• No results found

JURIDISCHE ASPECTEN

INHOUD BLZ

7. JURIDISCHE ASPECTEN

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de manier waarop het bestemmingsplan in algemene zin is opgebouwd.

Voorliggend bestemmingsplan betreft een zogenaamd ‘postzegel’-bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is opgesteld conform IMRO2012 en SVBP2012. Zo nodig zijn de planregels hierop

aangepast. Het bestemmingsplan is zelfstandig raadpleegbaar, omdat de volledige regels voor deze locatie zijn opgenomen.

Onderstaand wordt ingegaan op de algemene systematiek van een bestemmingsplan.

7.1. Algemeen

Op de verbeelding is met behulp van de methode uit SVBP 2012 de bestemming van de gronden aangegeven. De bijbehorende

bepalingen zijn vervolgens opgenomen in de planregels. De

verbeelding brengt de planregels in beeld. De planregels bestaan uit de volgende vier hoofdstukken:

1. Inleidende regels

Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft het artikel 'begripsbepalingen' waarin is toegelicht wat onder bepaalde

begrippen wordt verstaan. Het tweede artikel is 'Wijze van meten', waarin is aangegeven hoe de benoemde maatvoering moet worden gemeten.

2. Bestemmingsregels

Dit hoofdstuk betreft een nadere verklaring van de enkel- en dubbelbestemmingen die op de verbeelding zijn aangegeven.

3. Algemene regels

In dit hoofdstuk zijn regelingen opgenomen die zijn bedoeld voor meer dan één bestemming.

4. Overgangs- en slotregels

Binnen de overgangsbepalingen is geregeld dat bouwwerken en plannen die (legaal) bestaan op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt, maar die in strijd zijn met het bestemmingsplan, mogen worden herbouwd mits er geen veranderingen plaatsvinden in aard en omvang. In de slotregel is de officiële naam van het

bestemmingplan genoemd. Deze naam moet worden gebruikt om te verwijzen naar het plan.

7.2. Bestemmingen

Voor de locatie is de bestemming ‘Sport - Golfaccommodatie’

opgenomen. Dit is conform de huidige systematiek van SVBP2012, die per functie de bestemming bepaalt. De inhoudelijke bepalingen zijn voor het oostelijk van de Gezandebaan gelegen deel gebaseerd op de vigerende regeling uit het bestemmingsplan ‘Project

Gezandebaan’. Het ten westen van de Gezandebaan gelegen deel is gebaseerd op het voorontwerp van bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2016”.

In het vigerende bestemmingsplan waren per gebouw of functie specifieke aanduidingen opgenomen. Dit is nu vertaald naar één aanduiding ‘bouwvlak’, waarbinnen alle gebouwen en overkappingen moeten worden gebouwd.

Binnen een klein deel van het plangebied ligt een geurzone van het naastgelegen bedrijf. Hiervoor is de aanduiding ‘milieuzone – geurzone’ opgenomen, en geregeld dat daar geen geurgevoelige objecten zijn toegestaan. De begripsbepaling van ‘geurgevoelig object’is overgenomen uit de Wet geurhinder en veehouderij. Dit betekent, kort gezegd, dat het om gebouwen moet gaan, waar mensen permanent verblijven. Een overkapping voor bijvoorbeeld de drivingrange valt niet hieronder.

Daarnaast is er een gebouw dat wordt gebruikt voor opslag op kleine afstand gelegen van een naastgelegen woning. Om te voorkomen dat hierin geluidsbelastende activiteiten plaatsvinden, is door middel van een aanduiding geregeld dat hierin uitsluitend het gebruik als opslag/

en werktuigenberging is toegestaan.

Het plan is alleen ruimtelijk aanvaardbaar indien de landschappelijke maatregelen worden getroffen. Om dit te borgen is een

voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de aanleg en

instandhouding van de landschappelijke maatregelen, gekoppeld aan de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – landschappelijke

maatregelen’. De aanleg van de landschappelijke inpassing is niet praktisch als de bouw nog moet plaatsvinden. Derhalve wordt hieraan een termijn van 2 jaar na onherroepelijk worden van het

bestemmingsplan gekoppeld.

De voorwaardelijke verplichting is zowel voor het bouwen als voor het gebruik van de nieuwe bouwwerken opgenomen.

Voor het aanwezige herdenkingsbos is de functieaanduiding

‘specifieke vorm van groen – herdenking’ opgenomen. Hierbinnen kunnen bomen worden geplant ter herdenking.

Daarnaast zijn conform het voorontwerp bestemmingsplan

‘Buitengebied Asten 2016’ de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met waarden’, ‘Bos’, ‘Natuur’ en ‘Verkeer’ opgenomen.

Bovendien gelden er een aantal dubbelbestemmingen. Een dubbelbestemming werkt primair ten opzichte van de opgenomen enkelbestemmingen. Dit betekent dat pas kan worden gebouwd ten behoeve van de enkelbestemming, indien wordt voldaan aan de regels van de dubbelbestemming(en).

Uit het vigerende plan is de aanduiding ´bescherming natte natuurparel, vertaald naar de dubbelbestemming ´Waarde – Attentiegebied ehs’.

De dubbelbestemmingen ‘Waarde – Archeologie’ zijn overgenomen uit het paraplubestemmingsplan “Archeologie Asten 2012”, dat voor de gehele gemeente is vastgesteld.

Daarnaast gelden de dubbelbestemmingen ‘Waterstaat –

Meanderzone’, ‘Waterstaat – Waterbergingsgebied’ en ‘Waterstaat – Waterlopen’.

In het verleden is gebruik gemaakt van de subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader (StiKA). Daartoe zijn gronden aangeplant met landschappelijke elementen. Deze dienen ook in de toekomst behouden te blijven. Ter bescherming hiervan is een

gebiedsaanduiding ‘overige zone – landschappelijke elementen stika’

opgenomen met een link naar een kaartje waarop de inrichting van het gebied is weergegeven.

Algemene opbouw regels

7.2.1. Bestemmingsomschrijving

Per bestemming zijn onder de bestemmingsomschrijving de functies opgenomen waarvoor de betreffende gronden mogen worden gebruikt. Alle daarna volgende bepalingen (in die bestemming) zijn gerelateerd aan deze doeleinden. Gebruik van de gronden, inclusief de bouwwerken die zich daarop bevinden, dat in strijd is met de doeleinden (volgens die bestemming), is verboden. Een uitzondering hierop vormt slechts het gebruik dat is toegestaan volgens de

'overgangsbepalingen'.

7.2.2. Gebruik

In een bestemming is, onder een apart element, nadrukkelijk vermeld welk gebruik niet is toegestaan. Hiermee is een nadere afweging gemaakt tussen doeleinden die met elkaar strijdig kunnen zijn en met de belangen van de omgeving.

7.2.3. Bouwregels

Voor alle bestemmingen is vermeld welke bebouwing is toegestaan, gerelateerd aan de doeleinden. Voor de toegestane bebouwing zijn regels opgesteld met betrekking tot de toegestane omvang en situering.

7.2.4. Afwijken van de bouwregels en de gebruiksregels

Er zijn enkele mogelijkheden opgenomen om af te wijken. Met behulp van deze afwijkingsmogelijkheden kan het bevoegd gezag, veelal burgemeester en wethouders, met een omgevingsvergunning afwijken van in het plan gestelde regels. Hiermee wordt het plan flexibel gehouden. De mogelijkheden zijn opgenomen voor

ontwikkelingen die wel te verwachten zijn of mogelijk moeten zijn, met een nadere afweging.

7.2.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Binnen de bestemming is een stelsel voor 'omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' (voorheen: aanlegvergunningen) opgenomen. Dit is gedaan om te voorkomen dat een terrein minder geschikt wordt voor de realisatie van de bestemming. Ook is dit opgenomen voor de handhaving van een gerealiseerde bestemming.

In het vergunningenstelsel is aangegeven voor welke werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning verplicht is. Daarbij is aangegeven onder welke voorwaarden de bewuste

omgevingsvergunningen kunnen worden verleend. Het uitvoeren van de genoemde werken en werkzaamheden zonder

omgevingsvergunning is verboden.