• No results found

6. Rwanda

6.3 Kort overzicht economische ontwikkelingen

Gedurende de eerste tien jaar van zijn bewind voerde Habyarimana een relatief verantwoord economisch en op ontwikkeling gericht beleid. Eind jaren tachtig kreeg Rwanda echter te kampen met economische problemen, mede als gevolg van de scherpe daling van de koffieprijzen (Rwanda’s belangrijkste export product). De langdurige politieke crisis eind jaren tachtig/begin jaren negentig was natuurlijk evenmin bevorderlijk voor een daadkrachtig economisch beleid. De genocide en de daaropvolgende gebeurtenissen betekenden een totale ineenstorting van de economie.215 Na de machtsovername in 1994 zette het RPF een beleid in dat in eerste instantie was gericht op herstel en later op structurele wederopbouw. Ondanks de totale ontwrichting van de samenleving als gevolg van de genocide werden in een relatieve korte tijd indrukwekkende resultaten behaald. De Rwandese regering stortte zich op een ambitieuze strategie gericht op modernisering, diversificatie en middeninkomen status in 2020. Een belangrijk onderdeel hiervan waren investeringen in de dienstensector. Ook streefde de regering economische integratie na met de buurlanden door aansluiting te zoeken bij de Common Market for East and Southern Africa en de East African

Community. In de landbouw werd getracht de productiviteit te verhogen door boeren aan te

moedigen in een bepaalde regio het gewas te verbouwen dat daar het best gedijt. Onderdeel van deze strategie was ook de relocatie/hergroepering van boeren in voor dat doel nieuw gevormde

dorpen om zodoende de schaarse landbouwgrond efficiënter te kunnen gebruiken en betere dienstverlening te kunnen verstrekken aan de plattelandsbevolking.216

De Rwandese economie is de afgelopen jaren sneller gegroeid dan het Afrikaanse gemiddelde en ook in vergelijking met de andere landen van de East African Community. Tussen 2001 en 2011 groeide Rwanda’s economie met gemiddeld acht procent en behoorde daarmee tot de tien snelst groeiende economieën ter wereld. Deze groei was vooral te danken aan de diensten –en industriële (mijnbouw en constructie) sector. Landbouw bleef evenwel de belangrijkste sector van de economie.217 Meer dan in de meeste Afrikaanse landen leek Rwanda in een aantal gevallen on track te zijn bij het nastreven van de Millennium Development Goals. Tussen 2005/2006 en 2010/2011 verminderde de armoede met bijna elf procent (in de periode 2000- 2005/2006 was dat ruim één procent). Het aantal schoolgaande kinderen nam aanzienlijk toe, de toegang tot gezondheidszorg, schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen verbeterde sterk. De hoge economische groei droeg ook bij tot een bescheiden vermindering van de inkomensverschillen.218

Het RPF nam de hervorming van de Rwandese economie voortvarend ter hand. Verschillende sectoren in de economie werden geliberaliseerd, zoals telecommunicatie, de bankensector en elektriciteit. Maartregelen werden getroffen om de economie te diversifiëren en de afhankelijkheid van landbouw te verminderen.219 Ook nam het regiem allerlei initiatieven om het investeringsklimaat te verbeteren. In 2010 was Rwanda de grootste stijger op de Doing Business index (van plaats 143 naar 67) van de Wereldbank. Corruptie in Rwanda is van een on-Afrikaans laag niveau. Rwanda werd een economisch succesverhaal.

Deze sociale en economische vooruitgang begon vooral vorm te krijgen, nadat Kagame het roer van Bizimungu als president had overgenomen. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat het misschien niet zo vreemd is dat de resultaten op deze terreinen in de post-genocide jaren onder Bizumungu nogal bleekjes afstaken bij de geboekte successen onder Kagame. De eerste jaren stonden vooral in het teken van het weer op gang brengen van de samenleving, het herstel van rust en orde, de vluchtelingencrisis en de strijd tegen rebellen. Deze uitdagingen maakten het voor de regering onder leiding van Bizimungu nagenoeg onmogelijk om zich al te veel te richten op de ontwikkeling van het land. Toen Kagame in 2000 Bizumungu opvolgde, was de veiligheid en stabiliteit in het land min of meer hersteld. Bovendien was het duidelijk dat het RPF ook in de Bizumungu jaren, zij het indirect, al aan de touwtjes trok. Dat laat onverlet dat de vastbeslotenheid van het Kagame regiem om Rwanda in de economische vaart der volkeren op te stoten, voor Afrika uitzonderlijk is.220 Een interessante en originele verklaring voor het economische succes van het RPF regiem wordt gegeven in een in het kader van het African Power and Politics Program uitgevoerde studie.221 Hierin wordt aandacht besteed aan de wijze waarop in Rwanda de gecentraliseerde inzet van middelen ten behoeve van een lange termijn ontwikkelingsagenda in de praktijk vorm kreeg. Onder Kagame werd de rent-seeking op een geheel andere manier georganiseerd dan voorheen het geval was in Rwanda. 216 Center for Strategic & international Studies, ‘Rwanda, assessing risks to stability’ (Washington, 2011).

217 World Bank, ‘Rwanda economic update, leveraging regional integration’, edition no .3 (Washington, 2012). 218 P. Abbot, Rwirahira, J., ‘Against the Odds; achieving the MDGs in Rwanda’. Rwanda public observatory report no. 3.

Institute of policy analysis and research-Rwanda (Rwanda, 2012).

219 Zie ook: O. McDoom, ‘Rwanda’s exit pathway from violence: a strategic assessment’, p. 14. 220 S. Kinzer, A thousand hills: Rwanda’s rebirth and the man who dreamed (New Jersey, 2008), p. 226.

221 D. Booth, F. Golooba-Mutebi, ‘Developmental patrimonialism? The case of Rwanda’, Africa Power and Politics Program. Working paper no. 16 (Londen, 2011).

De aanvankelijk belangrijkste bronnen van inkomsten, zoals de bijdragen van de RPF aanhangers in de diaspora, de winsten uit de mineralenhandel gedurende de twee Congolese oorlogen en de winsten van de door de staat beschermde ondernemingen, werden maar met mate gebruikt voor persoonlijke verrijking van de nieuwe elite. Een substantieel deel van deze inkomsten werd onder andere met behulp van ondernemingen, die onder controle van het RPF stonden zoals Tri-star

Investments en de Horizon Group (in handen van het leger), ingezet voor – naast het bedienen van

het leger- het realiseren van de economische en sociale agenda van het regiem. Het RPF maakte gebruik van deze ondernemingen om privé investeringen in sectoren zoals telecommunicatie aan te moedigen en bij te dragen aan de diversificatie van de economie. Het beleid werd niet zozeer bepaald door de noodzaak om rents te creëren voor politieke patronage doeleinden, maar door het inzicht dat snelle economische en sociale ontwikkeling de beste en enige begaanbare weg is om de etnische verdeeldheid van het verleden achter te laten.222

Afbeelding 6–3: ‘ICT bus’ in Rwanda

Bron:www.un.org

Tegen deze achtergrond is eveneens het vermelden waard de aanpassing van de beleidsprioriteiten die in 2007/8 werd doorgevoerd.223 In het streven om van Rwanda zo snel mogelijk een middeninkomensland te maken zag het RPF aanvankelijk geen doorslaggevende rol voor de landbouw en de kleine boer weggelegd. De ontwikkeling van een moderne-, op technologie gebaseerde economie (zoals ICT) werd gezien als de snelste weg om dit doel te bereiken. De hongersnood in 2007 deed de Rwandese autoriteiten echter van mening veranderen. Deze hongersnood, de voortdurende armoede op het platteland en de mogelijke implicaties hiervan voor de politieke stabiliteit leidden tot een heroverweging. Het roer werd gedeeltelijk omgegooid. De landbouwsector en in het bijzonder de kleinschalige landbouw, kregen een belangrijke rol toebedeeld in de ontwikkelingsambities van Rwanda. De overheidsinvesteringen in de landbouw namen substantieel toe. Bedroeg in 2008 het landbouwgedeelte van de overheidsbegroting nog 4,2 procent, in 2010/11 was dat al gestegen naar 10,2 procent

222 Zie ook T. Kelsall, Business, politics, and the state in Africa. Challenging the orthodoxies on growth and transformation (Londen, 2013).

223 F. Golooba Mutebi, ‘The developmental regiem concept and the case of Rwanda’. A paper for the round table seminar ‘The Ethiopian developmental state and political settlement’ (Addis Abeba, 25/26-2-2015).

Het African Center for Economic Transformation noemt Rwanda een schoolvoorbeeld van succesvolle post-conflict wederopbouw. Dankzij het krachtige beleid van het aan de macht zijnde regiem en diens vermogen om leiding te geven aan nationale ontwikkeling, heeft Rwanda grote vorderingen gemaakt bij het verbeteren van het business climate. Op de economische transformatie index van ACET neemt Rwanda momenteel de achttiende plaats in. Hoewel een bescheiden klassering mag dit, bezien vanuit het perspectief van de recente gechiedenis van Rwanda (de desastreuze gevolgen van de genocide, de verwoestende burgeroorlog en de totale instorting van de Rwandese staat in 1994) opmerkelijk worden genoemd.224

Figuur 6–1: Rwanda: GDP per growth

Bron: Wereldbank, World Development Indicators

Figuur 6–2: Rwanda: poverty trend

Bron: Wereldbank, World Development Indicators

224 African Center for Economic Transformation, Growth with depth, pp.196, 197

-60 % -50 % -40 % -30 % -20 % -10 % 0 % 10 % 20 % 30 % 40 % 50 %

Rwanda: GDP per capita growth (annual %)

63,26 79,37 71,97 63,02 0 % 10 % 20 % 30 % 40 % 50 % 60 % 70 % 80 % 90 %

6.4 Reactie van de politieke elite