• No results found

6.3 Opvallende indrukken

6.3.2 Locatie

Ongeveer de helft van de 40-urige studieweek bestaat uit hoor- en werkcolleges die plaatsvinden op de faculteit. De rest van de tijd bepalen wiskundestudenten zelf waar ze studeren. Waar doen ze dat, waarom en hoe bevalt dat?

Figuur 6.28: Waar wiskundestudenten het prettigst studeren. Gegevens uit de vragenlijsten. Thuis is veruit de meest favoriete studielocatie, maar ook de rustige locaties op de universiteit, namelijk de bibliotheek en studieplekken, worden gewaardeerd. Rust is de meest opgegeven reden voor de keuze van een studielocatie. Dit is opvallend, gezien het feit dat de door mij ondervraagde wiskundestudenten ook roemen op de voordelen van samenwerken (zie paragraaf 6.3.1).

Figuur 6.29: Oorzaken waardoor het ergens prettig studeren is. Gegevens afkomstig uit de vragen-lijsten. N.B. In de vragenlijst waren geen antwoorden voorgedrukt, waardoor studenten veelal maar ´e´en reden opgegeven hebben.

Een breder beeld van de voor- en nadelen van de verschillende studielocaties geven de interviews: ‘Huiswerk maak ik voornamelijk thuis. Na college ga ik het liefst direct naar huis om daar huiswerk te maken. Dan kan ik op m’n eigen kamer werken met m’n eigen spulletjes. Ik moet een flink eind reizen naar m’n moeder in Hazerswoude en dat heb ik liever vast gehad, voordat ik sommen ga maken. Tijdens tussenuren maak ik wel huiswerk op de faculteit, samen met medestudenten. We zitten dan in de kantine. Iedereen maakt z’n eigen sommen en als we iets niet weten of iets niet snappen, dan vragen we het aan de anderen die er zitten; of ze het uit kunnen leggen of kunnen laten zien hoe ze het zelf gedaan hebben. Je krijgt niet direct het antwoord, want daar heb je niets aan.’ - Sanne

‘Als ik thuis werk en ik loop tegen een lastige opgave aan, dan ga ik eerst de theorie doorlezen. Als het dan nog niet lukt, dan ga ik iemand bellen. Als dat niet kan omdat het erg laat is, dan laat ik het op dat moment zitten. Als ik op de faculteit met zo’n opgave bezig zou zijn, zou ik naar iemand toegaan en het vragen, maar dat heb ik eigenlijk nog nooit gedaan.’ - Jacob ‘Ik werk vaak in m’n eentje. Ik weet dat dat niet goed is, dat je beter met meerdere mensen samen kunt werken. Soms werk ik op de faculteit aan mijn huiswerk. Dan kan ik bij docenten binnenlopen als ik niet verder kom. Ik heb dan wel een idee waar ik naartoe wil, maar ik zie dan bijvoorbeeld niet wat ik daarvoor kan gebruiken. Met wat uitleg van de docent kan ik dan weer verder.’ - Harm

‘Thuis voel ik me sneller oncomfortabel als een opgave niet lukt dan tijdens werkcollege op de faculteit. Op college vraag ik het sneller aan iemand of laat ik de opgave liggen tot later. Als ik iets niet snap vind ik dat pas vervelend als ik er te lang mee doorga. Op college komt ga ik niet te lang door omdat er mensen om me heen zitten of omdat ik aan het luisteren ben naar de uitleg en de docent is alweer verder. Ik heb dan minder tijd om te gaan nadenken over wat ik voel, over dat ik het irritant vind dat het niet lukt. Thuis ga ik langer door.’ - Wendy ‘Als ik thuis mijn huiswerk maak, kan ik het niet aan iemand anders vragen, maar op de faculteit ga ik vaak naar een medestudent of een docent toe als een opgave niet lukt. Ik zeg dan ‘dat stukje lukt me niet, hoe moet ik dat doen?’ of ‘geef me een hint’. Als het me een beetje uitgelegd is, dan blijkt het minder ingewikkeld te zijn dan ik dacht en dan vind ik het ook wel leuk. Ik vraag me dan wel af waarom ik me zo druk maak als het een keertje niet lukt.’ - Gonny

‘Als ik in mijn eentje ben, dan denk ik sneller dat andere mensen me dom zullen vinden. Als er andere mensen om me heen zijn, dan blijven ze gewoon normaal tegen me praten, dus dan heb ik die indruk niet zo snel.’ - Thomas

Doordat mijn vraagstelling tijdens de interviews gericht was op de gevoelsbeleving van wiskunde-studenten, geven de studenten in bovenstaande uitspraken concrete voorbeelden van hoe voor hun de locatie en het wel of niet alleen werken invloed heeft op de beleving van het wiskundestuderen. In grote lijnen ervaren studenten voordelen van de aanwezigheid van anderen op momenten dat ze tegen een probleem aanlopen bij het bestuderen van de stof. Toch zijn studenten geneigd alleen te studeren, thuis. Als redenen worden genoemd: rustig, geen afleiding, alle spullen (boek, dictaat, computer) bij de hand, comfortabele omgeving (warm, kopje thee, zacht bed).

Samenvatting

Wat wiskundestudenten zeggen over studielocaties Studiegedrag

• Studeren waar anderen zijn heeft een positief effect op de vorderingen van het huiswerk en/of het bestuderen van de stof.

• Vragen kunnen stellen wordt vaak genoemd als voordeel van studeren op de faculteit. • Wiskundestudenten geven de voorkeur aan een rustige plek, waar ze goed na kunnen

den-ken en alle benodigde materialen bij de hand hebben, ondanks de voordelen van studeren met anderen in de buurt.

Affectie

• Studenten die (soms) last hebben van negatieve gedachten en gevoelens tijdens het doen van wiskunde, ondervinden daar op de faculteit vrijwel geen hinder van, in tegenstelling tot thuis. Dit komt onder andere door de mogelijkheid vragen te stellen.

• Aanwezigheid van anderen kan ook juist leiden tot negatieve ervaringen, bijvoorbeeld als zij de stof sneller begrijpen.