• No results found

jeroen bult

In document Gele hangertjes (pagina 42-45)

Over de auteur Jeroen Bult is historicus en publicist.

Hij schrijft o.a. voor de Estse krant Eesti Postimees

Enige tijd geleden drukte de Frankfurter Allgemeine

Zeitung een even fraaie als pakkende spotprent

af. Een opgewekte en energievolle kanselier Schrµder volgt vol zelfvertrouwen de weg die het bordje ‘Ausland’ hem wijst. Echter, hij schrompelt ineen tot een bibberend, wanhopig wrak, als hij na gedane zaken in het buitenland weer gedwon-gen is het bordje ‘Inland’ te volgedwon-gen en terugkeert naar zijn vaderland, alwaar hij wederom met de bikkelharde sociaal-economische werkelijkheid van alledag zal worden geconfronteerd. Deze tekening heeft nog niets aan kracht in-geboet. Gerhard Schrµder laat regelmatig goed-bedoelde hervormingsballonnetjes op, met als doel de hopeloos vastgeroeste Duitse economie te revitaliseren ¬ zo kondigde hij op 17 maart jl. een pakket maatregelen aan dat onder andere voorziet in een verlaging van de vennootschap-belasting van 25 tot 19 procent ¬ die na felle protesten van de vakbondsvleugel van zijn spd en/of na eindeloos en moeizaam overleg met de oppositionele cdu/csu, die immers de

Bundes-rat, de Duitse Eerste Kamer, domineert, steevast

vervagen dan wel totaal uit zicht verdwijnen. De door aanhoudend hoge

werkloosheids-cijfers geplaagde kanselier lijkt zijn heil steeds meer te zoeken in het vormgeven van een asser-tief buitenlands beleid ¬ Schrµder streeft een permanente Duitse zetel in de vn-Veiligheids-raad na, beschouwt zichzelf als ehrlicher Macher tussen de Europese Unie en Turkije, heeft zich tot afgrijzen van Polen en de Baltische landen tot pleitbezorger van de steeds luider grom-mende Russische Beer opgeworpen, propageert de opheffing van het wapenembargo tegen de dictatuur China, laat niets na het strenge, onder auspiciën van zijn voorganger Kohl totstand-gekomen Stabiliteitspact te ontmantelen en ageert tegen het vrije verkeer van diensten in de eu (de zogenaamde ‘Bolkestein-richtlijn’). Al eerder mocht de wereld kennis nemen van zijn verlichte Irak-politiek en zijn tirades tegen de industriepolitiek van de Europese Commissie.

Zenuwcentrum

Een mogelijke verklaring voor Schrµders half-slachtige sociaal-economische beleid en zijn niet geheel van populisme gespeend zijnde buiten-landse politiek ¬ zie Irak, het Stabiliteitspact en de dienstenrichtlijn ¬ vormt een diepgewor-telde, zo niet panische angst zich van de eigen aanhang te vervreemden. Een dergelijke kloof

45 manifesteerde zich begin jaren tachtig, toen

spd-kanselier Helmut Schmidt in een heuse burgeroorlog met de partij-achterban verzandde naar aanleiding van het door hem in 1979 geïni-tieerde navo-dubbelbesluit, dat voorzag in de stationering van Pershing ii-raketten op West-Duitse bodem, indien onderhandelingen met de Sovjet-Unie geen tastbaar resultaat zouden ople-veren. De afloop is bekend: radikalinski’s als Os-kar Lafontaine en Erhard Eppler wakkerden het verzet enkel verder aan en ondermijnden de po-sitie van de gedisciplineerde, in het buitenland alom gerespecteerde Realpolitiker Schmidt. Coa-litiepartner fdp had genoeg van de vetes binnen de sociaal-democratische gelederen, zocht haar heil bij de cdu en steunde op 1 oktober 1982 het door Helmut Kohl c.s. uitgebroede konstruktives

Misstrauensvotum tegen de geplaagde kanselier.

In zijn boek Troika wider Willen. Wie Brandt,

Wehner und Schmidt die Republik regierten besteedt

historicus en journalist Martin Rupps ruim aandacht aan dit weinig roemvolle einde van Schmidts verder zo succesvolle kanselierschap. Dat is allerminst verwonderlijk, als men be-denkt dat Rupps in 2002 al een biografie van de Hamburgse asceet publiceerde, maar er is nog een veel belangrijkere reden. Rupps stelt dat dit fatale interne gekrakeel het definitieve uiteen-vallen van de Troika, het legendarische drieman-schap van Willy Brandt, Herbert Wehner en Helmut Schmidt, markeerde. Schmidt betichtte partijvoorzitter Brandt van het verschaffen van onvoldoende rugdekking en meende dat hij een vergissing beging door per se de eind jaren ze-ventig opgekomen maatschappelijke protestbe-wegingen in de spd te willen integreren. Brandt wenste de partij open te stellen voor nieuwe progressieve denkbeelden en vreesde, niet ten onrechte, het ontstaan van een vierde politieke partij, aan de linkerzijde van het politieke spec-trum (Joop den Uyl hing eenzelfde filosofie aan). Schmidt op zijn beurt koesterde niets dan min-achting voor de verwende milieu- en anti-kern-wapenactivisten die zijn generatie, die immers hard had moeten werken om (West-)Duitsland na 1945 weer op te bouwen, met veel te weinig

respect tegemoet zouden treden en die zich lieten verblinden door een moralistische

Gesin-nungsethik ¬ Frits Bolkestein, in menig opzicht

een geestverwant van Schmidt, zou zich later in soortgelijke woorden uitlaten. Het derde en oudste lid van de Troika, de eeuwig pijp rokende Herbert Wehner ¬ ‘Onkel Herbert’ ¬ beschikte niet langer over voldoende invloed om de twee kemphanen uit elkaar te houden.

Rupps geeft een helder overzicht van de wor-dingsgeschiedenis en van de lotgevallen van dit allesbepalende triumviraat. Wehner, gewezen communist, maakte als eerste carrière in de spd en kwam in 1948 namens een Hamburgs kiedistrict in de Bondsdag. Brandt werkte zich na terugkeer uit Zweedse ballingschap op tot

Regeriender Oberb∑rgermeister van Berlijn en werd

in 1961 landelijk lijsttrekker, terwijl laatbloeier Schmidt furore maakte als defensiespecialist en als Innensenator van Hamburg. Hun paden kruisten zich voor het eerst in mei 1958, toen ze tijdens een partijcongres in Stuttgart alledrie in het spd-bestuur werden gekozen. Pas in 1966, met de vorming van Grosse Koalition van cdu/ csu en spd en het vertrek van de oude garde sociaal-democraten, zoals Fritz Erler, vestigde de Troika haar machtsbasis definitief. Tot 1982 fungeerde deze als zenuwcentrum van de spd, waarbij Wehner, Brandt en Schmidt zich ieder herhaaldelijk in het centrum probeerden te nes-telen, hetgeen, zoals Rupps weet aan te tonen, regelmatig tot grote onderlinge spanningen leidde, met name ten tijde van Brandts kanse-lierschap ¬ Brandt verdacht de Macher Wehner en de ambitieuze Schmidt ervan hem in 1974 opzettelijk ten val te hebben gebracht ¬ en, zo-als gezegd, in de nadagen van Schmidts ambts-periode.

‘Karrierist’ Schrµder

Rupps heeft een beknopt en toegankelijk boek-werk geschreven, dat uitermate geschikt is voor geïnteresseerden die op zoek zijn naar een dege-lijke inleiding in de naoorlogse geschiedenis van de spd. Soms wekt de auteur de indruk zich te

s& d 5 | 2005

46

bezondigen aan het betere journalistieke knip- en plakwerk, een methodiek welke bijvoorbeeld Peter Vandermeersch al bezigde in zijn

Mitter-rand. Koning of paus?. De anekdotes over Willy

Brandt zijn wel erg nadrukkelijk gebaseerd op de Brandt-biografieën van Peter Merseburger en Gregor Schµllgen (zie s&d 2003 1/2), de passages over de legendarische Ostpolitik, die Brandt nota bene de Nobelprijs voor de Vrede opleverde, ko-men niet geheel uit de verf ¬ de auteur beperkt zich sowieso liever tot de binnenlandse politiek ¬ en een afsluitende beschouwing wordt node gemist. Maar het rijkelijk putten uit de schrifte-lijke correspondentie tussen het illustere drietal en het neerzetten van fraaie psychologische por-tretten van de flamboyante romanticus Brandt, de protestants-pragmatische intellectuele tech-nocraat Schmidt en de vaderlijke, op het eerste gezicht ondoorgrondelijke sfinx Wehner maken veel goed.

Ook de naam van Gerhard Schrµder valt enige malen in het werk. Wehner en Brandt hebben zijn opkomst niet meer mogen meemaken (zij overleden respectievelijk in 1990 en 1992), ter-wijl Helmut Schmidt zich altijd op grote afstand heeft gehouden van zijn opvolger, die hij, in de

beste neerbuigende Schmidt-traditie, ooit ka-rakteriseerde als een ‘Karrierist’. Met Schrµders standpunten inzake de toetreding van Turkije tot de eu en het bemachtigen van een perma-nente zetel in de Veiligheidsraad heeft Schmidt evenmin veel op, zo heeft hij herhaaldelijk in zijn lijfblad Die Zeit laten blijken.

Het politieke lot van de ‘Karrierist’ Schrµder hangt mogelijk af van de uitslag van de verkie-zingen in de dichtbevolkte en van oudsher ‘rode’ deelstaat Nordrhein-Westfalen die voor 22 mei op de agenda staan. Uit de bombastische anti-kapitalistische retoriek die sinds medio april in opmars is binnen de spd en die klinkt als een nostalgische echo uit de socialistische Steentijd, spreekt niets anders dan grote paniek en onze-kerheid. Maar ook al valt de verkiezingsuitslag minder rampzalig uit dan de opiniepeilingen aangeven, dan nog is de conclusie gerechtvaar-digd dat Schrµder in de toekomstige geschied-kundige literatuur nimmer op gelijke hoogte met de grootheden Brandt, Wehner en Schmidt zal worden geplaatst en dat hij (helaas) niet meer dan een voetnoot in de rijke en boeiende geschiedenis van de Duitse sociaal-democratie zal blijken te zijn.

47

Over de auteur Menno Hurenkamp is hoofdredacteur

van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken (tss) en columnist van De Groene Amsterdammer

Met prettige pen

In document Gele hangertjes (pagina 42-45)