• No results found

5. De alternatieven

5.5 Kwalificatie arbeidsrelatie

Tijdens het schrijven van deze scriptie is de wet DBA nog volop in ontwikkeling in de praktijk als op beleidsniveau. Inmiddels is er een rapport verschenen met daarin 10 mogelijke varianten welke apart of in combinatie de huidige onzekerheden weg zouden moeten nemen waardoor de wet per 1 januari 2018 ook daadwerkelijk gehandhaafd kan worden. In dit rapport worden de volgende 10 varianten aangeboden:

Uitvoering/handhaving Wet DBA zonder wijziging van de wettelijke criteria

A. Overgaan tot handhaven (nuloptie)

Handhaving invoeren per 1 januari 2018 en specifieker gericht op schijnzelfstandigen B. Oordeel over de status van een arbeidsrelatie (OSA)

43 Commentaar van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, van 11 november 2014, met betrekking tot

Net als in het Verenigd Koninkrijk vooraf zekerheid verlenen over de arbeidsrelatie door middel van een beschikking. Deze wordt aangevraagd via een web module door de opdrachtgever en in tegenstelling tot de beschikking geen loonheffing niet door de opdrachtnemer. Deze beschikking kan door de opdrachtgever aangevraagd worden voor meerdere opdrachtnemers tegelijk. Deze zou mogelijk in de toekomst de

modelovereenkomst kunnen vervangen.

C. Criteria voor het mogen gebruiken van een modelovereenkomst (variant-Boot) Het vormen van een beperkt aantal criteria waarop de handhaving zal plaatsvinden. Hierbij zal gekeken moeten worden naar de duur van de overeenkomst, het gehanteerde tarief en of er sprake is van kernactiviteiten. Deze criteria moeten duidelijkheid

verschaffen over de vraag wanneer er in ieder geval sprake is van een dienstverband. D. Rechtsvermoeden voor het ontbreken van een dienstbetrekking

Hierbij wordt op basis van de criteria onder C beoordeeld wanneer er in ieder geval geen sprake is van een dienstbetrekking.

Varianten die een wijziging van de wettelijke criteria vereisen

E. Nadere invulling van het criterium ‘persoonlijk verrichten van arbeid’

Het begrip persoonlijk verrichten van arbeid zo aanpassen dat er ook sprake kan zijn van een dienstbetrekking wanneer de arbeid niet dan wel gedeeltelijk persoonlijk uitgevoerd dient te worden.

F. Fictieve dienstbetrekking met uitzondering voor ondernemers

In de nu geldende modelovereenkomsten worden de fictieve dienstbetrekkingen vaak uitgesloten. Door deze mogelijkheden terug te draaien wordt het voor een grotere groep mogelijk om aanspraak te maken op de werknemersverzekeringen.

G. Sectorale eis van arbeidsovereenkomst

In bepaalde sectoren komt het voor dat een werknemer niet onder de vereisten van een arbeidsovereenkomst valt, terwijl dit wel wenselijk is. Op basis van sectoraal maatwerk kan voor deze groep werkenden een uitzondering worden gemaakt waarbij verplicht sprake is van een dienstbetrekking.

H. Opt-out van de loonheffingen en de werknemersverzekeringen

Op basis van de criteria onder C en D is het mogelijk om in het hoger segment van de arbeidsmarkt te kiezen om van loonheffingen en werknemersverzekeringen af te zien.

I. Ondernemersverklaring voor een selectieve groep ondernemers

Dit is een andere benaming voor de var-verklaring. De opdrachtgever wordt gevrijwaard en de opdrachtnemer krijgt bij de ondernemersverklaring zwaardere consequenties wanneer er achteraf blijkt dat er toch sprake is van een dienstbetrekking. De beoordeling vooraf zou nu wel mogelijk zijn omdat er gecontroleerd wordt op de arbeidsverhouding in het verleden.

J. Gelijke beloning opdrachtnemers en werknemers

Wettelijk vaststellen dat een opdrachtnemer dezelfde beloning zou moeten krijgen als een werknemer. De vraag is dan wel hoe deze beloning bepaald moet worden 44.

De vraag bij voornoemde voorstellen is of deze voldoen aan de wensen vanuit de praktijk? Want is het onder een van deze opties mogelijk om zekerheid te verschaffen in de praktijk en daarmee het grijze gebied op te lossen? In de praktijk geven de bergrippen “gezagsverhouding”, “vrije vervanging” en de onzekerheid de grootste problemen. Ik zal nu per probleem schetsen of de voorstellen een oplossing bieden.

Ten eerste het probleem van het begrip “gezagsverhouding”, waarbij in het hogere segment van de arbeidsmarkt vaak sprake is van een gezagsverhouding, terwijl dit niet de gewenste uitkomst is. De opties D en H zijn de mogelijke opties met een positief effect op de invulling van de gezagsverhouding. Doordat de keuze openstaat om af te zien van loonheffingen en

werknemersverzekeringen is het mogelijk om ondanks de gezagsverhouding tocht buiten dienstbetrekking te werken. Daarnaast kunnen de criteria zo worden ingericht dat in dit hogere segment geen sprake is van een dienstbetrekking terwijl er tegelijkertijd sprake is van een

gezagsverhouding. Met deze criteria zal echter niet alle onzekerheid worden weggenomen en zal er in de praktijk alsnog sprake zijn van een grijs gebied. Mijn voorkeur gaat dan ook naar optie D waarbij zelf gekozen kan worden voor een passend regime voor de opdrachtgever en de

opdrachtnemer.

Ten tweede het begrip “vrije vervanging” waarbij in het lagere segment van de arbeidsmarkt te snel sprake is van arbeid buiten dienstbetrekking. Het is relatief eenvoudig om in de

modelovereenkomst af te spreken dat de opdrachtnemer vrij te vervangen is. De opties C, E, F, G en J zouden een positief effect moeten hebben om de “vrije vervanging” minder snel tot de

conclusie te laten komen dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Door strengere criteria toe te passen en het mogelijk te maken dat er ondanks het niet verrichten van persoonlijke arbeid er toch sprake kan zijn van een dienstbetrekking. Optie J is naar mijn inzicht onmogelijk uit te voeren en zorgt een gelijke beloning voor een wanverhouding tussen een ondernemer en een werknemer. Tot slot de geboden zekerheid voor de praktijk. Een wisselwerking van

bovengenoemde opties zal geen zekerheid bieden voor de gehele praktijk. In het bovenste segment zijn er meer mogelijkheden om buiten dienstbetrekking te werken en dit is positief en brengt zekerheid met zicht mee. De onderkant van het segment wordt echter harder aangepakt waardoor nog meer schijnzelfstandigen in moeilijkheden komen. Dat voor deze groep geen zekerheid wordt geboden is naar mijn mening dan ook een positief effect en zorgt dit ervoor dat de schijnzelfstandigen uit de arbeidsmarkt verdwijnen.

GERELATEERDE DOCUMENTEN