• No results found

2. Lesopdracht: “Maak zelf een hoorspel”

2.6 Les 6: Presentaties hoorspelen

In de laatste stap van deze opdracht presenteren de leerlingen hun hoorspel. Elk groepje zal een inleiding geven waarbij de keuze voor het thema duidelijk wordt. Hierna laten ze het hoorspel horen, gevolgd door een argumentatie voor de gebruikte semiotische middelen. Het presenterende groepje moet het publiek kunnen betrekken en gepast kunnen antwoorden als het publiek vragen stelt. Ze sluiten af met een zelfevaluatie waarbij ze beschrijven wat er minder goed en beter is gelukt in het proces.

Leerlingen zullen voor deze presentatie zichzelf en hun eigen proces kritisch moeten benaderen. Ze kunnen zelf aangeven wat hun sterke punten zijn en welke vaardigheden nog wat extra training nodig hebben. Ze gaan door de presentatie eigenlijk zelf op zoek naar welke 21st century skills ze hebben

ontwikkeld door de opdracht te maken. Dit onderstreept het belang van de vaardigheden voor de leerlingen waardoor ze volgens de zelfdeterminatietheorie gemotiveerd zullen zijn om de vaardigheden verder te trainen.

29

Conclusie

De lesopdracht behelst meerdere, de ene wat opzichter dan de andere, 21st century skills. De leerlingen

trainen doorheen de lessen namelijk kritisch en probleemoplossend te denken, samen te werken, te communiceren, creatief te zijn, ICT-vaardigheden en na te denken over burgerschap. De vaardigheden aan de leerlingen aan te leren is gebaseerd op de zelfdeterminatietheorie. Die theorie is ten eerste terug te vinden in de keuze voor de opdracht. De leerlingen zullen meer (intrinsiek) gemotiveerd zijn om een opdracht te vervolledigen die buiten het evidente lesgeven ligt. Ten tweede draagt de uitleg van de opgave waarbij de doelen van de opdracht en de werkwijze ervan duidelijk gecommuniceerd worden bij tot de vorming van de intrinsiek motivatie. Hierbij helpen ook de rubrics en tussentijdse deadlines waarop ze feedback geven en krijgen. Hierdoor krijgen de leerlingen een idee van welke richting ze opgaan maar ook waarom ze dat doen. De schema’s rond het hoorspelscript en de semiotische middelen dienen eveneens richting te geven. De leerlingen hoeven die schema’s niet volledig te volgen maar kunnen ze raadplegen wanneer hun proces vastloopt. Het zijn dus ondersteunende schema’s zodat de leerlingen hun motivatie niet zouden verliezen. Ten slotte benaderen de leerlingen in de laatste fase van de lesopdracht hun eigen proces met een kritisch oog. Hierdoor gaan ze zelf na welke 21st century skills ze nog meer moeten inoefenen.

Een eerste beoefende vaardigheid is kritisch denken. Dit trainen de leerlingen vooral wanneer ze feedback na elke tussentijdse deadline geven. Dit doen ze zowel voor zichzelf als voor hun medeleerlingen. De feedback laat de leerlingen reflecteren over wat de vooropgestelde doelen zijn en in welke mate die bereikt zijn. Dit kritisch nadenken is vooral van belang bij de laatste fase van de lesopdracht waarbij ze hun hele leerproces voorstellen in de klas. Kritisch denken gebeurt ook in de lessen waarbij de leerkracht vraagt aan de leerlingen stil te staan bij termen als een hoorspel, een script en semiotische middelen. Ze maken hierbij lijstjes die ze dan moeten beargumenteren, analyseren en evalueren om uiteindelijk tot werkbare schema’s te komen.

Ten tweede kwamen de vaardigheden probleemoplossend denken en creativiteit aan bod. Die vaardigheden werden onder andere beoefend in de lessen waarbij de leerlingen moesten nadenken over de beperkingen en mogelijkheden van het hoorspel en in de les waar ze semiotische middelen bedachten en toepasten. Ten slotte zochten de leerlingen in de workshop rond Audacity welke video

tutorials van toepassing waren voor hun behoeftes.

Vervolgens moesten de leerlingen ook vaak samenwerken. Hiervoor is een duidelijke communicatie natuurlijk onmisbaar. Ze deden verschillende brainstorms, maakten schema’s en stelden die voor, interviewden elkaar voor een mini-podcast en maakten natuurlijk een hoorspel samen. Die opdrachten

30

moesten ze telkens in verschillende groepjes doen waardoor ze met andere medeleerlingen in contact kwamen.

Een vierde beoefende vaardigheid is burgerschap. Die vaardigheid ligt niet zo voor de hand als de voorgaande maar is wel degelijk aan bod gekomen. De leerlingen kregen namelijk de opdracht semiotische middelen te bedenken voor personages en ruimtes. Hiervoor moesten ze nadenken over hoe personages en ruimtes gekarakteriseerd worden en welke invloed die karakteristieke op de luisteraars beoefenen. De leerlingen bedenken dus hoe een - zowel fictionele als non-fictionele - maatschappij personages en ruimtes benaderen.

Ten slotte kregen de leerlingen een workshop rond het programma Audacity die hun ICT-geletterdheid bevorderde. Ze doken in de wereld van de video tutorials en gingen zelf aan de slag met het programma door een mini-podcast te maken. De video tutorials zijn hier van belang aangezien zulke video’s voor heel wat problemen in het dagelijkse leven bestaan.

Als conclusie kan ik stellen dat de lesopdracht een goede basis is om de 21st century skills te oefenen.

Er zijn natuurlijk nog meer mogelijkheden om hiervan een optimale lesopdracht te maken. Zo kan de leerkracht bijvoorbeeld een student radio uitnodigen om een programma zoals Audacity uit te leggen of om enkele hoorspelen voor te stellen. Een andere mogelijkheid is een hoorspelfestival te organiseren met meerdere scholen waarbij elke school de beste hoorspelen voorstelt. Ten slotte lijkt het me ook interessant om als leerkracht Nederlands samen te werken met bijvoorbeeld een leerkracht geschiedenis. De hoorspelen kunnen zich dan toespitsen op een bepaalde tijdsperiode die aan bod komt tijdens de lessen geschiedenis. De vele mogelijkheden in het hoorspel komen dus terug in de mogelijkheden van de lesopdracht.

31

Literatuurlijst

Admiraal, W., de Graaff, R., & Rubens, W. (2004). Omgevingen voor computerondersteund samenwerkend leren: Samen, samen leren en samenwerken.

Anrijs, S., & De Marez, L. (2016). Een appnormaal klaslokaal! : Een experimenteel onderzoek naar de

ontwikkeling en perceptie van kennis en 21st century skills bij het gebruik van een educatieve tabletapplicatie door 15- en 16-jarigen.

Ball, A., Joyce, H. D., & Anderson-Butcher, D. (2016). Exploring 21st century skills and learning environments for middle school youth. International Journal of School Social Work, 1(1), 1.

Deci, E. & Ryan, E. (2000). Self-Determination Theory and the Facilitation of Intrinsic Motivation, Social Development, and Well-Being. American Psychologist, 55(1), 68-78.

De Clercq, E., & Tondeur, J. (2019). Innovatieve fysieke leeromgevingen en 21ste eeuwse

vaardigheden: een kwalitatief onderzoek naar de percepties van leerlingen in het leerplichtonderwijs

Europese Commissie. (2007). Sleutelcompetenties voor een leven lang leren. Een Europees referentiekader. Geraadpleegd op 26 maart 2020, van http://www.vvn.be/wp- content/uploads/2011/04/Leen_Alaerts_sleutelcompetentieseuropa.pdf

Freeman R. & Lewis, R. (1998). Planning and implementing assessment. London: Kogan Page.

GO!, POV & OVSG (2019). Leerplan eerste graad secundair onderwijs: eerste graad, A-stroom. Geraadpleegd op 30 maart 2020, van https://pro.g-o.be/blog/Documents/OO-2019- 001.pdf

Griffin, P., & Care, E. (Eds.). (2014). Assessment and teaching of 21st century skills: Methods and

approach. Springer.

Johnson, E. G. (1992). The design of the national assessment of educational progress. Journal of

Educational Measurement, 29(2), 95-110.

Kelly, M. G., & McAnear, A. (2002). National Educational Technology Standards for Teachers:

Preparing Teachers To Use Technology. International Society for Technology in

32

Kessels, J. W. M. (1993). Towards design standards for curriculum consistency in corporate education. Terschuur

Koenig, J. A. (2011). Assessing 21st century skills: Summary of a workshop. Lemke, C. (2002). enGauge 21st Century Skills: Digital Literacies for a Digital Age.

Levy, F., & Murnane, R. (2005). How computerized work and globalization shape human skill demands. Cambridge, MA: Harvard University, Department of Urban Studies and

Planning.

Partnership for 21st century skills. (2003). ‘Learning for the 21st Century. A Report and Mile Guide for 21st Century Skills. Geraadpleegd van

https://eric.ed.gov/?id=ED480035&fbclid=IwAR3cTxc7i08wJNAMyiByLRqNjIbXMazvpRK ncAA8Yp7n7cbRrc1gpNOJRwQ

Piirto, J. (2011). Creativity for 21st century skills. In Creativity for 21st Century Skills (pp. 1-12). SensePublishers.

Siddiq, F., Scherer, R., & Tondeur, J. (2016). Teachers' emphasis on developing students' digital information and communication skills (TEDDICS): A new construct in 21st century education. Computers & Education, 92, 1-14.

Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap : een inleiding voor ontwikkelaars van

instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia press.

Valcke, M. (2014). Krachtige leeromgevingen. Gent: Academia Press.

Valcke, Martin, & De Craene, B. (2015). Klasmanagement en reflectie. Gent: Academia Press. Van den Branden, K. (2015). Duurzaam onderwijs voor de 21ste eeuw.

Van den Oetelaar, F. (2012). 21st century skills in het onderwijs. Geraadpleegd op http://www.

21stcenturyskills. nl/whitepaper.

Vansteenkiste, Maarten, Soenens, B., Sierens, E., & Lens, W. (2005). Hoe kunnen we leren en presteren bevorderen? Een autonomie-ondersteunend versus controlerend schoolklimaat. Caleidoscoop (Brussel), 17, 18–25

33

Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills discussion paper. Netherlands: Universiteit

Twente.

Voogt, J., & Roblin, N. P. (2012). A comparative analysis of international frameworks for 21st century competences: Implications for national curriculum policies. Journal of curriculum

GERELATEERDE DOCUMENTEN