Deze bijlage gaat dieper in op het juridische kader van het beheerplan. Vervolgens komen de vergunningvrije activiteiten aan bod. Tot slot volgt uitleg over de juridische gevolgen en de afdwingbaarheid van maatregelen.
Toetsingskader en reikwijdte
Volgens artikel 2.3 van de Wet natuurbescherming (Wnb) wordt het beheerplan vastgesteld met inachtneming van de instandhoudingsdoelstellingen voor het betrokken gebied, zoals
opgenomen in het aanwijzingsbesluit ex artikel 2.1 Wnb.
Op grond van artikel 2.3 tweede lid bestaat de inhoud van het beheerplan tenminste uit:
a.
een beschrijving van de nodige instandhoudingsmaatregelen voor het gebied, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen;b.
een beschrijving van de beoorde resultaten van de onder a. genoemde maatregelen. Bij de vaststelling van de onder a. bedoelde noodzakelijke maatregelen wordt rekening gehouden met economische, sociale en culturele vereisten, evenals met regionale en lokale bijzonderheden (artikel 1.10 derde lid Wnb).Deze zijn echter niet doorslaggevend: er moet aandacht aan besteed worden, maar er kan, mits gemotiveerd, aan voorbij gegaan worden. Volgens het aanwijzingsbesluit voor de Langstraat (23 mei 2013) zijn deinstandhoudingsdoelstellingen gericht op 4 habitattypen en 2 Habitatrichtlijnsoorten. Vergunningsvrije activiteiten
Op grond van de Wet natuurbescherming moet worden bepaald welke effecten een nieuwe activiteit heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied. In de wet staat dat activiteiten die, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, de kwaliteit van habitats kunnen verslechteren of die een significant verstorend effect kunnen hebben, niet mogen plaatsvinden zonder vergunning.
Projecten en andere activiteiten, zowel binnen als buiten het gebied, kunnen op verschillende gronden vergunningvrij zijn:
1. De activiteit dient ter realisering van de instandhoudingsdoelstellingen (en is dus als zodanig opgenomen in het beheerplan).
2. De activiteit heeft op voorhand geen mogelijk significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen.
3. De activiteit heeft op zichzelf mogelijk een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen, maar in het beheerplan is vastgesteld is dat zij, in voorkomend geval onder de in het beheerplan aangegeven voorwaarden en
beperkingen, het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen niet in gevaar brengt (artikel 2.9 eerste lid Wnb). Voor deze activiteiten is voor de opname in het beheerplan een passende beoordeling vereist..
4. De activiteit heeft mogelijk of zeker een significant effect op de
instandhoudingsdoelstellingen, maar is vóór het van toepassing worden van het
Kempenland-West | December 2016 Pagina 114/139 basis van een overheidstoestemming (vergunning of algemene regelgeving) en is
sindsdien niet in belangrijke mate gewijzigd (obv jurisprudentie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvSt) dd 7 september 2011 nr 201003301/1/R2)). Indien de overheidstoestemming op de referentiedatum later vervangen is door een toestemming met een minder belastend effect, geldt deze latere toestemming (AbRvSt d.d. 13 november 2013 nr 201211640/1/R2).
De activiteit heeft mogelijk of zeker een significant effect op de instandhoudingsdoelstellingen, maar betreft een andere handeling die op referentiedatum bekend was of redelijkerwijs had kunnen zijn en is sindsdien niet in betekenende mate gewijzigd (artikel 2.9, tweede lid Wnb). De referentiedatum is 31 maart 2010 of, indien het Natura 2000-gebied na die datum is
aangewezen, de datum van aanwijzing. In de gevallen 4 en 5 gaat het steeds om activiteiten die sinds de maatgevende datum vergund of toegelaten zijn gebleven, dan wel – indien niet vergund of toegelaten – feitelijk voortgezet zijn op het niveau ten tijde van de maatgevende datum. Inhoudelijke wijzigingen na de maatgevende datum, die mogelijk van invloed zijn (geweest) op de instandhoudingsdoelstellingen, doen de vergunningvrijheid vervallen, ook als de verandering waarschijnlijk of zeker een positief effect heeft.
In geval 4 kan in de laatstgenoemde situatie de vergunning zonder meer verleend worden. In geval 5 moet de afwezigheid van een significant negatief effect op de
instandhoudingsdoelstellingen nog met een passende beoordeling aangetoond worden. Het beheerplan dient tenminste een overzicht te bevatten van de activiteiten die onder punt 1 vallen (voor zover de uitvoering voorzien is tijdens de planperiode) en een overzicht van de activiteiten die onder punt 3 vallen, met de bijbehorende voorwaarden en beperkingen.
Opname van de gevallen onder punt 4 en 5 is niet verplicht, maar kan nuttig zijn met het oog op de kenbaarheid van de situaties waarin deze vergunningsvrijheid aan de orde is. De logische plek voor dit laatste overzicht is de schets van de uitgangssituatie bij de inwerkingtreding van het beheerplan.
Juridische gevolgen en afdwingbaarheid van maatregelen
Het beheerplan is een beleidsdocument en geen direct bindend plan. De opgenomen maatregelen zijn daardoor niet als zodanig afdwingbaar.
Waar het gaat om in overleg met de betrokken partijen overeengekomen maatregelen is die afdwingbaarheid ook niet per se nodig. Er kan aangenomen worden dat maatregelen waar overeenstemming over bestaat ook daadwerkelijk uitgevoerd zullen worden, onvoorziene omstandigheden daargelaten. Voor de maatregelen uit de eerste beheerplanperiode zijn hierover afspraken gemaakt in de uitvoeringsovereenkomst per Natura 2000-gebied.
Waar het gaat om maatregelen waarmee niet alle betrokken partijen instemmen, maar die wel noodzakelijk zijn voor het kunnen behalen van de instandhoudingsdoelstellingen, bestaat in een aantal gevallen de mogelijkheid om deze op te leggen met toepassing van artikel 2.4 Wnb. Het gaat dan om huidige (dus bij inwerkingtreding van het plan bestaande) activiteiten, die
conflicteren met het beheerplan. Voor deze activiteiten kan het plan maatregelen bevatten die ze aan nadere voorwaarden binden of beperken. Zelfs beëindiging kan in het plan opgenomen worden.
Voortzetting van het bestaande gebruik overeenkomstig de praktijk bij aanvang van de beheerplanperiode is in bovengenoemde situatie dan te beschouwen als ‘niet in overeenstemming met het beheerplan’.
Met het oog op de bij beperking van de huidige activiteiten in principe opkomende verplichting tot schadevergoeding moet bij het opnemen van dit soort maatregelen in het plan wel gezorgd worden voor redelijke overgangs- en aanpassingstermijnen.
Kempenland-West | December 2016 Pagina 116/139 Bijlage 6 Monitoring
Overzicht van de in het Natura 2000-gebied Kempenland-West te verrichten monitoring. Per monitoringsonderdeel is aangegeven welke parameters het betreft. Per parameter is aangeven welke methode gehanteerd dient te worden, met welke frequentie de monitoring verricht dient te worden en in welke periode van het jaar de monitoring moet worden uitgevoerd. Per parameter wordt ook de voor de monitoring verantwoordelijk partij benoemd. De in tabel opgenomen data heeft betrekking op data die wordt verzameld met de reguliere monitoring die i.h.k.v. het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), de Kader Richtlijn Water (KRW), het Netwerk Ecologische Monitoring en de bestaande monitoring van waterschappen en beheerders wordt uitgevoerd.
Onderdeel Parameter Methode Frequentie Telperiode Verantwoordelijke
partij Habitatrichtlijnsoort
en** Vissen
Kleine modderkruiper Populatiegegevens NEM/KRW Steekproef door middel van
bemonstering 6 jaarlijks NEM/Waterschap
Kwaliteit en omvang
leefgebied Kwaliteit leefgebied SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks
April-
augustus Beheerder/provincie*
Omvang leefgebied Luchtfoto/vegetatiekartering 6 jaarlijks Provincie
Flora Drijvende waterweegbree Populatiegrootte/GPS-coördinaten individuen SNL- en KRW-en NEM monitoring 6 jaarlijks/ 5jaarlijks/ jaarlijks Mei- september Provincie/beheerder/ waterschap/NEM
Kwaliteit en omvang leefgebied Kwaliteit leefgebied SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks April-
augustus Beheerder/provincie*
Omvang leefgebied Luchtfoto/vegetatiekartering 6 jaarlijks Provincie
Kwaliteit en oppervlakte van habitattypen
gebiedsniveau Ontwikkeling kwaliteit veldbezoek jaarlijks April-
augustus Beheerder+provincie Stuifzandheiden met struikheide
H2310 Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks
April-
augustus Beheerder Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie
Zwakgebufferde vennen H3130 Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen/KRW 6 jaarlijks/ 5 jaarlijks April- augustus Beheerder/waterscha p
Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie
Zure vennen H3160 Kwaliteit habitattype SNL-monitoring
beheertypen/KRW 6 jaarlijks/ 5 jaarlijks April- augustus Beheerder/waterscha p
Kempenland-West | December 2016 Pagina 118/139 Beken en rivieren met waterplanten
H3260 Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen/KRW 6 jaarlijks/ 5 jaarlijks April- augustus Beheerder/waterscha p
Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie
Vochtige heiden H4010A Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks April-
augustus Beheerder Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie
Droge heiden H4030 Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks April-
augustus Beheerder Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie
Blauwgraslanden H6410 Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks April-
augustus Beheerder Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie Pioniervegetaties met snavelbiezen
H7150 Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks
April-
augustus Beheerder Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie
Vochtige alluviale bossen Kwaliteit habitattype SNL-monitoring beheertypen 6 jaarlijks April-
augustus Beheerder Oppervlak habitattype Luchtfoto/vegetatie-opname 6 jaarlijks Provincie Abiotiek
Oppervlaktewater Waterstanden Meetnet waterschap, meetnet
beheerders Volgens eigen meetprotoco l Waterschap
Waterkwaliteit Meetnet waterschap, meetnet
beheerders Volgens eigen meetprotoco l Waterschap
Grondwater Grondwaterpeil Beleidsmeetnet, Dino,
meetnetten beheerder
8-10 keer
per jaar Waterschap/provincie
Grondwaterkwaliteit Beleidsmeetnet, Dino, meetnetten beheerder
8-10 keer
per jaar Waterschap
Stikstof Depositie op habitattypen Berekening met Aerius Jaarlijks Provincie
Maatregelen*** Effect maatregelen
Kempenland-West | December 2016 Pagina 120/139 Inrichting
Uitvoer beekherstelplan Reuseldal Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks Waterschap
Realisatie Natte Natuurparel Mispelse Heide en
Neterselsche Heide
Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks
Brabants Landschap en
Waterschap De Dommel
Plaggen sterk vergraste heide Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks
Brabants Landschap en ASR Vastgoed Beheer Dynamisch bosrandenbeheer De Utrecht en de Roovertsche Heide
Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks
Brabants Landschap en
ASR Vastgoed
Stimuleren akkerrandenbeheer Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks Provincie
Bestrijden Sachalinse
duizendknoop Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks
Landgoed Wellenseind Zoneren recreatiestromen
Landschotsche Heide Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks Brabants Landschap
Zoneren recreatiestromen 'In den
Monitoren recreatiestromen 'In den
Bockenreyder' Uitgevoerde maatregelen Tellingen Jaarlijks Brabants Landschap
Waterkwaliteit
Beperken bestrijdingsmiddelen
gemeenten Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks Gemeente
Stimuleren bemestingvrije zones Uitgevoerde maatregelen Melding Jaarlijks Provincie
overig
Afspraken financiering en
verantwoordelijkheden Gemaakte afspraken Melding Jaarlijks Provincie
Rapport over de gevolgen van ingrepen in de geohydrologie op instandhoudingsdoelstellingen
Rapportage Ontvangen rapportage Eenmalig Provincie
GGOR opstellen Roovertsche- en
Landschotsche Heide GGOR Melding Eenmalig
Waterschap De Dommel
Kempenland-West | December 2016 Pagina 122/139 Analyses/rapportages
tussentijdse evaluatie beheerplan Evaluatie Analyseren tellingen en metingen
3 jaar na
vaststelling Provincie
evaluatie beheerplan Evaluatie Analyseren tellingen en
metingen
6 jaar na
vaststelling Provincie
Leveren Europese data aan het Rijk Ingevuld Standaard
Data Formulier Verzamelde monitoring data 6 jaarlijks Provincie
*: Beheerder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de monitoring; de provincie is verantwoordelijk voor de kwaliteit bepaling. **: provincie voert geen tellingen uit maar vraagt gegevens op bij het NEM/RAVON.