• No results found

Kennisontwikkeling voor professionele praktijken als een creatief proces

2.3 Kennisontwikkeling binnen professionele praktijken

De kenniscreatie die in dit proefschrift plaatsvindt, betreft het handelen van begeleidingskundigen en de werking van de spelvormen die zij inzetten. Daar-bij zijn we niet primair gericht op het vaststellen of meten van de effecten van spelgebruik, maar op het begrijpen van de werkingsmechanismen ervan, en op de vaardigheden die voor het realiseren van die werking nodig zijn. We willen meer te weten komen over de wijze waarop professionals met spel werken en wat hun cliënten daarbij ervaren. De inzichten die we opdoen, willen we zo opschrijven dat ze voor de lezers navolgbaar, geloofwaardig, zinvol en bruikbaar zijn. Of, misschien is het juister om te schrijven dat we in dit boek betekenisvol en overtuigend materiaal willen aandragen, waarmee de lezer zijn eigen kennis (verder) kan ontwikkelen.

Van Strien (1986) stelt dat het sociaalwetenschappelijk handelen gefundeerd is in het kunnen, het kennen en het kiezen van de beroepsbe-oefenaar. Volgens Wierdsma (1999) is de maatregelkennis waarop de

profes-- 33 profes--

sional zich in zijn handelen oriënteert, gebaseerd op algemene theoretische

kennis én persoonsgebonden contextafhankelijke ervaringskennis. Schön (1983)

heeft in zijn analyse van het handelen van de ‘reflective practitioner’ laten zien dat deze zijn werk moet doen in een telkens unieke en dynamische context, waarin zich allerlei waardegeladen dilemma’s voordoen. De reflecterende professional oriënteert zich voor zijn handelen op drie kennisbronnen: ten eerste op een algemeen interpretatie- en waardekader om het geheel te begrijpen, ten tweede op specifieke kennis en richtlijnen die als geldig worden erkend binnen zijn vakgebied, en ten derde op zijn uitproberend handelen binnen een virtuele exploratieruimte. Kunneman (2005) analyseert uitvoerig de filosofische aspecten van de sociale (en andere) toepassingswetenschappen in de postmoderne westerse cultuur. Hij laat zien dat deze toepassings-wetenschappen zich niet alleen ontwikkelen aan de hand van interne factoren (zoals nieuwe ontdekkingen), maar ook door wetenschaps-externe factoren, zoals politieke krachtenvelden en economische belangen. Om deze invloeden meer bewust te kunnen hanteren, bepleit hij een intrinsieke verbinding tussen de ontwikkeling en toepassing van wetenschappelijke kennis en de waardering en sturing daarvan op basis van narratieve of herme-neutische leerprocessen gevoed vanuit zingevende tradities. Kernachtig samen-gevat: het symbool moet de techniek begeleiden.

Deze overwegingen brengen ons tot een eerste beantwoording van de vraag wat we moeten verstaan onder de opdracht tot kennisontwikkeling binnen de genoemde lectoraten. Kenniscreatie ten behoeve van professionele praktijken bestaat uit het ontwikkelen van richtlijnen voor het (sociaal)-wetenschappelijk handelen van de professional, zodat deze door middel van zijn interventies in de (sociale) werkelijkheid nieuwe, beoogde realiteiten creëert. De ontwikkeling van deze methodische kennis moet gevoed worden door de ontwikkeling van drie andere vormen van kennis, namelijk:

 Vaardigheidskennis, die verworven wordt door oefening in en beoefening van de professionele beroepspraktijk;

 Verklarende kennis op basis van beschrijvend en toetsend onderzoek en daarop gebaseerde theorievorming;

 Visievorming en de ontwikkeling van richtinggevende overtuigingen op basis van hermeneutische of narratieve leerprocessen.

Deze verschillende vormen van kennisontwikkeling zijn in figuur 2.1 in een onderlinge samenhang geplaatst, waarbij via pijlen is aangegeven dat ze elkaar wederkerig beïnvloeden.

- 34 - Theorietoetsing (positie 5 & 6) Vaardigheidsontwikkeling (positie 1 & 2) Methodiekontwikkeling (positie 3 & 4) Visievorming (positie 7 & 8)

Figuur 2.1 Kennisontwikkeling binnen professionele praktijken

Als we dit schema iets meer uitwerken, dan kunnen we acht posities onderscheiden in het complexe geheel van kennisontwikkeling voor, met en over professionele praktijken.

 Vaardigheidsontwikkeling betreft kennisontwikkeling als groei in per-soonlijke vakbekwaamheid (positie 1) en het vermogen om die onder woorden te brengen als verantwoording naar anderen (positie 2).

 Methodiekontwikkeling bestaat uit het ontwerpen van samenhangende richtlijnen voor het professionele handelen: kennisontwikkeling als uitbreiding of verbetering van het methodisch repertoire dat in de professie beschikbaar is (positie 3), en de theoretische doordenking, fundering en verantwoording daarvan (positie 4).

 De methodiekontwikkeling heeft haar theoretische grondslag in fun-derende vakwetenschappen. Derhalve gaat het bij de kennisontwikkeling voor professionele praktijken eveneens om de uitbreiding van empirisch aangetoonde samenhangen (positie 5) en experimenteel getoetste ver-klaringen (positie 6);

 Ten slotte vraagt de ontwikkeling van het professioneel handelen ook om richtinggevende overtuigingen aangaande de betekenis van de profes-sionele praktijk voor de samenleving (positie 7), mogelijk gegrond in een meer omvattende visie op mens en wereld (positie 8).

Kennisontwikkeling binnen professionele praktijken veronderstelt het samen-hangende geheel van elk van deze posities. De term kenniscreatie drukt precies uit wat er in dit proces van combineren van verschillende soorten kennis

- 35 -

gebeurt. Creativiteit kan men definiëren als het scheppen van iets nieuws door waardetoevoeging vanuit het subject aan het object. De beeldhouwer maakt met zijn verbeelding en zijn vaardigheid het brok marmer tot een sculptuur, de schilder creëert met het doek en de verf een schilderij en – met een verwijzing naar het citaat van Bateson – het kind schept met zijn blokken een bouwwerk. De objectiviteit van het materiaal en de subjectiviteit van de schepper beïnvloeden elkaar wederkerig. Bij de kennisontwikkeling in de vorm van richtlijnen voor het professioneel handelen (positie 3 & 4) hebben wij vergelijkbare processen voor ogen. Enerzijds is er de objectiviteit van de resultaten vanuit het beschrijvend en toetsend onderzoek (positie 5 & 6). Daarnaast is er het subjectieve materiaal vanuit de persoonlijke ambachtelijke ervaring van de professional (positie 1 & 2), en ten derde zijn er ook nog de overtuigingen en inzichten die ontstaan zijn door narratieve leerprocessen aangaande de betekenis van de professie in de samenleving (positie 7 & 8). Kenniscreatie als methodiekontwikkeling voor de professionele praktijk be-staat uit waardetoevoeging aan de gedocumenteerde kennis in de literatuur op basis van ervaringskennis uit de praktijk en visiekennis door gefundeerde betekenisgeving.