• No results found

Kritische bedenkingen en evaluatie van de probleemstelling met besluit

In document Remember - Re-membering (pagina 61-63)

Hoofdstuk 2 Onderzoek naar de impact van de wereldoorlogen op de · latere generaties

2.4 Kritische bedenkingen en evaluatie van de probleemstelling met besluit

Het materiaal uit de enquêtes maakt duidelijk dat de oorlogen de opeenvolgende generaties hebben getroffen. Het leed was nog voelbaar bij sommige nabestaanden. Andere respondenten beschreven hoe het trauma doorheen vier tot vijf generaties duidelijk aan kracht en invloed verloor.

De individuele beleving van trauma bij de militairen vertoont verschillen: hoe komt het dat sommige soldaten wel tegen het oorlogsgeweld bestand waren en andere niet? De mening van van Bergen (2014) sluit zich daarbij aan: het is ‘die ene druppel’ die de emmer doet overlopen die de mens breekt.

Tijdens WO I was de kennis over traumatische oorlogsgevolgen als shellshock nog onbekend. De Belgische artsen kenden niet onmiddellijk een behandeling en dus behandelden de Britse arts Charles Samuel Myers, alsook Franse artsen, de Belgische militairen zo goed als mogelijk, op een menselijke manier. De artsen zelf ervaarden in de oorlogsomgeving een grote machteloosheid. WO II was niet veel beter. Dezelfde psychische symptomen, dezelfde ziektes doken op bij de slachtoffers. Pas na andere oorlogen, zoals die in Vietnam werd PTSD in het DSM opgenomen en kon de ziekte als dusdanig behandeld worden. Dat gebeurde pas in 1980. Het ware in dit verband relevant de zelfmoordcijfers in België voor en na beide wereldoorlogen eens nader te bekijken2. De Nederlandse journalist en historicus Lightenberg (2015) beschreef de zelfmoordepidemie in mei 1940 in Nederland. Kende België kort na en tijdens de oorlogen dezelfde zelfmoordpieken?

Een andere vraag die hieruit vloeit: “Kregen burgers en kinderen die getraumatiseerd waren tijdens en na de twee wereldoorlogen de nodige ondersteuning? Nederland beschikt wel over een veteranenloket voor WOII - getroffenen en de latere generaties, in België is dat nog niet van toepassing. In Nederland kunnen cliënten met eerste- en tweedegeneratieproblematiek, oude en jonge veteranen en vluchtelingen met psychotraumaklachten als gevolg van geweld en oorlog terecht bij ‘Stichting Centrum ’45’, waar ze een aangepaste behandeling krijgen.

Het verzwijgen, verdringen, vermijden van de grootouders om over hun trauma’s te praten tegen hun kinderen en de volgende generaties, is dat de aanleiding geweest tot het benoemen van nieuwe psychiatrische symptomen, ziektebeelden en/of stoornissen?

Door wat betreft de hele geschiedenis van het ontstane psychische oorlogsleed tot het psychische leed van nu, legt van Bergen (2014) de vinger op de wonde: de getroffene moet op zoek wat die éne druppel was die de mens heeft gebroken. Wat de behandeling ervan betreft, vind ik veel wijsheid bij de Britse arts Myers: tijd nemen, actief luisteren, erkenning geven aan het lijden in

2

zijn omgeving. Ook anderen benadrukken het belang van empathisch luisteren. De onvoorwaardelijke acceptatie met behoud van de eigenheid, kan het verlies een plaats geven bij iedere mens op zijn maat (Baeten, 2019-2020). Deze benadering van mens tot mens wordt dan een ‘helend vlak’ in plaats van een ‘hellend vlak’, want onze hedendaagse maatschappij glijdt langzaam af naar een euthanasiemaatschappij (Cogge et al., 2017-2018). Iedere mens draagt een kwetsbaarheid en die kan als sterkte gebruikt worden om door het leven te gaan. Emoties, affecties, behoren tot het mens zijn (van Bergen, 2014).

In verband met het ‘levend verlies’ waar Manu Keirse over schreef nog het volgende: de samenleving en de medische wereld moeten voldoende zicht hebben op wat ‘levend verlies’ betekent. Je kunt het als individu wel accepteren, maar welke consequenties het allemaal kan hebben blijft een vraagteken. Die werkelijkheid onder ogen zien is een moeilijke opdracht. Mensen ontkennen ze daarom al te vaak. Dat kan leiden tot frustratie en zelfs gewelddadigheid. Niet alleen de familie schiet tekort, maar ook de samenleving: de familie staat er meestal alleen voor en wordt niet opgevangen.

Voor het werken aan trauma’s zijn verschillende strategieën nodig. Enerzijds is er nood aan individuele hulpverlening, maar anderzijds ook aan ‘collectieve’ ondersteuning, waarbij herinneringseducatie een belangrijke bijdrage kan leveren. Oorlogen worden algemeen herdacht, maar er is weinig of geen oog voor de complexe psychologische problematiek die oorlogservaringen met zich meebrengen. Er zijn trauma’s die personen en gezinnen treffen en veel daarvan blijken - onverwerkt en/of gedeeltelijk verwerkt - intergenerationeel doorgegeven. Rond de data waarop oorlogen herdacht worden, speelt herinneringseducatie zich ogenschijnlijk af in een publieke ruimte die oog heeft voor hedendaagse en vergelijkbare uitdagingen. Mensen en gezinnen die de herinneringen meevieren, mogen we echter niet zien als een ‘onbeschreven blad’, ze maken heel concreet deel uit van die geschiedenis.

Door de activiteiten kunnen hun ervaringen en trauma’s, die intergenerationeel werden doorgegeven, opnieuw worden opgeroepen wanneer ze er al dan niet bewust mee worden geconfronteerd. Dat kan uitmonden in verdere verwerking, maar ook in verdere onderdrukking. Wonden worden opnieuw opengereten of alweer genegeerd. Bij het opzetten van de herinneringsmomenten en –educatie moet er dringend meer aandacht zijn voor dit psychologische intergenerationele ‘mijnenveld’. Generatie Auschwitz-getroffenen worden geconfronteerd met ‘secundair trauma’. Dat opent de vraag of dat bij sommige getroffenen van de generatie van de Belgische wereldoorlogen ook het geval is. Dit thema vraagt bijkomend onderzoek.

Fase drie van het onderzoek gaat in op de wijze wat de voorwaarden zijn van goede herinneringseducatie en hoe die kan helpen bij de verwerking van oorlogstrauma. Er worden ook voorstellen en alternatieven geformuleerd om tegemoet te komen aan eventuele tekorten en/of kansen die men liet liggen. Ten slotte gaan we in op het verband tussen herinneringseducatie en andere vormen van traumaverwerking.

In document Remember - Re-membering (pagina 61-63)