• No results found

Jongerenteam Utrecht Noord

5 Beschrijving en lessen van twee vergelijkbare projecten

5.2 Jongerenteam Utrecht Noord

Een tweede project dat wordt beschreven om een vergelijking te trekken met het Jongerentoezichtteam in het De Mirandabad is een project voor risicojongeren in Utrecht Noord. Gesproken is met de coördinator van het project. Tevens is bij de

76

beschrijving gebruik gemaakt van een artikel over het project (Neefjes 2005) en een projectbeschrijving (RMO advies 31, 2004) Wat is het Jongerenteam Utrecht Noord?

In 1996 is het jongerenteam Utrecht Noord gestart, naar voorbeeld van het Amsterdamse project ‘Beware Watch Out’.

De initiatiefnemer was oorspronkelijk werkzaam bij de politie, maar is als coördinator van de jongerenteams in dienst bij de gemeente Utrecht. Het Jongerenteam Utrecht Noord (JTU) is gedurende een aantal jaren een try-out geweest . In 2002 hebben de gemeente, politie, Bureau Jeugdzorg en de verenigde wijkwelzijnsorganisaties besloten het project in Utrecht als geheel neer te zetten. In Utrecht zijn vier politiedistricten. In drie van de vier zijn jongerenteams werkzaam. Alleen in de binnenstad, Hoog-Catharijne, is dat niet het geval, omdat dit niet zozeer een woonwijk is maar meer een gebied met passanten.

Vanaf de zomer van 2002 zijn er drie teams in Utrecht werkzaam, die elk bestaan uit ongeveer 15 jongeren. Op jaarbasis zijn dus vijfenveertig tot vijftig jongeren bij het team werkzaam. De jongeren zijn tussen de 14 en 20 jaar. Meestal gaat het om jongeren die nog leerplichtig zijn. De jongeren zijn herkenbaar aan een groene trui met daaroverheen een groen jack. Op beide staat “Jongerenteam” in een duidelijk logo. Het team kent heldere regels. De jongeren grijpen in bij bijvoor-beeld een ruzie op straat, waarschuwen fietsers die over de stoep fietsen of attenderen bestuurders op fout geparkeerde auto’s. Als het nodig is waarschuwen ze de politie, die de zaak overneemt.

Bij het Utrechtse jongerenteam is in tegenstelling tot het De Mirandabad, het uitoefenen van toezicht een middel en geen doel. De toezicht-activiteit wordt ten eerste georganiseerd om jongeren ‘van de straat te halen’ en ten tweede om een kans te bieden aan jongeren om zich te ontwikkelen. Het verhogen van veiligheid is dus geen doelstelling, maar een bijkomend effect.

Het doel is jongeren met politiecontacten uit het criminele circuit te halen en ook te houden. Daarmee is als neveneffect de wijkveiligheid gediend. In de ogen van de coördinator ben je op deze manier op structurele wijze bezig met het oplossen van problemen.

Trajectfases en werkwijze Instroom en sollicitatie

De doelgroep bestaat uit jongeren met politiecontacten. Dit kan uiteenlopen van veelplegers tot jongeren die slechts een enkele keer politiecontact hebben gehad. Vaak hebben deze jongeren een problematische achtergrond: ze zijn uit huis gezet, van school gestuurd of komen uit gebroken gezinnen. Een jongere kan solliciteren of het team krijgt een jongere aangemeld vanuit de jeugdzorg of jeugdreclassering. Ook in het laatstgenoemde geval moet de jongere een sollicitatieronde door. Ze krijgen dan gesprekken met iemand van het team waarbij ze solliciteren.

Vervolgens vullen ze voor zichzelf een doelenlijst in. Dat houdt in dat ze scoren op hun leefgebieden : thuis, school, seksuali-teit. Aan het eind van dat gesprek vragen de begeleiders: waar zou je willen staan over een jaar, wat zou je dan bereikt willen hebben. Dan komen jaardoelen naar voren (bijvoorbeeld: aan het eind van dit jaar wil ik om kunnen gaan met mijn agressie, wil ik daar en daar werken, wil ik een opleiding volgen). Ver-volgens wordt aan de ouders gevraagd eveneens de doelenlijst in te vullen voor de jongere, waarin tot uiting komt hoe zij tegen de jongere aankijken. Daarna gaan ouders, jongere en teambegeleiding gezamenlijk de jaardoelen samenstellen. Het accent wordt echter gelegd op het verhaal van de jongere: hij bepaalt waarin hij wil groeien. Op het moment dat het doel is geformuleerd en het klikt tussen de partijen, is het moment dat de jongere een basispakket kan volgen. Dit is in feite de

voorbereiding op het jongerenteam.

Basispakket

Het basispakket bestaat uit zes dagdelen. De inhoud bevat alles wat nodig is om in het jongerenteam te kunnen functioneren.

Onderwerpen zijn bijvoorbeeld:

• Wat gebeurt er in het jongerenteam?

• Wat kunnen de begeleiders van de jongere verwachten?

• Wat kan de jongere van het begeleidingsteam verwachten?

• Wat heb je nodig om toezicht te kunnen houden?

Op het laatste punt worden de jongeren vervolgens getraind.

Een eerste dagdeel gaat het bijvoorbeeld over gezag. De bege-leider zet het kader uit: dit behelst eenvoudige afspraken.

Regels zoals ‘als de begeleider praat houden de jongeren hun mond’ worden besproken.

78

Certificaat

Als het basispakket doorlopen is, dan krijgen de jongeren een certificaat. Hiermee wordt weer uitdrukking gegeven aan de positieve elementen die het begeleidingsteam erin wil hebben.

Als de jongeren een certificaat hebben behaald, maakt het begeleidingsteam er een klein feestje van. De instromers worden onthaald door alle teams in de stad: het wordt een stedelijke bijeenkomst. Daar volgt een spel: jongeren die instromen worden overhoord. Daar kunnen jongeren ook diegenen ontmoeten die na afloop van een jaar al positief gaan uitstromen. Het is belangrijk dat visueel te maken voor de beginnende jongeren, zodat ze een beeld krijgen van hoe zij na een jaar er aan toe kunnen zijn.

Meedraaien in het jongerenteam

De jongeren nemen drie keer in de week deel aan het jongeren-team: Op dinsdag van 15.00 tot 17.00 uur, op donderdag van 17.00 tot 21.00 uur en op zaterdag van 12.00 tot 18.00 uur.

Dinsdag staat in het kader van een thema dat de jongeren bagage biedt om in het leven keuzes te kunnen maken. De filosofie hierachter is dat het in het leven draait om keuzes maken, maar om dat te kunnen moet je wel bagage hebben. Die bagage biedt de begeleiding van het jongerenteam in de vorm van een jaarpakket aan thema's. Met die bagage kunnen ze een keuze maken. Het jaarpakket biedt allerlei onderwerpen zoals sociale vaardigheden of criminaliteit. Bij het thema criminaliteit gaat het er bijvoorbeeld om dat ze niet alleen stil staan bij de effecten voor henzelf (stelen brengt bijvoorbeeld geld op), maar ook wat crimineel gedrag betekent voor degene die het geld kwijt is, of van wie de laptop gestolen is, of, als je gepakt wordt, voor de eigen toekomst, voor je school, je ouders, het respect dat je verliest. Kiezen de jongeren dan nog voor criminaliteit, even goede vrienden, maar dat is dan verder hun probleem. Het begeleidingsteam heeft dan in elk geval bagage aangereikt om keuzes te kunnen maken.

Donderdag en zaterdag staan in het teken van toezicht en een individueel gesprek. Dan worden de jaardoelen in stukjes gehakt, de begeleider tast de leefgebieden af en gezamenlijk wordt nagegaan of reeds gemaakte afspraken zijn nagekomen.

Op de donderdag en zaterdag vullen ze ook een ‘zakboekje’, een soort logboek, in. Hiermee visualiseren de jongeren de

eigen ontwikkeling: wat hebben ze gedaan, wat is wel en wat is niet gelukt. Zo zien ze hun eigen groei in beeld: dat werkt goed.

Dit zijn de drie bewust gekozen dagen, die naast het werk of naast de school plaatsvinden. Het is dus eigenlijk groepsopvoe-ding met individuele begeleigroepsopvoe-ding. Groepsopvoegroepsopvoe-ding gebeurt tijdens het toezicht en met name op dinsdag als ze met elkaar discussiëren Individuele begeleiding vooral op donderdag en zaterdag en vooral ook outreachend: leerkrachten en ouders zijn er zoveel mogelijk bij betrokken. De teambegeleiders voeren gesprekken met hen: hoe het gaat, wat ouders signaleren, wat loopt in het gezin niet lekker, is daar ook hulp nodig? De begeleiders signaleren dat en sluizen dat eventueel door.

He hele traject duurt een jaar. Niet ieder jaar is er een nieuwe groep, maar na drie maanden stromen er wat jongeren uit en komen er wat nieuwe bij. Zo kunnen ook de oudere jongeren de nieuwe opvoeden. Ze hebben een voorbeeldfunctie.

Levels

Al met al kunnen jongeren in het team vier levels doorlopen. Op het eerste level worden basale dingen geleerd als afspraken nakomen, op tijd komen et cetera. Op de hogere levels krijgen jongeren steeds meer verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld over een ander teamlid of over de groep. Het streven is zoveel mogelijk te laten doen door de jongeren zelf. Dat werkt prima volgens de coördinator, jongeren kunnen veel zelf doen, alleen moet je ze daarin wel begeleiden. De leden van het jongeren-team krijgen een onkostenvergoeding, want ze hebben wel geld nodig en je moet ze iets kunnen bieden. Het is verbonden aan het level waarop de jongeren zitten. Level 1 verdient per uur 1 Euro. Iemand die in level 4 zit, 3 Euro, het loopt dus op en dat is een afspiegeling van de maatschappij. Het systeem werkt ook als beloning voor goed gedrag.

Uitstroom

Als het traject in het jongerenteam goed doorlopen is, stromen de jongeren in principe uit naar het jongerenpreventie team. Dit is een nazorgtraject van het jongerenteam. Er zitten jongeren van het jongerenteam in die in level 3 en 4 zitten. Dat team geeft voorlichting op bijeenkomsten over criminaliteit of over het jongerenteam zelf, bijvoorbeeld op een landelijke bijeenkomst voor steden die iets soortgelijks willen opzetten.

Het gaat dus hier om voorlichting en preventie. Jongeren in het

80

JTU zijn zoals gezegd tussen de 14 en 20 jaar. Maar wil je echt aan preventie doen dan moet je ook jongeren van onder de 14 jaar bereiken. Op het moment dat iemand iets organiseert met jongere kids van bijvoorbeeld 8- 12 jaar en men wil een discussie over criminaliteit en straatcultuur, dan kunnen jongeren uit het jongerenteam prima een verhaal houden. Weer vanuit de keuzegedachte: ‘Jongen, als je een keer voor de keuze komt, bedenk dan wel dat het niet alleen draait om het geld dat je ermee verdient, maar wat er nog meer meespeelt’.

Wat de uitgestroomde jongeren ook prima kunnen doen is ondersteuning en toezicht: van de politie, ondersteuning van de gemeente bij evenementen . Bijvoorbeeld rondom de bioscopen in Utrecht werken ze samen. Dan begint het dus een beetje op het De Mirandabad te lijken, maar meer op verzoek. Dan hebben ze al de opvoeding binnen het jongerenteam gehad, en dan werken ze dus mee aan toezicht.

Geen tweeledige doelstelling, maar doel en middel

Zoals gezegd kent het jongerenteam Utrecht geen tweeledige doelstelling. Het doel is jongeren met politiecontacten (van veelplegers tot risicojongeren) een heropvoeding te geven teneinde ze uit de criminaliteit te halen en te houden. De toezichthoudende taak is hiertoe een middel. Hiermee worden jongeren ‘gelokt' en wordt hen een kans geboden aan hun eigen ontwikkeling te werken. Het verhogen van veiligheid wordt gezien als een bijkomend effect.

De organisatie en financiering

Gezien de achtergrond van de jongeren is samenwerking aan-gegaan met het Bureau Jeugdzorg, wijkwelzijnsorganisaties, de ouders en de school. Er zijn korte lijnen: als de jongere s-'mor-gens niet op school verschenen is, wil de coördinator (begelei-der) dat s'-middags weten.

Het jongerenteam heeft een convenant met de gemeente Utrecht. De gemeente is hoofdverantwoordelijk. Naast de gemeente bestaan de partners uit de welzijnsorganisaties, de politie en Bureau jeugdzorg.

Momenteel wordt het convenant uitgebreid met justitiële jeugdinrichtingen. Als jongeren langer vastgezeten hebben en weer vrij komen kan het jongerenteam een overstap vormen tussen jeugdinrichtingen en de wijk. Deze jongeren worden dan gedurende een jaar begeleid. Want in de inrichting hebben ze

de nodige structuur meegekregen, dan leert het jongerenteam ze verder te overleven in de eigen wijk. Want als ze kunnen overleven in de eigen wijk, dan kun je overal overleven. Daar liggen de valkuilen.

De gemeente subsidieert het project jaarlijks. Het projectteam doet veel werk wat eigenlijk onder de verantwoordelijkheid van de provincie valt. Op het moment dat je op zo’n fundamentele wijze hulpverlening biedt aan jongeren die dat nodig hebben -een compleet opvoedingstraject aanbiedt - dan zit je meer op provinciaal niveau, volgens de coördinator.

Knelpunten in de samenwerking:

Knelpunten speelden vooral bij de start van het project:

organisaties (bijvoorbeeld politie en welzijn) moeten aan elkaars structuur wennen: dit is nu eigenlijk de kracht van het geheel geworden. Je gaat de know-how die je hebt samenvoe-gen. De dagelijkse aansturing van de huidige teams op dinsdag, donderdag en zaterdag gebeurt door politiemensen en welzijns-werkers gezamenlijk. De politie is verantwoordelijk voor de toezichthoudende taken en welzijnswerkers voor de te geven hulpverlening.

De taakverdeling wordt uitgeschreven in een handboek, waarin het hele product ‘jongerenteam’ is vastgelegd. De verantwoor-delijkheidsverdeling is gericht op samenwerking. Je kan als welzijnswerker bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor de hulpverlening, maar het betekent dat de politieman ook participeert.

Sterke punten van het JTU Resultaten

Uit een evaluatieonderzoek (RMO 2004) komen de volgende resultaten:

• 33% van de jongeren die langer dan 6 maanden deelnemen, komt niet meer als ‘verdachte’ voor in het registratiesys-teem (BPS) van de politie.

• begeleiders geven aan dat 39% van de jongeren een beetje tot matig veranderd is en 61 % redelijk tot veel.

• 8% van de jongeren zelf geeft aan een beetje tot matig veranderd te zijn en 91 % redelijk tot veel.

• de mensen die bekend zijn met het JTU geven een positief oordeel.

82

• na berekening van allerlei kosten zijn er goede indicaties dat een jongere die deelneemt aan het Jongerenteam de maatschappij meer dan 50.000 euro zou kunnen besparen.

Betrokkenheid ouders

Betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling die hun kinderen doormaken in het JTU, heeft een meerwaarde. Op deze manier groeien ook de ouders mee tijdens de projectperiode, zien soms ook dat zijzelf anders met hun kind moeten omgaan en gaan wellicht ook positiever naar hun kind kijken.

Aandacht voor het positieve

In het project wordt veel aandacht besteed aan positieve elementen. Behaalde resultaten worden gevierd en vastgelegd, zoals bijvoorbeeld via de uitreiking van een certificaat bij het behalen van het basispakket. Goed gedrag wordt beloond, bijvoorbeeld via de onkostenvergoeding.

Begeleiding door professionals uit twee disciplines

Er wordt goed samengewerkt door een duo van een politiefunc-tionaris en een welzijnswerker. Hiermee wordt een meerwaarde gerealiseerd: de know how van beide werksoorten wordt samengevoegd en dit vormt een versterking in het werken met dit soort jongeren.

Vastgelegde methodiek

Van 2002-2004 is een goed product ontwikkeld. Alle processen moesten beschreven worden, alle methodieken. Dan kom je uit op wat een ideaal product is en dat is het jongerenteam zoals dat nu omschreven is. Maar daar hangt ook een prijskaartje aan.

Zwakke punten van het JTU

Financiën

Een huidig knelpunt wordt gevormd door de financiën. Met name de gemeenten moeten met steeds minder geld uitkomen.. Het projectteam kan nog wel het hoofd boven water houden, maar hiermee staat of valt het product. Er zijn goede meerjaren afspraken nodig over de financiering, zoals die er waren van 2002 tot 2005. Subsidie voor een jaar op projectbasis werkt niet.

Conclusie

Sterke punten van het JTU betreffen met name de resultaten en methodische aspecten, zoals de betrokkenheid van de ouders, de aandacht voor positieve elementen, de begeleiding vanuit twee disciplines (politie en hulpverlening) en het feit dat de methodiek is vastgelegd. Een onzeker punt betreft het ontbreken van meerjarenafspraken over de financiering.

Sterke punten Zwakke punten

Resultaten Financiën

Betrokkenheid ouders Aandacht voor het positieve

Begeleiding door professionals uit twee disciplines Vastgelegde methodiek

Vergelijking Jongerenteam Utrecht met jongerentoezicht-team ‘De Mirandabad’

Het Utrechtse jongerenteam verschilt met het Ri4-team in het De Mirandabad, Het belangrijkste verschil is dat bij het laatstgenoemde project toezicht het doel is en bij het JTU toezicht een middel is. In Utrecht wordt eerst gekeken naar de jongeren met een problematiek: men zoekt vervolgens geschikte activiteiten voor het weer op het rechte spoor krijgen van deze jongeren. De trajectduur is daarom ook langer. Het doel van het jongerenteam Utrecht is de jongeren uit het criminele circuit te halen en ook te houden. Daarmee is naar het oordeel van de coördinator van het Utrechtse project als neveneffect de wijkveiligheid gediend. Je bent op structurele wijze bezig met het oplossen van problemen. De coördinator maakt de vergelij-king met het De Mirandabad: als je als resultaat op een veilig zwembad mikt, kan het ook zo zijn dat je de problemen verplaatst, naar buiten het zwembad.

De doelgroep van het Jongerenteam Utrecht Noord betreft jongeren met politiecontacten; ook veelplegers. Dit is een doelgroep met zwaardere (criminele) achtergrond dan het jongerentoezichtteam in het De Mirandabad23. Bij het JTU gaat het expliciet om een heropvoedingstraject. Als resultaat van

23 Hierbij dient bedacht te worden dat de zwaardere doelgroep in het Jeugd en Veiligheidsbeleid in Amsterdam op een andere manier aandacht krijgt. (zie beleidsplan Jeugd en Veiligheid).

84

zo’n heropvoedingstraject kan zoiets als een jongerentoezicht-team opgestart worden. De coördinator: ‘Wat de uitgestroomde jongeren ook prima kunnen doen is ondersteuning en toezicht:

van de politie, ondersteuning van de gemeente bij evenementen et cetera. Bijvoorbeeld rondom de bioscopen in Utrecht werken we samen. Qua toezichthouden begint het dus een beetje op het Mirandabad te lijken, maar meer op verzoek. Dan hebben ze al de opvoeding binnen het jongerenteam gehad, en dan werken we dus mee aan een stukje toezicht’.

Het traject van het JTU zou dus gezien kunnen worden als een voortraject van het jongerentoezichtteam, een heropvoedings-traject gericht op jongeren met een zwaardere problematiek.

Gezien de bovengenoemde achtergrond zijn ook andere partners bij het JTU betrokken, of dezelfde partners in een andere rol.

Het gaat om partners die van belang zijn op alle leefgebieden in het leven van deze jongeren. De politie heeft in tegenstelling tot het Jongerentoezichtteam van het De Mirandabad geen rol in de screening vooraf, maar een begeleidende rol. De politie in Utrecht rekent een dergelijk project wel degelijk tot zijn kern-taak, omdat het project jongeren uit de criminaliteit houdt en daarmee inzet door de politie voorkómt. De coördinator: ‘De discussie over kerntaken van de politie is ten aanzien van het JTU wel gevoerd, maar je kunt heel goed aantonen dat het werkt. Omdat als je er per jongerenteam 1 FTE politie in gaat stoppen, je er veel meer uit terugkrijgt qua toezicht dan wat die ene politieman in zijn eentje zou kunnen doen. Het verdient zichzelf terug. Op het moment dat een politieman met de jongeren in de wijk loopt is hij natuurlijk ook in de wijk.

Daarbij komt dat er positiviteit in de wijk gebracht wordt, waar de politie zelf belang bij heeft. Als de wijk ziet dat Marokkaan-se en TurkMarokkaan-se jongeren die niet positief te boek staan, zich nu wel zinvol bezig houden, dan is dat prettig voor de politie. De politie kijkt naar resultaat en dan is in Utrecht de conclusie dat ze graag willen samenwerken met jongerenteams’.

Een verschil met het Jongerentoezichtteam in het De Miranda-bad vormt eveneens de betrokkenheid van de ouders en van het

Een verschil met het Jongerentoezichtteam in het De Miranda-bad vormt eveneens de betrokkenheid van de ouders en van het