• No results found

Kwetsbaarheid, Nationale Veiligheid en Internationale Betrekkingen

Het vorige hoofdstuk kan als volgt worden samengevat. Het onderzeese kabelnetwerk zorgt voor kwetsbaarheden voor de nationale veiligheid van staten. Staten zijn immers afhankelijk van het Internet en de onderzeese glasvezelkabels zorgen ervoor dat grote stromen data tussen servers in verschillende delen van de wereld vervoerd kunnen worden. De mate waarin voor een bepaalde staat deze kwetsbaarheid bedreigbaar is, is afhankelijk van de route die kabels nemen en de spreiding van deze kabels. Beide factoren zijn voor een belangrijk deel geografisch bepaald, in tegenstelling tot dataverkeer per satelliet, waarin geografie slechts een minimale rol speelt.

In dit hoofdstuk worden deze inzichten toegepast op het huidige kabelnetwerk ten behoeve van de beantwoording van het tweede deel van de onderzoeksvraag. Centraal hierin staat de identificatie van verschillende zones die ontstaan als gevolg van de geografisch bepaalde

kwetsbaarheden in het onderzeese kabelnetwerk, alsook de geopolitieke uitgangsposities van de Verenigde Staten, China, India, Japan en de Europese Unie. Tenslotte zal er gekeken worden naar de gevolgen van het kabelnetwerk op de twee niveaus van dynamiek die in het theoretisch raamwerk zijn genoemd. Onderstaande analyse is voornamelijk gebaseerd op empirische waarnemingen aan de hand van verschillende kaarten die voorhanden zijn, in het bijzonder die van Malecki en Wei van het netwerk in 2005 (2009).

Zones

Dit onderzoek vergelijkt de kwetsbaarheid van zones, regio's of staten op basis van de route die kabels kunnen nemen en hun spreiding. Deze twee variabelen zijn de uitkomst van de combinatie van drie geografische factoren.

Ten eerste bepaalt de geografische locatie van een staat een belangrijk deel van de route van de kabels, met name in relatie tot de locatie van andere staten, economische centra en kwetsbare knooppunten. Dit betekent zowel dat een staat met directe toegang tot de open zee minder kwetsbaar is dan een staat die daarvoor afhankelijk is voor andere staten, als dat een staat die op verre afstand ligt van (andere) economische centra meer kwetsbaar is dan staten met relatieve nabijheid daartoe. Ten tweede bepaalt de geografische vorm van de staat de spreiding van de landingspunten alsook de routes die kabels kunnen nemen. Een staat met slechts een kleine kustlijn in één bepaalde richting is meer kwetsbaar dan een staat met bredere en meerdere kustlijnen. Ten derde bepaalt de geografische dimensie van zeeën en oceanen in welke mate staten directe verbindingen met elkaar kunnen leggen of daarvoor afhankelijk zijn van routes via knooppunten.

Zoals reeds inzichtelijk is gemaakt, is er sprake van een geringe kwetsbaarheid voor een bepaalde staat of groep van staten wanneer hun kabels voor hun toegang tot (andere) economische centra niet afhankelijk zijn van andere staten. Dit is het geval wanneer de kabels niet door het territorium van andere staten lopen of dicht langs hun kust. Bovendien is er sprake van een geringe kwetsbaarheid voor een bepaalde staat of groep van staten wanneer hun kabels zoveel mogelijk verspreid liggen, zowel op de route richting economische centra als bij de landingspunten. Idealiter betekent dit dat de staat of groep van staten in principe via verschillende routes toegang kan krijgen tot bepaalde economische centra. Staten waarbij sprake is van een geringe kwetsbaarheid hebben een relatief goede uitgangspositie voor hun interactie met staten die meer kwetsbaar zijn. De eerstgenoemden kunnen dan ook (relatief) veilige staten genoemd worden. Hun uitgangs- of machtspositie wordt nog eens versterkt wanneer andere staten afhankelijk zijn van de staat in kwestie voor hun toegang tot andere economische centra.

Wat betekent dit voor de verdeling van relatieve kwetsbaarheden over de wereld? Doordat de kwetsbaarheden in het onderzeese kabelsysteem verdeeld zijn op basis van geografische factoren, kunnen er geografische zones worden geïdentificeerd waarbinnen actoren dezelfde

30

uitgangsposities kennen ten opzichte van andere regio's en staten.Er zijn verschillende manieren waarop de wereld opgedeeld kan worden om inzichten te vergaren in de internationale

verhoudingen in een wereld afhankelijk van onderzeese kabels. Dit onderzoek schetst hieronder drie zulke mogelijkheden.

Maritieme vs. Territoriale regio's

De eerste scheiding die gemaakt kan worden is die op basis van het traditionele verschil tussen maritieme en territoriale staten. Deze klassieke tegenstelling is in verschillende periodes irrelevant gemaakt door de opkomst van ‘luchtmacht’: vliegtuigen voor de militair-strategische aspecten van oorlogvoering en satellieten voor de geopolitieke dimensie van telecommunicatie. Zoals dit

onderzoek heeft bewezen bestaat er inmiddels echter een ontegenzeggelijk voordeel van connecties via onderzeese kabels boven die van alternatieve infrastructuren. Dit betekent echter wel dat regio's die geen toegang hebben tot een zee of oceaan (land-locked states) een duidelijk strategisch nadeel hebben ten opzichte van staten die dat wel hebben.

De meest geringe kwetsbaarheid hebben regio's met kustlijnen aan of richting de oceanen omdat vanaf daar directe verbindingen gemaakt kunnen worden met andere regio's in de wereld zonder daarbij afhankelijk te zijn van andere (kust)staten. De aandacht voor toegang tot open wateren in de context van de infrastructuur van het Internet is ook noodzakelijk met het oog op de mogelijkheid voor marineschepen om belangrijke kabels te verdedigen en reparatieschepen om ze te kunnen repareren. Het gevolg hiervan kan worden geïllustreerd door de volgende opdeling van de wereld in drie niveaus van kwetsbaarheid:

Figuur 7. Op basis van Malecki en Wei (2009). Staten in het blauw hebben geen toegang tot de open zee of oceaan. Staten in het groen hebben weliswaar toegang tot een zee, maar geen onafhankelijke toegang tot de open zee en oceaan. De paarse streepjeslijn geeft de kusten aan waarvandaan staten onafhankelijke toegang hebben tot de open zee en oceaan.

Staten in het hart van het Euraziatische continent alsook in het Afrikaanse binnenland zijn het meest kwetsbaar omdat zij afhankelijk zijn van tenminste één of meerdere staten voor hun toegang tot buitenlandse servers via onderzeese kabels. Bovendien hebben landen aan binnenzeeën zoals de Middellandse Zee, Caribische Zee en Chinese Zeeën een strategisch nadeel omdat voor de toegang tot de Oceanen hun kabels zich via relatief nauwe zeestraten moeten wringen. Daarmee zijn dergelijke verbindingen meer kwetsbaar dan kabels die direct de open zee op kunnen.

31 Zeestraten & oceaanzones

De rol van zeestraten is belangrijk voor een goed begrip van de kwetsbaarheden die aanwezig zijn in het internationale kabelnetwerk. Zoals het vorige hoofdstuk stelde, vormen zij knooppunten die bij beschadiging onmiddellijk veel op kunnen leveren voor staten die er van afhankelijk zijn. Deze zorgen voor kwetsbaarheden in het systeem en voor staten, zelfs ongeacht de aanwezigheid van concrete dreigingen van andere staten gezien de grotere kans dat een ongeluk op zo'n locatie tot problemen leidt. Wanneer deze zeestraten worden opgevat als een te grote bedreiging voor betrouwbare verbindingen, ontstaat een systeem met grofweg drie gescheiden, klassieke maritieme zones.

Figuur 8. Op basis van Malecki en Wei (2009). De rode borden geven drie belangrijke zeestraten aan in het kabelnetwerk. De kleuren geven de drie oceaanzones aan. De pijlen geven aan hoe de zones met elkaar in verbinding (kunnen) worden gebracht.

Deze drie zones zijn het gevolg van de locaties van de continenten en de mogelijkheden die kabels hebben om directe verbindingen tussen de verschillende kuststaten te leggen. De Atlantische zone (groen) bestaat voornamelijk uit een sterk geïntegreerd Noord-Atlantisch deel, gezien de grootste concentratie van kabels in deze zone ligt tussen West-Europa en de Amerikaanse oostkust. Dit is het traditionele centrum van de onderzeese kabelconnecties sinds de tijd van de telegraaf en heeft bijgedragen aan de sterke integratie die bestaat tussen de economieën aan de Amerikaanse oostkust en West-Europa (Malecki and Wei 2009, 375).

Een Pacifische zone (blauw) bestaat aan de westelijke zijde uit Japan, China en de Oost-Aziatische economische 'Tijgers', en aan de oostelijke zijde met name de Verenigde Staten.

Vergelijkbaar met de Atlantische zone hebben de zuidelijke delen geen onderlinge connecties en ligt de concentratie van kabelverbindingen voornamelijk op en boven de Amerikaanse eilandengroepen Guam en Hawaii. Deze twee Amerikaanse territoria vormen belangrijke knooppunten voor kabels die de Stille Oceaan oversteken.

Tenslotte is de derde zone de Indische Oceaan (geel) en de daaraan gelegen staten, met name India. Deze wordt echter gekarakteriseerd door een zeer beperkte hoeveelheid onderlinge kabelverbindingen, die bovendien allemaal dicht bij de kust liggen en niet de Oceaan oversteken zoals dat wel in de andere zones het geval is. De oorzaak hiervan is hoogstwaarschijnlijk het gebrek aan belangrijke economische centra in deze regio. De belangrijkste verbindingen zijn eigenlijk de connecties die via deze zone lopen vanaf Europa tot Oost-Azië (ofwel de 'Indische route').

Binnen deze zones is de kwetsbaarheid voor interrupties relatief beperkt doordat staten directe verbindingen met elkaar kunnen opzetten zonder daarvoor afhankelijk te zijn van de

32

verschillende knooppunten. Dit kan ertoe leiden dat er meer kabels neergelegd zullen worden in deze zones en dat de economieën die tot de zones behoren sterker met elkaar zullen integreren.

Het denken in termen van maritieme zones om bepaalde periodes te omschrijven alsook het voorspellen van toekomstige machtsverhoudingen is een bekende methode. Zo stelde Theodore Roosevelt al aan het begin van de 20e eeuw dat als vervolg op het Mediterrane Tijdperk van de klassieke tijd en het Atlantische Tijdperk van Europa en de Amerikas sinds de 16e eeuw, het Pacifische Tijdperk snel uit zou breken (Martin 1944, 262). Dit zou het gevolg zijn van economische stagnatie in Europa en de economische opkomst van Oost-Azië . De beweging richting de Stille Oceaan door de opkomst van Oost-Azië wordt mogelijk inderdaad bevestigd door recent onderzoek naar de onderzeese kabelverbindingen in deze regio. Malecki en Wei (2009) constateren dat het netwerk tussen Japan, China, Taiwan, Zuid-Korea, de Filippijnen en Singapore over de afgelopen jaren enorm is uitgebreid en dat het einde nog niet in zicht is. Hun artikel is dan ook illustratief getiteld " A Wired World: The Evolving Geography of Submarine Cables and the Shift to Asia".

De vraag is in hoeverre deze regionale integratie binnen de zones ten koste zou gaan van de investeringen in verbindingen met de andere zones. Een sleutelrol daarvoor zal worden gespeeld door staten die verbindingen tussen twee zones kunnen leggen. Er zijn slechts een aantal staten die aan meer dan één oceaan grenzen. De Atlantische en Pacifische zones worden op dit moment voornamelijk verbonden door een transcontinentale verbinding via het binnenlandse netwerk van de Verenigde Staten. Maar aan de Zuidelijke kant van de zones bieden Australië, Zuid-Afrika en

Argentinië en Chili de mogelijkheid om via slechts een of twee staten de zones met elkaar te verbinden.

Noord vs Zuid & transitregio's

Waar het gaat om de zuidelijke helft van de wereld, is het echter van belang om de enorme divergentie in connectiviteit te benadrukken ten opzichte van het noorden. Deze kloof staat in de literatuur bekend als de 'digital divide' en is niet alleen een kwestie van een achterstand op het gebied van binnenlandse digitalisering, maar ook de mate waarin staten via onderzeese kabels toegang hebben tot informatie op buitenlandse servers (Henwood et al. 2000). Deze kloof is duidelijk zichtbaar in het huidige netwerk van kabels en is met name een kloof tussen het Noorden en Zuiden. Het maakt landen in de Zuidelijke regio zeer kwetsbaar voor interrupties gezien er weinig back-up capaciteit is om dataverkeer om te leiden via andere routes.

Deze kloof is deels geografisch bepaald, omdat de economische centra in het noordelijk halfrond liggen en investeringen in kabels zich dus voornamelijk hebben geconcentreerd op de noordelijke breedtegraden. Niettemin is er ook een andere geografische zone te identificeren in deze context, namelijk een transitzone waardoorheen de grote verbindingen tussen de economische centra lopen.

Dergelijke transitregio's kunnen door middel van speciale 'branching' verbindingen met internationale kabels zich toegang verschaffen tot zeer snelle verbindingen met economische centra (Infrastructure 2006, 21). Zulke verbindingen zijn bijvoorbeeld zichtbaar op de kaart aan de westkust van Afrika, waar verschillende Afrikaanse staten verbinding maken met een kabel tussen Europa en Zuid-Afrika. Zo ontstaat er een zeker spillover effect van snelle verbindingen tussen economische centra naar minder economisch ontwikkelde gebieden. Gezien de hedendaagse mondiale economische ongelijkheid biedt dit nieuwe mogelijkheden voor een inhaalslag van minder economisch ontwikkelde gebieden ten opzichte van de rijkste landen.

De belangrijkste transitzone is mogelijk de Indische route die vanaf Europa langs Noord-Afrika, een deel van het Midden-Oosten en de hoek van Oost-Afrika trekt alvorens in India aan te komen en een verdere connectie met Oost-Azië via de Straat van Malakka maakt. Deze connectie legt bovendien de basis voor een volledig Oost-Afrikaanse kustverbinding die op de Indische route aangesloten kan worden. Zeer recent is de eerste Oost-Afrikaanse kabel gelegd die inderdaad van de Europees-Indische tweesprong rond de straat van Eden gebruik maakt6.

6

33

Figuur 9. Op basis van Malecki en Wei (2009). De blauwe ovalen geven de belangrijkste economische centra aan en de pijlen de uitwisseling van informatie daartussen. De ovaal met doorgestreepte lijn geeft een transitregio aan. De ovaal en pijl met onderbroken lijnen geven een potentieel spill-over effect van de transitregio aan. De groene streep is de evenaar.

Ondanks de aanwezigheid van een zekere zuidelijke transitregio en de mogelijke positieve spillover-effecten, blijft de geopolitieke positie van het Zuiden in het kabelnetwerk erg kwetsbaar. Op dit moment is Latijns-Amerika sterk afhankelijk van de Verenigde Staten voor haar verbindingen met Europa en Oost-Azië, en is Afrika afhankelijk van Europa voor haar verbindingen met Noord-Amerika en Oost-Azië. Er zijn vrijwel geen directe verbindingen tussen Zuidelijke staten zelf, zoals tussen Latijns Amerika en Oost-Azië of Latijns-Amerika en Afrika.

Economische centra

De verdeling in zones met verschillende uitgangsposities geeft aanwijzingen over de verhoudingen tussen staten in een wereld waar de toegang tot het Internet enkel effectief mogelijk is via

onderzeese glasvezelkabels. Voor een gedetailleerder inzicht in deze verhoudingen is het van belang om de uitgangsposities van een aantal economische centra te vergelijken. Dit onderzoek kiest ervoor om de aandacht te leggen op de Europese Unie, China, Japan, de Verenigde Staten en India. De eerste vier vertegenwoordigen de grootste economieën ter wereld en de laatste vertegenwoordigt een van de belangrijkste opkomende economieën en bovendien een van de snelst groeiende markten is op het gebied van de informatie-economie (IMF 2010; Internet World Stats). Verenigde Staten

De Verenigde Staten heeft het voordeel van twee brede kusten aan zowel de Atlantische als de Stille Oceaan, waardoor brede spreiding van haar kabels in principe mogelijk is. Niettemin ziet de

Amerikaanse oostkust een hoge concentratie van kabels in het noordoosten (New England) en Florida. Deze kwetsbare concentratie van kabels is het gevolg van sterke visserijactiviteit aan de Amerikaanse Atlantische kust alsook bepaalde onderstromen waardoor maar een beperkt aantal plekken in aanmerking komen voor bruikbare landingpunten (Lacroix et al. 2001).

Wat betreft de route van de kabels heeft het weliswaar lange, maar directe verbindingen naar zowel Europa als Oost-Azië, in het bijzonder Japan, zonder dat deze kabels territoria van andere

34

staten kruisen of afhankelijk zijn van knooppunten. Het hoeft zich daarom weinig zorgen te maken dat een interruptie van enkele van deze kabels tot veel problemen in haar verbindingen met elk van deze twee regio's zal leiden.

Bovendien heeft het een zeer strategische positie waar het gaat om de controle over de verbindingen. Haar eigen verbindingen gaan vrijwel allemaal direct naar de regio van bestemming en over eigen grondgebied. De Amerikaanse eilanden van Hawaï en Guam spelen een cruciale rol voor haar verbindingen over de Stille Oceaan. Daarnaast fungeert zij echter ook als belangrijk transitland voor de verbinding tussen Europa en Oost-Azië. Door de superieure snelheid en capaciteit van haar panoceanische kabels en haar krachtige binnenlandse netwerk is het namelijk vaak goedkoper en sneller om data via een transamerikaanse route te sturen dan via de Indische route. In 2005 stelde het PriMetrica Global Internet Geography Report dat 94% van het wereldwijde interregionale verkeer via de VS werd geleid (Reliability of the Internet 2008, 27), alhoewel dit wel aan het dalen is (Markoff 2008). Tenslotte domineert de Verenigde Staten ook de toegang van en naar servers in Latijns-Amerika, zodat deze hele regio afhankelijk is van het Amerikaanse netwerk voor de toegang tot Internetservers in Europa en Azië.

Met uitzondering van de mogelijkheden die de Indische route biedt, zijn dus vrijwel alle economische centra afhankelijk van haar kabelnetwerk om snel en betrouwbaar met elkaar te kunnen communiceren. Dit geopolitieke voordeel werd in 2006 onderkend door toenmalig CIA directeur Michael V. Hayden tijdens een verhoor van het Amerikaanse Senaat, waarin hij stelde: "Because of the nature of Global Telecommunications, we are playing with a tremendous home-field advantage, and we need to exploit that edge” (Markoff 2008). In combinatie met de mogelijkheid tot verdere spreiding van de kabels aan haar kusten kan gesteld worden dat de Verenigde Staten een sterke, relatief weinig kwetsbare positie innemen in het kabelnetwerk.

Europese Unie

De Europese Unie is inmiddels de grootste economische markt ter wereld (IMF 2010). Door een steeds verder uitbreidend transnationaal, intern glasvezelkabelnetwerk kan de Europese Unie langzaam maar zeker ook als een uniforme dataverkeersmarkt gezien worden (Rutherford, Gillespie, and Richardson 2004). Binnen Europa spelen voornamelijk Portugal, Frankrijk en Groot-Brittannië een belangrijke rol voor de internationale onderzeese kabelconnecties van Europa.

De spreidingsmogelijkheden van de Europese kabels zijn in vergelijking met de Verenigde Staten beperkter. Enkel de Europese westkust ligt aan een Oceaan, waardoor het zwaartepunt van haar internationale verbindingen noodzakelijkerwijs op de trans-Atlantische route ligt met de Verenigde Staten. De verbinding met Zuid- en Oost-Azië via de Indische route gaat via meerdere knooppunten en langs een groot aantal verschillende staten. Met name de afhankelijkheid van het turbulente Midden-Oosten is een blijvend risico voor deze verbinding, constateert ook een rapport over de nationale veiligheidsdimensies van het internationale kabelnetwerk voor Groot-Brittannië (Infrastructure 2006). Als alternatief voor de Indische route ontvangt de Europese Unie data van servers in Oost-Azië voornamelijk via de Verenigde Staten en haar Pacifische verbinding. Deze verbinding is weliswaar betrouwbaarder dan de Indische route vanwege de eenvoudigere route en heeft grotere capaciteit, maar is wel een stuk langer en zodoende langzamer. Slechts recentelijk lijkt de mogelijkheid te bestaan om via de Europese noordkust een kabel te leggen door de Arctische zee naar Japan.

De kwetsbaarheid van de Indische route en de afhankelijkheid van het Amerikaanse binnenlandse netwerk voor de verbinding met Oost-Azië kan de behoefte binnen Europa doen ontstaan om meer diversificatie in haar internationale verbindingen te brengen. Europa fungeert verder als belangrijke transitroute voor het grootste deel van Afrika met de Amerikas en deels voor Oost-Azië (met name voor haar verbindingen met staten in West-Afrika).

Tenslotte moet ook nog gesteld worden dat Europa een grote diversiteit heeft aan landingspunten wat waarschijnlijk het resultaat is van verschillende intra-Europese onderzeese kabels.

35 China

Als China haar huidige groeispurt nog enkele decennia weet vol te houden zal het de Verenigde