• No results found

KERN(EN) VAN DE LES Leerinhoud methodisch

In document Zelfevaluatie verhoogt de motivatie (pagina 35-50)

Voorblad lessenreeks salto voorover

KERN(EN) VAN DE LES Leerinhoud methodisch

Basic Movement Skills en Verschijningsvormen

Didactiek

(Hoe ga je de les geven?) Differentiaties (Minimaal twee niveau’s omhoog en twee niveaus omlaag)

Tijd

Je springt met een aanloop in een mini trampo en maakt een koprol/tipsalto land op een Verhoogdvlak (verhoogdvlak, kasten en banken ertussen of drie kasten eronder).

Dikke mat tegen de muur twee/drie kasten onder de andere dikke mat.

Aanloop en springen in de mini trampoline, lukt dit niet goed

Salto voorover:

- Koprol, als een leerling de koprol niet kan, laat ik hem apart oefenen met de koprol. Ik doe dit apart, om de leerling zich veilig te laten voelen.

Er staat altijd een docent bij de situatie, om de leerlingen feedback te geven en voor de veiligheid.

- Eerst op de mat springen in hurk stand

- Vervolgens zelfde en koprol op de mat - Tip salto

- Kan je het salto.

De docent laat eerst elke sprong zien, vervolgens mogen de leerlingen dit proberen Er wordt gebruik gemaakt van dwingend leren, omdat de leerling het zakje moet

klemmen om te zorgen dat deze niet valt.

- Een situatie maken, met een schuinvlak. De leerlingen springen dan in de trampoline en maken een tipsalto op een schuinvlak aflopend.

- Pittenzakje tussen kin het borst zetten, voor het rollen voorover. Dit wordt gedaan zodat de leerlingn zijn./haar kin op de borst houdt

EVALUATIE VAN DE LES Is het leerdoel bereikt (leeropbrengst) en hoe heb je de vooruitgang vastgesteld? Volgende week gaan wij verder met het springen van de salto voorover, nu veranderd de situatie.

De leerlingen gaan nu aan de slag met een losse salto met vangers.

Wat gaan we volgende week doen?

AANDACHTSPUNTEN Beschrijving van de aandachtspunten per activiteit. Wat moet je zeggen, (laten) doen om de lesdoelen te bereiken?

ORGANISATIETEKENING VAN DE KERN VAN DE LES Materialen - dikke mat - trampoline - kasten - plofmat, voor eventueel alleen de koprol.

Gegevens stageschool naam: Klas/groep Aantal Stagedocent

Gegevens student naam: Britt kater Klas: Studentnummer: 500747496 Datum: les 2

Beschrijving van de beginsituatie m.b.t. de les De aangeboden Basic Movement Skills

(BMS), leerlijn(en) , activiteit(en) zijn….

Springen landen, saltospringen

Reeksdoel: het verbeteren/leren van de salto voorover Beginsituatie: Welke ervaring, kennis heeft

de klas met deze leerlijn, activiteit(en)? Hoe is het niveau? Moet er rekening worden gehouden met grote niveauverschillen? Wat is er bekend over de motivatie en de zelfstandigheid van de klas? Doe

navraag……

Vanuit het vakwerkplan en navraag bij de stagebegeleider is duidelijk geworden dat de leerlingen in leerjaar 1 drie lessen hebben gehad waarbij zij bezig zijn geweest met springen landen. Daarnaast hebben de leerlingen in jaar 1 nog nooit kennis hebben gemaakt met het springen van een salto. De leerlingen zitten nu in leerjaar 2. Dit is de tweede les dat deze leerlingen bezig zijn met de salto voorover. Vorige week heeft de klas kennis gemaakt met een tip salto op een verhoogd vlak. De leerlingen kunnen goed samenwerken en fysiek contact “wat betreft vangen” is geen probleem bij deze klas.

De leerlingen van deze klas, kunnen zelfstandig aan de slag met de andere onderdelen die opgesteld zijn in de zaal.

Met deze activiteit wordt er nadruk gelegd op kerndoel 56,

De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar. De leerlingen moeten rekening houden met elkaar, bijvoorbeeld bij het vangen, niet iedereen kan even goed de salto en leerlingen die gaan vangen moeten hier rekening mee houden.

daarnaast moet er respect zij voor elkaar, zodat er een veilig klimaat is in de klas en geen enkele leerling wordt uitgelachen.

1 Stoeien en vechten 0 Trappen en schieten 1 Gaan en lopen 0 Klimmen en klauteren 1 Springen en landen 0 Zwaaien

0 Rollen, duikelen en draaien 0 Bewegen op muziek

- de groepen indelen op sociale veiligheid en gelijke grote i.v.m. vangen.

Aan het eind van deze les hebben alle leerlingen een poging gedaan tot een salto voorover met vangers.

Bronvermelding, waar heb jij de info vandaan (APA 6th): Ga actief op zoek ALO readers, boeken, bibliotheek, internet, (een gesprek met stagedocent of medeleerling is niet voldoende. Ook zij hebben de informatie ergens vandaan!)

Bosman, M., & Hoeboer, J. (2008). springen. In M. Bosman, & J. Hoeboer (Reds.), De bouwstenen van het turnen op

school (Herz. ed., pp. 212–216). Haaksbergen, Nederland: Grafiselect.

Alsemgeest, Y. (2018, 21 februari). Methodiek Salto Voorover - Turnen H1 - 16011147 [Video]. Geraadpleegd op 6 januari 2019, van https://www.youtube.com/watch?v=APm3P-rhX4U

Eriks, K. (2017, 12 juni). Salto voorover vanuit aaloop Methodiek 1 kasper eriks l2vb [Video]. Geraadpleegd op 14 november 2018, van https://www.youtube.com/watch?v=bt_ONTSCs48

START VAN DE LES Inhoud Organisatie Aan het begin van de les, wordt er uitgelegd met wat voor

lessenreeks wij gaan starten en wat het einddoel is van de

lessenreeks. Dit, omdat de leerlingen de salto voorover uiteindelijk ook moeten afsluiten. Zo weten zij wat er van hun verwacht wordt.

De leerlingen zitten op de banken zodat zij alle vakken kunnen zien, en kijken naar de voorbeelden en luisteren naar de uitleg. De salto voorover leg ik nog extra uit als de leerlingen bij het vak zelf zijn dit doe ik doormiddel van een kring om mij heen. Ik kies voor een kring zodat zij de volle aandacht voor mij hebben en we snel aan de slag kunnen. Daarnaast maak ik gebruik van een kring, omdat er nog twee andere vakken in de zaal staan, en zij dan minder afgeleid zijn.

Hoe organiseer je de lesovergang van inleiding naar de kern van de les en op basis waarvan ga je bewust de groepen maken: Ik ga de groepen maken op sociale veiligheid en op niveau dat de leerlingen elkaar kunne vangen.

In deze klas, zet ik alle meisjes bij elkaar en maak ik twee groepen van jongens, dit omdat dit goed uitkomt en de meiden zich prettiger voelen als zij elkaar vangen in plaats van een jongen.

KERN(EN) VAN DE LES Leerinhoud methodisch

Basic Movement Skills en Verschijningsvormen

Didactiek

(hoe ga je de les geven?) Differentiaties (minimaal twee niveau’s omhoog en twee niveaus omlaag)

Tijd

Salto voorover met mini trampoline Mini trampoline en dikke mat ervoor. De

Dikke mat tegen de muur en een dikke mat op de grond

Salto voorover:

Er wordt gevangen doormiddel van de vliegtuiggreep, de leerlingen komen aan rennen met de armen naar de zijkant, de vangers staan met hun armen naar de springer toe. De vangers haken hun armen in de leerling zijn arm. Dit is de

makkelijkste manier voor de leerlingen. Er staat altijd een docent bij de situatie, om de leerlingen feedback te geven en voor de veiligheid.

- Eerst een streksprong maken met de armen al in vliegtuigstand, om hier aan te wennen

- Vervolgens salto inzetten vanuit een aanloop met vangers

- Losse salto, waarbij je alleen wordt afgevangen.

In deze les wordt gebruik gemaakt van coach eye. De sprong van de leerling wordt gefilmd en zo kan de leerling zien hoe zijn/haar eigen sprong was.

Ik film mijn eigen sprong en na een paar keer springen roep ik alle leerlingen van dat vak naar de camera, om mijn salto nog een keer te laten zien. Dit doe ik, zodat de leerlingen kunnen zien, hoe ik spring en leg daarbij uit wat ik zie in de meeste sprongen van hun. In de hoop dat ze de sprong gaan verbeteren.

Het neerleggen van een matje is dwingend leren, de leerlingen moeten over het mate heen voordat zij in de trampoline

- streksprong, waarbij de inzet van de salto geoefend wordt, maar de leerling nog niet over de kop gaat. (de billen gaan in ieder geval omhoog)

- salto met behulp van een ringen stelsel. - Matje voor de trampoline leggen, voor een

EVALUATIE VAN DE LES Is het leerdoel bereikt (leeropbrengst) en hoe heb je de vooruitgang vastgesteld? Volgende week gaan wij verder met het springen van de salto voorover, nu proberen zoveel mogelijk leerlingen de losse salto te springen.

Daarnaast wordt de salto de volgende les beoordeeld. De beoordeling vindt als volgt plaats: er staat een camera, met coach eye, zodat de leerlingen hun eigen sprong kunnen zien en ik aan de hand daarvan kan uitleggen wat de leerling beter kan doen voor een hoger cijfer. Daarnaast is er voorgaand de les uitgelegd welk cijfer je hebt bij welke sprong.

Er wordt beoordeeld op proces dus de leerlingen kijken waar zij staan voor de lessenreeks en de groei wordt beoordeeld met veel betrokkenheid van de leerlingen

Wat gaan we volgende week doen?

AANDACHTSPUNTEN Beschrijving van de aandachtspunten per activiteit. Wat moet je zeggen, (laten) doen om de lesdoelen te bereiken?

Hoe zien de leswissels eruit…….. Op welke wijze evalueer je in de les…. Zijn er verschillen in groepen…..

In de leswissels geef ik aan wat ik goed vond gaan en wat ik de volgende ronde anders wil zien.

Bij het onderdeel salto, leg ik de nadruk op de veiligheid en op het niet uitlachen van elkaar, dit is erg belangrijk bij dit onderdeel.

ORGANISATIETEKENING VAN DE KERN VAN DE LES Materialen

- 2 dikke matten - trampoline - plofmat, voor

eventueel alleen de koprol.

- Standaard voor ipad met app

Gegevens stageschool naam: Klas/groep Aantal Stagedocent

Gegevens student naam: Britt kater Klas: Studentnummer: 500747496 Datum: les 3

Beschrijving van de beginsituatie m.b.t. de les De aangeboden Basic Movement Skills

(BMS), leerlijn(en) , activiteit(en) zijn….

Springen landen, saltospringen

Reeksdoel: het verbeteren/ leren van de salto voorover Beginsituatie: Welke ervaring, kennis heeft

de klas met deze leerlijn, activiteit(en)? Hoe is het niveau? Moet er rekening worden gehouden met grote niveauverschillen? Wat is er bekend over de motivatie en de zelfstandigheid van de klas? Doe

navraag……

Vanuit het vakwerkplan en navraag bij de stagebegeleider is duidelijk geworden dat de leerlingen in leerjaar 1 drie lessen hebben gehad waarbij zij bezig zijn geweest met springen landen. Daarnaast hebben de leerlingen in jaar 1 nog nooit kennis hebben gemaakt met het springen van een salto. De leerlingen zitten nu in leerjaar 2. Dit is de derde les dat deze leerlingen bezig zijn met de salto voorover en tevens ook de afsluit les voor de leerlingen . Vorige week heeft de klas als kennisgemaakt met het springen van de losse salto. De leerlingen kunnen goed samenwerken en fysiek contact “wat betreft vangen” is geen probleem bij deze klas.

De leerlingen van deze klas, kunnen zelfstandig aan de slag met de andere onderdelen die opgesteld zijn in de zaal.

Met deze activiteit wordt er nadruk gelegd op kerndoel 56,

De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar. De leerlingen moeten rekening houden met elkaar, bijvoorbeeld bij het vangen, niet iedereen kan even goed de salto en leerlingen die gaan vangen moeten hier rekening mee houden.

daarnaast moet er respect zij voor elkaar, zodat er een veilig klimaat is in de klas en geen enkele leerling wordt uitgelachen.

Doelen in concreet waarneembaar gedrag (S.M.A.R.T. = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden)

Basic Movement Skills (leerdoel(en)) voor de leerlingen:

2 Balanceren en vallen 0 Gooien en vangen, Werpen en slaan 2 Stoeien en vechten 0 Trappen en schieten

2 Gaan en lopen 0 Klimmen en klauteren 2 Springen en landen 0 Zwaaien

0 Rollen, duikelen en draaien 0 Bewegen op muziek

- een uitleg van 5- 10 minuten waarbij het duidelijk is voor de leerlingen en zij zelfstandig aan de gang kunnen - de groepen indelen op sociale veiligheid en gelijke grote

i.v.m. vangen.

Aan het eind van deze les hebben alle leerlingen de salto voorover afgesloten.

Bronvermelding, waar heb jij de info vandaan (APA 6th): Ga actief op zoek ALO readers, boeken, bibliotheek, internet, (een gesprek met stagedocent of medeleerling is niet voldoende. Ook zij hebben de informatie ergens vandaan!)

Bosman, M., & Hoeboer, J. (2008). springen. In M. Bosman, & J. Hoeboer (Reds.), De bouwstenen van het turnen op

school (Herz. ed., pp. 212–216). Haaksbergen, Nederland: Grafiselect.

Alsemgeest, Y. (2018, 21 februari). Methodiek Salto Voorover - Turnen H1 - 16011147 [Video]. Geraadpleegd op 6 januari 2019, van https://www.youtube.com/watch?v=APm3P-rhX4U

Eriks, K. (2017, 12 juni). Salto voorover vanuit aaloop Methodiek 1 kasper eriks l2vb [Video]. Geraadpleegd op 14 november 2018, van https://www.youtube.com/watch?v=bt_ONTSCs48

START VAN DE LES Inhoud Organisatie Aan het begin van de les, wordt er uitgelegd met wat voor

lessenreeks wij gaan starten en wat het einddoel is van de

lessenreeks. Dit, omdat de leerlingen de salto voorover uiteindelijk ook moeten afsluiten. Zo weten zij wat er van hun verwacht wordt.

De leerlingen zitten op de banken zodat zij alle vakken kunnen zien, en kijken naar de voorbeelden en luisteren naar de uitleg. De salto voorover leg ik nog extra uit als de leerlingen bij het vak zelf zijn dit doe ik doormiddel van een kring om mij heen. Ik kies voor een kring zodat zij de volle aandacht voor mij hebben en we snel aan de slag kunnen. Daarnaast maak ik gebruik van een kring, omdat er nog twee andere vakken in de zaal staan, en zij dan minder afgeleid zijn.

Hoe organiseer je de lesovergang van inleiding naar de kern van de les en op basis waarvan ga je bewust de groepen maken: Ik ga de groepen maken op sociale veiligheid en op niveau dat de leerlingen elkaar kunne vangen.

In deze klas, zet ik alle meisjes bij elkaar en maak ik twee groepen van jongens, dit omdat dit goed uitkomt en de meiden zich prettiger voelen als zij elkaar vangen in plaats van een jongen.

KERN(EN) VAN DE LES Leerinhoud methodisch

Basic Movement Skills en Verschijningsvormen

Didactiek

(hoe ga je de les geven?)

Differentiaties

(minimaal twee niveau’s omhoog en twee niveaus omlaag)

Tijd Salto voorover met mini trampoline

Mini trampoline en dikke mat ervoor. De trampoline staat met de hoge kant naar de dikke mat gericht. Er wordt een aanloop genomen en in de mini trampoline gesprongen om vervolgens de salto te springen met hulpverleners of met afvangen indien de leerling toestemming heeft van de docent.

Er wordt gevangen doormiddel van de vliegtuiggreep, de leerlingen komen aan

Dikke mat tegen de muur en een dikke mat op de grond hiervoor

Aanloop en springen in de mini trampo, lukt dit niet goed kan je een springplank ervoor zetten.

- Eerst een streksprong maken met de armen al in vliegtuigstand, om hier aan te wennen

Salto voorover:

- Koprol, als een leerling de koprol niet kan, laat ik hem apart oefenen met de koprol. Ik doe dit apart, om de leerling zich veilig te laten voelen.

- losse salto met alleen afvangen

- streksprong, waarbij de inzet van de salto geoefend wordt, maar de leerling nog niet over de kop gaat. (de billen gaan in ieder geval omhoog)

springer toe. De vangers haken hun armen in de leerling zijn arm. Dit is de

makkelijkste manier voor de leerlingen. Er staat altijd een docent bij de situatie, om de leerlingen feedback te geven en voor de veiligheid.

In deze les wordt de salto beoordeeld. De beoordeling is als volgt: er staat een camera, met coach eye, zodat de leerlingen hun eigen sprong kunnen zien en ik aan de hand daarvan kan uitleggen wat de leerling beter kan doen voor een hoger cijfer. Daarnaast is er voorgaand de les uitgelegd welk cijfer je hebt bij welke sprong. Er wordt beoordeeld op proces. De groei en de betrokkenheid wordt bekeken en hier wordt een cijfer aan gekoppeld.

- Losse salto, waarbij je alleen wordt afgevangen.

In deze les wordt de nadruk gekegd op de app coach eye. De sprong van de leerling wordt gefilmd en zo kan de leerling zien hoe zijn/haar eigen sprong was. De leerlingen moeten langs de camera lopen als zij hebben gesprongen en elkaar feedback geven. Zo gaan de leerlingen meer nadenken over de beweging en krijgen de leerlingen twee keer feedback. De feedback van de docent is vooral gericht op het impliciete. Er wordt gebruik gemaakt van analogie leren in deze les, bij de feedback rond zegt de docent bijvoorbeeld, maak je zelf zo rond als een oliebol

Daarnaast wordt er in deze les weer gebruik gemaakt van dwingend leren, door middel van een matje voor de trampoline voor de afzet.

EVALUATIE VAN DE LES Is het leerdoel bereikt (leeropbrengst) en hoe heb je de vooruitgang vastgesteld? Aan het einde van de les evalueer ik de lessenreeks met de leerlingen en krijgen de leerlingen hun cijfer te horen.

Wat gaan we volgende week doen?

AANDACHTSPUNTEN Beschrijving van de aandachtspunten per activiteit. Wat moet je zeggen, (laten) doen om de lesdoelen te bereiken?

Hoe zien de leswissels eruit…….. Op welke wijze evalueer je in de les…. Zijn er verschillen in groepen…..

In de leswissels geef ik aan wat ik goed vond gaan en wat ik de volgende ronde anders wil zien.

Bij het onderdeel salto, leg ik de nadruk op de veiligheid en op het niet uitlachen van elkaar, dit is erg belangrijk bij dit onderdeel.

ORGANISATIETEKENING VAN DE KERN VAN DE LES Materialen

- 2 dikke matten - trampoline - plofmat, voor

eventueel alleen de koprol.

- Standaard voor ipad met app

Bijlage III

BREQ-2 vragenlijst

De Behavioural Regulation in Exercise Questionaire (BREQ-2) is een vragenlijst om de motivatie voor fysieke training te meten. De originele BREQ-2 bestaat uit 19 vragen die onder te verdelen zijn in vijf schalen: amotivatie, externe regulatie, geïntrojecteerde regulatie, geïdentificeerde regulatie en intrinsieke motivatie (Markland & Tobin, 2004). Onderzoek naar de validiteit en betrouwbaarheid van de BREQ-2 vragenlijst werd onder andere verricht door Moreno, Cervelló, & Martinez (2007).

De vragenlijst is gemodificeerd voor de les gymnastiek in Vlaanderen door Seminck (2011) en is in gevalideerd door Aelterman, Berghe, Haerens, Meyer, Keer, & Vansteenkiste (2013).

De Nederlandse versie van de BREQ-2 vragenlijst bestaat uit 25 vragen met een vijf-punts Likertschaal.Daarbij staat één voor ‘helemaal niet waar’ en vijf betekent ‘helemaal waar’. De vragenlijst kan gebruikt worden om de motivatie voor het vak lichamelijke opvoeding, maar ook om de motivatie voor school of een ander vak, te meten (Bax, Post, & Wientjes, 2014). Voor alle vijf de schalen is de Crombach’s alpha tussen 0,7 en 0,9 en dat betekent een goede betrouwbaarheid per schaal.

Bax, H., Post, R., & Wientjens, I. (2014). Nederlandse BREQ-2 vragenlijst voor het onderwijs.

De invloed van verschillende beoordelingsvormen op de motivatie van de leerlingen binnen het

regulier en speciaal voorgezet onderwijs. Amsterdam: Academie voor Lichamelijke

Opvoeding Hogeschool van Amsterdam, bachelor onderzoek.

De verschillende soorten motivatie behorend bij de items uit de vragenlijst

Amotivation 5 9 12 19

External regulation 1 6 11 16 23 24 Introjected regulation 2 7 13 17 21 25 Identified regulation 3 8 14 20 22

Intrinsic motivation 4 10 15 18

Nederlandse versie BREQ-2 vragenlijst met RAI-formule

Vragen Wegingsfactor Amotivatie 5, 9, 12, 19 -3 Externe regulatie 1, 6, 11, 16, 23, 24 -2 Geïntrojecteerde regulatie 2, 7, 13, 17, 21,25 -1 Geidentificeerde regulatie 3, 8, 14, 20, 22 +2 Intrinsieke motivatie 4, 10, 15, 18 +3 !"#$%&'( = ∑(["-./012/03 ∙ −3] + [9:/3;<3 ;3>?@2/03 ∙ −2] +

Naam van de school: ……… Vmbo/mavo/havo/vwo

Geboortedatum: ……… Klas: ………

Deze vragenlijst vraagt naar jouw ervaringen tijdens de lessen Lichamelijke Opvoeding (LO): Omcirkel in iedere regel het getal dat aansluit bij jouw mening of gevoel.

Ik werkte mee tijdens de afgelopen lessen LO...

1. ...omdat anderen vonden dat ik dit moest doen 1 2 3 4 5 2. ...omdat ik me anders schuldig zou voelen 1 2 3 4 5

In document Zelfevaluatie verhoogt de motivatie (pagina 35-50)