• No results found

NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ YAH DE N.V. LEVENSVERZEKERING-MU

NILLMIJ

j LAXEER-CACHETS |

I Formula: |

I 1-8 dioxyanthrachinonum - 50 | I diacetylbisoxyphenylisatinum - 10 |

= ferments lactiques concentres - 150 |

I saccharum lactis - 150 I I amylum maidis - q.s. ad • 510 mg. |

I Indicatie: |

I bij chronische zowel als acute |

I constipatie. | I Mildlaxanszonderkrampvenvekking; |

I versnelde afbraak in jejunum door | I toevoer van melkzuurfermenten en | I verbeterde doorvoer in colon ascen- | I dens door gunstige combinatie van | I dioxyanthrachinonum en diacetyl- | i bisoxyphenyiisatinum. | I (Bijzonder geschikt voor bedlegerigen en | I gravidae en bij puerpetaal obstipatie.) |

niiiiiiiiiiiiMiiiiriiiiiriitiiiiiiiMiiiiMitiiiiMiiiiiitiniiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiniiiiMiHiriiiininiir

• Afslaan overbodig

• Zeer duidelijke aflezing

• Absoluut rocstvrij en waterdicht

• Grote nauwkeurigheid

• Zwitsers fabrikaat

• In plastic vestzaketui

• Prijs...f23.50p.st.

Franco huis

stratieve moeilijkheden weinig tot uiting. Het zou daarom een stap in de goede richting zijn, wanneer een soort contactgroep tussen het DVG in Djacarta en onze Kon. Ned. Maatschappij zou kunnen worden gevormd, die zou beoordelen:

1. welke artsen en specialisten Indonesie het meest nodig hee£t.

2. welke plaatsen — in verband met de algemene veiligheid — voor de vestiging van Nederland-se artNederland-sen in aanmerking komen.

3. welke voorwaarden een Nederlands arts rede-lijkerwijze kan stellen.

Maar laten we vooral kort praten en snel han-delen, want de tijd dringt

Tilburg, 19 Maart 1951.

M. P. A. M. de Grood.

Neurochirurg.

Ingezonden Stukken

(buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)

Vestigingsbureau voor Artsen

In M. C. no. 10 d.d. 8-3-'51 gee£t Prof. Dr.

G. C. Heringa beschouwingen over een „vesti-gingsbureau" voor artsen, waarbij door Dr. F.

Wibaut een naschrift werd geschreven.

Ik veroorloo£ mij tegen bepaalde gedeelten uit deze vertogen een critisch geluid te laten horen:

Professor Heringa vermeldt, dat — naar het hem voorkomt — de practijk-overname snel een ana-chronisme zal worden. Hiertegenover wens ik te stellen, dat — naar het mij voorkomt — een 3 a 4.000 thans praktizerende artsen de veronder-stelde verkoopwaarde van hun practijk als kapi-taal voorzieningen voor de oude dag inbegrepen zullen hebben, en dat deze met verontrusting hierop een aanval van binnenuit zien doen. Te-meer verontrustend, daar de „vigerende over-heidspolitiek" kapitaalsvorming overigens niet bepaald stimuleert. Dat de last van rente en a£-lossing der overnamesom te zwaar op de aanko-mende artsen zou drukken is toch niet aanneme-lijk, als men bedenkt, dat de/e u'. liU,'! JL r . - . l i , zijn voor de inkomstenbelasling.

Is het wel gewenst, dat door gezaghebbende zijde in onze Maatschappij met zoveel ambitie het Britse kielzog — of bilge? — als vaarwater wordt gekozen?

Het ware naar mijn mening beter, ook voor de

komende artsengeneratie's, de geringe vrijheid van handelen, die ons nog rest, met alle kracht te verdedigen, dan uit de hoogste Maatschappij-regionen nieuwe inperkingen te propageren, waarvan, zacht iiitgedrukt, niet vaststaat, dat zij ooit de instemming van een belangrijk deel der Nederlandse artsen zouden kunnen verwerven.

Nauwkeurig hetzelfde gevoel van onbehagen ervaar ik, wanneer Dr. F. Wibaut in zijn na-schrift raededeelt, dat slechts overheidsingrijpen tot een voUedig overzicht van alle medische va-catures zou kunnen leiden; met instemming daarentegen lees ik de slotphrase die, „niet wil zeggen, dat wij naar dwang zouden willen drij-ven".

Uit mijn gevoelen van onbehagen en instem-ming besluit ik evenwel tot het bestaan van een zekere psychische spanning tussen de polen van een — door de auteur — gewaardeerde volledig-heid door middel van staats-ingrijpen en de dwang, waar niet — apert — naar gedreven wordt. Wellicht zou ook hier een duidelijk posi-tiekiezen door de leden der Maatschappij tot een bevrijdende oplossing kunnen meewerken.

Sneek, 15 Maart 1951.

Dr. W. J. Roberts, oogarts.

Het Klinisch Onderwijs aan de Universiteit

Over bovengenoemd onderwerp zijn al heel wat pennen in beweging gebracht de laatste we-ken, een bewijs, dat het levendige belangstelling heeft.

Het zij me vergund van de verre peripherie uit (in dit verband Groningen als centraalpunt gezien) mijn visie hierop te geven!

We kunnen, in 't algemeen gesproken, de ver-minderde patienten-toevoer naar de Universi-teitskliniek verklaren, n.l.:

1° verhoogde remmingen bij de patienten en 2° dito bij de huisartsen om h u n patienten

daar-heen te sturen.

240

Ad 1°. In hoeverre de ziekenfondspatient van voor de oorlog vrijheid had om naar een specia-list zijner keus te gaan weet ik niet, maar wel dat een zeer hoog percentage mensen niet in een fonds zat en indien dat nodig was, graag van de gratis consultatie en behandeling van het Acad.

Ziekeniiuis gebruik maakte om dure specialisten-rekeningen te ontlopen. Op dit ogenblik is 70%

van de bevolking ziekenfondspatient en heeft particuliere specialisten tot zijn beschikking in de nabijheid zonder dat hem dat een cent kost. Van de kleine groep particulieren die er nog over is, is er slechts een gering deel, dat slecht gesitueerd is en dat geringe deel is dan ook n u althans hier het overwegende deel van het kleine groepje men-sen dat de Universiteitsklinieken nog bezoekt en de bezwaren, daaraan verbonden, slikt. Die be-zwaren zijn, dat ze vaak (onnodig?) lang de wachtkamers bevolken en dus van 's morgens tot 's avonds onderweg zijn en dat ze door zoveel

„jonge dokters" onderzocht worden; ik krijg daar-bij de indruk, dat het lange wachten voor de meesten nog meer een bezwaar is, dan het onder-zoek door de studenten. Overigens is het moeilijk te verklaren waarom bij een dergelijk „slecht voorziene" wachtkamer het afwerken van de pa-tienten zo'n lange tijd in beslag moet nemen.

Ad 2°. Wetend, dat een goed bevolkte Univer-siteitspolikliniek van veel belang is voor de toe-komstige arts zijn er toch bezwaren aan verbon-den om een belangrijk deel van de

patienten-voor-specialistisch-onderzoek naar de Universi-teitspoliklinieken te dirigeren.

a. In 't algemeen is het niet collegiaal te noemen als men een patient de indruk geeft dat een spe-cialist uit de omgeving diagnostisch of therapeu-tisch achterstaat bij de Universiteitskliniek. Ma-terieel bezien zou bovendien hierdoor aan de specialist de basis voor een redelijk bestaan wor-den ontnomen. Slechts aan de slecht gesitueerde particuliere patient kan men als voordeel noe-men dat het onderzoek geheel gratis is.

b. Voor de arts persoonlijk is het al vaak m e t enige tegenzin dat hij een patient naar de Uni-versiteitspolikliniek verwijst, daar er inderdaad het in deze artikelenreeks al eerder genoemde bezwaar bestaat, dat naar verhouding er zeer veel tijd verloopt voordat men lets hoort over het gedane onderzoek. Dat dit niet altijd zo is doet niets af aan de regel in dezen. Dit is niet alleen een persoonlijk gevoelen, maar bleek, h e t algemene bezwaar te zijn in een kringvergade-ring te Heerenveen, ongeveer twee jaar geleden, toen ik daar vragenderwijs deze questie in bespre-king bracht. Dat werd daar toen zo ernstig aan-gevoeld, dat een schrijven met betrekking tot deze aangelegenheid aan de Universiteit werd gericht.

Mogelijkheden om verbetering te krijgen voor de Universiteitspoliklinieken zie ik niet, afgezien van een geringe verbetering indien het bezwaar sub 2& wordt ondervangen.

T j . Lemain.

Personalia

Adreswijzigingen C. M. M. Meuwese, van Druten naar Eindhoven.

J. H . Augustyn, van Haarlem naar Zevenaar. E. H. W. Nijhuis, van Arnhem naar Breda.

Mej. G. A. van den Berg, van Alphen a. d. Rijn D. RoUingswier, van Haren naar Neder-Har-naar Utrecht. dinxveld.

J. M. van den Berg, van Helmond naar Utrecht. F . C . Rosendaal, van Schoonhoven naar Rotter-K. W. J. Boelen, van Nijmegen naar Nieuw dam.

Guinea. A. H . de Vries, van Almelo naar Daltsen.

P. A. J. Deodatus, van Heerlen naar VUssingen. D . K . Wielenga, van Berg en Dal naar Djakarta.

L. van Gogh, van Leiden naar Hilversum.

H. B. van Haren, van Alkmaar naar 's-Graven-hage.

P. Lopes Cardozo, van Voorhout naar Delft.

P. Luyckx, van Oss naar Deurne (N.-B.).

H. W. Mauser, van Utrecht naar Baard (Fr.).

Rectificatie: In Medisch Contact d.d. 1 Maart 1951, biz. 168 staat vermeld:

A. Pols, van Dordrecht naar Zeist. Dit berust op een vergissing. Er zijn twee artsen met de naam A. Pols. De een is gevestigd te Dordrecht, de an-der te Zeist.

241

Nieuwe Leden

J. M. Appelman, 's-Gravenhage.

P. P. Bieger, Rijswijk (Z.H.).

V. Esbach, Tilburg.

C. den Hartog, 's-Gravenhage.

Mej. C. Heijmans, Gouda.

J. G. van Manen, 's-Gravenhage.

J. J. T u y p , Volendam.

G. A, Verstege, 's-Gravenhage.

J. H. van Westendorp, Gouda.

C. J. Wijnberg, 's-Gravenhage.

Overleden

C. J. Brinkman, Amsterdam.

J. N. Voorhoeve, Utrecht.

G. F. Wesenhagen, Den Helder.

CEMI

vervaardigen en

repareren van

CHIRURGISCHE EN

GERELATEERDE DOCUMENTEN