• No results found

Beoordelingsformulier voor leerlingen Onderdeel: Basketbal

KERN(EN) VAN DE LES

Leerinhoud methodisch Didactiek Differentiatie Tijd

Grote schoonmaak

Dribbel oefening met set-shot Iedere leerling krijgt één bal. Je gaat met je bal in het aangegeven gebied staan. Op het start zijn moet je gaan dribbelen met de basketbal maar is het de bedoeling dat jij bij andere leerlingen de

Differentiatie aan de hand van de zes instrumenten (Koekoek, J. Et al (2011): - Veldafmeting (Veranderen van de

5 á 10

Shoot-out

Set-shot oefening in spelvorm

bal buiten het gebied tikt of afpakt van iemand. Wanneer dit lukt moet de persoon waarvan de bal is afgepakt in het andere vak een set-shot maken vanaf de pylon. Wanneer deze zit mag de leerling weer mee doen. Wie blijft er als laatst over in het vak? Leerlingen krijgen aan het begin van het spel de techniek van de set-shot uitgelegd.

BEEF-methode

(http://www.basketballcoaching101.com/basketballshooting.htm

):

Balance = lichaam staat richting de basket (voeten wijzen naar de ring en je boven lichaam staat er recht voor) en staat ligt gebogen door je knieën.

Eyes = Je kijkt onder de bal door naar de basket

Elbow = Je elleboog is 90 graden gebogen en je schot hand zit onder de bal, je andere arm zet naast de bal als stuur hand. Follow-Through = Je maakt een vloeiende strekbeweging met benen armen en je klapt je pols richting de basket.

Nadat de techniek is uitgelegd wordt het spel uitgelegd. De leerlingen worden verdeeld in 3 á 4 groepen (ligt aan de groepsgrootte) en gaan in een rij staan voor de basket achter een pylon. De voorste twee leerlingen hebben een bal. De nummer 1 in de rij probeert te scoren. Lukt het dan geeft hij de bal aan de nummer 3 in de rij en sluit hij achteraan. Lukt dit niet, dan moet de persoon de bal ophalen en opnieuw proberen te scoren. Ondertussen is persoon 2 gestart met het scoren. Haalt speler 2, speler 1 in (scoort de bal eerder), dan is persoon 1 af en gaat deze langs de kant zitten. Wie blijft er als laatste over?

veldgrootte)

- Aantal spelers (Veranderen van het aantal spelers binnen het vak) - Opdracht (Veranderen van de opdracht)

- Wijze van score - Materiaal - Regels

15

AFSLUITING VAN DE LES Inhoud Organisatie 4 tegen 4:

Voordat we gaan beginnen met 4 tegen 4 tekenen we eerst de posities waar de spelers moeten beginnen. Waardoor er meer ruimte hopelijk gaat ontstaan in het veld.

Aan het eind van de les maken we teams van 4 man. We spelen 4 tegen 4 op de helft van het veld. Wanneer de aanvallende partij gescoord/ gemist heeft moet het andere team eerst buiten de driepunters lijn komen voordat ze weer mogen aanvallen.

Wanneer er iemand een set-shot maakt buiten de bucket gaat het ene team eruit en komt het andere team erin. Het team dat er inkomt krijgt bal uit. Daarnaast wordt er op tijd gewisseld (circa 3 á 4 minuten).

Regels:

- Second dribbel ( na dat je gedribbeld heb mag je niet meer dribbelen)

- Lopen: nadat je de bal oppakt mag je nog maar 2 stappen zetten

- Geen contact maken met de andere - Gevecht om de bal ( 5 seconden) - Vrij lopen

Wat gaan we volgende week doen?  les 2 Basketbal

Benodigdheden: 2 baskets, 2 ballen, 6 kleuren lintjes, twee scheidsrechters

AANDACHTSPUNTEN Beschrijving van de aandachtspunten per activiteit. Wat moet je zeggen, (laten) doen om de lesdoelen te bereiken? BEEF-methode:

Balance = lichaam staat richting de basket (voeten wijzen naar de ring en je boven lichaam staat er recht voor) en staat ligt gebogen door je knieën. Eyes = Je kijkt onder de bal door naar de basket

Elbow = Je elleboog is 90 graden gebogen en je schot hand zit onder de bal, je andere arm zet naast de bal als stuur hand. Follow-Through = Je maakt een vloeiende strekbeweging met benen armen en je klapt je pols richting de basket.

ORGANISATIETEKENING VAN DE KERN VAN DE LES Materialen Grote schoonmaak: Shoot out: Benodigdheden: - Twee baskets - 6 pylonen

- Voor iedere leerling één bal

Benodigdheden: - 8 basketballen - 4 baskets - 4 korven - 4 pylonen - 3 groepjes lintjes 43

ALO LESVOORBEREIDINGSFORMULIER 2014 - 2015

Gegevens stageschool

Naam: Panta Rhei Klas: 3SDV Aantal : Stagedocent: Koen Koops Gegevens student

Naam: Pim van den Akerboom klas: 4S Studentnummer:500641275 Datum:

Beschrijving van de beginsituatie m.b.t. de les De aangeboden leerlijn(en) , activiteit(en) zijn………….

Basketbal: - Dribbelvorm - Set-shot - Partijvormen Welke ervaring, kennis heeft de klas met

deze leerlijn, activiteit(en). Doe navraag…………

Leerlingen hebben vorige week een start gemaakt met de lessenreeks basketbal waarin de set-shot centraal staat. Hier gaan we deze week mee verder waardoor de leerlingen veel de tijd hebben om de schot techniek te

verbeteren.

Doelen in concreet waarneembaar gedrag (S.M.A.R.T. = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden)

Doelen voor de leerlingen (beschrijven per activiteit) Lesdoel (en) student Aan welk leerdoel ga jij werken? 1. Leerlingen hebben aan het eind van de les geprobeerd om hun schot

techniek te verfijnen (BEEF-methode).

2. Leerlingen zijn actief bezig met het geven van tips aan mede klasgenoten. 3. Leerlingen hebben de basisregels goed toegepast binnen de partijvorm en hebben hier ook voor gefloten (scheidsrechter)

Bronvermelding, waar heb jij de info vandaan: http://www.basketballcoaching101.com/basketballshooting.htm , Sportspelen – J. Koekoek, et al (2011) 44

START VAN DE LES Inhoud Organisatie Leerlingen komen binnen in de les en gaan zitten op de banken

(u-vorm).

Na het opstarten van de les word aan de leerlingen uitgelegd hoe er volgende week beoordeelt gaat worden waardoor ze al kennis hebben gemaakt met de beoordelingsvorm.

Opdracht:

Leerlingen worden ingedeeld in een tweetal. Per tweetallen heb je een bal. De leerlingen krijgen 5 pogingen om de bal te

schieten. Tijdens het schieten rebound de andere leerling af. Tijdens het schieten wordt er op de BEEF-methode gelet. BEEF-methode:

Balance = lichaam staat richting de basket (voeten wijzen naar de ring en je boven lichaam staat er recht voor) en staat ligt

gebogen door je knieën.

Eyes = Je kijkt onder de bal door naar de basket

Elbow = Je elleboog is 90 graden gebogen en je schot hand zit onder de bal, je andere arm zet naast de bal als stuur hand. Follow-Through = Je maakt een vloeiende strekbeweging met benen armen en je klapt je pols richting de basket.

Hoe start je qua organisatie de les op:

Benodigdheden: 4 baskets, 10 basketballen, 10 pylonnen

Hoe organiseer je de lesovergang van inleiding naar de kern van de les en op basis waarvan ga je bewust de groepen maken: KERN(EN) VAN DE LES

Leerinhoud methodisch Didactiek Differentiatie Tijd

Schuttersspel:

Set-shot Leerlingen krijgen aan het begin van het spel de techniek van de set-shot uitgelegd. Dit gaat doormiddel van vragenderwijs onderwijs BEEF-methode

(http://www.basketballcoaching101.com/basketballshooting.htm ): Balance = lichaam staat richting de basket (voeten wijzen naar de ring en je boven lichaam staat er recht voor) en staat ligt gebogen door je knieën.

Differentiatie aan de hand van de zes instrumenten (Koekoek, J. Et al (2011): - Veldafmeting (Veranderen van de veldgrootte)

- Aantal spelers (Veranderen van het aantal spelers binnen het vak) - Opdracht (Veranderen van de

15 min

Eyes = Je kijkt onder de bal door naar de basket

Elbow = Je elleboog is 90 graden gebogen en je schot hand zit onder de bal, je andere arm zet naast de bal als stuur hand.

Follow-Through = Je maakt een vloeiende strekbeweging met benen armen en je klapt je pols richting de basket.

Opdracht:

De klas wordt in twee groepen verdeeld. De ene groep gaat op de eerste bank zitten en de tweede groep gaat op de andere bank zitten ( veld in tweeën gedeeld). Elk team heeft een eigen kast deel met 5 ballen erin liggen. Om de beurt pakt een van de leerlingen uit het team een bal en probeert de bal vanaf de vrije worpenlijn er in te schieten ( dit gebeurt tegelijkertijd bij beide teams). Als je de bal raakt pak je de bal en leg je die in het kast deel van het andere team. Als je mist mag je van dichterbij de bal proberen te scoren. Het team die als eerste zijn eigen kast deel leeg heeft wint!

opdracht)

- Wijze van score - Materiaal - Regels

AFSLUITING VAN DE LES Inhoud Organisatie 4 tegen 4:

Voordat we gaan beginnen met 4 tegen 4 tekenen we eerst de posities waar de spelers moeten beginnen. Waardoor er meer ruimte hopelijk gaat ontstaan in het veld.

Aan het eind van de les maken we teams van 4 man. We spelen 4 tegen 4 op de helft van het veld. Wanneer de aanvallende partij gescoord/ gemist heeft moet het andere team eerst buiten de driepunters lijn komen voordat ze weer mogen aanvallen.

Wanneer er iemand een set-shot maakt buiten de bucket gaat het ene team eruit en komt het andere team erin. Het team dat er inkomt krijgt bal uit. Daarnaast wordt er op tijd gewisseld (circa 3 á 4 minuten).

Regels:

- Second dribbel ( na dat je gedribbeld heb mag je niet meer dribbelen)

- Lopen: nadat je de bal oppakt mag je nog maar 2 stappen zetten

- Geen contact maken met de andere - Gevecht om de bal ( 5 seconden) - Vrij lopen

Wat gaan we volgende week doen?  les 2 Basketbal

Benodigdheden: 2 baskets, 2 ballen, 6 kleuren lintjes, twee scheidsrechters

AANDACHTSPUNTEN Beschrijving van de aandachtspunten per activiteit. Wat moet je zeggen, (laten) doen om de lesdoelen te bereiken? BEEF-methode:

Balance = lichaam staat richting de basket (voeten wijzen naar de ring en je boven lichaam staat er recht voor) en staat ligt gebogen door je knieën. Eyes = Je kijkt onder de bal door naar de basket

Elbow = Je elleboog is 90 graden gebogen en je schot hand zit onder de bal, je andere arm zet naast de bal als stuur hand. Follow-Through = Je maakt een vloeiende strekbeweging met benen armen en je klapt je pols richting de basket.

ORGANISATIETEKENING VAN DE KERN VAN DE LES Materialen Schutterspel: Benodigdheden: - Twee kastdelen - 12 basketballen - Twee baskets - Twee banken 48

ALO LESVOORBEREIDINGSFORMULIER 2014 - 2015

Gegevens stageschool

Naam: Panta Rhei Klas: 3SDV Aantal : Stagedocent: Koen Koops Gegevens student

Naam: Pim van den Akerboom klas: 4S Studentnummer:500641275 Datum:

Beschrijving van de beginsituatie m.b.t. de les De aangeboden leerlijn(en) , activiteit(en) zijn………….

Basketbal:

- Beoordelen set-shot - Partijvormen Welke ervaring, kennis heeft de klas met

deze leerlijn, activiteit(en). Doe navraag…………

Leerlingen hebben vorige week de focus gelegd op het verfijnen van de set-shot techniek. Naast deze techniek hebben de leerling op een half veld partijvormen gespeeld. Vandaag gaan de leerlingen de set-shot afsluiten.

Doelen in concreet waarneembaar gedrag (S.M.A.R.T. = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden)

Doelen voor de leerlingen (beschrijven per activiteit) lesdoel(en) student Aan welk leerdoel ga jij werken? 1. Leerlingen hebben aan het eind van de les een andere leerling beoordeeld

aan de hand van de beoordelingsformulier.

2. Leerlingen kunnen de beoordeelde leerling voorzien van goede feedback aan het eind van deze les.

3. Leerlingen hebben de basisregels goed toegepast binnen de partijvorm en hebben hier ook voor gefloten (scheidsrechter)

Bronvermelding, waar heb jij de info vandaan: http://www.basketballcoaching101.com/basketballshooting.htm , Sportspelen – J. Koekoek, et al (2011) 49

START VAN DE LES Inhoud Organisatie De leerlingen komen binnen in de les en gaan in de u-vorm/kring zitten.

Er wordt aan de leerlingen verteld dat ze vandaag de set-shot gaan afsluiten aan de hand van het beoordelingsformulier. Hierbij wordt verteld dat de leerlingen in groepen van 3 leerlingen aan de slag gaan (1 schiet, 1 rebound en 1 beoordelaar).

Het beoordelingsformulier wordt weer uitgedeeld en wordt nog een keer specifiek uitgelegd aan de leerlingen (in lessenreeks 1 ook gebeurt). Nadat de leerlingen het beoordelingsformulier nog een keer uitgelegd hebben gekregen wordt er nog een keer specifiek de nadruk gelegd op de beoordelingscriteria. Deze criteria zijn opgesteld aan de hand van de BEEF- methode.

BEEF-methode:

Balance = lichaam staat richting de basket (voeten wijzen naar de ring en je boven lichaam staat er recht voor) en staat ligt gebogen door je knieën. Eyes = Je kijkt onder de bal door naar de basket

Elbow = Je elleboog is 90 graden gebogen en je schot hand zit onder de bal, je andere arm zet naast de bal als stuur hand.

Follow-Through = Je maakt een vloeiende strekbeweging met benen armen en je klapt je pols richting de basket.

Hoe start je qua organisatie de les op:

Hoe organiseer je de lesovergang van inleiding naar de kern van de les en op basis waarvan ga je bewust de groepen maken: Nadat we klaar zijn met het

opstarten van de les worden de groepjes, die door de docent gemaakt zijn, opgenoemd. De leerlingen moeten onthouden in welk groepje ze zitten met beoordelen. Daarna worden de groepjes verdeeld. Een groep gaat aan de ene helft van de zaal partijvormen doen. De andere helft gaat de set-shot bij elkaar beoordelen. Wanneer iedereen klaar is met beoordelen worden de groepen omgedraaid. Uiteindelijk heeft iedereen iemand beoordeelt en is ook zelf beoordeelt door iemand.

KERN(EN) VAN DE LES

Leerinhoud methodisch Didactiek Differentiatie Tijd

Set-shot afsluitvorm

4 tegen 4:

Leerlingen zijn ingedeeld in drietallen. Per drietal heb je één iemand die beoordeelt, één iemand die rebound en één iemand de schiet. De leerling die schiet krijgt 5 pogingen om de perfect set-shot te laten zien. Na de vijf pogingen moet de beoordeling van de leerling

opgemaakt zijn. De beoordelaar wordt dan schutter, de schutter wordt rebounder en de rebounder wordt beoordelaar.

We spelen 4 tegen 4 op de helft van het veld. Wanneer de aanvallende partij gescoord/ gemist heeft moet het andere team eerst buiten de driepunters lijn komen voordat ze weer mogen aanvallen.

Wanneer er iemand een set-shot maakt buiten de bucket gaat het ene team eruit en komt het andere team erin. Het team dat er inkomt krijgt bal uit. Daarnaast wordt er op tijd gewisseld (circa 3 á 4 minuten). Deze tijd wordt langs de kant bij gehouden door de wissels (stopwatch). Daarnaast zijn twee wissel spelers scheidsrechters. De rest van de wissel spelers houdt de stand bij met een scorebord.

Regels:

- Second dribbel ( na dat je gedribbeld heb mag je niet meer dribbelen)

- Lopen: nadat je de bal oppakt mag je nog maar 2 stappen zetten

- Geen contact maken met de andere - Gevecht om de bal ( 5 seconden) - Vrij lopen

Differentiatie aan de hand van de zes instrumenten (Koekoek, J. Et al (2011): - Veldafmeting (Veranderen van de veldgrootte)

- Aantal spelers (Veranderen van het aantal spelers binnen het vak)

- Opdracht (Veranderen van de opdracht) - Wijze van score

- Materiaal - Regels 20 min 20 min 51

AFSLUITING VAN DE LES Inhoud Organisatie Aan het eind van de les wordt de lessenreeks geëvalueerd met de

leerlingen.

Hierbij kan er gebruikt gemaakt worden van een vragenlijst, waarin leerlingen hun mening kunnen geven over het zelf beoordelen. Werkte het zelf beoordelen juist stimulerend of niet?

Wat gaan we volgende week doen? 

AANDACHTSPUNTEN Beschrijving van de aandachtspunten per activiteit. Wat moet je zeggen, (laten) doen om de lesdoelen te bereiken? BEEF-methode:

Balance = lichaam staat richting de basket (voeten wijzen naar de ring en je boven lichaam staat er recht voor) en staat ligt gebogen door je knieën. Eyes = Je kijkt onder de bal door naar de basket

Elbow = Je elleboog is 90 graden gebogen en je schot hand zit onder de bal, je andere arm zet naast de bal als stuur hand. Follow-Through = Je maakt een vloeiende strekbeweging met benen armen en je klapt je pols richting de basket.

ORGANISATIETEKENING VAN DE KERN VAN DE LES Materialen

Benodigdheden: 3 baskets 3 banken 2 pylonen 7 basketballen 26 beoordelingsformulieren Stopwatch Scorebord 52

Bijlage 3. SPSS outputs.

VMBO: Standaard deviatie, deelnemers, geslacht en leeftijd Descriptive Statistics N Mean Std. Deviation Leeftijd 57 14,96 ,597 Valid N (listwise) 57 Geslacht

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative Percent Valid Man 38 66,7 66,7 66,7 Vrouw 19 33,3 33,3 100,0 Total 57 100,0 100,0 54

HAVO: Standaard deviatie, deelnemers, geslacht en leeftijd

Geslacht

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative Percent Valid Man 32 64,0 64,0 64,0 Vrouw 18 36,0 36,0 100,0 Total 50 100,0 100,0 Descriptive Statistics N Mean Std. Deviation Leeftijd 50 16,22 ,465 Valid N (listwise) 50 55

Gehele populatie (Havo & VMBO): Standaard deviatie, deelnemers, geslacht en leeftijd Descriptive Statistics N Mean Std. Deviation Leeftijd 107 15,55 ,827 Valid N (listwise) 107 Geslacht

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative Percent Valid Man 70 65,4 65,4 65,4 Vrouw 37 34,6 34,6 100,0 Total 107 100,0 100,0 56

Hoofdvraag: Gemiddelde beoordeling leerlingen en docent van scholengemeenschap Panta Rhei

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 57 8,456 1,1231 5,5 10,0 8,000 8,500 9,250

Bdocent 57 7,632 ,7649 6,0 9,0 7,000 7,500 8,000

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 39a 30,59 1193,00

Positive Ranks 13b 14,23 185,00 Ties 5c Total 57 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -4,624b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,000 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Deelvraag 1: Gemiddelde beoordeling van leerlingen en docent op verschillende niveaus (VMBO basis, VMBO kader, Havo)

VMBO basis:

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 26 8,385 1,1602 5,5 10,0 8,000 8,500 9,000

Bdocent 26 7,577 ,7835 6,0 9,0 7,000 7,500 8,125

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 18a 13,50 243,00

Positive Ranks 5b 6,60 33,00 Ties 3c Total 26 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -3,218b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,001 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

VMBO kader:

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 31 8,516 1,1067 6,0 10,0 8,000 9,000 9,500

Bdocent 31 7,677 ,7588 6,0 9,0 7,500 8,000 8,000

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 21a 17,64 370,50

Positive Ranks 8b 8,06 64,50 Ties 2c Total 31 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -3,332b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,001 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

HAVO:

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 50 8,560 1,1678 6,0 10,0 7,500 8,750 9,500

Bdocent 50 6,740 1,6327 2,5 10,0 5,500 6,500 8,000

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 43a 23,95 1030,00

Positive Ranks 2b 2,50 5,00 Ties 5c Total 50 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -5,803b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,000 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Deelvraag 2: Gemiddelde beoordeling van de oudere en jongere leerlingen ten opzichte van de docent

Jongere leerlingen en docent vergelijking:

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 48 8,458 1,0561 5,5 10,0 8,000 8,500 9,000

Bdocent 48 7,708 ,7281 6,0 9,0 7,500 8,000 8,375

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 32a 27,00 864,00

Positive Ranks 13b 13,15 171,00 Ties 3c Total 48 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -3,940b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,000 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Oudere leerlingen en docent vergelijking:

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 59 8,542 1,2116 6,0 10,0 7,500 9,000 9,500

Bdocent 59 6,814 1,5450 2,5 10,0 6,000 6,500 8,000

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 50a 27,44 1372,00

Positive Ranks 2b 3,00 6,00 Ties 7c Total 59 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -6,242b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,000 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Jongere leerling VMBO basis:

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles 25th 50th (Median) 75th Bleerling 22 8,341 1,1274 5,5 10,0 8,000 8,500 9,000 Bdocent 22 7,591 ,7964 6,0 9,0 7,000 7,500 8,125 Ranks N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 15a 11,80 177,00

Positive Ranks 5b 6,60 33,00 Ties 2c Total 22 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling 61

Test Statisticsa

Bdocent - Bleerling

Z -2,711b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,007 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Oudere leerling VMBO basis:

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 3a 2,00 6,00

Positive Ranks 0b ,00 ,00 Ties 1c Total 4 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -1,732b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,083 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 4 8,625 1,4930 6,5 10,0 7,125 9,000 9,750

Bdocent 4 7,500 ,8165 6,5 8,5 6,750 7,500 8,250

Jongere leerling VMBO kader:

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 17a 15,79 268,50

Positive Ranks 8b 7,06 56,50 Ties 1c Total 26 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -2,874b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,004 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Oudere leerling VMBO kader:

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 5 8,300 1,6808 6,5 10,0 6,500 9,000 9,750

Bdocent 5 7,000 ,9354 6,0 8,0 6,250 6,500 8,000

Descriptive Statistics

N Mean Std. Deviation Minimum Maximum

Percentiles

25th 50th (Median) 75th

Bleerling 26 8,558 1,0033 6,0 10,0 8,000 8,750 9,500

Bdocent 26 7,808 ,6645 6,5 9,0 7,500 8,000 8,500

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks Bdocent - Bleerling Negative Ranks 4a 2,50 10,00

Positive Ranks 0b ,00 ,00 Ties 1c Total 5 a. Bdocent < Bleerling b. Bdocent > Bleerling c. Bdocent = Bleerling Test Statisticsa Bdocent - Bleerling Z -1,826b

Asymp. Sig. (2-tailed) ,068 a. Wilcoxon Signed Ranks Test

b. Based on positive ranks.

Oudere leerling HAVO:

Ranks

N Mean Rank Sum of Ranks

GERELATEERDE DOCUMENTEN