• No results found

!

In dit hoofdstuk zet ik uiteen welke rol klasse en kleur speelde bij de keuzes die de mannen maak- ten als het gaat om relaties, vriendschappen, seksuele contacten en het bekend maken van hun seksuele voorkeur naar familie, vrienden en werk toe.

Klasse is niet statisch, zoals Terborg zegt is er een diversiteit in handelen en denken bij ie- der persoon, de creoolse man uit de onderklasse bestaat bijvoorbeeld niet. Ik probeer in dit hoofd- stuk te beschrijven hoe mijn onderzoeksgroep toch onder te verdelen is in een grove classificatie van klasse. Ik probeer dit weer te geven door de verhalen achter het handelen te vertellen. Iedere man heeft een eigen verhaal. Klasse is van belang omdat het de manier waarop er wordt omge- gaan met seksualiteit lijkt te bepalen, bij iedereen op zijn eigen manier. Respectabel gedrag lijkt te worden beïnvloed door de klasse waarin de persoon zit.

Floratypes

!

Zoals Suriname is gestructureerd in klasse en kleur, zo zijn ook de snoeperds en gays gestructu- reerd in klasse en kleur. Volgens de onderzoeksgroep was er sprake van scheiding gebasseerd op klasse tussen verschillende groepen gays en snoeperds. In bijna elk interview die ik heb gehad met de mannen werd er over klasse gesproken voornamelijk over de mannen van de onderklasse.

Dit gebeurde bijvoorbeeld wanneer ik vroeg naar Winti en of zij beschermingsmiddelen droegen zoals een beschermingsboei/armband. Dit is een armband dat beschermd tegen kwade geesten. Of als ik vroeg op welke plaatsen zij wel of niet naar toe gingen in verband met discrimi- natie of geweld. Iedereen leek dezelfde mening over de mannen uit de onderklasse te hebben. Deze mannen werden door sommige oproeroe mang, (alla)kondre mang (drukke mannen) ge- noemd. Maar de meest voorkomende namen voor deze mannen, waren floratypes of floraboys. Deze namen refereren naar de buurt waar de mannen in Paramaribo vandaan komen, genaamd Flora. Flora is een achterstandsbuurt, waar voornamelijk Creolen wonen. De buurt wordt geken- merkt door criminaliteit. De mannen die als floratypes worden aangeduid zijn niet alleen mannen die uit de buurt Flora komen, de naam/term is overkoepelend voor alle mannen die uit een achter- standsbuurt en uit de onderklasse komen.

De mannen noemden allemaal dezelfde kenmerken op van de floratypes. Ze zijn volgens de onderzoeksgroep luidruchtig en anders. Zo zei Raoul: ‘Het gedrag van hun is heel anders, ze zijn iets drukker, je merkt direct verschil op als zij er zijn, hoe moet ik het zeggen. De manier van hun opvoeding, weet je wel? Daardoor zie je van, ze zijn iets ruwer, ze praten luidruchtig. Een Hin- doestaanse man zou dat bijvoorbeeld nooit doen, nooit zo luidruchtig doen’. Het is interessant om te zien dat Raoul ervoor kiest om het gedrag van een floratype (Creool) te vergelijken met een an- dere etniciteit. Met ruw bedoelde hij en andere mannen dat de floratypes veel schelden met woor- den als yu ma pima (je moeders vagina) en kaolo (vrij vertaald: klote) etc. Roy zei over de mannen het volgende: ‘ze zijn wild, opvallend, en ze hebben een bigi motjo lafoe (lett.vertaald, een grote

hoerenlach, een lach waardoor je weet dat iemand een ‘hoer’ is, gemakkelijk in bed te krijgen zijn). Sommige mannen vonden de floratypes daardoor ordinair. Ook praten zij voornamelijk Sranang

tongo (Surinaamse taal) en geen Nederlands.

Een andere kenmerk was dat ze volgens de mannen alleen maar met elkaar om gaan. Or- ville zei hierover: ‘Ze hokken samen’ en Raoul zei hierover: ‘hun vriendenkring is ook wel iets an- ders, ze bemoeien alleen met elkaar en alleen met donkere mensen’. Hierbij wordt etniciteit en kleur gekoppeld aan de floratypes. Verder zeggen de mannen uit mijn onderzoeksgroep dat de zij er om bekend staan, dat zij veel vechten. Vaak ruzie hebben met iemand, omdat de één de man van de ander heeft afgepakt, etc. Tijdens de clubnacht, werd er veel gevochten door de floratypes volgens de mannen. De muzieksoort die de mannen prefereren, verschilt volgends de mannen uit de onderzoeksgroep van hun muziek. Zo houden zij bijvoorbeeld van kaboela muziek. Kaboela muziek wordt door de middenklasse en elite gezien als muziek van de volksklasse, waar seksueel expliciete thema’s vaak het onderwerp van de liedjes zijn en waar seksueel getinte danspasjes bij horen. Orville zei hierover: ‘Als er ergens kaboela muziek wordt gedraaid, zijn ze direct daar. Ze zijn echt erg, ze gaan over de vloer wanneer ze dansen, rollen enz. Sommige dansen met hun be- nen in de lucht, het gaat er echt hard aan toe. Sommige trekken de kleren uit. Eén iemand die dat deed was een jongen, Jimmy. Jimmy trok al zijn kleren uit wanneer hij danste, echt erg’. Raoul, zei hierover: ‘Ze komen gewoon op party’s, als er Aptijt is (Surinaamse kaboela band), dan gaan ze er naar toe en ze zijn gewoon vaker in de club enzo’.

De floratypes zijn volgens de mannen erg opvallend, zij verven hun haar in opvallende kleuren zoals rood en groen. Daarnaast zijn de meeste mannen vrouwelijk, broko pols, wild en hebben ze een bigi motjo lafu. De snoepers en gays vonden voornamelijk dat de floratypes altijd op Winti Prey’s aanwezig waren, kondremang zijn en culturu. Culturu houdt volgens hen in dat de

floratypes veel bezig zijn met de Creoolse cultuur en met Winti Ze doen regelmatig rituelen en

hebben kennis over het doen van rituelen, dragen beschermingsmiddelen tegen boze geesten en zijn volgens de onderzoeksgroep vaak aanwezig op Winti Prey’s. Culturu is volgens de mannen uit de onderzoeksgroep een kenmerk van de onderklasse en is niet perse positief, aangezien veel mensen uit de middenklasse zich distantieren van deze handelingen. Uit de studie van Gloria Wekker blijkt dat culturu een gewaardeerd kenmerk is van vrouwelijke subjectiviteit in de volks- klasse (Wekker 1994: 98). Uit de studie van Wekker (1994, 2006) over mati bleek dat er in de on- derklasse een ander waardesysteem is, waarbij seksueel genot belangrijk is. Er ligt minder stigma op het gedrag van de mati's bij de onderklasse. Matiwerk wordt voornamelijk gestigmatiseerd door mensen uit de onderklasse die een middenklasse levensstijl willen naleven (Wekker 1994).

De klasse waaruit de mannen komen en de relaties die zij aangaan, geeft ze de mogelijk- heid om veelvoudig naar Nederland op vakantie te gaan. De invloed van familie en vrienden in Nederland lijkt uitwerking te hebben op de partnerkeuze. De mannen wilden graag een man die

outside of the box denkt en overal met ze gaat en zich niet perse schaamt voor seksuele gevoe-

lens jegens mannen. Maar ook hun kledingstijl werd geïnspireerd door het modebeeld in Neder- land. Zij kochten hun kleding bij winkelketens als ZARA en H&M en ook dure merkkleding. Verder

worden er veel skinny jeans en strakke t-shirt gedragen. De mannen dragen ook vooral heren- schoenen en bijna geen sneakers. Sneakers zijn wel gebruikelijk in Suriname.

Met deze kleding onderscheiden zij zich o.a. van de floratype vinden zij zelf. Volgens hen proberen de floratypes hen na te doen. Volgens de onderzoeksgroep konden de floratypes ge- makkelijk onderscheiden worden omdat zij net niet de juiste merkkleding hebben. Toch is de klas- se en kleur scheiding niet zo strak als het om kleding gaat bijvoorbeeld. Orville vertelde bijvoor- beeld: ‘Als je als donker persoon een GUCCI kan afforden, mag je naar de elite’.

De snoeperds en gays onderscheiden zich ook van de floratypes door de plaatsen waar zij naar toe gaan en waar ze vandaan komen. Zij gaan naar plekken als karaokebars, club, concerten etc, interessant genoeg gaan zij wel naar dezelfde plekken als de floratypes maar hebben zij geen contact met elkaar. Johnny zegt hierover: ‘Nou op feestjes, heb je soms bepaalde ‘klasse’ feesten van Aptijt naar Apoplectic of op een feest zie je de ‘klasse’ min of meer bij elkaar staan’. De Aptijt feesten zijn de kaboela feesten en de Apoplectic feesten, dat zijn feesten waar voornamelijk de bovenklasse naar toe gaan. Apoplectic is een rockband, heel opmerkelijk in Suriname, ook een van de weinige of zelfs de enige rockband in Suriname. ‘Respectability is thus a system of hierar- chy and domination grounded on distinctions between the respectable and the degenerate’ (Joshi 2012: 419).

Uit het bovenstaande kan worden opgemaakt dat er een distinctie wordt gemaakt door de middenklasse met de gays en snoeperds en door de gays en snoeperds met de floratypes om respectabiliteit te creëren. Voor gays is het onderscheid in klasse extra belangrijk omdat zij in hun marginale positie extra behoefte hebben aan erkenning, respectabiliteit en status.

Status

!

Een ander kenmerk die de mannen opnoemden van de floratypes was dat zij naar plekken gingen waar gays niet durfden te gaan. Deze waren plekken in de stad waar veel rastafari verkopers stonden. Zij waren openlijker over hun seksualiteit, Raoul zei hierover: ‘… niet alle gays komen overal, maar zij durven wel, zij gaan overal’. Een belangrijk gegeven dat uit deze quote vernomen kan worden is dat niet iedereen het privilege heeft om overal naar toe te kunnen gaan en staan waar zij willen. De mannen uit mijn onderzoeksgroep waren het erover eens dat de floratypes zon- der angst overal durfden te komen en zichzelf durfden te laten zien. Alhoewel er werd neergeke- ken op de floratypes leek er bewondering te zijn voor de floratypes en het lef dat zij hebben om naar plekken te gaan waar gays niet naar toe durven te gaan. De snoeperds en gays die ik heb gesproken hebben veel meer te maken met mannen uit dezelfde midden klasse en elite. Deze mannen willen zich niet tonen met hen in de publieke sfeer en zijn vaak niet openlijk over hun sek- suele gevoelens jegens mannen. Snoeperd Roy is hier een voorbeeld van. Roy behoort tot de middenklasse en heeft een goede baan. Hij zou het niet erg vinden om een serieuze relatie te hebben met een man. Hij beperkt zijn liefde voor mannen echter tot seksuele relaties, want verder dan dat kan het niet. Hij was er zeker van dat zijn omgeving, zoals zijn moeder, familie en vrienden het niet zou accepteren. In zijn positie was het volgens hem lastig om eventueel een relatie aan te gaan of om er open over te zijn dat hij seks heeft met mannen, omdat hij zijn respect binnen de

samenleving voornamelijk heeft gewonnen onder de mannen en omdat hij bekend stond als een

ladiesman, een player. Hij heeft het idee dat het daardoor extra moeilijk zal worden om zijn gevoe-

lens voor mannen naar buiten te brengen. Daarnaast begeven zijn vrouw en hij zich binnen de klasse en milieu waarbij respectabel gedrag van belang is. Zelfs uitgaan is voor hem lastig, omdat zijn vrouw bang is voor wat anderen zullen denken over hun, zeker nu zij pas een kindje hebben. Zij is bang dat de mensen zullen praten en zeggen: ‘Wat is dat voor een man, hij heeft een kind, maar hij gaat nog steeds uit, het is een schande’.Hierdoor laat hij zich echter niet stoppen, om uit te gaan. Hij gaat liever niet naar gaynight, omdat daar alleen ‘homofielen’ aanwezig zij en hij zich daar niet prettig bij voelde.

Ivan vertelde mij dat veel van zijn vrienden hoge posities bekleden in vooraanstaande be- drijven. Hierdoor zijn ze niet open over hun seksualiteit en hebben zij geen relaties in het open- baar. Ze zijn bang hun status te verliezen en hun positie op het werk en zijn hierdoor uiterst voor- zichtig in de keuzes die zij maken. Om niet op te vallen gaan zij liever naar reguliere clubs, war voornamelijk heteroseksuelen komen. Hij zou mij aan zijn vriendengroep voorstellen, maar nadat hij wist dat ik onderzoek deed, heeft hij dat niet meer gedaan uit angst dat het hun in gevaar zou brengen en hun positie zou ondermijnen. Zij vinden mannen via gays en snoeperds die ze kennen en het internet. Ik ga hier verder op in, in hoofdstuk vier. De snoepers gaan niet overal met gay mannen naar toe. Veel afspraken vinden plaats binnen de privé sfeer en velen balen daarvan. Ra- oul vertelde dat de snoeperds waarmee hij relaties had, niet zomaar naar plekken toe gaan, als zij denken dat andere mensen weten dat Raoul gay is. Zij vertonen zich liever niet met gays. Joshi stelt over gedrag in de publieke ruimte het volgende: ‘To be respectable is to follow a normative standard of behavior in public, while being aware of continual evaluations against that

standard….’ (Joshi 2012: 418)’. Op deze manier proberen snoeperds respectabiliteit te creëren. Orville vertelde dat hij veel seksuele relaties heeft met snoeperds. Hierbij is er discretie gewenst. Zo vertelde hij dat hij een afspraak had gemaakt via een datingwebsite met een snoe-

perd, om seks te hebben. Toen hij bij de snoeperd thuis kwam, moest hij zijn auto zodanig parke-

ren waardoor het van buitenaf niet te zien was. Alleen de auto van de snoeperd was in het zicht. Na de seksuele daad, had de man hem streng toegesproken om hem niet te groeten op straat. Hij had hem moeten beloven om te doen alsof hij de snoeperd nog nooit had gezien. Orville vond het moeilijk dat de man hem dat opdroeg. Zo zei hij: ‘Hij heeft mij vernederd, alsof ik te min was om met hem gezien te worden. Alsof ik niets voorstelde, terwijl hij net seks met mij heeft gehad. Kijk, ik zou nooit een man voor schut zetten op straat, bij voorbaat doe ik al alsof ik je niet ken, omdat ik weet hoe gevoelig het is en daarbij ben ik zo transparant in mijn gedrag, dat als zijn vrouw erbij zou zijn, het direct zou opvallen dat er iets gaande is. Maar voor hem om mij te verbieden hem te groeten, gaat te ver. Ik bepaal wat ik doe en wanneer ik dat doe’.

De goedkeuring en acceptatie van de samenleving lijken voor deze mannen belangrijk. Status lijkt een grotere rol te spelen bij de mannen uit de middenklasse, om hun seksuele gevoe- lens jegens mannen te tonen, dan bij bijvoorbeeld de onderklasse. De floratypes bijvoorbeeld lijken vrijer te leven en laten zich meer zien in de publieke ruimte. Helaas kan ik dit niet met zekerheid

zeggen omdat ik de mannen uit de onderklasse niet heb gesproken. Hier zou verdere studie naar gedaan kunnen worden.

Volgens literatuur voelt de middenklasse zich meestal meer verbonden aan ‘Westerse’ normen en waarden en wordt homoseksualiteit geaccepteerd (Massad 2002, Terborg 2002). Uit de verhalen van de mannen blijkt dat er in Suriname minder sprake van is. De mannen uit de midden- klasse hebben meer last van hun seksuele gevoelens naar mannen toe, vanwege hun klasse en hoogstaande positie binnen de samenleving. Zij lijken veel meer te verliezen dan mannen uit de lagere klasse. Ook Jackson (1995) beaamt dat tijdens zijn studie naar homoseksualiteit in Thai- land. Mannen uit zijn studie wilden zichzelf als niet als homoseksueel tonen omdat zij tot de elite behoren en de familienaam niet wilden schaden. Wekker (1994) laat ook met haar studie zien dat de onderklasse meer seksuele vrijheid heeft omdat zij de waarden van respectabel gedrag niet willen overnemen, zij hebben hun eigen waarden, waarin seksueel genot van belang is.

Gays die relaties hebben met snoeperds worden door de snoeperds beperkt in hun moge-

lijkheden, vanwege het behouden van status en respectabiliteit. Het liefst willen de gays uit mijn onderzoeksgroep overal heen kunnen gaan met hun snoeperds, zonder belemmeringen. Uit het bovenstaande blijkt dat er in de middenklasse een beperking van mogelijkheden wordt ervaren door de gays en snoeperds.

Relaties

!

Het bereiken en behouden van respectabiliteit werkt zich uit in de relaties die de mannen hebben. Als de mannen een man kozen voor een (seksuele) relatie, bleken klasse, kleur en nationaliteit een belangrijke rol te spelen. Ondanks zo een kleine groep mannen, in een marginale positie, word er alsnog een scheiding gemaakt op basis van klasse en kleur, in plaats van saamhorigheid. Binnen de Creoolse samenleving beheerst de mate van je huidskleur hoe je wordt gepercipieerd door andere Creolen. Zo wordt een donkere huidskleur gezien als minder mooi, gekoppeld aan de volksklasse en kleven er stereotyperingen aan zoals: donker bruine Creolen zijn niet monogaam, hebben verschillende vrouwen en verwekken bij die vrouwen kinderen. De lichtbruine Creolen worden over het algemeen gezien als mooi, gekoppeld aan de hogere klasse en worden meer ge- respecteerd binnen de Creoolse samenleving.

Binnen de onderzoeksgroep speelt deze structurering van kleur in Suriname een rol in de keuzes die gemaakt worden op het gebied van liefde en seks. Een donkere man stond volgens velen gelijk aan spanning en seks. Timothy vertelde het volgende: ‘Ik val echt op donkere mannen, hoe donkerder hoe beter! vooral stevige en sterke. Zij brengen spanning en passie, ze kunnen je aanpakken en je verveeld je nooit met ze’. Het is hier duidelijk dat seksualiteit, kracht en spanning worden gerelateerd aan een donkere man. Meerdere mannen maakte deze connectie. Er werd voor donkere mannen gekozen, omdat het gemakkelijker was dan het kiezen voor een licht bruine man. Orville zei hierover het volgende: ‘Sommige van mijn scharrels zijn voornamelijk donkerbrui- ne mannen. De lichte mannen zijn te gewild en ik ben daar veel te jaloers voor, dus ga ik maar voor een donkere man’. Uit het bovenstaande blijkt dat seks sociaal gedefinieerd is. Het is namelijk net zo gestructureerd als hoe Suriname gestructureerd is in klasse en kleur.

Een licht gekleurde man biedt volgens de mannen zekerheid op een stabiele toekomst, waarbij de man niet vreemd gaat en een serieuze relatie aan gaat, waarin het mogelijk is om een leven samen op te bouwen, een goede baan en een mooi huis te hebben. De meeste mannen die ik had gesproken vielen op licht bruine mannen. Als zij bijvoorbeeld over hun exen of hun vriend vertelden en ik vroeg hoe ze eruit zagen, dan zeiden ze bijna allemaal: ‘Hij is Surinaams, maar echt licht’. Zeven van de tien mannen die ik heb gesproken, waren licht getint en waren ook ge- liefd. Door anderen werden zij kopro (koperkleurig) of redie (roodkleurig) genoemd en waren daar erg trots op. Het idee dat de lichtere mannen worden gezien als betrouwbaarder dan donkere mannen is opmerkelijk, want ook zij gaan vreemd.

Wat nog interessanter aan deze kwestie was, was de nationaliteit van de mannen die zij kiezen als partner. De mannen waar ze seksuele relaties mee hadden, waren dus voornamelijk donker en woonachtig in Suriname. De mannen waar ze langere relaties mee aangingen waren

GERELATEERDE DOCUMENTEN