• No results found

De legende die Ter Braak in een domineesland deed opgroeien, strookt niet met de feiten.91

Het accent ligt op het afscheid nemen en dat gold de wereld van de moeder.

Het blijft daarbij de vraag of hij, al afscheidnemend, ooit daadwerkelijk vertrok.

1. Dorpsstraat te Eibergen, met achter de Wilhelmina-linde het geboortehuis van Menno ter Braak.

2. Het ‘doktershuis’ te Eibergen op een oude prentbriefkaart.

4. Het echtpaar Ter Braak-Huizinga met hun kinderen Wim en Menno (rechts), eind 1903.

5. In de tuin te Eibergen, van links naar rechts: Wim, Jan, Tine en Menno ter Braak, juni 1907.

6. Schoolfoto uit april 1908, met op de tweede rij vooraan, geheel links: Menno en Wim ter Braak. De man met snor: ‘meister’ Leppink.

7. Het gezin Ter Braak in de zomer van 1909: Menno, vader Ter Braak, Tine, Jan, Truida, moeder Ter Braak-Huizinga, Wim.

8. ‘De vier Menno's’, op zondag 14 augustus 1910 te Eibergen. Van links naar rechts: Menno Huizinga Jr. (1876-1959), diens zoon Menno Huizinga (1907-1947), Menno ter Braak (1902-1940) en (groot)vader J. Menno Huizinga (1850-1913).

10. Als gymnasiast bij oom Jan en tante Lize te Tiel, op een warme oktoberdag in 1916. De twee meisjes waren enige tijd huisgenoten. Links vooraan: de hond van de dokter, een keurig geknipte

11. Met viool, 18 juni 1919 in Tiel.

12. Menno ter Braak en zijn gymnasiumvriend Maas Holleman in Ter Braaks studeerkamer te Tiel, 8 september 1919.

Linkerpagina:

13. Aantekening van Ter Braak in de Mei van Gorter, 4 februari 1920, met zijn later ingeplakte ex libris, ontworpen door Wybo Meyer.

15. Menno ter Braak (staand in het midden, met pijp) als deelnemer aan de vierde zomerconferentie van deVCSBte Diever, 19 tot 25 augustus 1921.

16. Vader en moeder Ter Braak in de jaren twintig.

Eindnoten:

1 B. Meulenkamp, Honderd jaren Ned. Prot. Bond Eibergen 1889-1989.

2 H.U. Meyboom, De Nederlandsche Protestantenbond van 1870 tot 1920. Rede uitgesproken te Utrecht den 26sten October 1920 ter gelegenheid van het gouden feest van den Bond (Groningen 1921) 7.

3 Verg. J. Herderscheê, De modern-godsdienstige richting in Nederland (Amsterdam 1904) 293-300; H.U. Meyboom, De Nederlandsche Protestantenbond van 1870 tot 1920; J. Lindeboom,

Geschiedenis van het vrijzinnig protestantisme. DeelIII. Het vrijzinnig protestantisme sedert 1870 (Assen 1935) 49-56, 98-101.

4 J. Lindeboom, Geschiedenis van het vrijzinnig protestantisme. DeelIII, 98. 5 H.U. Meyboom, De Nederlandsche Protestantenbond van 1870 tot 1920, 12-13. 6 Tussen 1914-1918 telde de Protestantenbond tussen de 21.000 en 22.000 leden.

7 Verg. E.H. Wesselink, ‘Van fabrikanten, notarissen, dokters en heren van de bank’, 25-26. 8 Het huis dat inmiddels vanwege zijn ligging en architectuur is opgenomen in de gemeentelijke

monumentenlijst, werd door ‘mevrouw Betsy’ testamentair geschonken aan de gemeente Eibergen op voorwaarde dat het een culturele bestemming zou krijgen. Sinds 1999 is er het historisch museum De Scheper gevestigd.

9 Mondelinge informatie mevrouw B.H.P. ter Braak, Rotterdam, 1 maart 1990.

10 J. Menno Huizinga en Guurtje Huizinga-Koekebakker aan N.N., 14 juni 1888 (Hengelo, mevrouw F.M. Avéres-Witteveen).

11 Hans Visser, Simon Vestdijk, 38-53.

12 Verg. S.H.N. Gorter, ‘Jacob Koekebakker (22 juli 1875-6 augustus 1963)’, Doopsgezind

jaarboekje 58 (1964) 19-20.

13 Guurtje Huizinga-Koekebakker aan Charlotte Huizinga, 14 juni 1900.

14 Guurtje Huizinga-Koekebakker aan Charlotte Huizinga, 28 september 1900. Linnengoed werd destijds van ‘de rol’ gekocht, dus als lappen stof die nog gezoomd moesten worden.

15 Mondelinge informatie mevrouw B.H.P. ter Braak, Rotterdam, 1 maart 1990. 16 Telefonische informatie mevrouw J.B. Bartelink-Berends, 12 februari 1990. 17 Mondelinge informatie mr. W.F. Huizinga, Buitenveldert, 20 maart 1992. 18 Mondelinge informatie mr. W.F. Huizinga, Buitenveldert, 1 maart 1993. 19 Mondelinge informatie mevrouw A. ter Braak-Faber, Epe, 8 april 1991. 20 Telefonische informatie mevrouw G. Avéres, 21 juni 1993.

21 Mondelinge informatie mevrouw B.H.P. ter Braak, Rotterdam, 1 maart 1990.

22 Mondelinge informatie mevrouw A. ter Braak-Faber, Epe, 10 oktober 1989, 20 februari 1990, 8 april 1991.

23 Mondelinge informatie mr. W.F. Huizinga, Buitenveldert, 20 maart 1992.

8/9 (augustus/september) 252-258; opgenomen in: dez, Man tegen man, 91-102 (VwI, 325-331); verg. Menno ter Braak, Tegen Van der [sic!] Velde. Het aphorisme en het persoonlijk avontuur. ‘Het geluk is streng persoonlijk, zoolang men leeft’, n.a.v. Henri Bruning, Het onvolkomen

huwelijk (Utrecht z.j.), Het Vaderland, 25 februari 1940 (VwVII, 325-331). 26 Mondelinge informatie mevrouw A. ter Braak-Faber, Epe, 28 november 1989.

27 Verg. J. Giesen, Nieuwe geschiedenis. Het antimilitarisme van de daad in Nederland (Utrecht z.j.) 41-42, 81-90; Guus Termeer e.a., Dienstweigeraars over dienstweigering en verzet tegen

het militarisme vanaf de eeuwwisseling tot nu (Amsterdam 1984) 51-60, 235.

28 Evelyn de Regt, ‘De hongerwinter in Den Haag’, 4.

29 Verg. A. de Groot, ‘De weg tot de kuisheid voert door de nuchterheid’. De Rein Leven Beweging

in Nederland, 1901-1930 (Scriptie M.O.-B Geschiedenis, Noordelijke Leergangen, december

1983 [ongepubliceerd]); dez., ‘De lust tot last. De Rein Leven Beweging als pionier in de strijd om de nieuwe mens’, Groniek 26 (1993) 120 (maart) 55-64; H.Q. Röling, ‘De tragedie van het

geslachtsleven’. Dr. J. Rutgers (1850-1924) en de Nieuw-Malthusiaansche Bond (opgericht 1881) (Amsterdam 1987) 149-152; Leony van der Splinter, Dertig jaar streven naar rein leven. De Rein Leven Beweging in Nederland (1901-1931) (Doctoraalscriptie algemene/vaderlandse

geschiedenis R.U. Leiden, november 1986 [ongepubliceerd]).

30 N.N., ‘Wie wij zijn en wat wij willen’, Rein leven 1 (1901-1902) 1 (juli) 1.

31 J.M.W. van Ussel, Geschiedenis van het seksuele probleem (Meppel 1968) 13 vlgg., 306 vlgg. 32 N.N., ‘Beginselverklaring’, Rein leven 4 (1904-1905) 4 (oktober) 22.

33 Mondelinge informatie mr. W.F. Huizinga, Buitenveldert, 20 maart 1992.

34 Zo was Menno Huizinga Jr. vanaf de oprichting in 1897 door de christen-anarchist Jacob van Rees betrokken bij de Algemeene Nederlandsche Geheel-Onthoudersbond; verg. A. Martinus,

De historie van den Algemeenen Nederlandschen Geheel-Onthoudersbond (z.p. z.j.).

35 Mondelinge informatie mr. W.F. Huizinga, Buitenveldert, 20 maart 1992. In 1906 legde Menno Huizinga Jr. het redacteurschap van Rein Leven neer, naar zijn zeggen omdat hij te veel hooi op zijn vork genomen had en omdat zijn woonplaats, Nes op Ameland, ongunstig gelegen was voor het redigeren van een landelijk tijdschrift. Het achterliggende motief was echter zijn bezwaar tegen het ‘vrije huwelijk’ van het brein achter de Rein Leven-beweging, Felix Louis Ortt, gesloten zonder wettelijke formaliteiten.

36 Rein leven 7 (1907-1908) 4 (oktober) 29. Met de kinderen die hij bij zijn vrouw Arnolda Sannes

(tante ‘Nolly’) had verwekt, had Menno Huizinga Jr. niet het meeste geluk. Op 20 oktober 1905 was er een zoontje geboren, Menno genaamd, maar dit overleed nog dezelfde dag, waarna de diepbedroefde vader ongeveer zijn leven waagde door het kinderlijkje tegen alle waarschuwingen in over een stormachtige Waddenzee naar Groningen te brengen, om het daar te laten begraven. Twee jaar later kwam een tweeling ter wereld, geestelijk onevenwichtig, ofschoon ‘geen van beiden achterlijk’. Het jongetje, wederom met de naam Menno bedeeld, zou later zijn emplooi in de technische- en bedrijfsfotografie vinden en - postuum - naam maken als ‘fotograaf van de Hongerwinter’. Op 14 september kwam hij, zoals het in meer officiële termen heet, op 39-jarige leeftijd ‘zeer plotseling’ te overlijden aan ‘een vergiftiging van het zenuwstelsel’. Het is zeer wel mogelijk dat hij in de Alexander van der Leeuw-Kliniek tegen Vallende Ziekte aan de Amsterdamse Overtoom, waar hij verbleef, in een aanval van wanen een overdosis medicijnen heeft kunnen bemachtigen; een andere lezing omtrent de toedracht van zijn overlijden wekt de suggestie van een afrekening door kringen uit het voormalige communistische verzet.

48 Mondelinge informatie mevrouw A. ter Braak-Faber, Epe, 10 oktober 1989. 49 Mondelinge informatie mevrouw B.H.P. ter Braak, Rotterdam, 1 maart 1990.

50 Alice Miller, Het drama van het begaafde kind. Op zoek naar het ware zelf. Nederlandse vertaling: Tinke Davids (Houten201997 [1981]); dez., In den beginne was er opvoeding. Vertaald uit het Duits door Tinke Davids (Houten101997 [1983]) 17 vlgg.

51 Het betreft hier overigens een fictionalisering, maar die wel strookt met Ter Braaks uitlatingen in brieven en essays: Menno ter Braak, Hampton Court, 139 (VwII, 88-89). Het citaat komt uit de mond van de hoofdpersoon, Andreas Laan.

52 Alice Miller, De gemeden sleutel. De kindertijd en onze cultuur. Uit het Duits vertaald door Tinke Davids (Houten 1989) 12, 63.

53 Menno ter Braak, Het carnaval der burgers2, 45 (VwI, 32). 54 Onleesbaar woord.

55 Verg. Menno ter Braak aan Ant Faber, 11 maart 1932, waaruit: ‘De critiek, die mij getroffen heeft in mijn leven, was altijd de juiste critiek op een idiote (schijnbaar idiote) uiterlijkheid. 12 jaar: ik zei “roode kool” i.p.v. “rooie kool”, iemand maakte mij daarop attent en ik herinner me nog, dat ik me schaamde; allerlei “innerlijke” schamenswaardigheden ben ik allang vergeten. De roode kool was blijkbaar iets, dat er toe deed.’ (Origineel: Muiderberg, Krijn ter Braak.) 56 Menno ter Braak, ‘Notities voor V.[an] O.[oude] en N.[ieuwe] Chr.[istenen]’.

57 Menno ter Braak, Het carnaval der burgers2

, 52 (VwI, 37).

58 Selma H. Fraiberg, De magische wereld van het kind. Vertaling Perine Wellen-Leeuwenberg (Houten181988) 106-107; verg. ook Jean Piaget, De psychologie van de intelligentie. Met een inleiding van Dr. N.H. Frijda. Vertaling: J.A. Meijers (Amsterdam 1970 [Parijs 1947]) 126 vlgg.; Jean Piaget, Bärbel Inhelder, De psychologie van het kind. Vertaling: Frank de Graaff (Rotterdam 1972 [Parijs 1966]) 10 vlgg.

59 Menno ter Braak, Het carnaval der burgers2

, 50 (VwI, 35).

60 Patrizia Lombardo ed., The End of Childhood? (Oxford, MaldenUSA: Blackwell Publishers, 1997 = Critical Quarterly 39 (1997) 3) 3.

61 Menno ter Braak, Van oude en nieuwe Christenen, 116 (VwIII, 268). 62 Menno ter Braak, Politicus zonder partij, 139 (VwIII, 92).

63 Menno ter Braak, Het carnaval der burgers2

, 223 (VwI, 149). 64 Menno ter Braak, Het tweede gezicht, 127 (VwIII, 477). 65 Menno ter Braak, Politicus zonder partij, 139 (VwIII, 92).

66 Menno ter Braak, Démasqué der schoonheid, 99-103 (VwII, 641-645). 67 Jean-Paul Sartre, L'Idiot de la famille, 11 vlgg.

68 Jean-Jacques Rousseau, Emile of over de opvoeding. Keuze, aantekeningen en inleiding van Jeanne-Marie Noël. Vertaling van Anneke Brassinga (Boom, Meppel 1980) 128-131. 69 Menno ter Braak, Het carnaval der burgers2, 48-49 (VwI, 34).

70 Verg. M.t.B., ‘Holl. Schouwburg. Gastspiel Paul Wegener. Walter Hasenclever, Der Sohn’ (‘Scaenica. Week-kroniek’), Propria Cures, 16 februari 1924, waaruit: ‘Wij verbinden niet meer onmiddellijk de categorieën “dwang” en “slaafschheid” aan de verhouding van vader tot zoon’ (De Propria Curesartikelen 1923-1925, 48).

71 Menno ter Braak, Hampton Court, 25-26 (VwII, 19).

72 Voor het volgende: Gérard Pommier, ‘The psychoanalytic concept of childhood’, in: Patrizia Lombardo ed., The End of Childhood?, 8-15.

73 Sigmund Freud, StudienausgabeIII, 230.

74 Uit het in 1911 geschreven ‘jongensboek’ Jan en zijn vrienden blijkt dat Menno ter Braak ten minste op negenjarige leeftijd niet meer in Sinterklaas geloofde.

75 Schriftelijke informatie prof. mr. J. Wiarda, 5 november 1990.

76 N.N., ‘Eibergen, 15 Dec.’, Zutphensche courant, 18 december 1908; gedeeltelijk geciteerd in: L.A. van Dijk, ‘Meester Leppink, een leven voor lesgeven en landbouw’, 113, met vriendelijk dank aan de auteur voor het ter beschikking stellen van een kopie van het krantenartikel. 77 G.A. ter Braak-Huizinga aan Charlotte Avéres-Huizinga, 11 november 1908.

78 Verg. L.A. van Dijk, ‘Het Eibergsch Leesgezelschap. 1860-1986’, Old ni-js. Kroniek van

Eibergen, Beltrum, Rekken en Zwolle 9 (1994) 24 (december) 30-52.

79 Notulen ledenvergaderingen, archief Eibergsch Leesgezelschap, Museum de Scheper, Eibergen.

haar roman’ in: dez., Man tegen man, 31-41 (VwI, 292-298).

81 Verg. Erica van Boven, Een hoofdstuk apart. ‘Vrouwenromans’ in de literaire kritiek 1898-1930; Maaike Meijer, ‘16 juni 1937: Annie Romein-Verschoor krijgt de dr. Wijnaendts Francken-prijs voor Vrouwenspiegel’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen ed., Nederlandse Literatuur, een

geschiedenis, 682-689; Jane Fenoulhet, ‘Menno ter Braak en de “Vrouw in de literatuur”’.

82 Woordenboek der Nederlandsche taal. Twintigste deel, tweede stuk, 2114.

83 Erica van Boven, Een hoofdstuk apart, o.a. 244-245, 270-274.

84 Ger Dijkstra, 80 jaar socialisme in Eibergen, 29, lijkt een vergissing te maken: ‘maar liefst 131 leden’! Het getal 13 ontleen ik aan een handschrift van G.A. ter Braak-Huizinga, ‘Lief en Leed van 25 jaar’, gedateerd 12 februari 1939 met verscheidene wederwaardigheden over de strijd tegen de alcohol in Eibergen (familiebezit).

85 G.A. ter Braak-Huizinga aan Charlotte Avéres-Huizinga, 19 september 1908.

86 N.N., ‘Indrukwekkende uitvaart van pionier der Eibergse beweging’, Volksblad voor Twente, 27 november 1934; gedeeltelijk afgedrukt in: Ger Dijkstra, 80 jaar socialisme in Eibergen, 35. 87 Ger Dijkstra, 80 jaar socialisme in Eibergen, 44 vlgg.

88 N.N., ‘In memoriam mevr. Ter Braak-Huizinga’, Gelders-Overijselse Courant, 5 december 1952.

89 Te denken valt aan: Jan Christiaan Kobus (1793-1881; stiefovergrootvader), Bernard Christiaan Ledeboer (1825-1904; eigenlijk geen familie); Martinus Adrianus van Regteren Altena (1841-1909; vader van een aangetrouwde oom); Willem Frederik Hendrik (‘Pim’) ter Braak (1902-1985; neef).

90 Menno ter Braak, Afscheid van domineesland, 6 (VwI, 163-164). 91 J.W.G. ter Braak, ‘Enkele biographische aantekeningen’.

Hoofdstuk 9

Domineesland

Het eerste product van Menno ter Braaks verbeelding dat bewaard is gebleven, stamt