Ook hiervoor geldt dat het belangrijk is dat het privacy-thema - met een goede analyse van de ruimte en kaders voor professionals op het sub-regionale niveau - nog een keer scherper moeten worden uitgewerkt en geïnstrueerd.

 De Handreiking Gegevensuitwisseling in de bemoeizorg dient daarom ook beter bekend te zijn bij gemeenten zodat zij in hun sturing op een sluitende aanpak deze kaders aan netwerkpartners kunnen meegeven. Het is daarbij belangrijk dat op sub-regionaal niveau duidelijke afspraken worden gemaakt, vastgelegd en gecommuniceerd tussen gemeenten, de GGZ, Verslavingszorg en de VG-Sector en Bijzondere Zorg.

 De zorgverzekeraar zou graag op basis van de voorbeelden uit de praktijk terug horen waar de handreiking nog tekort schiet bij de samenwerking tussen professionals van verschillende sectoren.

 Een betere samenwerking tussen verschillende partijen kan worden gestimuleerd als professionals meer actuele kennis hebben van de (professionele) ruimte binnen de bestaande wetgeving om informatie te delen. Van professionals werkzaam in het

Advies & Verbeterplan - Gelderland Zuid 20161110 domein zorg en veiligheid mag ook verwacht worden dat zij hun (wettelijke)

bewegingsruimte goed kennen. Eventueel vraagt dit van de organisaties dat zij hun medewerkers daar nog eens goed in scholen.

 Minstens zo belangrijk is ook het besef bij de professional dat je niet alles met elkaar hoeft te delen (politie hoeft helemaal niet te weten welke diagnose iemand heeft) als de neuzen maar dezelfde kant op staan, ook al draag je een andere pet. Hier gaat het om goed hulpverlener schap en waarbij je soms minder geplaveide paden bewandelt.

Samenwerken vanuit het sociaal medisch model

Een herhaalde uiting naar de GGZ is dat er nog teveel vanuit een medisch model wordt gekeken naar de vraag van een patiënt. De oproep uit het sociaal domein naar de GGZ is meer wijkgericht en zonder schotten samen te werken.

 Kom vanuit een meervoudig perspectief tot de juiste aanpak.

 Werk MEER SAMEN en los meer samen dan zelf dingen op.

 Ook in het licht van deze oproep zou het gebruik van de crisiskaart een waardevolle aanvulling kunnen zijn, zowel vanuit het perspectief van de psychisch kwetsbare burger als vanuit zijn dagelijkse omgeving.

Het aansprakelijkheidsgevoel kan sterk drukken op GGZ professionals

 Het gevoel van ‘aansprakelijkheid’ kan bij ernstige problematiek sterk drukken op de behandelaars FACT. Dit wordt in het professioneel netwerk onvoldoende gezien.

 Dit leidt soms tot een terugtrekkende beweging van de samenwerking met de netwerkpartners. Klachten kunnen hulpverleners verlammen. Een combinatie van het gevoel van een te hoge werkdruk door verwachtingen waar niet aan voldaan kan worden.

 Organiseer meer steun (en de vraag is dan ook hoe?) aan professionals op het thema aansprakelijkheid / klachten / professioneel handelen.

Time-out plekken weer terug als voorziening

Voorheen konden mensen vragen om een vrijwillige opname en een time out krijgen binnen de GGZ. Dit kan bijna niet meer. Hierdoor moet een situatie vaak eerst uit de hand lopen voordat er een aanbod komt.

Afbeelding 9, gebruikt tijdens scholingsavond okt.’16 - Acute Zorg Oost-Nederland

‘We vertellen het verhaal over de familie Akker. Het betreft een gezin met drie kinderen.

Het gezin, familie Akker, woont in een gewone wijk in de stad. Moeder Merel kampt regelmatig met depressie en angsten. Zij is onder behandeling binnen de psychiatrie. […]

Moeder Merel is zeer ambivalent t.a.v. de hulpverlening (GGZ), maar vader Jaap is ronduit afhoudend/afwerend. De thuissituatie en de psychische gezondheid van Merel maken dat zij zich niet goed raad weet met zichzelf en de zorg voor haar zoontje Milo. Zo lukt het Merel ook niet om zich af te

grenzen richting haar dochter.[…]

De familie Akker wordt door de GGZ ter sprake gebracht in het regieteam-overleg. Daarin zitten meerdere hulpverlenende instanties aan tafel waaronder ook jeugdhulpverlening, politie en het maatschappelijk werk. In dit overleg wordt afgesproken dat de GGZ hulp inschakelt bij Entrea voor opvoedingsondersteuning. […] Omdat meerdere interventies geen doorgang vinden wordt op een gegeven moment het gezamenlijke besluit genomen dat de GGZ melding doet bij Veilig Thuis gezien de

zeer ongezonde leefsituatie voor m.n. het jongste zoontje. Wanneer Veilig Thuis informatie opvraagt komt het item “beroepsgeheim” naar voren. De werkafspraak wordt gemaakt dat Veilig thuis geen info

vraagt en krijgt over toestandsbeeld van Merel. Zodoende kan de weg open worden gehouden om het kleine lijntje wat er is tussen Fact en Merel in stand te houden.[…]’

Advies & Verbeterplan - Gelderland Zuid 20161110 Meer alternatieve werkmethoden naast drang en dwang uitproberen

De oproep van meer drang/dwang bij volwassenen als ‘schijnbare indruk’ dat aandacht is voor de (ernstige) problematiek van de kwetsbare burger is misleidend, geven professionals uit de GGZ aan. Een Rechterlijke machtiging is ook beperkt.

Overigens is een nieuwe Wet Verplichte GGZ aanstaande. In het conceptvoorstel voor de Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg staat dat verplichte zorg meer op maat gegeven moet kunnen worden. Bijvoorbeeld door iemand buiten een instelling verplichte begeleiding te geven, aan huis of in een polikliniek. De nieuwe wet is veel meer gericht op het voorkómen van verplichte zorg en het kiezen voor minder dwang.

 Er wordt door professionals een oproep gedaan tot meer of een andere samenwerking, het aanboren mogelijkheden binnen het eigen netwerk / familieberaad.

 Vanuit het cliëntperspectief wordt de methodiek van zelfhulpgroepen aangedragen waarin op basis van de herstelvisie de kracht en de context van de psychisch kwetsbare burger centraal staat.

 Een ander idee is te regelen dat een zgn. straatteam (een drietal van een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, een wijkverpleegkundige en een OGGZ wijkagent) op E33 meldingen af kan gaan. In nauw contact met de expertise van de beide interventieteams in de twee regio’s (waarin verslavingsarts/psychiater zitting nemen) kan een beoordeling en snelle toeleiding naar zorg plaatsvinden. Als Quick-win zou dit als pilot in een paar gemeenten in Gelderland-Zuid kunnen worden opgestart.

 De zogenaamde E33 meldingen waarmee de politie incidenten van verward gedrag in haar registratiesysteem codeert, zouden hiervoor een bepaalde periode op basis van een samenwerkingsovereenkomst in dit zgn. straatteam kunnen worden besproken.

En dienen als startpunt voor actie.

In document Aandachtig Aansluiten (pagina 25-29)