• No results found

Kennisbehoefte

In document Evaluatie pilot screening LVB (pagina 34-41)

De meeste respondenten waren niet heel erg expliciet over hun kennisbehoefte met

betrekking tot LVB. Duidelijk werd dat sommigen wel graag meer informatie wilden over de kenmerken van een LVB, en vooral handvatten om hiermee beter om te kunnen gaan. Een enkeling zag dit graag in samenhang met informatie over andere problematische

doelgroepen. Andere respondenten zagen minder meerwaarde in bijscholing over LVB; met name diegenen die bij eerdere vragen al hadden aangegeven iemand met een LVB niet anders te zullen bejegenen dan een ander, of daar ook nu al rekening mee te houden, zagen weinig in bijscholing.

35 Ja maar die kennisbehoefte is niet alleen naar gedetineerden met een LVB. Ik bedoel het is prettig om over allerlei doelgroepen meer te weten te komen. (resp. 10)

Dus dat die informatie eigenlijk met iedereen gedeeld wordt die met die gedetineerde aan het werk gaat? Ja, dat die gedeeld wordt. ‘Dit is een LVB’er, dus begeleidt hem wat meer.’ Alleen zouden we dan allemaal wat meer handvaten moeten hebben van ‘een LVB’er kun je beter zus en zo begeleiden’, want anders gaan ze helemaal alleen maar op bed liggen slapen. (resp. 9)

Ja, op zich is het niet verkeerd om daar inderdaad wat.. Ik heb al wat uitgedraaid, want toen ik inderdaad uitgenodigd werd om dit te gaan afnemen, toen heb ik wel op google wat uitgedraaid, maar ik heb dat toen niet helemaal gelezen, dat zit er in mijn tas nog wel iets. Maar volgens mij stond er niet expliciet bij, met vraag en antwoord wat zo’n jongen wel of niet kan, begrijp je? (resp. 5).

“En ik zie dat er binnen het gevangeniswezen ontzettend weinig kennis op dit gebied is, terwijl ik dat heel onterecht vindt, want een groot deel van de gevangenisbevolking bestaat uit verstandelijk beperkten. Waar eigenlijk nooit iets mee gebeurt. (resp. 16)

36

37

7 Bevindingen met betrekking tot de LVB populatie

Hoewel de pilot niet primair gericht was op het verzamelen van prevalentiegegevens, is het interessant te bezien tot welke indicatie van prevalentie de resultaten van de screening leiden. In 2002 werd door DJI een poging gedaan de prevalentie van LVB in detentie vast te stellen. Dit onderzoek kende talrijke beperkingen, met name door de hoge non-respons (Kaal, 2010). Slechts 462 (55%) van de vooraf bepaalde steekproef van 838 gedetineerden waren bereid medewerking te verlenen aan het onderzoek. Van deze 462 gedetineerden bleek 11% een IQ-score lager dan 85 te hebben op de verkorte Groninger Intelligentie Test (GIT) of de Raven CPM (Spaans, 2005). Hoewel ook in de hier beschreven pilot de non-repons hoog was (zie tabel 1) en de dus reden is de bevindingen niet voetstoots aan te nemen, is een vergelijking interessant.

In tabel 4 is te zien dat de van de mensen die bereid of in staat waren deel te nemen aan de afname 37% tot 42% onder de afkapscore scoorde. Bij hen is dus sprake van een

vermoeden van een LVB. Dit is aanzienlijk hoger dan bleek uit de studie van Spaans (2005).

Tabel 4: Uitkomst screening met SCIL op drie pilotlocaties Uitkomst screener

Het is belangrijk de beperkingen van deze getallen in aanmerking te nemen. Er is zoals gezegd sprake van een hoge non-respons (13-41% weigeringen). In hoofdstuk 5 werd bovendien duidelijk dat de afname niet altijd optimaal is verlopen. Ten slotte is het gebruikte instrument een screeningsinstrument, dat weliswaar een vermoeden van LVB signaleert, maar niet een uitgebreide diagnose kan vervangen.

Toch is er wel reden om op basis van deze gegevens aan te nemen dat de groep gedetineerden met een LVB omvangrijk is. Het percentage gedetineerden met een vermoede LVB is in Rotterdam (waar de non-respons relatief hoger was) niet wezenlijk anders dan in de andere PI’s. Een non-responsanalyse (zie bijlage) geeft niet direct reden tot zorg, hoewel dee maar met een zeer beperkt aantal variabelen kon worden uitgevoerd.

Bovendien wees het valideringsonderzoek naar de screener uit dat en ongeveer net zoveel mensen met een LVB verkeerd gelabeld werden als mensen zonder LVB: de geschatte prevalentie zou hierdoor dus niet sterk beïnvloed moeten worden.

38 Koppeling van gegevens over de uitkomst van de screening met gegevens uit de systemen van DJI bleek slechts op een zeer beperkt aantal variabelen mogelijk, waardoor de

verschillen tussen gedetineerden met een vermoede LVB en vermoedelijk normaalbegaafde gedetineerden maar beperkt in kaart konden worden gebracht. De gemiddelde leeftijd van delinquenten met een vermoede LVB was 32 jaar (s.d. = 11), die van vermoedelijk

normaalbegaafde delinquenten was 35 jaar (s.d. = 16) (zie ook figuur 1). Dit verschil was niet significant (t(137) = 1,45; p=.149) De aantallen gedetineerden met een andere dan Nederlandse achtergrond zijn klein; gezien deze kleine aantallen zijn de verschillen in prevalentie van LVB waarschijnlijk gebaseerd op toeval. Alleen het percentage ‘vermoede LVB’ in de groep ‘overig: westerse achtergrond’ is opvallend hoog. Niet duidelijk is wat de verklaring hiervoor is. De laatste variabele waarop een vergelijking mogelijk was is het indexdelict waarvoor de gedetineerde in detentie zit. Hier viel op dat gedetineerden met een vermoede LVB aanzienlijk vaker vastzitten voor een vermogensdelict, al dan niet met

geweld. Opiumwet delicten lijken bij deze groep iets minder voor de komen. Bij de overige delicttypes zijn geen duidelijke patronen zichtbaar.

Figuur 1: De leeftijd van gedetineerden met en zonder vermoede LVB niet LVB LVB

39 Tabel 5: Etnische achtergrond van gedetineerden met en zonder vermoede LVB

Uitkomst screener

Totaal

“Geen LVB” “Vermoede LVB”

Nederland 66 35 101

65% 35% 100%

Nederlandse Antillen 6 3 9

67% 33% 100%

Suriname 3 2 5

60% 40% 100%

Marokko 3 2 5

60% 40% 100%

Turkije 2 2 4

50% 50% 100%

Overig Westers 2 5 7

29% 71% 100%

Overig Niet-Westers 4 4 8

50% 50% 100%

Informatie niet bekend

(missing) 12 9 21

57% 43% 100%

Totaal 98 62 160

61% 39% 100%

40 Tabel 6: Indexdelict van gedetineerden met en zonder vermoede LVB (meerdere

antwoorden mogelijk)

Uitkomst screener

Totaal

“Geen LVB” “Geen LVB”

Delict onbekend 9 4 13

11% 8%

Geweldsmisdrijven 22 11 33

26% 21%

Vermogensdelicten zonder

geweld 31 30 61

36% 57%

Vermogensdelicten met

geweld 7 11 18

8% 21%

Opiumwet 14 4 18

16% 8%

Seksuele misdrijven 2 2 4

2% 4%

Vernieling en openbare

orde en gezag 8 3 11

9% 6%

Overig wetboek strafrecht 14 6 20

16% 11%

Wegenverkeerswet (incl.

wet Mulder) 1 3 4

1% 6%

Wet wapens en munitie 4 4 8

5% 8%

Overige wetten 2 0 2

2% ,0%

Totaal 86 53 139

41

8 Conclusies en discussie

In document Evaluatie pilot screening LVB (pagina 34-41)

GERELATEERDE DOCUMENTEN