• No results found

Edmund Curll, Bookseller To Which Is Added A Full List Of His Books, Ralph Straus

5 Jonathan Cape, Publisher, Michael S Howard

5.1 Inleiding

De volgende biografie die besproken zal worden is Jonathan Cape, Publisher (1971) van Michael S. Howard. Dit werk beschrijft het leven van Jonathan Cape, geboren als Herbert Jonathan Cape (1879 – 1860), de oprichter van uitgeverij Jonathan Cape. Deze uitgeverij is sinds 1987 een imprint van Random House. Cape gaf op vele terreinen werken uit. Zo verscheen het eerste James Bondverhaal

Casino Royale bij de uitgeverij, werden er werken van James Joyce en T.E. Lawrence uitgegeven en

was zelfs Roald Dahl een auteur op de Cape-list.

5.1.1 Paratekst, bronnen, titels

De biografie verscheen oorspronkelijk bij Jonathan Cape. Het bestaat uit drie delen, 'First

Generation', 'Second Generation' en 'Regeneration'. Deze delen zijn opgedeeld in hoofdstukken die niet van titels voorzien zijn. Voorin wordt een lijst een gegeven van illustraties die verspreid door het boek in katernen te vinden zijn. Er wordt wel een uitgebreide index gegeven maar voetnoten zijn spaarzaam en het werk is niet voorzien van een literatuurlijst achterin. De voetnoten geven verder vaker achtergrondinformatie dan dat er bronvermeldingen gegeven worden. Wanneer bijvoorbeeld in de lopende tekst een boek vermeld wordt, staat het jaar van uitgave, aantal pagina’s, aantal

illustraties en dergelijke randinformatie in een voetnoot. De versie die ik tot mijn beschikking heb, mist verder een stofomslag. Een flaptekst was ook niet op het internet terug te vinden, dus daar valt op dit punt niet op te reageren.

Het voorwoord van de auteur geeft al sterke hints over wat voor een persoon Cape was. 'By his own reckoning Jonathan was a tradesman.' 'His concern with books was primarily commercial; his appreciation of the trend of public taste, and consequently sales potential, greater than his intellectual sympathy with authors, although in his personal dealings with them he could be both warm and shrewd.'74 Het werk verscheen bij zijn eigen uitgeverij, en de auteur van de biografie is de zoon van Cape's zakenpartner G. Wren Howard. Michael S. Howard begon aan dit project op

aansporen van zijn jongere collega’s en geeft zelf al aan dat een dergelijk ‘commemorative work’, een werk ter nagedachtenis, niet helemaal objectief kan zijn.75 We kunnen er dus niet zomaar vanuit gaan dat het hier geen hagiografie betreft. De auteur geeft in het voorwoord wel aan zoveel mogelijk

74Howard, Michael S. Jonathan Cape, Publisher: Herbert Jonathan Cape, G. Wren Howard. London: Jonathan Cape,

1971, p. 11.

van de informatie geverifieerd te hebben aan hand van papieren van Cape en zijn vader.76

5.2 Samenvatting

Herbert Jonathan Cape kwam op 15 november 1879 ter wereld in Hammersmith, Engeland als zevende zoon van Jonathan senior. Voor de eerste helft van zijn leven werd hij Herbie genoemd.77 In zijn jonge jaren had hij nog een voorliefde voor het toneel. Als lid van een groot gezin met maar weinig geld, had hij geen goede opleiding genoten. Toch was het deze opleiding gelukt hem liefde en respect voor literatuur bij te brengen. Met veel plezier zou hij zijn hele leven grote literatoren als Walter Scott, Herman Melville en Samuel Butler blijven lezen.78

Op zijn zestiende begon Herbie Cape als loopjongen bij Hatchards bookshop in Piccadilly, waar hij twaalf shilling per week verdiende. Over deze tijd zou hij later bekennen dat hij zich wel vaker lezend achter de boekenkasten verstopte, wanneer hij eigenlijk de vloer had moeten vegen.79 Vier jaar later begon zijn loopbaan in de uitgeefwereld. Hij werd colporteur voor Harper and Brothers, een Amerikaanse firma die toentertijd een kantoor in London had. Toen op een keer Woodrow Wilson, toen nog geen president van Amerika, binnenstapte om te vragen hoe het met de verkoop van zijn boeken ging, kon Cape uitgebreid met Wilson over zijn boeken praten. Hij had ze gelezen. Wilson nodigde Cape daarop uit om mee te lunchen. Later claimde Cape met veel plezier dat hij met de President van Amerika geluncht had.80

Na Harper and Brothers ging Cape in 1904 aan de slag bij uitgeverij Gerald Duckworth, ook als verkoper. Binnen zeven jaar werd hij daar manager en toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak gaf hij, in de afwezigheid van Duckworth, die opgeroepen was, leiding aan het bedrijf totdat hijzelf ook opgeroepen werd. Na de oorlog, op de dag dat hij gedemobiliseerd werd, overleed zijn eerste vrouw, Edith Louisa Creak, er wordt niet vermeld waaraan. Herbie Cape was onderhand veertig jaar oud. Hij begon als senior manager bij de Medici Society, een uitgever van kunstboeken. In die tijd richtte hij ook samen met Olyve Vida James een bedrijfje op. Het was ook James die hem overtuigde om zijn tweede naam Jonathan te gaan gebruiken. Later zou zij de tweede mevrouw Cape worden.

Met het bedrijf dat hij oprichtte ging Jonathan Cape de romans van Elinor Glyn herdrukken. Hij gebruikte zijn connecties bij verschillende uitgeverijen om de rechten te bemachtigen, drukte minstens 25.000 exemplaren per titel, sloot een deal met de groothandelaar zodat zij de hele distributie zouden regelen en kon zo alle kosten betalen en zelfs nog wat overhouden om weer 76 Howard, 1971, 13 77 Howard, 1971, 19 78 Howard, 1971, 20 79 Howard, 1971, 20 80 Howard, 1971, 21

nieuwe herdrukken te financieren. Dit was het begin van Jonathan Page & Co. (Page was zijn moeders meisjesnaam). Toen hij een aantal series van deze herdrukken had uitgebracht en genoeg geld had verdiend, kon hij eindelijk zijn eigen bedrijf echt gaan uitbouwen. Het enige wat hij daar nog voor nodig had was een partner met meer kennis van de technische, productie kant van zaken. Die partner vond hij in de persoon van George Wren Howard.81 De vader van de biograaf.

George Wren Howard was een uiterst precies en gedisciplineerd heerschap. Hij was erg trots op zijn kalligrafie en volgde met veel plezier de esthetische vooruitgangen die in de jaren negentig van de negentiende eeuw geboekt werden bij de private presses, kleine onafhankelijke uitgeverijen, van die tijd. Hieruit groeide ook een interesse voor de technieken van boekproductie en bij de Medici Society leerde hij hoe hij boeken moest produceren en kostencalculaties moest maken. In tegenstelling tot Cape was Wren Howard erg verlegen en deed hij dingen liever alleen dan in een groep. Voor de uitbundige, enthousiaste Cape was de productiegerichte en timide Howard de perfecte partner. Ze besluiten in 1920 samen het bedrijf voort te zetten.82

De eerste uitgave die ze voorbereidden was Arabia Deserta van de grote Arabist D.M. Doughty. De latere grote Arabist T.E. Lawrence, ook wel bekend als Lawrence of Arabia, had geprobeerd dit boek van zijn held Doughty weer gedrukt en vrij beschikbaar te krijgen. De vorige uitgave uit 1888, uitgegeven door Cambridge University Press, was alleen nog maar te krijgen voor een prijs van 30 pond. Het plan werd opgezet om een uitgave van 500 exemplaren uit te geven met een, voor die tijd hoge, verkoopprijs van 9 guinea. Lawrence, die na zijn succesvolle

oorlogscampagnes in Arabië in de publieke belangstelling stond, zou een introductie schrijven. Wren Howard verzorgde de productie, die hij zoveel mogelijk op het origineel liet lijken. Cape gooide al zijn charmes in de strijd om Lee Warner, oprichter van Medici, ervan te overtuigen dat Warner wél zou delen in de kosten, maar dat dit moderne werk veel beter bij een aparte, gezamenlijke imprint zou kunnen verschijnen. In het fonds van Medici zou het werk te veel op zichzelf staan. Ook de ontvangst hadden ze zorgvuldig voorbereid. Voordat het boek verscheen schreven ze naar de kranten die waarschijnlijk geïnteresseerd zouden zijn, over de op handen zijnde publicatie. In ruil voor een recensie boden ze een presentexemplaar aan, waarbij ze vermeldden dat ze niet zomaar naar iedereen zo’n set van 9 guineas konden sturen. Door middel van dit plan verschenen er in bijna twee dozijn nauwkeurig uitgekozen kranten positieve recensies over Arabia Deserta. Met deze titel konden Wren Howard en Cape op 1 januari 1921 hun zaak officieel openen: Jonathan Cape, Publisher was

geopend.83

81 Howard, 1971, 22/23 82 Howard, 1971, 24/25 83 Howard, 1971, 26-28

Arabia Deserta verkocht goed, maar het was dan ook nooit een gok geweest om hiermee te

beginnen. Cape maakte geen ondoordachte beslissingen. Hij maakte berekenende beslissingen en om deze goede beslissingen te kunnen blijven maken had hij advies nodig. In de jaren twintig was het nog niet de uitgever zelf die de fondslijst opzet, zo legt de biograaf uit, daarvoor had hij een reader. Cape stelde in deze functie Edward Garnett aan. Dit was een bekende naam in het vak, die ook al voor Duckworth had gelezen.

Het jaar daarop stonden op de voorjaarsaanbieding van 1922 al ongeveer veertig titels. Dat jaar zou het bestverkopende boek Babbitt van Sinclair Lewis zijn. 12.000 exemplaren ervan werden gedrukt waarvan er in december nog maar 1.000 over waren. Voor dit boek had Cape een

revolutionaire vorm van reclame maken ingezet. Cape schreef zelf:

So long as the best modern methods are used there is no loss of dignity involved… To advertise books by means of electric light sky-signs is an innovation which will distress the conservative publisher. Sheer madness! Consider the cost! We can imagine the comments from the older generation.

From Piccadilly Circus can be seen a procession of announcements which are shown by the ‘Scintillating News’. Among the items which appear there are:

READ BABBIT, SINCLAIR LEWIS’S NOVEL, PUBLISHED BY JONATHAN CAPE

O tempora! O mores!84

Cape was, zo schrijft de biograaf, een vooruitstrevende man. Hij maakte deel uit van de nieuwe generatie die zowel kwaliteit kon uitgeven, als reclame maken.

In de jaren die daarop volgde breidde het bedrijf uit. Er kwamen mensen om pakketjes te verzenden, uitgeefassistenten en een secretaris. In 1924 werd de bedrijfsvorm omgezet naar een Limited

Liability Company, een naamloos vennootschap, en het bedrijf werd omgedoopt naar Jonathan Cape Limited.85 De kantoren die ze hadden werden te klein en het pand aan No. 30 Bedford Square werd betrokken. Cape overtuigde Alfred Harcourt en Don Brace, van Harcourt Brace & co., om te investeren in de uitgeverij en zo kregen ze genoeg kapitaal in handen om comfortabel te kunnen werken.86

84 Howard, 1971, 60 85 Howard, 1971, 72 86 Howard, 1971, 74

In 1928 verscheen The Well of Loneliness van Radclyffe Hall bij Cape. Dit was een riskante uitgave want er zaten lesbische thema’s in. Jonathan hoopte dat het niet op zou vallen als het maar sober genoeg uitgegeven werd. Helaas trok het boek de aandacht van ene James Douglas, redacteur bij de Sunday Express die zijn editorial wijdde aan hoe schandalig het boek was en de minister van Binnenlandse Zaken opriep het boek te verbieden. Jonathan werd hier zo woedend van dat hij het boek zelf naar de minister stuurde en zo er zelf voor zorgde dat het boek gecensureerd werd. Er kwam een rechtszaak van en er werd opgedragen om het boek uit de handel te halen.87

In 1928 ging Cape ook naar Amerika met het doel daar een kantoor op te zetten. Hij wilde geen Engels kantoor in New York, maar een Amerikaans kantoor, met een Amerikaan aan de leiding, die zelf Amerikaanse boeken kon ontdekken. Onderling zouden de boeken aan beide kanten van de oceaan uitgegeven kunnen worden. Harrison Smith zou de leiding nemen. Binnen een jaar moest Cape al een strenge brief schrijven aan Smith omdat het er te gezellig aan toeging:

You have been perilously near getting the reputation of the office being a ‘rag-time outfit’, an office which was like Liveright’s and carried little resemblance to a proper business. That the acerbities of an office can be smoothed over in a publishing business I am well prepared to admit, but it is very easy for a place to become a port of call for all those people who have time to waste. One wants people to drop in, but at the same time you want to get your work done, and you want to get out of the office.88

Liveright, die in het volgende hoofdstuk aan bod komt, was een markante uitgever, zijn kantoor was de locatie van feesten en partijen en zijn uitgeverij was geen lang leven beschoren. Bij het

Amerikaanse kantoor van Cape werd Bob Ballou aangesteld als productie- en officemanager om orde op zaken te stellen. Dit hielp echter niet en na een mislukt plannetje om de aandelen van Harrison Smith terug te krijgen, onderging het Amerikaanse kantoor in 1932 liquidatie. Bob Ballou zou later over Cape zeggen:

I have been in a dozen businesses, and I have seen stupidity and dishonesty and ruthlessness and arrogance and slyness and cruelty, yet I have never seen these in any other business associates in as great measures as I have seen them in Jonathan at his worst.89

87 Howard, 1971, 102-106 88 Howard, 1971, 117 89 Howard, 1971, 126

Cape liet zich in de afhandeling van deze zaken van zijn slechtste kant zien, zo schrijft de biograaf. Hij liet liever het hele bedrijf failliet gaan, dan dat hij Harrison Smith geld zou laten verdienen aan zijn aandelen, nadat Smith zo roekeloos was omgegaan met het geld dat Cape geïnvesteerd had.

De Engelse uitgeverij verdiende in 1929 veel geld aan het werk van T.E. Lawrence, Revolt in the

Desert. Dit geld werd gestoken in het versterken van de productielijnen. Er werd geïnvesteerd in The

Alden Press, een drukkerij die voortaan alleen nog voor Cape zou drukken. Hierdoor kon er

uitzonderlijk snel gedrukt worden wanneer er bij een publicatie haast gemoeid was.90 Het volgende boek van Lawrence, Seven Pillars of Wisdom (naar de wens van Lawrence pas uitgegeven na zijn dood in 1935 omdat hij bang was aangeklaagd te worden voor smaad), bracht wederom veel geld in het laatje. Met de opbrengst van deze bestseller investeerde Cape in A.W. Bain & Co., een

boekbinder. Deze ging niet exclusief voor Cape werken, omdat zij veel meer productie aankonden dan Cape nodig had.91

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kon Cape doorgaan met boeken uitbrengen, al heeft het archief volgens de biograaf de tand des tijds niet doorstaan. In plaats van reclame maken in kranten paradeerden er ‘sandwich-men’92, mannen met borden op buik en rug, voor het kantoor in Bedford Square. De voorraden werden goedkoop van de hand gedaan, zoals voor de Eerste Wereldoorlog ook gedaan werd, uit angst ze te verliezen aan brandbommen.93 Maar gelukkig werden de leiders van het bedrijf niet opgeroepen voor dienstplicht en kon het werk gewoon doorgaan.94

Na de oorlog ging ook Michael S. Howard, de auteur van deze biografie, voor Jonathan Cape werken. Zo begint ook de tweede generatie bij de uitgeverij. Michael had in 1941 negen maanden voor Cambridge University Press gewerkt en begon in 1946, nadat hij gedemobiliseerd was, met een baan in de productie.95 Ook Jonathans zoon David zou in 1953 voor Cape gaan werken, maar die hield het daar nog geen twee jaar vol. Hij zou uiteindelijk in de landbouw gaan werken.96

Jonathan Cape zou op 10 februari 1960 overlijden.97

Onder leiding van Tom Maschler, Graham Greene (neef van auteur Graham Greene) en Michael, alle 90 Howard, 1971, 158 91 Howard, 1971, 160 92 Howard, 1971, 188 93 Howard, 1971, 190 94 Howard, 1971, 188 95 Howard, 1971, 202 96 Howard, 1971, 268/269 97 Howard, 1971, 279

drie ook directieleden, werden bijvoorbeeld Joseph Hellers Catch-22, en het enorm succesvolle John

Lennon In His Own Write uitgegeven. In 1965 zou Michael Howard het bedrijf verlaten nadat hij

hepatitis kreeg, voor hem was het moment daar om zijn eigen baan te trekken. Hij liet het bedrijf achter in de handen van Tom en Graham. Michael richtte een afgelegen retreat op waar kunstenaars en auteurs onder het genot van de kookkunsten van Michael in rust konden werken.

Tom en Graham investeerden onder andere in een kleine, onafhankelijke uitgeverij, The Cape Goliard Press, waarmee ze poëzie gingen uitgeven. TV Baby Poems van Allen Ginsberg verscheen daar. Uiteindelijk zouden Jonathan Cape Limited en uitgeverij Chatto in mei 1969 fuseren. Wel bleven zij apart hun boeken uitgeven.

5.3 Analyse

Ook deze biografie is weer een geval apart. In mijn samenvatting heb ik dit geprobeerd te illustreren. Het blijkt al uit de titel: Jonathan Cape, Publisher betekent niet alleen, zoals verwacht, dat de

persoon Jonathan Cape een uitgever was. Het is ook de naam van het bedrijf. Dit komt terug in wat er verteld wordt in het werk. Biografische gegevens over het leven van Cape worden wel vermeld, maar zijn veel minder aan de orde dan doorgaans het geval is. Daarnaast wordt ook het leven van George Wren Howard, hoewel in nog mindere mate, belicht. Ook krijgen we nog veel informatie over de uitgeverij uit de tijd dat Cape eigenlijk al afgetreden is.

Aan het bedrijf wordt dus wel veel aandacht besteed. Er wordt heel nauwkeurig weergegeven wanneer het bedrijf groeide, waar dat door kwam en op wat voor manier dat opgesteld werd. Dat begint al in het eerste hoofdstuk, wanneer Cape en Wren Howard het bedrijf opzetten:

They discussed together the possibilities of setting up in business on their own. Howard was then twenty-seven, Cape forty-one. Howard was able to borrow £5,000 from his father. Cape could muster £2,000 in cash, and valued the licenses and stock of Page & Co. at a further £5,000. They agreed to form a partnership, in the ratio of 5: 7 – not so different from that of their ages – on which all their future division of power and profit was based.98

Formele afspraken worden hier tentoongespreid compleet met geldbedragen, waarde beoordelingen en verdeelsleutels. Op zich is dit wel nog een overzichtelijk geval, twee investeerders die samen afspraken maken. Moeilijker wordt het al wanneer Lawrences Revolt in the desert verschijnt, en er

plots een enorme winst gemaakt wordt. ‘The net profit rose from the usual level of around £2,000 to nearly £28,000.’99 De belastingdienst raakt geïnteresseerd door deze bedragen en vraagt om een uitgebreide uitleg waarom een groot deel van dit bedrag niet uitbetaald wordt aan aandeelhouders, maar gebruikt wordt als kapitaal voor het bedrijf. Daarnaast wordt er een profit sharing scheme, een plan waardoor ook de werknemers mee kunnen profiteren, opgezet: ‘Piers Thompson was appointed a director; Garnett’s salary was raised to £400 a year, and he was allotted five hundred notional shares, ranking for dividends equal to those paid on the Ordinary shares.’100 Hier zien we

verschillende zakelijke termen gebezigd worden: net profit, capitalize the business, profit sharing

scheme, notional shares, dividends en Ordinary shares. Het wordt hier zelfs moeilijk te volgen wat

er nou eigenlijk gebeurt met al die aandelen.

Maar ook buiten de groei en vorm van het bedrijf om komen veel zakelijke aspecten naar voren. Wat bijvoorbeeld vaak terugkomt zijn loonafspraken en voorschotten. In de samenvatting heb ik al het loon van Edward Garnett genoemd. Ook het loon van bijvoorbeeld Peter Fowler, die als verkoper in dienst treed, krijgen we te weten: ‘for an inclusive salary of eight pounds per week, out of which he had to pay all his expenses and provide his own motor-car; on the orders which he took on journey or received in consequence of letters he had written, he was credited with