• No results found

lager onderwijs: wereldoriëntatie

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

3.1.1.5 lager onderwijs: wereldoriëntatie

De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor dit leergebied in onvoldoende mate. Het leerstofaanbod is te minimaal, onevenwichtig en onvolledig. Er zijn breuklijnen in de gradatie van het aanbod. De onderwijstijd is gering. De noodzakelijke leermiddelen zijn niet aanwezig.

Curriculum Onderwijsaanbod

Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Actief leren

Het team is van mening dat door het gebruik van een nieuw onderwijsleerpakket dat vorig schooljaar werd ingevoerd, het de leerplandoelen zal realiseren. Ze nam dit besluit na ervaring in het verleden met twee andere

onderwijsleerpakketten en na een recente intensieve nascholing over wereldoriëntatie gespreid over twee schooljaren.

De planning van het leerstofaanbod wordt daardoor vooral gestuurd door het onderwijsleerpakket.

Meerdere leerkrachten vullen hun jaarplanning aan met eigen thema’s die aansluiten bij de jaarkring, actuele gebeurtenissen, hun eigen interesseveld of bij extramurale en meerdaagse schoolinitiatieven. Bij de uitwerking van die aanvullende pakketten gaan de leerkrachten

nauwelijks na welke leerplandoelen zij daarmee kunnen realiseren en of ze daardoor bepaalde leerinhouden uit het onderwijsleerpakket kunnen vervangen.

Weinig teamleden gebruiken het leerplan als bron of referentiedocument om hun onderwijsleeraanbod te vergelijken of te plannen. Ze zien het onderwijsleerpakket niet als middel om het leerplan te realiseren, maar

beschouwen het vooral als doel.

De handleiding van het onderwijsleerpakket geeft aan dat er drie ‘lagen’ zijn om de leerplandoelen te realiseren.

Geen enkele leerkracht slaagde erin om vorig schooljaar het absolute minimumpakket (laag 1) in zijn totaliteit aan te bieden. In sommige leerjaren was het aanbod nauwelijks meer dan de helft van de doelen die aan bod moeten komen. De leerinhouden van de aanvullende pakketten vervangen die tekorten niet. De leerkrachten kunnen de relatie met de leerplandoelen van die leerinhouden niet motiveren. Bijna geen enkele leerkracht heeft activiteiten laten doorgaan uit de voorstellen van het pakket voor ‘laag 2’ en ‘laag 3’ omdat het pakket daarvoor niet beschikbaar is. Het gaat hier vooral over attitudes en doelen die focussen op educaties, intercultureel onderwijs, sociale vaardigheden enz.

De niet aan bod gekomen leerinhouden uit het basispakket hebben in veel klassen te maken met de domeinen

techniek en maatschappij. In enkele klassen waren er weinig leerinhouden uit het domein natuur. De doelen voor het domein tijd komen in alle leerjaren uitvoerig aan bod.

De school neemt weinig initiatieven om te onderzoeken of hun leerlingen effectief alle eindtermen en leerplandoelen bereiken. Ze heeft geen weet van de mogelijkheid om dit via bestaande peilproeven te onderzoeken. Zelfs de uitslag op de betrouwbare koepelgebonden toets einde vierde leerjaar werd niet geanalyseerd.

De horizontale samenhang van de leerinhouden wordt zoveel als kan nagestreefd. Elk thema heeft wel een invalshoek vanuit een bepaald domein, maar leerinhouden uit andere domeinen zijn eraan gelinkt. Veelal is er ook een verband met de lessen muzische opvoeding.

De gradatie van de beheersing van de kennisdoelen en vaardigheden is verstoord door het onvolledig aanbod van het leerstofpakket. De leerkrachten geven eerder informeel door welke themabundels niet werden aangeboden. De leerkracht van het volgende leerjaar houdt daar weinig of geen rekening mee. Zo gebeurt het dat bepaalde doelen worden nagestreefd waarvan de aanzet in de vorige leerjaren niet aan bod kwam.

Het team streeft een interactief onderwijs na. Dat gebeurt vooral nog eenzijdig via een klassikaal

onderwijsleergesprek. Velen oordelen dat het leerproces door de leerkracht moet gestuurd worden. Werk- en groeperingsvormen die meer zelfactiviteit van de kinderen vragen en die gericht zijn op het samen leren, komen eerder sporadisch aan bod.

Sommige leraren nemen schoorvoetend het initiatief om bepaalde leerinhouden buiten de context van het

werkboek aan te brengen. De werkelijkheidswaarde en de functionaliteit van die doelen kan beter tot zijn recht komen

in de onmiddellijke leefomgeving. Die inspanning gebeurt vooral tijdens de buitenschoolse meerdaagse activiteiten.

Curriculum Onderwijsorganisatie

Onderwijstijd

De leerkrachten voorzien de noodzakelijke lestijden in hun lessenrooster. In de praktijk wordt die planning niet steeds gevolgd. Heel vaak gaan er andere activiteiten door tijdens de voorziene lestijden wereldoriëntatie, zoals

weekopeningen, leren leren, ICT-les, vieringen … Daardoor is de onderwijstijd in sommige perioden onvoldoende om het leerplan te realiseren.

Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen

De school kocht niet alle leermiddelen aan die het onderwijsleerpakket noodzakelijk acht om de doelen te realiseren. Enkel het leermateriaal dat noodzakelijk is voor

‘laag 1’ is op school aanwezig.

De noodzakelijke minimale leermiddelen die het leerplan vooropstelt zijn ook niet alle aanwezig. Zo zijn er geen kompassen, geen vergrootglazen, is er geen microscoop

… Op schoolniveau is er geen omgevingsboek.

Niet in elke klas hangen de te verwachten aardrijkskundige wandkaarten. Er zijn wel actuele wandkaarten ter

beschikking op schoolniveau, maar vaak bestaat er maar één exemplaar van. Een stapel atlassen is beschikbaar voor meerdere klasgroepen. Daardoor wordt het spontaan gebruik van de atlas in diverse situaties bemoeilijkt.

Het dynamisch gebruik van de tijdskaders aan de

didactische wand heeft nog veel groeikansen. In sommige klassen is de tijdsband zeer klein en daardoor bijna onleesbaar of ontbreekt ze zelfs.

De integratie van de computer als noodzakelijk leermiddel is in meerdere klassen zwak.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief

De meeste leraren evalueren na elk thema met de methodetoetsen. Bij de ‘gesloten-boek’ evaluatie komen vooral kennisvragen aan bod, bij de ‘open-boek’ vragen worden vooral vaardigheden geëvalueerd. Er zijn geen afspraken over de evaluatie van attitudinale eindtermen.

Meerdere leraren vullen die evaluaties aan met eigen toetsen. Bij de opmaak ervan gaan de leerkrachten niet uit van een leerplandoel. Ze focussen vooral op kennisvragen over de leerinhouden. Als voorbereiding krijgen de oudste kinderen vaak een studieopdracht thuis. Daardoor zijn de eigen toetsen vaak louter geheugentesten en zijn ze te weinig leerplangericht.

Begeleiding Leerbegeleiding

Beeldvorming

De leerlingeninformatie vertoont zeer weinig gegevens over de vorderingen van de kinderen op de doelen voor wereldoriëntatie.

3.1.1.6 lager onderwijs: ICT