• No results found

Kwaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving

In document AGENDA Algemene Ledenvergadering VNG (pagina 69-75)

Inzet van gemeenten bij de kabinetsformatie

4 Kwaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving

Investeringsagenda

Samen met het IPO en de UvW stelden we in 2017 de Investeringsagenda voor klimaatadap-tatie, energietransitie en circulaire economie op. De klimaatverandering en het Klimaatakkoord van Parijs vereisen dat Nederland het tempo opvoert om resultaten te boeken met de transitie naar schone energie, klimaatadaptie en circulaire economie.

Door een gerichte en afgestemde meerjarige inzet van budgetten kunnen gemeenten, provincies en waterschappen doelen sneller behalen. De gezamenlijke Investeringsagenda was tegelijkertijd een aanbod aan het nieuwe kabinet. Die heeft de kern van deze agenda overgenomen in het regeerakkoord. Verdere uitwerking volgt in het Interbestuurlijke Programma in 2018.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 20

Energietransitie

In 2017 werkten we aan professionalisering en verduurzaming van de energieloketten. We coördineerden zestig experimenten van allianties van gemeenten en bouwpartijen om innovatief zoveel mogelijk particuliere woningen te verduurzamen naar energieneutraal. We werkten aan de invoering van Energie Prestatie Keuring (EPK) en Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED). Maar ook aan verdere ontwikkeling van de aanpakken van regionale uitvoerings-diensten bij toezicht en handhaving rond de Wet milieubeheer. We startten een Community of Practice rond het thema energietransitie voor huishoudens met lage inkomens. En rond de Green Deal Scholen organiseerden we regionale expertsessies over ander maatschappelijk vastgoed.

In 2017 ondersteunden we zeven regio’s met de ontwikkeling van een regionale energiestrate-gie. Hierbij volgden we eenzelfde proces. In elke strategie komen zaken aan de orde als:

• Een energieanalyse met gegevens over regionaal energieverbruik

• Besparing en opwekpotentie

• Ruimtelijke vertaling van de opgave en de te nemen energiemaatregelen

• Opgave en ambitie voor korte en lange termijn, vastgelegd met relevante stakeholders in de regio (overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en bewoners)

• Strategie vertaald in afspraken met stakeholders en sectoren

• Inrichting van uitvoeringsorganisatie en regionale samenwerkingsstructuur

Met dertien regio’s stelden we een lerend netwerk in. Doel: met elkaar kennis en ervaringen delen.

Er is een totaaloverzicht van alle regio’s dat inzicht geeft over kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van alle regio’s, opgesteld door Posad. Per regio staat wat ze in potentie zelf kunnen opwekken, en in hoeverre ze daarmee hun eigen regio kunnen voorzien van duurzame energie.

Hieronder het voorbeeld van de regio Noord Veluwe.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 21

*** de max. opwekpotentie is bekend, maar voor gebruik in scenario's gelijk getrokken met de energievraag (2050)

Binnen de regio Noord-Veluwe is de gemeente Ermelo een pilotgemeente. Hier is een aanpak gehanteerd die op dit moment breder wordt doorgetrokken naar de overige gemeenten in de regio.

Voor de gemeente Ermelo is de verwachte energetische toekomstsituatie getalsmatig gevisualiseerd en is de totale opwekpotentie online inzichtelijk gemaakt.

Door middel van een brede informatieavond en twee Energie & Ruimte ateliers met bewoners, bedrijven en instellingen zijn kansen geïdentificeerd en een drietal ruimtelijke scenario's opgesteld.

Scenario 1: het behouden van waardevolle landschappen.

In dit scenario wordt het landschap zo leeg mogelijk gehouden en wordt energieproductie sterk geclusterd in grote groepen. Scenario 2: ontwerpen met het landschap.

In dit scenario wordt energieproductie ingezet om landschappelijke elementen en lijnen te versterken.

Scenario 3: economisch. Dit scenario is gebaseerd op pragmatische keuzes. Denk aan de nabijheid van infrastructuur of de lage waarde van de grond, wat ontwikkeling aantrekkelijk kan maken. Gesteld kan worden dat er maatschappelijk draagvlak is voor deze scenario's, er is bij deze vrije inventarisatie echter geen rekening gehouden met kaders en criteria.

Tijdens de ateliers zijn ook een aantal concrete, potentiele projecten genoemd. Zeven projecten hiervan worden aangeduid als kansrijk. De opgehaalde projecten

niet op tot het referentiescenario. afbeelding: 'scenario 3: economisch' afbeelding: 'scenario 2: ontwerpenmethetlandschap' afbeelding: 'scenario 1: behoudenwaardevollelandschappen'

Restopgave0,6 PJ

De verdeling van de hernieuwbare opwekking 2050 over de verschillende energiebronnen

Collectieve

Power to gas (36%) Thermisch dak

Biomassa

Bij het energieverbruik en -opwekking wordt gemeten met het bruto eindgebruik. Op basis van de sectorale gegevens van de Klimaatmonitor zijn de verschillende energiedragers toegeschreven aan de categorieën

Transportbrandstof

'overig'. Hierin is al het energiegebruik per gemeente meegenomen volgens de gebiedsbenadering. Ook mobiliteit zit hierin verwerkt.

Alle genoemde getallen zijn een optelling van de afzonderlijke factsheets-energie die per gemeente zijn opgesteld.

Energievraag in 2050:

Op basis van het huidige energieverbruik. Hierop zijn besparingen toegepast als (o.a.) isolatie,

gedragsverandering en veranderende mobiliteit. Ook is een stijging in de energievraag meegenomen door een toename van bijvoorbeeld elektrisch vervoer en warmtepompen.

Maximale opwekpotentie 2050:

Inzichtelijk gemaakt in de Energie Transitie Atlas.

Hierin zijn de belangrijkste restricties meegenomen, hard en zacht. NB voor het gebruik van de scenario's is deze maximale opwekpotente gelijk getrokken met de energievraag in 2050 (na besparing).

Hernieuwbare opwekking 2050:

Dit is een invulling van de energievraag in 2050 met de huidige beschikbare technieken. Per gemeente is een afstemming bereikt over de energiemix.

16,0 PJ REGIO NOORD-VELUWE, VNG, MINISTERIE VAN I&M

Klimaatadaptatie

Het nieuwe Deltaplan Ruimtelijke adaptatie biedt goede mogelijkheden voor gemeenten om met dit thema intensiever aan de slag te gaan. Gemeenten, waterschappen en provincies krijgen de ruimte om op regionaal niveau zelf heldere doelen, strategieën en een uitvoeringsa-genda op te stellen.

Ook verduidelijkt dit plan verantwoordelijkheden van burgers en bedrijven, en komt er

aanvullende ondersteuning voor gemeenten. In het najaar voerden gemeenten, waterschappen en provincies goede gesprekken over intensievere samenwerking in de regio’s. Begin 2018 leidt dit tot een landsdekkende regionale structuur.

In Europees verband werkten we samen met vijf netwerken voor (duurzame) steden aan integrale nationale energie- en klimaatplannen.

Water

In het project Samenwerken aan water werkten we in het hele land samen met UvW. Om:

• Kostenreductie in de waterketen te realiseren

• Kwetsbaarheid te verkleinen

• Kwaliteit te verhogen

We liggen goed op koers om de doelstellingen voor 2020 te halen.

Bodem en ondergrond

Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en bedrijven maakten in het convenant Bodem en ondergrond (’16-’20) afspraken over invulling van de saneringsopgave en de transitie naar integraal bodembeheer en -gebruik. Ook op dit onderwerp vindt decentralisatie plaats.

Bodem en ondergrond worden integraal onderdeel van de afwegingen die gemeenten in de omgevingsvisie moeten maken. Vooruitlopend hierop ondersteunen we gemeenten in de dialoog over de bijdrage van de ondergrond aan ruimtelijke ontwikkelingen. Ongeveer tachtig gemeenten zijn hier inmiddels mee aan de slag.

Snel internet landelijk gebied

Snel internet zorgt ervoor dat inwoners digitaal toegang hebben tot zorg, scholing, werk en

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 22

vrije tijd. Mede na onze lobby heeft het ministerie van EZK nu een modelsteunregeling voor decentrale overheden om snel internet aan te leggen. Als Brussel met deze regeling akkoord gaat, kunnen gemeenten gemakkelijker subsidie verlenen bij de aanleg van snel internet in buitengebieden. Ook bevorderden we kennisontwikkeling bij gemeenten met handreikingen, bijeenkomsten en een webinar.

Afval en circulaire economie

Begin 2017 ondertekenden we samen met een groot aantal andere partijen het Grondstof-fenakkoord. Het gaat om een breed gedragen intentieverklaring voor transitie naar een circulaire economie. Om deze te versnellen stelden we agenda’s op voor de vijf relevantste thema’s:

Na oplevering van deze agenda’s bepalen we in 2018 in hoeverre we willen en kunnen bijdragen aan verdere uitrol ervan.

In 2017 zijn we met het ministerie van IenW en het Afvalfonds Verpakkingen van start gegaan met de tussentijdse evaluatie van de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022. We houden tegen het licht hoe afspraken over de producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Verder waren we betrokken bij de voorbereiding van de raadsonderhandelingen (via het ministerie van IenW) en de opinievorming in het Europees parlement over de nieuwe EU afvalrichtlijn.

Lokale vormgeving ruimtelijke kwaliteit

We hebben ons ingezet om de Wet kwaliteitsborging voor bouwen aan te houden. Wij zagen vooral problemen met de uitvoerbaarheid en de rol die gemeenten kregen in de duale rolverdeling met de markt. Samen met het ministerie van BZK en de bouwpartijen bekijken we in 2018 of we op basis van de doelen tot een beter voorstel kunnen komen.

Uit de evaluatie van de wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (wet VTH) blijkt dat de omgevingsdiensten goed functioneren - structuuringrepen zijn niet nodig. Wel kunnen we kwaliteit en opdrachtgeverschap verbeteren. Omgevingsdiensten krijgen geen extra wettelijke kwaliteitsnormen en geen extra wettelijke taken. Over kwaliteitsverbeteringen bij regionale uitvoeringsdiensten spreken we halverwege 2018 met gemeentelijke voorzitters van omgevingsdiensten.

Omgevingswet

Het jaar 2017 stond in het teken van verkenning en verdieping. Het gemeentelijke veld pakte de voorbereiding op de Omgevingswet serieus op. Via een trekker en team verkenden alle gemeenten wat ze lokaal moeten doen. We keken kritisch mee met de wetsontwikkeling.

Vanwege de zorgvuldige uitwerking van de wet verschoof de inwerkingtreding naar 1 januari 2021. De einddatum van de transitie blijft 2029.

In de zomer verscheen een rapport van Bureau ICT-toetsing met de aanbeveling om de moeilijkheid terug te brengen en de gebruikersbetrokkenheid te versterken. Deze hebben we uitgewerkt in concrete voorstellen. Er waren succesvolle sessies over het Financieel Dialoogmodel Omgevingswet. Met dit model hebben gemeenten beter inzicht in de eigen kosten voor invoering van de wet. Via verkenningen brachten we in kaart wat de Omgevingswet van de wethouder vraagt. Ook verkenden we de samenwerking tussen ketenpartners:

gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en GGD GHOR Nederland.

Wij gaven de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) opdracht voor het essay:

Doe maar gewoon, aan de slag met de Omgevingswet door systematisch proberen! Naast

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 23 verkenningen breidden we het ondersteuningsaanbod uit met:

• De checklist informatievoorziening

• Het menu voor raadsleden

• De basismodule Omgevingswet

• Klantreizen

• Serviceformules

Ook organiseerden we tientallen bijeenkomsten, waaronder het succesvolle festival Omgevingswet, hoe dan?

Mobiliteit

We richtten ons op bevordering van de verkeersveiligheid en agendering van mobiliteitsvraag-stukken in landelijk gebied. Gevolg van onze lobby: geen verhoging van de maximumsnelheid voor landbouwvoertuigen. Samen met IPO en het ministerie van IenW werkten we aan een risicogestuurde aanpak voor verkeersveiligheid waarin gemeenten kunnen sturen op verkeersveiligheid - door data slim te koppelen en trends te signaleren.

Op verzoek van de waterschappen verkenden we daarnaast mogelijkheden voor overdracht van waterschapswegen naar gemeenten. Verder besteedden we aandacht aan bereikbaarheid in stedelijke knooppunten en zachte mobiliteit. Denk bijvoorbeeld aan veilige infrastructuur, fietsparkeerruimte en Tour de Force.

Woonbeleid

In een woonvisie leggen gemeenten hun beleidskaders vast - de basis voor jaarlijkse prestatie-afspraken met woningcorporaties en huurdersorganisaties. Inzicht in de investeringscapaciteit van corporaties is gewenst om:

• Het woningtekort in de corporatiesector te verkleinen

• De woningkwaliteit te verbeteren

• De huren betaalbaar te houden

Het ministerie van BZK berekende voor de tweede keer de investeringscapaciteit per corporatie per gemeente. Vergeleken met 2016 halveerde de capaciteit in 2017. Dit komt voor een deel door de scheiding tussen Daeb en niet-Daeb-bezit van corporaties. Maar ook door gematigde huurontwikkeling en meer investeringen.

Gemeenten ondersteunden we bij de opzet van beleid voor wonen, begeleiding en zorg. Op initiatief van het ministerie van VWS en de VNG zette Platform31 een vierdaagse leerkring op:

Ontwikkelen visie op wonen, begeleiding en zorg. In 2017 was deze twee keer georganiseerd voor zestig deelnemers uit dertig gemeenten. Wij waren betrokken bij de voortzetting en uitbreiding van de Woonzorgwijzer. Hiermee kunnen we per buurt een prognose maken van inwoners met beperkingen. De monitor wonen staat op waarstaatjegemeente.nl (in 2017 geactualiseerd en uitgebreid).

Een specifieke doelgroep die we in 2017 op de agenda hebben geplaatst zijn mensen die zijn aangewezen op middenhuur. Voor de landelijke samenwerkingstafel middenhuur brachten we samen met het ministerie van BZK een handreiking uit: Gemeentelijk instrumentarium middenhuur.

Onze modelhuisvestingsverordening pasten we aan om de urgentie van vergunninghouders goed te verankeren. Ook breidden we deze uit met een urgentieverordening.

Wij waren betrokken bij de start van de Bouwagenda, gericht op stimulatie, versnelling en verduurzaming van woningbouw. Via het Energieteam bevorderen we:

• Afspraken maken voor energiebesparing

• Klimaatbestendig maken van de woningvoorraad

Samen met de Woonbond en Aedes zetten we in om (een deel van) de opbrengsten van de

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 24

verhuurderheffing te gebruiken voor investeringen door corporaties. In het regeerakkoord is daarvoor een bedrag uitgetrokken. Wij steunen het programma Stedelijke transformatie, een vierjarig programma om binnenstedelijke transformaties te stimuleren, door:

• Kennis te delen

• Voorbeeldprojecten te begeleiden

• Regelgeving aan te passen

Om de kwaliteit van woonambtenaren te bevorderen organiseerden we in 2017 met zestien deelnemers eenmalig het vierdaagse leertraject Woonbeleid.

Luchtkwaliteit

Wij doen mee aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en vroegen de staatssecretaris om duidelijkheid over het Nationaal Actieplan Luchtkwaliteit als opvolger van het NSL. Gemeenten doen veel om de luchtkwaliteit voor hun inwoners te verbeteren, maar zij kunnen dit niet alleen. Voor gemeenten is daarom belangrijk dat de gezamenlijke verantwoor-delijkheid van de overheden in een wettelijke regeling staat.

Voor de houtrookproblematiek pleitten we eind 2016 bij de staatssecretaris van Milieu voor EU-bronmaatregelen voor:

• Houtkachels

• Verkoopeisen van individuele stookinstallaties

• Handhaafbare beoordelingsmethodiek voor stookinstallaties in particuliere woningen

• Ontwikkeling van landelijke norm voor schadelijkheid van houtrook Zo kunnen gemeenten deze maatregelen opnemen in hun omgevingsplan.

In 2017 bracht Platform Houtrook en Gezondheid mogelijke oplossingen in kaart voor:

• Gedragsbeïnvloeding

• Normering

• Proces

• Toestellen

Geluid

De Wet milieubeheer verandert zodat we bij het Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG) bij rijksinfrastructuur maatregelen kunnen prioriteren, zónder het budget te overschrijden. Bij de voorbereiding en de raadpleging in 2017 zetten we in op noodzakelijke aanpassingen van het wetsvoorstel voor uitvoering van het saneringsprogramma en behoud van het beschermingsni-veau van woningen en scholen vlakbij rijksinfrastructuur. Aanpassingen gaan over:

• Aanvulling van het beschikbare budget

• Duidelijkheid over gevolgen van gevelisolatie in plaats van bronmaatregelen voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van rijksinfrastructuur

• Duidelijkheid over doorwerking in de Aanvullingswet geluid

• Vervanging van de top-down procesaanpak door een participatieproces in lijn met de Omgevingswet

Naast dit wetsvoorstel dachten we ook mee met de ambtelijke voorbereiding van het Aanvullingsbesluit geluid.

Asbest

Als een van de deelnemers aan het landelijk programma Versnellingsaanpak asbestdaken sanering steunen wij het asbestdakenverbod. Daarnaast vroegen we samen met andere ambassadeurs bij het ministerie van IenM en de Tweede Kamer aandacht voor:

• Duidelijkheid over de invoerdatum van het asbestdakenverbod

• Oplossing van knelpunten in regelgeving

• Financieringsinstrumenten voor de saneringsopgave

• Een landelijke communicatiecampagne

• Koppeling asbestsanering aan energietransitieprogramma’s

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 25

• Verduurzaming van landbouw

• Handhavingscapaciteit

Verduurzam ing veehouderij

Bij de lobby richting Rijk en parlement zetten we in op een instrumentarium waarmee gemeenten mogelijke volksgezondheidsrisico’s door veehouderijen kunnen meewegen in lokaal beleid. Recent waren er diverse onderzoeken over volksgezondheid en geurhinder in de omgeving van veehouderijen. Gemeenten willen de uitkomsten meenemen in hun beleid om verduurzaming van landbouw te stimuleren. Daarnaast werkten we in 2017 samen met IPO en andere betrokken partijen aan een alternatief. Doel: dat gemeenten maatregelen kunnen nemen om negatieve effecten van veehouderij voor de fysieke leefomgeving te verminderen.

In document AGENDA Algemene Ledenvergadering VNG (pagina 69-75)