• No results found

Kaj Poelman, beleidsmedewerker onderwijs bij Cavaria

5. HOE WE GENDERNEUTRAAL OPVOEDEN AANVAARDEN

5.1. CORRECTE DEFINITIE

10.2.9. Kaj Poelman, beleidsmedewerker onderwijs bij Cavaria

1. Wat houdt genderneutraal lesgeven in volgens Cavaria?

‘Cavaria verkiest de term genderbewust of genderinclusief boven genderneutraal, omdat genderneutraal volgens ons niet de meest wenselijke manier is om les te geven en misschien zelfs onmogelijk. Als je genderneutraal wilt lesgeven, ontken je eigenlijk dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes. Genderinclusief daarentegen betekent dat d je als leerkracht probeert om genderstereotypen in de klas. Dat kan bijvoorbeeld door een rekenvraag aan te passen. Laat het twee mannen zijn die samen een huis willen kopen of de vrouw die een keer meer verdient dan de man in het voorbeeld. Voor Cavaria gaat genderinclusief lesgeven voornamelijk over deze indirecte voorbeelden die zelfs niet zoveel tijd en moeite kosten om toe te passen. We geven vaak mee aan leerkrachten dat ze best met een regenboogbril naar hun lesmateriaal kijken en zich zo bewuster worden van hoe om te gaan met gender in de klas.’

2. Uit gesprekken met genderneutraal opvoedende gezinnen kunnen we concluderen dat zij genderneutraal niet gelijkstellen aan het idee dat er geen verschillen tussen jongens en meisjes zijn. Is ‘genderneutraal’ dan eerder een foute term die verwarring opwekt?

‘Ik denk dat er veel verwarring ontstaat over het woord genderneutraal, omdat iedereen die term zelf invult. Ik geloof dat gezinnen die genderneutraal opvoeden eigenlijk aan een genderinclusieve opvoeding doen. Veel gezinnen erkennen inderdaad de verschillen tussen jongens en meisjes en willen dit ook niet uit de weg gaan.’

3. Is er een gradatieverschil tussen genderbewust en genderneutraal opvoeden?

‘Opvoeding is heel erg persoonlijk. Ik ken extreme verhalen over gezinnen uit andere landen die bijvoorbeeld niet tegen hun kind zeggen of het een meisje of een jongen is. Je kan je afvragen of dat een goede of een minder goede aanpak is, maar die genderneutrale omgeving zal hoe dan ook afgezwakt worden wanneer het kind zijn of haar bubbel verlaat en bijvoorbeeld naar school gaat. Maar je moet je ook afvragen of zo’n (extreme) opvoeding wenselijk is. Genderbewust opvoeden benadrukt eerder dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes, maar focust zich ondanks die verschillen op een gelijke behandeling voor beide geslachten. Daarin leggen de ouders niets op aan hun kind, maar geven ze hem of haar de vrijheid om zichzelf te ontplooien zonder het negatieve effect van genderstereotypen.’

4. Wat is volgens Cavaria het belang van genderneutraal lesgeven?

‘Wij vinden genderinclusief lesgeven belangrijk voor twee specifieke redenen. De eerste reden is om het welzijn van alle jongeren in ons onderwijs te vergroten. Kinderen op een school waar gendernormen erg aanwezig zijn, lopen een groter risico om gepest te worden wanneer ze volgens hun omgeving niet tot de meisjes- of jongenscategorie horen. Dat weten we uit onderzoek. Genderinclusief lesgeven doet jongeren beseffen dat gender niet slechts die twee categorieën betekent. Daardoor zullen ze toleranter worden voor zichzelf en voor hun omgeving, waardoor de welvaart van deze jongeren zal toenemen. Anderzijds is genderinclusief lesgeven of opvoeden belangrijk om de interessegebieden van jongeren te verbreden en om hen de mogelijkheid te bieden om hun talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen. Al op jonge leeftijd hebben kinderen door wat voor jongens of voor meisjes

85 is. Het komt vaak voor dat een jongen of meisje stopt met een hobby wanneer hij of zij ouder wordt, “omdat dat niet bij haar geslacht past”. Dat heeft erge gevolgen. Omdat jongens en meisjes hun talenten niet ten volle kunnen ontwikkelen vanwege die genderstereotypen, maken ze later misschien de foute studiekeuze en lopen ze misschien wel een mooie carrière mis. Genderinclusief lesgeven kan dit probleem verhelpen.’

5. Wanneer heeft deze manier van lesgeven effect op het kind?

‘Of genderinclusief lesgeven effect heeft op het kind, op korte of lange termijn, kunnen we niet zeggen. Daar moet nog meer onderzoek naar gedaan worden. Wij begeleiden scholen om bewuster om te gaan met gender en geven leerkrachten vormingen rond gender en seksuele diversiteit, op dit moment kan ik het effect niet hard maken met cijfers. Wat we wel weten is dat deze manier van lesgeven heel snel toegepast kan worden. Cavaria geeft leerkrachten tips die zij diezelfde dag nog kunnen gebruiken in hun lessen. Maar wil je een schoolcultuur tot in zijn DNA veranderen, dan hebben we wel meer nodig dan een genderdag.’

6. Stand van zaken: hoe bewust zijn onze Vlaamse scholen op dit moment bezig met gender in de klas? Wat zegt het schoolreglement over dit thema?

‘Als we kijken naar het aantal vormingsaanvragen, dan kunnen we concluderen dat dat in de afgelopen zeven jaar gegroeid is. Zeven jaar geleden begonnen we met vijftien trainingen. Met 150 à 160 vormingsaanvragen hebben we het vorige schooljaar afgesloten. Op een zeer korte tijd is de vraag zeer groot geworden. Zo’n twintigtal scholen kiezen er elk jaar voor om zelfs in een langdurig traject te stappen en om meer trainingen te krijgen. Het is duidelijk dat de vraag stijgt en dat is volgens mij te wijten aan het feit dat de samenleving daar meer mee bezig is.’

7. Is het wel mogelijk om genderneutraal of genderinclusief les te geven?

‘Ik denk niet dat het mogelijk is om genderneutraal les te geven. Complete neutraliteit nastreven is volgens ons ook niet wenselijk. Genderbewust opvoeden daarentegen lijkt me wel mogelijk, maar dat betekent niet dat je vrij bent van genderstereotypen. Wat we wel kunnen doen is proberen om niet te handelen naar deze stereotypen en om te streven naar een andere, genderbewuste manier van lesgeven of opvoeden. Dat zal niet altijd lukken, maar dat is niet erg. Het feit dat je terugkijkt naar jouw eigen gedrag betekent dat je kritisch bent, uit je fouten probeert te leren en dat je streeft naar verbetering.’

86