• No results found

De KNHB staat voor Koninklijke Nederlandse Hockeybond en is de Nederlandse organisatie voor veld en zaalhockey De KNHB zet zich in op het gebied van verschillende

maatschappelijk thema’s waarin zij hockeyverenigingen adviseren op welke manier zij maatschappelijk verantwoord kunnen verenigingen. Grote thema’s binnen deze sportbond zijn de sportimpuls (een subsidieregeling die lokale sport- en beweegaanbieders financieel ondersteun bij de opzet van activiteiten om zo mensen langdurig te laten sporten), wijkgericht verenigen (lokale initiatieven gericht op doelgroepen met een lage sport en/of maatschappelijke participatie) en de gezonde sportkantine (tracht een gezonde leefstijl ook in de sportkantine verder door te voeren). Het interview vond plaats op 18 mei op het hoofdkantoor van de KNHB te Nieuwegein. De geïnterviewde heette Sophie Benus en is werkzaam als beleidsmedewerker omtrent genoemde maatschappelijke thema’s.

75 9.4. Coderingsschema

Demografische structuur Leeftijdsopbouw

Sociaal economische status

Samenstelling ledenbestand Ÿ Ledenwerving Ÿ Ledenbehoud Ÿ Ledentekort Ÿ Toekomstperspectief Ÿ Opleidingsniveau Ÿ Inkomen Ÿ Beroepen Ÿ Armoede Ÿ Financiële mogelijkheden Ÿ Netwerk bestuur Ÿ Migratie achtergrond Ÿ Motivatie Ÿ Knelpunten Ÿ Succesfactoren Interne structuur Aantal vrijwilligers

Interne betrokkenheid Ÿ Knelpunten Ÿ Succesfactoren Ÿ Oplossingsvermogen Ÿ Sfeer Ÿ Bottom-up

Ÿ Relatie met bestuur Ÿ Relatie met de buurt Ÿ Relatie met overige

groepen

Externe structuur Wijkfunctie Ÿ Mate van betrokkenheid in de buurt

Ÿ Attitude tegenover wijkfunctie

76

Integratiefunctie Ÿ Mate van betrokkenheid bij overige doelgroepen Ÿ Attitude tegenover kwetsbare doelgroepen Randvoorwaarden Accommodatie Financiële positie Betaalde medewerkers Grootte vereniging Ÿ In eigen beheer Ÿ Relatie met maatschappelijke activiteit Ÿ Gezond/zorgelijk Ÿ Maatregelen Ÿ Motivatie Ÿ Sportpedagogen Ÿ Combinatiefunctionaris Ÿ Buurtsportcoach Ÿ Verenigingsmanager Ÿ Verenigingsadviseur Ÿ Sportsupport Ÿ Groot/klein (<250>) Ÿ Wachtlijst

Ÿ Wens tot uitbreiding Ÿ Wens tot verkleining

77 9.5. Voorbeeld transcript (TV-Tiebreakers)

I: Ik ben bezig met mijn afstudeeronderzoek, scriptie, over maatschappelijk betrokken sportverenigingen als in dat ze van waarde kunnen zijn voor bijvoorbeeld de buurt en scholieren. Ik bekijk dan in hoeverre de koppeling daarmee gemaakt wordt per vereniging. Ik vroeg mij dat af omdat de gemeenten de sportvereniging steeds vaker zien als een belangrijke maatschappelijke partner. En dat wordt dus steeds meer ontwikkeld, zo worden bijvoorbeeld projecten opgezet als Topscore waarbij scholieren dus gratis mogen sporten om te kijken of ze de sporten leuk vinden, maar vooral om ze aan het bewegen te krijgen en gezond te leven en dat wordt heel erg gestimuleerd door de gemeente. Maar bijvoorbeeld ook in achterstandswijken waar sociaaleconomische doelgroepen actief te krijgen en weer actief te laten deelnemen in de samenleving. Dus dan ben ik eigenlijk benieuwd hoe jullie hier als vereniging vorm aan geven. En mijn eerste vraag is dan eigenlijk, zou je wat meer kunnen vertellen over, beschrijven wat voor vereniging jullie zijn.

RS: Wat voor vereniging. Nou wij zijn in die zin een zeer open vereniging, vooral in de tennis wereld is het heel gebruikelijk om naar binnen gericht te zijn. Zo van ons kent ons en ons clubje zeg maar. Maar bij ons is het zo dat wij vanwege de ligging en met buren als Jeugdland, dat is een kinderspeeltuin wat eigenlijk gratis is, hebben wij, het is een soort driehoekje, en omdat wij hele goede contacten hebben met de gemeente ook allemaal de samenwerking zoeken om de synergie van deze omgeving zeg maar want het is een groen gebied, om dat juist te ontplooien zeg maar. Want wij zijn daarmee eigenlijk een beetje een uitzondering op de regel omdat wij een beetje érg naar buiten gericht zijn.

I: Een uitzondering binnen de tenniswereld?

RS: Ja ook, maar ook maatschappelijk in de zin van, hoe kunnen we mekaar daarin versterken. Dus niet alleen hoe kun je kinderen aan het bewegen krijgen, maar het gaat verder dan dat. Bijvoorbeeld wij hebben buren, dat kleine hokje waar je hier voorbij komt rijden, dat is de Regenboog, dat zijn mensen die veraf staan van de arbeidsmarkt. Zwervers, alcoholisten etc. En deze jongens onderhouden hier het park schoon en die krijgen in ruil daarvoor wel een biertje dan wel, dat klinkt heel raar voor een alcohollist maar je kan dit beter zo kanaliseren dan dat je ze op straat tot last laat zijn voor de maatschappij. Nou in het begin was daar heel

78

veel weerstand over [binnen de vereniging] maar we zijn daar toch heel open ingegaan van we kijken hoe dit gaat en uiteindelijk zijn dit nu de jongens die bij ons de parkeerplaats schoonhouden en is een keer komen sjouwen als het kan. En die zorgen ook nog eens een keer voor ons, want die zijn want we hebben een respectvolle verstandhouding met ze waardoor ze ook nog eens voor ons zorgen in de zin van als er iets gebeurt dan zij zij er ook van de kippen bij van oh wij gaan daar even in grijpen.

I: Je zei dat er binnen de vereniging in eerste instantie weerstand was op deze samenwerking, waarom was dat?

RS: Omdat men bang was voor stelen en weet je. Wij zijn omdat je open bent en toegankelijk staat ook letterlijk je clubhuis open. Dus je wilt niet dat ongenodigde, want dat is natuurlijk wel zo. Je zit met een spanningsveld, wij hebben gratis parkeerplaatsen. Dat is alleen maar voor leden en genodigden, maar daarmee kan je ook ongewenste dingen uitnodigen. En hoe krijg je die balans er in weet je. Want je wil niet dicht zijn, maar je moet wel regels hebben in de zin van dat niet iedereen van de buren bij ons kan parkeren.

I: Nee, maar dat zijn dan vooral praktische overwegingen lijkt me?

RS: Ja zeker, praktische overwegingen. En als jij dus mensen hier naar de wc laat gaan heeft dat mogelijk gevolgen hoe jij omgaat met je kleedkamers. Dus de Regenboog is een voorbeeld.

RS: Een ander voorbeeld is waar wij ook actief in zijn is, bij de buren, bij Jeugdland, zit ook een buitenschoolse opvang.

RS: En wij hebben samenwerkingen met een buitenschoolse opvang die niet hier naast zit, die heet WOEST, en woest is heel erg bezig met fysiek, met kinderen, met sporten, dus dat is echt een BSO dat zich richt op sporten. Nou en daar doen wij dus allemaal kennismaking dingetjes, ook voor kleine kindjes weet je dat je wel een pakketje hebt van 3 lesjes. Het is gewoon kostprijs dekkend want er wordt door ons niet aan verdiend. Want we vinden het leuk om kinderen te stimuleren om te sporten, dus dat zijn kennismaking dingen. Dus wij zitten als Tie-Breakers zijn we een van de weinig met de luxe dat we wachtlijsten hebben tot 2018. Dus

79

we hoeven niet te werven zeg maar dus we doen die dingen echt omdat we het maatschappelijk willen. Dus dat we wel die rol willen pakken.

I: En wat is de reden dat jullie die [maatschappelijke] rol zo graag willen pakken?

RS: Nou omdat we ook, onze toekomst willen borgen. Ik bedoel we willen niet, je hebt natuurlijk een soort demografisch gegeven dat je verouderd dus je moet alvast de jonge aanwas al vroeg op gang brengen ook al heb je daar nu nog niet de behoefte aan. Bij ons ligt jeugd de afgelopen twee jaar best wel een beetje in de aandacht zone. Want maatschappelijk is er ook wel iets aan de gang, al die kinderen duiken de Ipads in als het ware en zijn steeds moeilijker aan het sporten te krijgen. En ook de overheid zit natuurlijk op obesitas en nou beweging. Er zijn zelfs voornemen [hier op de vereniging], maar we hebben nog niet een groep mensen bij elkaar gekregen die dat wilde. Maar ik wilde eigenlijk met sportenimpuls, dat is een subsidie instantie vanuit de gemeente en de overheid, om een programma te schrijven omdat wij in Oost zitten met kinderen die het niet kunnen betalen om te sporten of wij iets op kunnen gaan zetten op dat vlak. Nou en wat we met de gemeente nog een link hebben gemaakt is, je komt hier binnen en dan heb je een hockeyveldje gezien en een tennisbaantjes muurtje, dat muurtje dat is nou een samenwerking tussen gemeente en Tie- breakers, want wij wilde een tennismuurtje zelf bouwen en toen hebben we in overleg met de gemeente gezegd waarom doen we dat niet op gezamenlijk terrein zodat het openbaar is? Dus dat is openbare ruimte, eerlijkheidshalve is het natuurlijk zo dat 60% van onze tennisleden mensen leden dat muurtje gebruikt. Maar het is ook een ontmoetingspunt tussen leden en niet- leden, mensen die geen geld hebben of kindjes die uit de buurt komen die dan met hun vriendjes kunnen spelen. En dat zijn twee mini tennisbaantjes hebben we er van gemaakt, die een beetje hufterproof zijn, zeg maar dat je er op kan zitten zodat er geen toezicht nodig is. Dus het draait zichzelf. Wij stellen altijd ballen beschikbaar, dus iedereen kan hier een bal halen en als een kindje geen racket heeft dan regelen we een racket om te lenen. En daardoor heb je een soort openheid dat je dat spanningsveld kan oplossen tussen niet-leden die niet op e club mogen zijn en het wel sporten toegankelijk houden. En op deze manier binding houden met de maatschappij en de sportvereniging.

I: Want merk je dat er ook veel gebruik van wordt gemaakt door niet-leden?

80

RS: Ja er wordt heel veel gebruik van gemaakt.

I: Dus mensen zijn echt op de hoogte van de faciliteiten? Kan me voorstellen door de afgelegen ligging van de vereniging dat het voor mensen niet heel duidelijk is.

RS: Nou ja, we hebben ook zoiets als school tennis. Wij hebben een binnen hal en nu iets wat minder maar in het verleden is daar heel veel gebruik van gemaakt om met tennis, schooltennis, dus dan gaan de sportleraren mee en gaan de kindjes hier naar binnen en die gaan lekker sporten, waardoor ze ook in aanraking komen met dat muurtje en sommige kinderen die combineren het. Want daar achter zit een soort van hockeyveldje maar daar wordt eigenlijk meer gevoetbald, een kunstgrasveldje. En aan de andere kant de tennismuur is ook graffiti muur, dat hebben we ook zo bewust opgezet, dat is niet spontaan ontstaan, maar dat is echt door een artiest gedaan ook om, weet je, vandalisme juist te voorkomen dat daar die openheid heeft van jongens het kan allemaal. En het is ook dat muurtje van de hockey en de voetbal aan de andere kant. En dat fietsstuk is openbaar en we hebben met de gemeente gezorgd dat er een soort waterpunt komt want wij hadden in het begin wel een soort van overlast van kindjes die in het begin hier water kwamen halen. Maar je moet daarin gewoon heel pragmatisch werken van wat werkt weetje, wat werkt voor jou en wat werkt voor ons.

En dit soort initiatieven zijn mogelijk, want met de sportvereniging zit je altijd met een spanningsveld, wij hebben het geluk dat we vol zitten, waardoor financieel de boel dekkend kunne krijgen, maar een hele boel sportverenigingen hebben de luxe niet op een hele boel financieringen te doen om maatschappelijk te zijn. Dus die hebben de gemeente dan echt heel erg nodig. Wat mij betreft, ik loop hier nu 20 jaar rond, mijn vrouw heeft deze club opgericht eigenlijk, wat mij de rode lijn van succes is dat je een win win situatie is. Dat misschien de gemeente een facilitator is in de zin van, de financiële impuls en de pragmatische kijk, maar dat je de verenigingen in de exploitatie daarvan een rol geeft. Want dan kost het geen geld, maar ze kunnen wel zorgen dat het netjes blijft. Want als het namelijk alleen maar iets van de gemeente is dan maakt iedereen het kapot en als het kapot is dan wordt er gebeld naar de gemeente willen jullie meer geld uitgeven want het is kapot. Terwijl als je het een onderdeel maakt van de vereniging gebeuren dan wordt er voor gezorgd waardoor je gemeenschappelijk geld optimaal gebruikt wordt, waardoor er een verantwoording aanhangt en heh dus ik ben er een voorstander van de afspraak met de gemeente dat wij het onderhouden, bijvoorbeeld dit

81

veldje, wij houden het schoon en verven het, wij kunnen de materialen betrekken van de gemeente. Als er verf nodig is dan komen zij met de verf aanzetten. Maar wij leveren de arbeidsloon. Wij zorgen dat het groen daar weg blijft, wij zorgen dan de blaadjes worden opgeveegd. Omdat we ook het vruchtgebruik en van hebben zeg maar, dus het is een win-win situatie. We hebben er zelf een belang bij om het te onderhouden. En ik denk dat daar een hele grote link ligt of kansen ligt voor een hele boel verenigingen dat als gemeentes in de omgeving van sportverenigingen, want dat is ook de plak op een voetbal vereniging, daar iets creëren wat maatschappelijk heeft en die link maken dat ze daarin een sleutel van succes zouden kunnen doen. Want het is natuurlijk een van de opties.

I: Oké, ja duidelijk. En jullie zijn dus echt een open club zegt u zelf. Maar wat zijn de echte succesfactoren die dat bepalen? Zijn dat bijvoorbeeld heel veel vrijwilligers die daar achter zitten?

RS: Bij ons.. Ja onze key is dat, maar dat is meer als sportclub, dus dat heeft niet zo zeer met de openheid te maken. Ik denk dat het wel indirect het gevolg is. Wij zetten heel erg in op sfeer.

I: Oké.

RS: Dus mijn motto hier op de club is, of ons motto moet ik zeggen, is dat je vereniging is een soort tweede thuis. Dat klinkt heel basaal, maar in Amsterdam waar alles ikke ikke ikke is, is dat het heel apart dat je een stukje groen kan hebben waar mensen ook als ze niet tennissen hier lekker op het terras met een kopje koffie zitten te werken omdat de wifi klopt. En weet je, dat je gewoon een soort relaxed, wij hebben een hele relax sfeertje, op zijn Amsterdams weet je wel. Alles kan alles mag, maar doe maar normaal weet je. Heel down to earth en wat je kleur, achtergrond, politieke voorkeur is boeit ons allemaal niet. Je wordt afgerekend op wat je doet en wie je bent. En door die sfeer krijgen we juist heel veel vrijwilligers omdat mensen zich juist bereid zijn zich in te zetten voor zoiets wat die sfeer heeft. En doordat die bereidheid er is en die vrijwilligers er zijn kan je die maatschappelijke rol ook spelen omdat die mensen er dan ook zijn.

82

RS: Ja, het is een gevolg van. Wij zijn dus al, omdat wij een bepaalde grote hebben voor een sportvereniging, tennisvereniging, 1300 leden is best wel groot voor Amsterdam. Wij zijn dan ook de grootste van Amsterdam-Oost. Moeten wij een bepaalde professionaliteit hebben. Ik heb dan een rol als clubmanager hier, en dat houdt puur in dat ik zorg dat het park operationeel draait, want er staat veel geld op de balans dus het gaat over onderhoud, personeel aansturen, banen, dat het park goed is. En het bestuur is hier echt bezig met de vereniging. Dus ik val onder het bestuur, maar ik manage gewoon deze club.

I: Dus je zorgt gewoon dat het draait?

RS: Ja en Niels is bijvoorbeeld iemand die 24 uur voor de club werkt en die bijvoorbeeld alleen maar verantwoordelijk voor het horeca gedeelte en die heeft weer een blik studenten onder zich die hier met een 0-uren contract werken. En hij moet die jongens in de smiezen houden, of die dame, want het zit hier ’s avonds helemaal nok toe vol. Dus er wordt behoorlijk wat horeca hier gedaan. Dus het moet hier allemaal hygiënisch op orde blijven en haccp regels in de keuken, je moet broodjes maken, frietjes, pizza, dus je bent heel veelzijdig.

I: Want gebruiken jullie die kantine bijvoorbeeld ook voor maaltijden dat mensen kunnen eten en daarna kunnen trainen?

RS: Ja.

I: En dat bevalt goed?

RS: Ja dat bevalt heel goed. Het is een mix van vrijwilligers, die draaien de bardiensten allemaal samen ‘s avonds, maar er zijn de vaste medewerkers, noem het maar even de studenten, die staan dan vaak in de keuken, want we willen niet dat er vrijwilligers in de keuken zitten, kan wel voor een evenement dat ze met zijn zessen gaan koken prima, maar wij hebben gewoon met haccp regelgeving te maken dat betekent met stickeren, met datum, hygiene codes, en die combinatie vrijwilligers en hygiene codes geeft spanning zeg maar. Is moeilijk.

83

I: Wat levert het volgens u de vereniging op om maatschappelijk actief te zijn?

RS: Wat levert het de vereniging op? Oh heel veel denk ik. Eén verbinding, dat vind ik een heel belangrijk woord, want door verbinding heb je ook dat je wederzijds respect hebt waardoor er een prettige sfeer hang, dus ook in de buurt. Dus het is geen eilandje. En twee het levert, althans dat is de inzet, toekomstige leden. Dus je wil ook onderdeel zijn van de maatschappij in waar je leeft, dus in de omgeving waarin je leeft. Deze club is er niet opgericht om leden te krijgen uit Hoorn of Amstelveen, maar hier [lokaal].

Maar dat is niet altijd zo, want ik woon in Amstelveen, omdat ik toevallig van hier naar Amstelveen ben verhuist maar hier ben blijven hangen zeg maar, maar je wil wel dat je onderdeel zijn.. Nou en ik denk dat je ook door die samenwerking aan te gaan dat je draagvlak houdt bij de gemeente, vaak een hele belangrijke speler om de gemeente vaak als facilitator een heel groot belang heeft in een sportvereniging en dat is niet zozeer dat ze dat allemaal betalen. Maar in ons geval, wij zijn geen gemeente park, dus alles wat hier staat is van onszelf. Wij pachten wel de grond van de gemeente, maar wij vragen wel subsidies aan voor investeringen die we willen doen. Dus we hebben de gemeente wel nodig.

I: Heb je dan ook het idee dat er meer mogelijk is bij de gemeente op het moment dat jullie je als vereniging maatschappelijk gaan inzetten?

RS: Ja meteen!

I: Hoe zou je dat beschrijven dan [die relatie]?

RS: Nou dat in de beleidsplannen van de gemeente ook dat bewegen en sporten een hele grote agenda heeft. Dat is bij de overheid al zo, maar ook de gemeente Amsterdam heeft heel erg in de agenda staan dat mensen zich moeten bewegen. Of nou moeten, dat het gewoon goed is om te bewegen. En dat het ook voor de maatschappelijke cohesie, dus onderling met elkaar omgaan, dus sociaal, voor kinderen dat ze ook sociaal leren met teleurstellingen om te gaan, met een team te werken, dus dat je af en toe een klap tegen je kop krijgt of een sneer, ook mee