• No results found

6 Economische Analyse 6.1 Inleiding

6.4 Kosten van maatregelen

Tabel 6-d geef een overzicht van aanbieders, bekostiging en bedragen met betrekking tot de waterdiensten en overige kosten die worden gemaakt ten behoeve van het waterkwaliteitsbe-heer. In bijlage 4.2.1 wordt ingegaan op de verschillende waterdiensten. Hieronder staat een toelichting op de posten die geen betrekking hebben op waterdiensten.

Bovenop de basisinspanning zijn er waterschappen die het afvalwater aanvullend zuiveren op nutriënten. Bij 21 installaties verdeeld over 11 waterschappen vindt volledige aanvullende nazuivering plaats van het efuent op stikstof en fosfor. Aangenomen wordt dat deze kosten onder de zuiveringshefng zijn ondergebracht, en dus onderdeel uitmaken van de eerder gepresenteerde kostenterugwinning van waterdiensten. Op het moment zijn er geen zuiverings-installaties die als standaard protocol doelgericht op metalen zuiveren. Wel worden er onder-zoeken uitgevoerd naar het zuiveren op metalen, en dan met name het zuiveren op kostbare metalen, waaronder koper, zink, goud en palladium. De jaarlijkse kosten hiervan zijn afgeleid van het budget van een onderzoeksinstituut en dat moet als een ondergrens worden gezien.

Ongeveer de helf van de waterschappen heef deelgenomen aan proefprojecten omtrent extra zuivering op opkomende stofen. De waterschappen zullen een aanvullend deel van de kosten zelf betalen. Deze bijdragen zijn (nog) niet bekend en verschillen per proefproject. Het genoemde bedrag is daarom een ondergrens van de actuele uitgaven rondom de zuivering van opkomende stofen.

Per 1 januari 2018 geldt een verplichte zuivering van restwaterstromen voor de glastuinbouw.

Hierbij moeten zuiveringsinstallaties de gewasbeschermingsmiddelen met minimaal 95%

verwijderen uit het te lozen water. De kosten voor zuivering komen ten laste van de bedrijven.

Afankelijk van onder andere het aantal bedrijven dat zich aansluit bij een collectieve zuivering, als nullozer kan worden aangemerkt omdat ze geen afvalwater lozen (doordat ze 100% recirculeren) en daarom dus buiten de zuiveringsplicht valt, en het type en de capaciteit van de installaties, zullen de werkelijke kosten lager of hoger uitvallen dan de 40 mln euro per jaar die voor de sector in tabel 6-d staan vermeld.

Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer is toegelicht in paragraaf 5.4.2. Ter ondersteuning is in 2020 circa 39 mln euro gereserveerd door het rijk voor de periode tot 2027. Daarnaast worden maat-regelen gefnancierd vanuit bijdragen van provincies, waterschappen, Europese programma’s (o.a.

Platelandsontwikkelingsprogramma (POP3)) en eigen bijdragen van de sector. Het precieze bedrag is niet goed in te schaten, evenmin als het deel dat direct zou kunnen worden toegerekend aan de

Activiteit Aanbieder Bekostiging Bedrag 2019 (euro)

Productie en levering van water Drinkwater-bedrijven Drinkwatertarieven 1,34 mld

Inzamelen en afvoeren van hemel- en afvalwater Gemeenten Rioleringshefng door gemeente 1,64 mld

Vaarwegbeheer Rijk, provincie, gemeenten,

waterschappen

1,30 mld

(Rijk 953 mln, provincie 149 mln, gemeenten 187 mln en waterschappen 9 mln)

Zuiveren van afvalwater Waterschappen Zuiveringshefng 1,33 mld

Aanvullende kosten zuivering nutriënten n.b.

Aanvullende kosten zuivering metalen 1 - 2 mln

Proefprojecten extra zuivering chemische stofen als medicijnresten

Rijkssubsidie 60 mln (totaal)

Watersysteembeheer Waterschappen Watersysteemhefng 1,57 mld (KRW 8%, overig

waterkwaliteit generiek: 20%)

Watersysteembeheer Verontreinigingshefng voor lozingen op

regionaal water

9 mln

Grondwaterbeheer Provincie Grondwaterhefng 12,5 mln

Beheer hoofdwatersysteem Rijkswaterstaat Rijksbegroting 1,4 mld (waarvan waterkwaliteit

65 mln)

Emissiebeheer Bedrijven Eigen zuiveringen 400 mln

Duurzame landbouw Landbouw Zuiveringen gewas-beschermingsmiddelen 40 mln

Rijksbijdrage vanuit GLB om te voldoen aan goede landbouwpraktijk

200 mln

Rijksbijdrage uit Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (2020 - 2027)

39 mln

Rijksbijdrage uit Klimaatakkoord 27,6 mln

Regiodeals 15 mln (totaal voor 2020 - 2023)

KRW-programma Waterschappen Watersysteemhefng, zuiveringshefng 910 mln (totaal voor 2022 - 2027)

Rijk Rijksbegroting 340 mln (totaal voor 2022 - 2027)

Tabel 6-d. Aanbieders, bekostiging en bedragen van de waterdiensten en overige kosten die worden gemaakt ten behoeve van het waterkwaliteitsbeheer (Ecorys).

verbetering van de waterkwaliteit. Als onderdeel van het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid ontvangen agrariërs rechtstreekse steun via een hectarevergoeding. Bovenop de hectarevergoeding wordt een vergroeningspremie uitgekeerd als men aan aanvullende voorwaarden voldoet. De vergroeningspremie is bedoeld als compensatie voor extra inspanningen die de landbouwer levert voor het toepassen van klimaat- en milieuvriendelijke praktijken. In het aanvraagjaar 2019 bedroeg de basisbetaling circa 260 euro per hectare en de maximale vergroeningsbetaling circa 115 euro per hectare. Voor de vergroeningspremie voor Nederland als geheel gaat het om maximaal circa 200 mln euro. Het aandeel van dit bedrag dat ten goede komt aan waterkwaliteit is onbekend.

Vanuit het klimaatakkoord stelt is voor de periode 2020 - 2030 in totaal 276 mln euro beschik-baar voor de aanpak van veenweidegebieden. Door middel van ongeveer 10.000 ha omzeting van landbouwgrond naar agrarische natuur (inclusief veenmosaangroei), transitie naar nate teelten, verhogen van het zomerwaterpeil ten gunste van weidevogels, en technieken voor onderwaterdrainage, moet de veenoxidatie worden tegengegaan. Veenoxidatie leidt niet alleen tot CO2-uitstoot maar kan ook leiden tot een achteruitgang van de waterkwaliteit. Deze middelen dragen indirect bij aan het voorkomen van de achteruitgang van de waterkwaliteit.

In de Regio Deals werken rijk en regio samen aan een betere woon- en leefomgeving voor bewoners en ondernemers in de regio. Het rijk investeert, de regio’s verdubbelen dat bedrag. In sommige regio’s dragen ook andere partijen bij aan de investeringen, zoals het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Voor de derde en laatste tranche (2020 – 2023) stelt het rijk 180 mln euro voor deze projecten beschikbaar. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken, waaronder opgaven op het gebied van bodemdaling, natuurinclusieve landbouw, natuur en waterkwaliteit. De verwachting is dat een gedeelte van de investeringen ten bate komt van de waterkwaliteit.

Het kabinet stelt voor een periode van 10 jaar 5 mld euro beschikbaar voor de uitvoering van het stikstofeleid. Dit betref zo’n 200 mln euro per jaar voor bronmaatregelen om de stikstof-uitstoot van de landbouw te verminderen. Vermindering van de stikstofstikstof-uitstoot leidt tot een lagere belasting van oppervlakte- en grondwater en herstel van de hydrologie in en rond natuurgebieden, en draagt zo bij aan de doelen van de KRW. Daarnaast wordt met het

Programma Natuur 300 mln euro per jaar beschikbar gesteld voor herstel en versterking van de natuur. Dit loopt vanaf 2021 en is een aanvulling op de afspraken die zijn gemaakt in het kader van het Natuurpact, waar rijk en provincies vanaf 2014 circa 415 mln euro per jaar inzeten voor het realiseren van de doelen voor Natura 2000 en de KRW.

Aan de hand van een enquête onder waterschappen zijn de te verwachten uitgaven voor aanvullende gebiedsgerichte maatregelen geïnventariseerd voor de periode 2022 - 2027. Hierin meegenomen zijn zowel de uitgaven voor monitoring als de uitgaven voor het voorkomen van verdere achteruitgang, en voor de verbetering van de toestand van grond- en oppervlaktewater.

De totale uitgaven voor alle waterschappen samen worden geraamd op 910 mln euro. De uitgaven van het rijk in het hoofdwatersysteem worden geraamd op 340 mln euro. Per stroom-gebied blijkt dat de uitgaven met 850 mln euro het grootst zijn voor het stroomstroom-gebied Rijn, gevolgd door 280 mln euro in Maas en 60 mln euro in zowel Schelde als Eems. Daarnaast zijn middelen gereserveerd op de rijksbegroting in het kader van de Programmatische Aanpak Grote Wateren. De uitvoering hiervan ligt veelal na 2027. Het doel is het realiseren van klimaatrobuuste watersystemen, achteruitgang van de toestand te voorkomen en het bereiken van Natura 2000 doelen.

Bij de gebiedsgerichte maatregelen wordt gezocht naar de aanpak van een combinatie aan wateropgaven. Zo is er in de periode 2015 - 2021 ongeveer 400 mln euro uitgegeven aan maatregelen om de waterbeschikbaarheid te verbeteren en dit zijn vaak dezelfde projecten als die voor de KRW worden opgevoerd. Voor de periode 2022 - 2027 is een pakket van 800 mln euro in voorbereiding. Er is een maatschappelijke kosten-baten analyse uitgevoerd ter ondersteuning van de besluitvorming over zoetwatermaatregelen. De voorkeurspakketen voor het hoofdwater-systeem en de gebieden met wateraanvoer uit het hoofdhoofdwater-systeem hebben allemaal een positief kosten-baten saldo, zowel in de referentie (het huidige klimaat) als onder de verschillende klimaatscenario’s in 2050. De voorgestelde maatregelen op de zandgronden dragen bij aan het beperken van natuurschade, maar kunnen onomkeerbare schade van klimaatverandering aan grondwaterafankelijke natuur niet geheel voorkomen. Hiervoor zijn andere maatregelen nodig, zoals het verminderen van grondwaterontrekking en veranderingen in landgebruik.

In 2021 worden de kosten en baten van de voorgestelde maatregelen in relatie tot de gestelde doelen voor de KRW nader onderzocht.