• No results found

De jaarlijkse vakantiedagen

Artikel 225

De medewerker (m/v/x) heeft jaarlijks recht op 35 werkdagen betaalde vakantie op grond van een gemiddelde werkdag van 7,6 uren en overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld volgens dit hoofdstuk.

De medewerkers (m/v/x) van het OCMW Gent, de welzijnsvereniging SVK Gent, de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent en de hulpverleningszone centrum behouden hun vakantiesaldo bij overgang naar de Stad Gent.

Voor het OCMW Gent wordt artikel 225 nog aangevuld als volgt:

De medewerkers (m/v/x) van de Stad Gent, de welzijnsvereniging SVK Gent, de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent en de hulpverleningszone centrum behouden hun vakantiesaldo bij overgang naar het OCMW Gent.

Artikel 226

§ 1. Het vakantieverlof voor de in vast verband benoemde statutaire medewerkers (m/v/x) en de vanaf 1 januari 2012 op proef aangestelde statutaire medewerkers (m/v/x) wordt toegekend op basis van de arbeidsprestaties geleverd tijdens het lopende jaar vanaf de aanstelling op proef.

Elke periode met recht op salaris, een uitkering in het kader van de ziekte- en

invaliditeitsverzekering of een wachtgeld geeft recht op jaarlijkse vakantiedagen, rekening houdend met het prestatieregime.

Het vakantieverlof wordt in evenredige mate verminderd wanneer de medewerker (m/v/x)

zijn/haar ambt definitief neerlegt, onvolledige prestaties levert of tijdens het jaar een van de hierna genoemde verloven of afwezigheden opneemt:

1. het algemeen stelsel van loopbaanonderbreking of loopbaanvermindering;

2. de thematische verloven;

3. afwezigheden in de administratieve toestand non-activiteit;

4. halftijdse vervroegde uittreding;

5. verlof voor opdracht;

6. vrijwillige vierdagenweek;

7. zorgkrediet;

8. (deeltijds) onbetaald verlof.

Het aantal vakantiedagen van de in vast verband benoemde statutaire medewerkers (m/v/x) wordt verminderd in verhouding tot het aantal van voormelde afwezigheden dat wordt opgenomen.

§ 2. Het vakantieverlof voor de contractuele medewerkers (m/v/x) bestaat enerzijds uit het wettelijk vakantieverlof van maximum 20 dagen, geregeld conform de gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie voor werknemers en anderzijds 15 dagen betaald aanvullend vakantieverlof dat op dezelfde wijze wordt verleend als het jaarlijks vakantieverlof voor de vast aangestelde statutaire medewerkers (m/v/x). Het aanvullend vakantieverlof wordt verminderd in verhouding tot het aantal van de in § 1 vermelde afwezigheden die in het lopende jaar worden opgenomen. Enkel het aanvullend vakantieverlof van het lopende jaar is overdraagbaar naar het volgende jaar.

Artikel 227

Elke aanvraag tot opname van vakantiedagen wordt gericht aan de leidinggevende.

De vakantiedagen worden genomen naar keuze van de medewerker (m/v/x), met inachtname van de behoeften van de dienst. In afwijking hierop kan de medewerker (m/v/x) vier dagen

vakantieverlof nemen zonder dat het dienstbelang kan worden ingeroepen om de vakantie te weigeren. Deze dagen zijn niet overdraagbaar naar het volgende jaar.

Het personeel in een vaste uurregeling dat niet kan genieten van de opname van vakantieverlof of inhaalrust per uur en/of minuten zoals bedoeld in artikel 222, kan ook nog voor maximum vier dagen vakantieverlof in blokken van twee uren opnemen.

De leidinggevenden behoren het werk aldus te organiseren dat aan elke medewerker (m/v/x) de gelegenheid wordt geboden om eenmaal per jaar een aaneengesloten periode van ten minste veertien kalenderdagen vakantieverlof op te nemen.

Artikel 228

Wanneer de statutaire medewerker (m/v/x) in de loop van het jaar zijn/haar aantal vakantiedagen niet volledig heeft uitgeput, mogen de resterende dagen overgedragen worden naar het volgende jaar tot beloop van maximum de helft van het vakantietegoed waarop betrokkene voor uitsluitend het beschouwde vakantiejaar recht had.

Wanneer het tegoed aan vakantiedagen op het einde van het vakantiejaar niettemin meer bedraagt dan het overdraagbare gedeelte, kan de medewerker (m/v/x) een aanvraag richten aan het hoofd van het personeel om het volledige tegoed aan vakantiedagen te mogen overdragen. Een dergelijk verzoek kan enkel worden ingewilligd indien het niet opnemen van de vakantiedagen te wijten is aan duidelijk aanwijsbare dienstorganisatorische redenen. Vooraleer het verzoek in te willigen zal vooraf het advies van de dienstchef of het departementshoofd worden ingewonnen.

Artikel 229

Over het bij het einde van de loopbaan van een vast aangestelde statutaire medewerker (m/v/x) eventueel nog bestaand tegoed aan vakantiedagen wordt door de dienstchef aan het hoofd van het personeel verslag uitgebracht. Indien het niet opnemen van vakantiedagen te wijten is aan

dienstorganisatorische redenen, kan het hoofd van het personeel beslissen tot uitbetalen per uur resterend vakantietegoed van het saldo vakantiedagen op basis van 1/1976ste van het laatst verworven jaarsalaris.

Artikel 230

Als een medewerker (m/v/x) ziek wordt voor de aanvang van aangevraagde en toegestane vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort en worden voor de statutaire medewerkers (m/v/x) de ziektedagen aangerekend op het beschikbare ziektekrediet.

Als de medewerker (m/v/x) ziek wordt tijdens zijn of haar vakantie, heeft het vakantieverlof, behoudens het bepaalde in de volgende alinea, voorrang op het ziekteverlof.

Artikel 231

Met uitzondering van de diensten die de continuïteit van de dienst moeten verzekeren, zoals vastgelegd door het uitvoerend orgaan, zijn de stads- en OCMW-diensten collectief gesloten tijdens de week van de Gentse feesten, te weten de week van de 3de tot en met de 4de zondag van juli. De medewerkers (m/v/x) die gedurende de collectieve sluiting de continuïteit van de dienst niet moeten verzekeren, nemen tijdens de periode van de collectieve sluiting een in deze

rechtspositieregeling voorkomende reglementaire vorm van verlof of afwezigheid, met uitzondering van een dienstvrijstelling.

Met uitzondering van de diensten die de continuïteit van de dienst moeten verzekeren, zoals vastgelegd door het uitvoerend orgaan, zijn de stads- en OCMW-diensten ook collectief gesloten tussen 25 december en 1 januari. De medewerkers (m/v/x) die gedurende de collectieve sluiting de continuïteit van de dienst niet moeten verzekeren, nemen tijdens de periode van de collectieve sluiting, een in deze rechtspositieregeling voorkomende reglementaire vorm van verlof of afwezigheid, met uitzondering van een dienstvrijstelling. De vervangingsdagen van Kerstdag en Tweede Kerstdag moeten in de week van de collectieve sluiting vallen.

Hoofdstuk III. De feestdagen

Artikel 232

§ 1. De medewerker (m/v/x) heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen: 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december en 26 december.

§ 2. Indien één van de feestdagen samenvalt met een zaterdag of zondag, kan de medewerker (m/v/x) de vervangende feestdag opnemen op een ander moment na de feestdag. Op gemotiveerd verzoek kan de dienstchef, na syndicaal overleg, voor zijn/haar dienst de raad vragen om de vervangingsdag vast te leggen.

De vervangingsdagen moeten hoe dan ook binnen hetzelfde jaar opgenomen worden en zijn niet overdraagbaar naar het volgende jaar.

§ 3. Voor de diensten die werken in een continudienst of die werken volgens een specifieke arbeidstijdregeling, kan bij basisoverlegcomité een van de paragrafen 1 en 2 afwijkende regeling worden uitgewerkt.

Artikel 233

De onder artikel 232 bedoelde feestdagen en vervangingsdagen ervan worden met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld. De contractuele medewerkers (m/v/x) behouden op die dagen hun recht op salaris.