• No results found

GENDERNEUTRAAL OPVOEDEN ALS DISCUSSIEONDERWERP

DISCUSSIEONDERWERP

Hoewel onderzoekers aantonen dat genderneutraal opvoeden verschillende voordelen met zich meebrengt, blijft de samenleving alsnog weerstand bieden tegen deze opvoedingsmethode. Om te begrijpen waarom dit thema een favoriet discussieonderwerp is van de maatschappij, leidt dit hoofdstuk ons doorheen controversiële mediagebeurtenissen en gesprekken met genderexperts en gezinnen die genderneutraal opvoeden.

4.1. Verwarring gender en sekse

In september 2017 schafte winkelketen Hema meisjes- en jongenskleding af om ze te vervangen door een genderneutrale kledinglijn. Meteen regende het protesten. De Facebookpagina van RTL (2017) stond er vol van: “Lekker overdreven. Dames en heren mag niet meer. Jongens- en meisjeskleding verdwijnt. Alles wordt genderneutraal. Mag je straks nog wel man of vrouw zijn? Of jongen of meisje?”

Niet veel later toonden de Nederlanders opnieuw hun afgunst voor de nieuwe trend. Tijdens de verkiezing van het irritantste woord van 2017, georganiseerd door het Instituut voor de Nederlandste Taal, viel de bedenkelijke eer te beurt aan het woord ‘genderneutraal’ met maar liefst 43% van de stemmen.

Ook genderneutraal opvoedende ouders uit België moeten opboksen tegen vervelende reacties uit hun omgeving. Zo vertelt Loes* uit Gent: “Mijn man en ik krijgen vaak te horen dat

we homo’s van onze zonen zouden maken en dat onze manier van opvoeden grote, negatieve gevolgen zou hebben voor onze jongens.”

Veel heeft te maken met de voortdurende verwarring tussen sekse en gender. Terwijl sekse of geslacht een binair begrip is, bepaald door de geslachtelijke verschillen, draait gender rond de cultureel bepaalde gedragingen en rollen. De Amerikaanse filosofe en feministe Judith Butler formuleerde het kernachtig als: “Gender is hetgeen we doen en de rol die we spelen” (Salih, 2006). We zijn onze sekse, maar we spelen ons gender. Hoewel ook voorstanders van de genderneutrale opvoeding erop wijzen dat gender een continuüm is, houdt de maatschappij vast aan het idee dat gender en geslacht hetzelfde betekenen.

Ook de media berichten regelmatig op een foutieve manier over de betekenis van gender. Zo schreef RTL naar aanleiding van de verkiezing van het irritantste woord in 2017: “Genderneutraal is het meest irritante woord van 2017. De term om aan te duiden dat er geen verschil tussen de seksen wordt gemaakt, kreeg in de jaarlijkse verkiezing van het Instituut

44

voor de Nederlandse Taal 43 procent van de stemmen” (RTL, 2017) [eigen cursivering]. ‘Gender’ wordt hier letterlijk vertaald als ‘geslacht’.

Door de verwarring tussen gender en sekse gelooft de samenleving dat een genderneutrale opvoeding een ‘geslachtsloze’ opvoeding betekent, waarin ouders het geslacht van hun kinderen niet erkennen. Het idee dat deze ouders de woorden meisjes en jongens niet meer in de mond nemen, creëert een associatie met politiek correct taalgebruik en wekt vervolgens wrevel op. De samenleving weet niet dat deze ouders proberen om enkel zonder de ideeën over meisjes en jongens te leven.

4.2. Binaire weerstand

De term ‘gender’, zoals die sinds de jaren zeventig wordt gebruikt om naar de culturele betekenis van vrouwelijkheid en mannelijkheid te verwijzen, is een product van de tweede feministische golf. Het feminisme hechtte sinds de jaren zestig veel belang aan het blootleggen van de machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen en hoe deze in stand werden gehouden door genderstereotyperingen.

Feministen verzetten zich tegen het biologisch determinisme dat hun rol in de samenleving beperkte. De beroemde feministe Simone de Beauvoir verwoordde het als: “Vrouwen worden niet geboren, vrouwen worden gemaakt” (Rosa vzw, 2017). Ook Alice Schwarzer ging de genderstereotypen tegen. Deze Duitse journaliste interviewde in de jaren zeventig zo’n zestien vrouwen over wat vrouw zijn voor hen betekent. Haar in 1975 verschenen boek ‘Het kleine verschil en de grote gevolgen’ veroorzaakte een grote controverse. De hedendaagse onenigheid rond genderneutraal opvoeden kunnen we in dezelfde lijn zien.

Merhaba-medewerker Klaartje van Kerckem verklaart de controverse: “Onze maatschappij heeft de genderrollen grotendeels gelijkgesteld aan de binaire opdeling in mannen en vrouwen. Onze samenleving is namelijk zeer heteronormatief en die eigenschap zit geworteld in het binaire denken over mannen en vrouwen. Wijken we af van dit binair wereldbeeld, dan schrikken mensen daar ook van. Hetgeen we als normaal beschouwen valt dan plots weg en maakt ons onzeker.”

Kaat Martine Verhaeghe, docente pedagogie aan de Erasmus Hogeschool Brussel, voegt daaraan toe: “Mensen spreken vaak over gender als een binair gegeven. Dat betekent dat iemand die geboren wordt als man of vrouw ook meteen verondersteld wordt een jongen of meisje te zijn. In ons hoofd is er dus een sterke connectie tussen het gendergegeven en het geslacht, maar eigenlijk zouden we gender moeten beschouwen als een zeer breed spectrum aan mogelijk identiteiten. We moeten kunnen zeggen dat er evenveel genderidentiteiten als mensen op de wereld zijn. Dat is jammer genoeg niet het geval. De samenleving denkt nog steeds dat gender een binair gegeven is en alles wat die gedachte in het gedrang brengt, zoals genderneutraal opvoeden, kan discussie opwekken.”

Het verhaal van moeder Jolien en dochter Hana bevestigt dit: “Toen ik in de winkel was, keek Hana gefascineerd naar boodschappentasjes. Een oudere dame kwam langs en vertelde haar dat die tasjes niet voor hem zijn, maar voor meisjes. Zij ging er dus vanuit dat Hana een jongen

45 was en als jongen zijnde niet mocht kijken naar de tasjes. Ik twijfelde erover te antwoorden dat mijn zoontje er wel naar mocht kijken of om te zeggen dat ze eigenlijk een meisje is. Met het eerste antwoord zou ik niet eerlijk zijn, maar wel het genderstereotiepe beeld tegenspreken. Met het laatste antwoord zou ik de waarheid zeggen, maar de genderstereotiepe uitspraak niet kunnen ontkrachten. Dat was moeilijk voor mij.”

4.3. Onmogelijkheid

Velen stellen zich bovenop de verwarring over gender en geslacht ook de vraag of genderneutraal zijn wel mogelijk is. Volgens Els Consuegra, expert gender in het onderwijs aan de Vrije Universiteit Brussel, is het antwoord simpelweg neen: “Er zijn nu eenmaal vooroordelen in ons hoofd die wij nooit volledig kunnen uitschakelen. Zo berispen we bijvoorbeeld eerder het gedrag van een jongen dan van een meisje, omdat ons brein stout gedrag sneller associeert met jongens. De opvoeder zou dat niet willen, maar dat is nu eenmaal het gevolg van jarenlange blootstelling aan genderstereotypen. Het is een nobel streven om genderneutraal te zijn, maar de realisatie ervan is ontzettend moeilijk.”

Het is door de moeilijke realisatie van genderneutraal opvoeden dat verschillende experts en organisaties alternatieve termen als 'genderbewust' verkiezen. Ook Lotte Anciaux beseft hoe moeilijk het is om volledig genderneutraal te zijn. Als leerkracht aan de muzische leerschool De Wonderfluit in Gent neemt zij daarom het woord 'gendervriendelijk' in de mond. Anciaux: “Gendervriendelijk betekent dat ik bewust bezig ben met gender en me probeer te herpakken als ik een genderstereotiepe opmerking maak in de klas. Volledig genderneutraal kan ik echter niet zijn, omdat ik beïnvloed word door de invloeden en de gewoontes van de maatschappij.“ Hoewel het woord ‘genderneutraal’ een overvloed aan alternatieve termen teweegbrengt, beklemtoont Master gender en diversiteit Arwen Vermeirsch het continuüm tussen de verschillende woorden: “Wat de ene ouder genderbewust of gendervriendelijk noemt, leunt voor de andere ouder eerder aan bij een genderneutrale opvoeding. Ik merkte tijdens mijn gesprekken met ouders die genderneutraal opvoeden (voor haar Masterproef, n.v.d.r.) dat ze regelmatig de term ‘genderbewust’ verkozen, maar niet omdat ze zich minder inzetten dan ouders die ‘genderneutraal’ opvoeden. Deze termen vloeien gewoonweg in elkaar over.”

46