• No results found

Overige bronnen

Bijlage 10. Karresporenbundels onderzoeksgebied

Naast de wegen die een historische bosfunctie hadden, herbergt het Leuvenumse Bos ook relicten van wegen die nog verder terug de tijd in gaan. Het betreft hier drie karresporenbundels. Deze sporen zijn ontstaan door het gebruik van karren voor transport en zijn te herkennen aan min of meer evenwijdige ruggen en geulen (figuur 55). De lange trajecten over de woeste gronden werden nauwelijks onderhouden, waardoor ze in tijden van zware regenval of droogte al snel onberijdbaar werden. Met als gevolg dat naast het oude spoor werd gereden en uiteindelijk de brede

karresporenbundels ontstonden die hedendaags nog zichtbaar zijn.368

Figuur 55. Hoogtekaart (hillshade) met diverse karresporenbundels. Binnen het onderzoeksgebied zijn de karresporen van de Hanzeweg (gele pijl) en van de Tolweg zichtbaar (oranje pijl). De karresporenbundel van de Hanzeweg is vooral op het Cyriasische Veld goed zichtbaar en loopt aan de zuidoostkant nog verder door. Het voormalige tolhuis lag buiten het onderzoeksgebied.

111 Figuur 56. Volledige traject Hanzeweg van Harderwijk naar Doesburg op Ducatus Gelriae pars

quarta quae est Arnhemiensis sive Velavia, 1642-1659. De route van deze Hanzeweg is met een blauwe lijn gemarkeerd.

112 De oudste karresporenbundel in het Leuvenumse Bos betreft een relict van een Hanzeweg.369 Deze weg vormt een onderdeel van een handelsnetwerk dat zeven Nederlandse en Duitse Hanzesteden met elkaar verbond. Dit netwerk ontstond nadat een aantal Nederlandse steden zich in de

veertiende eeuw bij de Duitse Hanze aansloten.370 De Hanzewegen zijn rond 1400 ontstaan.371 In totaal waren er twee Hanzewegen die Harderwijk aandeden, namelijk de Hanzeweg van Arnhem naar Harderwijk en die van Doesburg richting Harderwijk. Laatstgenoemde liep ook deels door het onderzoeksgebied heen. Deze weg vormde een rechtstreekse verbinding tussen de Hanzesteden Harderwijk en Doesburg en is voor het eerst geheel op een kaart uit 1642-1659 zichtbaar (figuur 56). Gedeelten van dit traject worden op de topografische kaart uit 1843 nog als de ’weg van Harderwijk naar Doesburgh’ vermeld (figuur 57). De route van deze weg was als volgt; vanaf Doesburg werd de Harderwijkweg vanaf Dieren vervolgd, deze weg liep achter Laag-Soeren in noordwestelijke richting naar Zilven. Vervolgens kwam de weg achtereenvolgens langs de plaatsen Zilven, Loenen,

Beekbergen en Hoog Soeren heen. Hierna ging de weg zuidelijk buiten Elspeet om, over Leuvenum en uiteindelijk werd Harderwijk bereikt (figuur 56).372

Figuur 57. Fragment topografische kaart 1843 van de provincie Gelderland. Hier staat een gedeelte van de weg van Harderwijk naar Doesburg (de oude Hanzeweg) in het onderzoeksgebied op. Een rode pijl wijst naar deze weg.

Het laatste traject van de Hanzeweg in het onderzoeksgebied, tussen Leuvenum en Harderwijk in, is op de hoogtekaart goed zichtbaar (figuur 55). Vanaf Leuvenum gezien, volgde het traject eerst een klein deel van de huidige Jhr. Dr. C.J. Sandbergweg. Vervolgens ging die ten westen van

beheerkantoor Natuurmonumenten, ongeveer 100 meter ten noorden en evenwijdig aan de huidige Jhr. Dr. C.J. Sandbergweg lopen. Daarna liep de weg over het Cyriasische Veld heen, iets ten oosten

369 Bijlsma et al 2001, 22.

370 Jansen & van Benthem 2005, 95.

371 Bijlsma et al 2001, 22.

113 van de huidige Leuvenumseweg en liep die het onderzoeksgebied uit.373 Tegenwoordig zijn de

karresporen voornamelijk bij het Cyriasische Veld goed zichtbaar, hierbij wisselen ondiepe en diepe sporen met een diepte tussen de 30 en 80 cm elkaar af (figuur 55).

Een gedeelte van de oude Hanzeweg werd in het midden van de negentiende eeuw vervangen door een grindweg genaamd de Jonkheer Doctor C.J. Sandbergweg. Deze weg lag 100 meter ten zuiden van de oude Hanzeweg. Allereerst werd op 24 november 1857 goedkeuring verleend voor de aanleg van deze grindweg met recht op tolheffing, vervolgens werd de weg op 19 februari 1858 aanbesteed en uiteindelijk werd in 1859 de aanleg van deze grindweg voltooid. Daarnaast werd op 19 augustus 1859 de bouw van drie tolhuizen aanbesteed, waarbij er één op de locatie van het huidige

dierenasiel De Ark (voorheen De Klavertol) werd gebouwd. Dit tolhuis lag nabij de westgrens van het onderzoeksgebied, op een locatie waar ook een concentratie van karresporen zichtbaar is (figuur 55). De gehele infrastructuur koste meer geld dan voorhanden was. Daarom hebben Kemper (bezitter Staverdens gebied) en Aleyda Johanna van Westervelt, de weduwe van Samuel Johannes baron Sandberg, het resterende bedrag geschonken. Laatstgenoemde had op dat moment Leuvenum in bezit. In 1931 werd de bovenstaande grindweg verbreed en geasfalteerd. Ten slotte duurde het nog tot 31 december 1938 tot de ‘Ermelose Tol’ in Staverden werd opgeheven.374

Figuur 58. Fragment kaart De Man 1807, waarop de Tolweg (rode pijl) voor het eerst wordt weergeven. Bij het vroegere Tolhuis is een convergentie van karresporenbundels zichtbaar (figuur 55). De karresporenbundels die haaks op de Hanzeweg staan, zijn een relict van een recenter aangelegde weg, namelijk de Tolweg. Deze weg is voor het eerst op een kaart uit 1807 zichtbaar (figuur 58). De vrij rechte sporen van deze Tolweg zijn in het veld goed zichtbaar en zijn ongeveer 60 tot 70 cm diep (figuur 55). De Tolweg lijkt een belangrijke verbinding te zijn geweest tussen de oude Hanzeweg en het gehucht Beekhuizen. Waarschijnlijk werd deze weg pas na 1859 de Tolweg genoemd, aangezien daarvoor nog geen tolhuis aanwezig was.

373 Feenstra 1982, 50.

114 Tot slot liep een Hessenweg door het onderzoeksgebied heen. De kooplui uit Kassel in Hessen waren actief in transport over land en gebruikten karren met een breed spoor die niet pasten in de sporen van Nederlandse karren. Doordat de karren diepe sporen in het zand uitsleten en vervolgens een nieuwe weg kozen, zijn tegenwoordig nog brede sporenbundels zichtbaar.375 Dit is ook het geval bij de Hessenweg in het onderzoeksgebied (figuur 59). Overigens zijn deze sporen door latere

ontginningsactiviteiten wel minder goed zichtbaar dan voorheen het geval was. De Hessenweg is in de zeventiende eeuw aangelegd.376 Deze weg liep achtereenvolgens vanaf Hattem, via Soerel en Vierhouten zuid langs de Stakenberg, over de Zwolse Brug, langs de plaats waar de Grote Koekoek later werd gebouwd, door de Leuvenumse Eng om vervolgens uit te komen bij Speuld. Deze weg liep deels over de Oude Zwolseweg heen die tegenwoordig nog in het onderzoeksgebied aanwezig is (figuur 59).377

Figuur 59. Hoogtekaart (hillshade) van oostelijk deel onderzoeksgebied. Hierop is ten noorden van de Oude Zwolseweg (gele pijl) een karresporenbundel van een gedeelte van de Hessenweg zichtbaar. De meeste sporen zijn echter verdwenen door latere ontginningsactiviteiten.

375 Neefjes 2018, 41.

376 Bijlsma et al 2001, 22.

115