• No results found

6. Ontstaan van de eerste verenigingen 1968-

6.1 De laatste wervingen

Hoewel het aantal Italiaanse AKU-werknemers nooit meer in de buurt zou komen van het recordaantal van 260 in 1963, werden er na 1967 nog wel degelijk nieuwe zuiderlingen geworven. Over de campagnes en de aanwas in die laatste periode is in het archief – behalve enkele indirecte verwijzingen - helaas weinig te vinden. In mei 1969, het jaar dat de economie weer aantrok en in het jaar dat de Enka ingrijpende fusies aanging met de Vereinigte

Glanzstoff Fabriken en de Koninklijke Zout-Organon, verzocht de afdeling personeelszaken de afdeling materieel om Casa De Pauw op te knappen. Wellicht door de economische recessie was er de voorgaande anderhalf jaar weinig aan gebeurd, maar nu er weer dertig Italianen waren aangevraagd, achtte de personeelsafdeling het noodzakelijk het een en ander op te knappen.336 Ook eind 1972 nam de Enka maatregelen voor de opvang van nieuwe Italiaanse werknemers, en wel door bij een pensionhouder aan de Pauwstraat vijftien bedden te reserveren voor werknemers die niet meer in Casa De Pauw terecht konden.337 Een half jaar later werd de huur alweer opgezegd, omdat de geplande werving in Noord-Italië ‘door

omstandigheden’ niet doorging.338 Het aantal buitenlandse werknemers dat in Casa De Pauw logeerde, was rond oktober 1973 echter wel uitgebreid, getuige de aanvraag door de

336 ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, communiqué afdeling

personeelszaken – afdeling materieel 28-05-1969

337 ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, brief ENKA – A.H. de Jong van

‘De Gouden Haan’ 25-09-1972

338 ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, brief ENKA – A.H. de Jong van

personeelschef voor een extra abonnement op Televizier wegens de uitbreiding van het aantal buitenlandse werknemers.339 Ondanks de wisselvallige ondernemingsresultaten zette de Enka de werving van gastarbeiders dus voort. Die konden immers na een jaar weer worden

ontslagen.

Een andere methode die veel werd toegepast, was – zoals eerder genoemd – de werving op persoon, via personeelsleden die al in dienst waren bij de fabriek. Zo kregen alle Spaanse arbeiders in oktober 1973 een oproep mee naar huis in Spanje: ‘Op dit moment, nu u op

vakantie gaat naar Spanje, willen wij graag uw aandacht vragen voor het volgende

onderwerp. (…) Wij zouden het daarom zeer op prijs stellen wanneer u familieleden, vrienden en bekenden wilt wijzen op de mogelijkheden die er bij onze onderneming bestaan. Wij nemen aan dat u op de hoogte bent van onze lonen en arbeidsvoorwaarden en u kunt uit eigen

ervaring vertellen hoe het u bij ons is bevallen.’ Indien de bekenden interesse hadden,

moesten ze zich melden bij een vakbondskantoor om aan te geven dat ze bij de Enka wilden werken.340

Zoals in hoofdstuk 5 beschreven, werden veel Italianen op dezelfde manier geworven. De Sardijn Tonino Ortù, die vanaf september 1970 bij de Enka in dienst was, vertelt hoe hij door een vriend werd warm gemaakt, al kwam er bij hem geen arbeidsbureau of vakbondskantoor aan te pas: ‘Ik kwam met een vriend, via hem ben ik naar Nederland gekomen. (…) Hij

vertelde wat over werken. Geen bijzonders. Dat het leuk was en dat er mooie meisjes waren. En zo ben ik naar Nederland gekomen.’ Op de vraag of hij zich eerst in Sardinië bij een

emigratiecentrum moest melden, antwoordde hij van niet: ‘Nee, ik ben direct gekomen. Want

ik werkte toen in Monza. Monza is bij Milaan. En vandaar ben ik hier naar Nederland gekomen.’ Hij kwam niet op uitnodiging van de Enka, maar Ortù had wel gehoord dat de

fabriek veel mannen aan het rekruteren was. ‘Ja, werk was er. Toen ben ik met meneer Van

Maanen naar het bedrijf gegaan. Stonden daar personeelszaken, die personeelschef zat daar al op mij te wachten, dat was afgesproken. (…) En toen moest ik ergens anders naar een andere afdeling, naar een kantoor. Daar moest ik dan een psychologische test doen. (…) Toen was ik aangewezen om naar de conerij te gaan.’341

Volgens zowel mevrouw Van Maanen als Tonino Ortù zelf hoorde hij bij een van de laatste lichtingen Italiaanse werknemers die bij de Enka kwamen werken. Enkele jaren later nog

339

ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, brief Zewald – Lentjes CAB 20- 08-1973

340 ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, oproep Spaanse arbeiders,

oktober 1973

341

volgde een experiment met een groep Zuid-Italianen, weet mevrouw Van Maanen zich te herinneren: ‘O jee, dat is lang geleden. Ik weet nog, het was 5 of 76, op de Oude Velperweg,

en dan zijn er een groep gekomen uit Zuid-Italië. Maar dat is niks geworden. Ze kregen twee maanden proeftijd en toen kregen ze de reis terug, dat is niks geworden.’342 Opvallend is dat er ondanks de officiële staking van wervingen dus toch nog Italianen naar Nederland werden gehaald.

Dat betekende niet dat de procedures er eenvoudiger op waren geworden. In de archieven is terug te vinden hoe de Enka in 1974 – het jaar dat de officiële wervingen werden stopgezet- advies vroeg aan Italiaans ambassadeur A. Morozzo della Rocca over manieren om Italiaanse arbeiders te werven. Deze antwoordde dat het Italiaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken geen bezwaar had als Enka-Italianen kennissen of familieleden zouden introduceren, mits ze goed werden voorgelicht over de leef- en werkomstandigheden in Nederland.343

Of die methode geen effect had of dat het verloop – dankzij remigranten en mannen die in het huwelijk traden - zo groot was dat er netto meer mensen vertrokken is niet duidelijk, maar zowel Casa De Pauw als Nuestra Casa waren vanaf 1975 voortdurend onderbezet. In november 1975 vertelde Zewald dan ook aan de consul-generaal van Italië dat de Enka van plan was om Nuestra Casa in de loop van 1978 op te doeken en de overgebleven bewoners onder te brengen in Casa De Pauw.344 Dit alles speelde zich af in een periode dat de fabriek de moeilijkste periode van zijn naoorlogse bestaan beleefde, waarbij het personeelsbestand met ongeveer een derde werd ingekrompen.345

In 1979 was nog een laatste wervingsplan terug te vinden in de archieven: afdeling

personeelszaken meldde de Edese fabriek dat het verboden was om op eigen gezag in Italië te werven en dat de Enka ‘die weg niet wilde volgen.’ Wel mogelijk waren wervingsprocedures via het SEDOC-systeem – een structuur waarbij vacatures en informatie over werknemers tussen verschillende Europese lidstaten konden worden uitgewisseld. 346 Het lijkt erop dat hier geen gebruik van is gemaakt.

342 Interview Romana Van Maanen – Bridda, 1 augustus 2011

343 ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, brieven ambassadeur A.

Morozzo della Rocca – ENKA, 17-06-1974; 28-08-1974

344

ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, brief Zewald – consul-generaal Italië

345 Klaverstijn, Samentwijnen, 47-68

346 ANECMD, Personnel, inv. nr. 1415, Personnel, Italianen 01/1969 – 12/1979, communiqué Zewald –