• No results found

Library WinCC Explorer

In document PCS7 & Route Control (pagina 56-61)

Afstudeerverslag versie 1.0 “PCS7 & Route Control”

52

52

Bijlage 9 Route Control interfaces

In de CFC chart worden verschillende Route Control interfaces gekoppeld aan functie blokken. In deze bijlage worden de interfaces voor Route Control verder toegelicht.

Configuratie interface

De RC_IF_CFG wordt voor elke AS geïnstalleerd in een CFC chart. Via de ingangen krijgt de interface de parameters van de AS en van de Route Control server binnen. De interface maakt het mogelijk om systeem blokken van de Route Control Library op te roepen in de AS. De functie blokken van Route Control die nodig zijn voor het uitvoeren van Route Control worden vanuit de blokken in de AS opgeroepen.

Communicatie AS-AS

De interface RC_IF_XC_DIAG geeft gedetailleerde informatie van de status van AS-AS connecties. Deze interface wordt één keer per AS geïnstalleerd en wordt aangesloten aan de interface RC_IF_CFG.

Control elementen interfaces

CE-interfaces worden in de CFC chart gekoppeld aan actuators functie blokken. Door het koppelen van de control element interfaces kunnen de actuators door de Route Control programma bestuurd worden.

RC_IF_VALVE

Als een klep in een route wordt gebruikt zal deze geactiveerd worden door de interface RC_IF_VALVE. De RC_IF_VALVE blok wordt aangesloten aan een klep functie blok.

RC_IF_MOTOR

Dit interface blok wordt gebruikt bij motoren met twee statussen, namelijk aan of uit. Deze interface wordt gekoppeld aan een Motor functie blok. Als de motor in de route gebruikt wordt zal dit

geactiveerd worden door de Route Control interface. RC_IF_MOT_REV

Deze interface wordt gebruikt tussen een bidirectioneel motor, een Uitgang status en de route systeem. Als de motor in een route gebruikt wordt, zal deze geactiveerd worden conform de aansluitingen in de route. De feedback van de motor wordt ook geëvalueerd.

RC_IF_ MOT_SPED

Deze interface wordt gebruikt tussen een dual-speed motor (fast, slow en OFF) en de route systeem. RC_IF_VAL_MOT

Deze interface wordt gebruikt tussen een motorisch geactiveerde klep en de route systeem. RC_IF_USER_CE

Afstudeerverslag versie 1.0 “PCS7 & Route Control”

53

53

Sensor elementen interfaces

Sensor elementen zijn passieve elementen voor de route besturing in Route Control en geven de status van het element zonder deze aan te sturen.

RC_IF_SENSOR

Dit interface blok wordt geplaatst tussen een binaire sensor en de route systeem. RC_IF_CONDUCT

Deze interface blok wordt geplaatst tussen een analoog sensor en de route systeem. De real value van deze analoge sensor wordt in vier stappen weergegeven. Als de sensor in een route gebruikt wordt, zal de feedback geëvalueerd worden volgens de connecties die gemaakt zijn in de route. De RC_IF_CONDUCT kan 4 discrete statussen weergeven. De vier signalen zijn handig om bij het meten van geleidingsvermogen in de pijpleidingen te gebruiken. Het kan ook gebruikt worden bij het weergeven van water, materiaal, zuur en basis.

RC_IF_USER_SE

Deze interface blok wordt gebruikt bij een sensor die door de gebruiker wordt gedefinieerd. Parameter elementen interfaces

Parameter elementen definiëren setpoints en toont een werkelijke waarde. RC_IF_VOLUME

Deze interface blok is een volume parameter bij een dosering. De parameter element wordt gebruikt om de setpoint te specificeren. De actuele waarde van de parameter wordt alleen gebruikt voor visualisatie in de Route Control Center. Als de parameter element in een route gebruikt wordt, dan wordt de setpoint als uitgang genomen volgens de connecties die gemaakt zijn in de route.

RC_IF_TIMER

Deze interface blok is een parameter element voor een time value. De parameter element

specificeert de setpoint. De actuele value van de parameter wordt alleen gebruikt voor de visualisatie in de Route Control Center.

RC_IF_USER_PE

Deze blok is een parameter element voor een volume waarde. De parameter element bepaald de setpoint en de actuele waarde wordt gevisualiseerd in de Route Control Center.

RC_IF_LE

De interface RC_IF_LE zorgt voor het opslaan van linking elementen. Linking elementen worden gebruikt om de status weer te geven van een route systeem.

Afstudeerverslag versie 1.0 “PCS7 & Route Control”

54

54

Route activeren interfaces

Voor het activeren van routes worden enkele Route Control interfaces gebruikt en ook hulpmiddel interfaces.

RC_IF_ROUTE

Deze blok is de centrale interface van een route. Dit blok is gekoppeld aan een Route Control

Faceplate, die te zien is in de PCS7 OS afbeelding. In deze blok worden de volgende taken uitgevoerd: o Bepalen van route parameter (b.v. Source, Destination, Via, mode, materiaal)

o Starten, holding en beëindigen van materiaal transport o Setpoints definiëren voor het monitoren van tijden o Dynamische setpoints bepalen

RC_IF_ENCODER

Converteert de 32-binary signalen naar een 32-bit output value RC_IF_DECODER

Converteert de 32-bit input value naar een 32-bit output value Route Control SFC interfaces

De RC_IF_SFC interface wordt gekoppeld aan de interface RC_IF_ROUTE. De RC_IF_SFC is de instance van een SFC TYPE. De RC_IF_ROUTE kan daardoor bestuurd en gecontroleerd worden door een SFC type.

Route Control Remote elementen

De remote elementen worden gebruikt als er meerdere CPU’s in een project gebruikt worden. Bij de master CPU worden de Remote elementen bijgevoegd en hetzelfde wordt ook bij de slave gedaan. Doormiddel van deze remote elementen kunnen de master en de slave met elkaar communiceren.

Afstudeerverslag versie 1.0 “PCS7 & Route Control”

55

55

Bijlage 10 Route Control Engineering

Afstudeerverslag versie 1.0 “PCS7 & Route Control”

56

56

In document PCS7 & Route Control (pagina 56-61)