• No results found

Knelpunten bij toezicht op de au-pairregeling Knelpunten bij toezicht op huishoudelijke arbeid

In document Au pairs in Nederland (pagina 81-85)

6 Toezicht en handhaving

6.5 Knelpunten bij toezicht op de au-pairregeling Knelpunten bij toezicht op huishoudelijke arbeid

6.5.1

Hoewel de au-pairregeling bedoeld is als cultureel uitwisselingsprogramma is er een aanzienlijk aantal uren licht huishoudelijke taken toegestaan per week. Juist de controle op de aard van deze werkzaamheden en het aantal uren dat taken verricht worden is complex. Huishoudelijke arbeid is van oudsher moeilijk te reguleren en te controleren (Aubert, 1956; Calleman, 2010). Enerzijds door de aard van de werk-zaamheden, die vaak niet als ‘echte arbeid’ beschouwd worden (Anderson, 2000). Anderzijds door de plaats waar de werkzaamheden zich voordoen: in de privésfeer van het gastgezin. Hierdoor is structurele controle arbeidsintensief en kan door-gaans alleen actie worden ondernomen indien er een signaal is ontvangen. De sociale context van werk in een privé huishouden verschilt bovendien van die van werk op de reguliere arbeidsmarkt. Voor au pairs komt hier nog bij dat zij van oudsher in het au-pairbeleid niet als werknemer worden gezien, maar als ‘lid van de familie’ en dat zelf ook vaak zo ervaren. Onder deze omstandigheden kunnen au pairs een drempel ervaren om een officiële klacht in te dienen, zelfs als zij de weg naar de betreffende instanties weten te vinden. Een overtreding van de

voorwaar-den wordt ook niet altijd als een probleem gezien door de au pair, juist ook als de relatie met het gastgezin goed is:

‘The thing is, some weeks I might do more than 30 hours, but I do not complain about that because other weeks I do less. And the family is nice to me, take me to dinner sometimes, even on holiday. I would not complain to the IND about that.’

Ook als au pairs wel willen melden dat de voorwaarden van de regeling worden overtreden vinden zij niet altijd de weg naar de officiële instanties. Belangenorga-nisatie Bayanihan heeft bijvoorbeeld gemerkt dat au pairs een klacht niet snel bij de IND willen neerleggen uit angst hun verblijfsvergunning te verliezen. Ook een meer algemeen wantrouwen tegenover overheidsinstanties bij au pairs uit bepaalde landen kan hierbij een rol spelen. Zo zegt een au pair:

‘Some au pairs around my location are working more than 30 hours and they are afraid to tell about these things, and they don't know that they can get protection by government. They are afraid that the government will not help them and just kick them out from the Netherland without helping them find a new host family and give them a chance to really see how nice everything about the Netherlands is.’

Au pairs die via een bureau naar Nederland zijn gekomen kunnen klachten over hun verblijf ook neerleggen bij hun au-pairbemiddelingsbureau. Verschillende au pairs, maar ook de belangenorganisaties uit paragraaf 5.3 geven aan dat het feit dat be-middelingsbureaus voor hun inkomsten afhankelijk zijn van gastgezinnen zorgt voor een sterkere positie van het gastgezin bij het bureau indien er sprake is van een conflict:

‘Our experience is that the host family is not punished if there is a conflict. Be-cause they [the agencies] get money from the host family. So when an au pair has a problem, and they call the agency and the au pair wants help from them, their attitude is more like ‘you have to just learn to adjust’, ‘just bear with the situation and things will turn out right’.’

Met name enkele au pairs die een borg betaalden aan hun bemiddelingsbureau be-vonden zich in een afhankelijke positie in Nederland. Zij waren bang hun borg te verliezen als zij problemen kenbaar maakten aan het bureau, en hen werd door het betreffende bemiddelingsbureau actief afgeraden een klacht in te dienen bij de ambassade of de IND:

‘The agency also instilled on us that if we have any problems in the Netherlands, we should go to them, not to the embassy or the IND.’

Tot slot kan het, in situaties waarin de au pair en het gastgezin uiteenlopende ver-klaringen geven over aard en duur van de werkzaamheden, moeilijk zijn overtredin-gen van de voorwaarden hard te maken. Aangezien overtredinovertredin-gen ‘achter gesloten deuren’ plaatsvinden zijn er over het algemeen geen getuigen.

Knelpunten bij toezicht op au-pairbemiddelingsbureaus 6.5.2

Met de inwerkingtreding van de Wet MoMi hebben medewerkers van de IND be-voegdheden gekregen om toe te zien op de naleving van de wettelijke

verplichtin-gen van de referent (het au-pairbemiddelingsbureau). Sommige au-pairbureaus werken samen met partnerbureaus in het land van herkomst en zijn verantwoor-delijk voor de handelwijze van deze partnerbureaus. De IND heeft beperkt zicht op de handelwijze van deze partnerbureaus. Daarom is lastig te controleren of deze bureaus bijvoorbeeld tegen de regels in au pairs verplichten (hen) een borg te betalen.

Knelpunten bij vertrek van de au pair 6.5.3

Medewerkers van de Vreemdelingenpolitie geven aan dat het niet altijd duidelijk is of au pairs Nederland daadwerkelijk verlaten als hun verblijfsvergunning afloopt. Als niet bekend is welke au pairs niet vertrokken zijn, kan daar niet op gehandhaafd worden. Sommige au pairs ontvangen een vertrekkaart; deze wordt in een enkele regio door de Vreemdelingepolitie verstrekt aan de au pair, zodat zij die kan inleve-ren bij de vreemdelingepolitie bij de Koninklijke Marechaussee (Kmar) op Schiphol, maar niet alle au pairs ontvangen deze kaart en sommige au pairs die de kaart wel ontvangen verlaten Nederland zonder deze vertrekkaart daadwerkelijk in te leveren. In enkele gevallen zijn au pairs vertrokken bij het gastgezin zonder dat duidelijk is waar de au pair naar toe is gegaan:

‘Onze au pair bleek niet te functioneren, heeft een aantal malen ruzie gemaakt en is na twee maanden spoorloos verdwenen en nu dus waarschijnlijk illegaal in Nederland. Het au-pairbureau heeft ons verder niet begeleid daarna en is inmid-dels failliet dus voor ons is nu niet duidelijk wat onze verantwoordelijkheid nog is.’

6.6 Conclusies

Toezicht en handhaving op naleving van de au-pairregeling zijn complex, omdat het au-pairschap zich voornamelijk afspeelt in de privésfeer van een gastgezin. De (afhankelijke) positie van de au pair in en ten opzichte van een gastgezin en au-pairbureau kan een drempel vormen voor de au pair om bij overtreding van de voorwaarden van de regeling beklag te doen bij de betreffende instanties. Loyaliteit naar het gezin, onvoldoende vertrouwen in het au-pairbureau of angst de verblijfs-vergunning te verliezen spelen hierbij een rol.

Sinds de invoering van de Wet MoMi moeten bemiddelingsbureaus als erkend refe-rent onder meer zorgen voor een zorgvuldige werving en selectie van au pairs en gastgezinnen en moeten zij zich vergewissen van het welzijn en welbevinden van de au pair gedurende het verblijf van de au pair in het gastgezin. Medewerkers van de IND hebben bevoegdheden gekregen om toe te zien op de naleving van de wet-telijke verplichtingen van de referent.

In document Au pairs in Nederland (pagina 81-85)