• No results found

10 KOSTEN, MAATREGELEN EN FINANCIERING

In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen aangegeven wat de kosten van de PAS- en niet-PAS maatregelen zijn, hoe de uitvoering en financiering van de maatregelen plaatsvindt en wie voor de uitvoering van die maatregelen verantwoordelijk zijn.

Het beheerplan is opgesteld in overleg met belanghebbende partijen, zoals de terreinbeheerders en het hoogheemraadschap, maar kan hen geen rechtens afdwingbare verplichtingen opleggen. Om de uitvoering van de vereiste maatregelen toch te borgen, zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen de provincie en de betrokken partij(en).

10.1 Kosten maatregelen

In tabel 9.1 zijn per habitattype de PAS-maatregelen opgenomen die nodig zijn voor de realisatie van de instandhoudingsdoelen die stikstofgevoelig zijn. De maatregelen zijn een resultante van de

Gebiedsanalyse (bijlage 3) en de maatregelenanalyse in hoofdstuk 4 en gedefinieerd onder de aanname dat het reguliere natuurbeheer wordt voortgezet. Regulier natuurbeheer is niet in tabel 9.1 opgenomen maar wel in hoofdstuk 4 genoemd als ‘continuering van het beheer’ (maaien, begrazen, verwijderen opslag e.d.). Een groot gedeelte van de maatregelen zijn PAS maatregelen, immers het duinecosysteem heeft het meest te leiden onder de antropogene stikstoftoevoer. Een beperkt deel van de maatregelen is geen PAS maatregel maar ook noodzakelijk voor het realiseren van de instandhoudingsdoelen.

In tabel 9.1 zijn de PAS maatregelen en de kosten aangegeven. Voor een uitgebreide toelichting van de te nemen maatregelen wordt verwezen naar de PAS Gebiedsanalyse in bijlage 3. Uit de gebiedsanalyse blijkt dat voor een aantal habitattypen geen PAS maatregelen zijn geformuleerd. Hier vindt volgens de PAS gebiedsanalyse geen overschrijding van de kritische depositiewaarde plaats en zijn PAS maatregelen dus niet nodig. Voor de habitattypen droge duinheiden met kraaiheide, duindoornstruwelen en

kruipwilgstruwelen geldt dat er –behalve de voortzetting van het huidige beheer- geen aanvullende maatregelen nodig zijn om de instandhoudingsdoelen te realiseren. De uitwerking van een aantal maatregelen moet gedurende de eerste beheerplanperiode plaatsvinden bijvoorbeeld op basis van (o.a. hydrologisch) onderzoek. Deze maatregelen kunnen nog niet worden geraamd (tabel 9.2). Voor het realiseren van de gewenste dynamiek en verstuiving in de witte duinen en grijze duinen moet bij aanvang van de eerste beheerplanperiode een uitvoeringsplan worden opgesteld. Aangezien het realiseren van stuifkuilen een belangrijke PAS maatregel is, kan dit eveneens worden gezien als een (afgeleide) PAS maatregel. Daarnaast is ook onderzoek gewenst naar een effectieve en doelmatige wijze om rimpelroos te bestrijden.

Naast de bovengenoemde maatregelen die zijn gericht op het realiseren van de Natura 2000

instandhoudingsdoelen, wordt er in de eerste beheerplanperiode een verkenning uitgevoerd die in beeld brengt hoe een duurzaam recreatief gebruik van het duingebied en de directe omgeving kan samengaan met het duurzaam instandhouden en ontwikkelen van de tapuitenpopulatie in dit duingebied. Deze maatregel past in de keuze die is gemaakt om de oude Beschermde Natuurmonumentdoelen mee te nemen in de uitwerking van dit beheerplan (zie hoofdstuk 3).

Tabel 10.1 PAS Maatregelen per habitattypen*

De kosten voor de PAS maatregelen zijn geschat op €1.200.000

Habitattype Maatregel* ha

H2130B/H2120 Aanleg stuifkuilen **

H2130B plaggen/chopperen 7,5

H2190A plaggen/chopperen 1,0

H2190C plaggen/chopperen 8,7

H2130B verwijderen struweel, opslag en exoten 10,0

H2180A verwijderen struweel, opslag en exoten 3,0

H2130B extra maaien 7,6

H2130B intensiveren begrazing 7.6

H2190A exclaveren tegen vee (100m raster) 3,7

H2130C/H6410 hydrologisch onderzoek

* er zijn geen PAS maatregelen gedefinieerd wanneer uit de PAS gebiedsanalyse is gebleken dat de kritische depositiewaarde in een bepaald habitattype niet wordt overschreden. Voor een toelichting en totale pakket aan PAS beheermaatregelen zie bijlage 3.

** aantal stuifkuilen en grootte wordt nog nader bepaald i.o.m. terreinbeheerder. Bedrag is vastgesteld op basis van 58 stuifkuilen. Op basis van “best professional judgement” moet dit voldoende zijn om dynamiek in dit gebed terug te brengen.

Tabel 10.2 Overzicht van niet PAS maatregelen en kosten per habitattypen per beheerplanperiode De kosten voor de niet-PAS maatregelen zijn geschat op €250.000

maatregel ha beheerder

Verwijderen rimpelroos (H2120 Witte duinen) 7 LNH

Verwijderen exoten (H2180 C binnenduinrandbossen) 1 SBB

Verwijderen opslag (H2190C Ontkalkte vochtige duinvalleien) 1 LNH / SBB

Verwijderen opslag (H2190D vochtige duinvalleien met hoge moerasplanten) 0,06 LNH / SBB

Onderzoek effectief bestrijden rimpelroos n.v.t.

Verkenning duurzaam recreatief gebruik duinen n.v.t. LNH

Opstellen uitvoeringsplan voor de realisatie maatregelen n.v.t. LNH/SBB

Onderzoek exlaveren vee Harmplas (2190A) n.v.t. LNH

10.2 Financiering

In het kader van het decentralisatie-akkoord tussen Rijk en provincies over het natuurbeleid, zijn afspraken gemaakt over de beschikbare middelen voor aankoop, inrichting en beheer van het Nationaal Natuurnetwerk (NNN) en middelen voor aanvullende maatregelen voor Natura 2000/PAS. De provincie dient de middelen voor het NNN met prioriteit in te zetten voor het halen van de Naturav2000-doelen, inclusief de vereiste maatregelen in het kader van het PAS. Daarmee zijn alle benodigde maatregelen te financieren. Dat zal zo veel mogelijk plaatsvinden via

subsidieverlening aan de uitvoerende partijen.

Aan het einde van de eerste beheerplanperiode (6 jaar na vaststelling van dit beheerplan) wordt het

maatregelenprogramma ge-update. De resterende maatregelen voor de tweede en derde beheerplanperiode worden dan opnieuw beschouwd waarbij uitvoering van de PAS maatregelen blijft staan. Er vindt dan mogelijk een aanpassing van het maatregelenprogramma plaats (met name de niet PAS maatregelen) afhankelijk van de grootte van de opgave op dat moment. Dat is ook het moment dat de financiering van maatregelen voor de tweede beheerplanperiode in beeld wordt gebracht.

10.3 Uitvoering

De maatregelen en kosten hebben betrekking op het beheergebied van Landschap Noord-Holland . De uitvoering van de maatregelen (PAS en niet-PAS) vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de betreffende terreinbeheerder. Tussen de terreinbeheerder en de provincie Noord-Holland is voor de PAS maatregelen een Raamovereenkomst (juni 2015) getekend voor de uitvoering. In de raamovereenkomst is verder afgesproken dat de provincie verantwoordelijk is voor de communicatie over de noodzaak van de maatregelen, en dat zij de vergunningverlening faciliteert. De

terreinbeheerders zijn verantwoordelijk voor de communicatie van de uitvoering zelf. De uitvoering van maatregelen in de zeereep worden in gezamenlijkheid met het Hoogheemraadschap van Hollands Noorderkwartier uitgevoerd. Ook de niet-PAS maatregelen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de betreffende terreinbeheerder. Voor de onderzoeken zijn de provincies over het algemeen verantwoordelijk. Voor de uitvoering van de monitoring zijn provincies en terreinbeheerders (voor zover afgesproken in het kader van de SNL) verantwoordelijk. Deze

verantwoordelijkheid wordt nader uitgewerkt in het kader van het uitvoeringsprogramma monitoring.

10.4 Maatregelen voor de tapuit: het Tapuitenconvenant

Hoewel vrijwel de gehele Noord-Hollandse populatie tapuiten in de Duinen Den Helder-Callantsoog broedt, en de Noord-Hollandse populatie in nationaal opzicht zeer belangrijk is, is de tapuit in het aanwijzingsbesluit voor de Duinen Den-Helder-Callantsoog niet opgenomen.

Natura 2000 biedt daardoor geen wettelijke grondslag voor het voorschrijven van beschermingsmaatregelen in het Natura 2000-beheerplan. Gezien de verontrustende achteruitgang van de tapuit in dit duingebied en heel Nederland, is bij het opstellen van het beheerplan de wens ontstaan om het beheerplan te benutten om de te nemen maatregelen voor de habitats te nemen voor de tapuitenpopulatie in dit duingebied (zie ook bijlage 5).

De kwaliteit van het broedbiotoop voor de tapuit wordt in het kader van dit Natura 2000 beheerplan verbeterd door de herstelmaatregelen in het grijze duin (PAS maatregelen). Bovendien is het van groot belang om de delen van de duingebieden waar de tapuit broedt te vrijwaren tegen grote drukte, betreding en andersoortige activiteiten. Daarom is door de provincie Noord-Holland, de gemeenten Schagen en Den Helder en Landschap Noord-Holland een convenant opgesteld. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop deze partijen zullen handelen bij nieuwe activiteiten en ontwikkelingen in de Duinen Den Helder-Callantsoog die de tapuitenpopulatie mogelijk beïnvloeden.

11

LITERATUUR

Smits, N.A.C., A.M. Kooijman & B. Arens, 2011. Herstelstrategieën voor H2110 Embryonale duinen, H2120 Witte duinen en H2130 Grijze duinen. Versie 13 april 2011

Janssen, J.A.M & Schaminee, J.H.J., 2009. Europese natuur in Nederland. Natura 2000-gebieden van Zee en kust

Doing H., 1998. Landschapsoecologie van de Nederlandse Kust. Stichting Duinbehoud, Leiden & Stichting Publikatiefonds Duinen, Leiden.

Eekelder, Peter, 2010. Vogelbalans 2010-biodiversiteit. Heide en duinen GIS-bestanden, augustus 2012: Habitatkaarten.

Grontmij, 2014. Beheerplan N2000-gebied Duinen Den Helder-Callantsoog. Uitwerking doe-len en maatregelen. Definitief rapport. Versie 7 juli 2014, GM-0132951

Hoogeboom, D., R. van ’t Veer, F.Visbeen en T.Baas, 2012, Atlas van de Natura 2000 Duingebieden van Noord-Holland, Provincie Noord-Holland, Directie Beleid Sector Natuur, Recreatie en Landschap, Haarlem.

KIWA, 2007. Kansen- en knelpuntenanalyse Duinen Den Helder-Callantsoog KWR, 2009. Ecologische vereisten habitattypen. KWR 09.018

Landschap Noord-Holland, 2004. Beheerplan Nollen van Abbestede

Landschap Noord-Holland, 2005. Beheerplan Duinen van de Noordkop, eindconcept

Ministerie van LNV, 2008. Natura 2000 profielendocument. Hoofddocument en bijlagendo-cument RoyalhaskoningDHV, 2015. 84 Duinen Den Helder-Callantsoog. Gebiedsanalyse. Versie 5 januari 2015 Roos, R (redactie), 2011. Duinen en mensen. Noordkop en Zwanenwater

Wondergem, H.E. 2008, Vegetatiekartering van het Kooibosch- Luttickduin 2004, Staats-bosbeheer Regio West, Amsterdam

Wondergem, H.E., 2008. De mossen van het bos en het schraalland van het Kooibosch-Luttickduin. Buxbaumiella 82

Wondergem, H,E.2013, Kooibosch-Luttickduin binnen N2000 gebied Duinen Den Helder- Callantsoog, Staatsbosbeheer Regio West, Amsterdam

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN