• No results found

Italiaanse bemoeienis

HOOFDSTUK 4 – HET ITALIAANSE VOORBEELD

4.3. Italiaanse bemoeienis

De Valk stelt dat Nederlandse fascisten een aantal keer contact hebben gezocht met het Vaticaan, zowel via diplomatieke weg als officieus. Zo heeft de NSB een aantal pogingen gedaan om via Mussolini het Vaticaan te bewegen om de bisschoppen in Nederland van hun anti-NSB koers af te brengen. Deze pogingen zijn stuk voor stuk gestrand.138 Het Vaticaan was in een vroeg stadium op de hoogte van de activiteiten van de NSB, maar koos men ervoor om het beleid van het Nederlandse episcopaat te steunen. Volgens De Valk kan daar uit worden afgeleid dat er vanuit het Vaticaan een ‘hands-off’ beleid werd gevoerd.139

Waar De Valk in zijn artikel ‘Italië, Vaticaan en de NSB’ nog betoogde dat de rechtstreekse contacten tussen het Italiaanse regime en de Nederlandse geestverwanten in duur en omvang beperkt zijn gebleven, schrijven hij en Nelissen in het later verschenen artikel ‘Het mussolini-regime en de Nederlandse fascisten’ dat er met name na 1934 geruime tijd hartelijke betrekkingen bestonden tussen het regime in Italië en de NSB. Mussert is meerdere keren door Mussolini ontvangen en de NSB was de enige partij in Nederland met een pro- Italiaans standpunt tijdens de Italiaans-Abessijnse oorlog in 1936. Overigens had Haighton jaren eerder, in september 1923, ook kans gezien in audiëntie ontvangen te worden door de ‘Duce’. Hij claimde dat hij ontvangen was als afgezant van de centrale raad van het VvA.140 Tussen 1930 en 1934 ging het volgens De Valk en Nelissen vooral om contacten tussen de ANFB en een groep personen rond de tijdschriften Ottobre en Antieuropa, die streefde naar

136 Joosten, Katholieken en fascisme in Nederland, 35. 137 Van der Pauw, De Actualisten, 22.

138 Luykx, Andere katholieken, 285.

139 De Valk, ‘Italië, het Vaticaan en de NSB (1933 – 1937)’, 104. 140 Van der Pauw, De Actualisten, 28.

een internationaal fascisme.141 Het eerder besproken artikel in het studieblad van 8 juli 1932 over een bericht in Antieuropa onderbouwt deze stelling.142 Na 1932 werd de NSB steeds belangrijker in de betrekkingen tussen Italië en Nederlandse fascisten.

De Valk en Nelissen gaan daarnaast in op de rol van Italiaanse gezanten en diplomaten in de betrekkingen tussen Italië en Nederlandse fascistische groeperingen. Zo berichtten de Italiaanse diplomaten voor 1930 op een laatdunkende manier over het Nederlandse fascisme. Het VvA kon bij hen op weinig sympathie rekenen en het georganiseerde fascisme vonden zij maar een dode boel. Dit veranderde na 1930, zeker na de opkomst van de NSB.143 De Valk en Nelissen noemen één Italiaanse gezant bij naam: Francesco Taliani. Deze in Den Haag residerende Italiaan speelde door zijn actieve houding een belangrijke rol in de betrekkingen tussen het Italiaanse regime en Nederlandse geestverwanten. Hij onderscheidde zich hiermee van eerdere gezanten.144

Voor 1930 was er slechts sprake van eenzijdige ideologische beïnvloeding. Vanuit Nederland reageerden rechts-autoritaire groepen positief op de fascistische machtsovername in Italië. De Valk en Niek Nelissen stellen dat er na 1930 weinig veranderde. Zo kreeg de NSB geen materiële of geldelijke ondersteuning, zolang het niet onomwonden koos voor het Italiaanse fascistische model, waarbij er tussen 1933 en 1935 van Italiaanse zijde voortdurend op werd aangedrongen om het Nederlandse fascisme in één beweging bijeen te brengen.145 Dit was een onmogelijke opgave. De Italiaanse steun voor de NSB bleef als gevolg hiervan voornamelijk gebaseerd op overwegingen van politieke bruikbaarheid. De Valk stelt:

De aard van de steun werd bepaald door de veronderstelde mogelijkheid de NSB meer op Italië te richten; de kansen daarop zouden toenemen door het toetreden van meer katholieken tot de beweging, wat indirect een toenadering tussen NSB en RKSP zou kunnen bevorderen. Hoe zwaar men de Italiaanse pressie op het Vaticaan moet schatten is een vraag die zich niet zo gemakkelijk laat beantwoorden. De Italianen hebben Musserts publieke steun voor hun politiek uiteraard niet in dezelfde munt terugbetaald: men heeft steeds zorgvuldig buiten de openbaarheid geopereerd. De geboden hulp was echter – hoezeer ook bedekt en weinig effectief – veel minder incidenteel van karakter dan Rogier en De Jong menen.146

141 De Valk en Nelissen, ‘Het Mussolini–regime en de Nederlandse fascisten’, 209.

142 [auteur onbekend], Fascistisch studieblad voor de jeugd 8 (1932) 7. Te vinden in het NIOD Instituut voor

Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

143 De Valk en Nelissen, ‘Het Mussolini–regime en de Nederlandse fascisten’, 211. 144 De Valk en Nelissen, ‘Het Mussolini–regime en de Nederlandse fascisten’, 222. 145 De Valk, ‘Italië, het Vaticaan en de NSB (1933 – 1937)’, 97-98.

Op basis van mijn onderzoek kom ik tot de conclusie dat de ondersteuning van het Vaticaan en van het Italiaanse regime de Nederlandse fascisten erg betrekkelijk is geweest. De ‘hartelijke betrekkingen’ van Lutkie en Mussert met Mussolini leidden in de praktijk niet tot een echte ondersteuning. Het Vaticaan heeft de Nederlandse bisschoppen kennelijk niet willen beïnvloeden en het Italiaanse regime heeft zich nooit in de openbaarheid bemoeid met het Nederlandse fascisme. Het bleef na 1930 bij een soort marktverkenning van Mussolini. Het is veelzeggend dat de NSB geen geldelijke steun kreeg, terwijl bijvoorbeeld de Belgische fascistische partij Rex van Léon Degrelle wel een maandelijkse toelage ontving. De reden daarvan was wellicht dat het onder de Nederlandse fascisten ontbrak aan eensgezindheid. Zij waren teveel gericht op de eigen belangen en niet bereid om samen te werken.

CONCLUSIE

Dat het katholicisme en het fascisme geregeld in één adem worden genoemd, is mijns inziens verklaarbaar. Het heeft allereerst te maken met het corporatisme. Het corporatistisch systeem werd voor het eerst in de praktijk gebracht in Italië onder Mussolini en werd in een aangepaste vorm overgenomen door het Portugal van de streng katholieke Salazar. Als streven naar maatschappijhervorming behoorde het ook tot het gedachtengoed van de katholieke kerk. Een corporatieve, op fascistische leest geschoeide ordening, werd ook in Nederland in bepaalde kringen beschouwd als een manier om de maatschappelijke en economische crisis na de Eerste Wereldoorlog het hoofd te bieden. De katholieke sociale leer – uitgewerkt in de encyclieken Rerum Novarum en Quadragesimo Anno – en het fascisme kantten zich beide tegen de opkomende moderniteit, kapitalisme, secularisering en liberalisering.

In de katholieke kerk vertaalde de strijd tegen het modernisme zich in de eerste helft van de twintigste eeuw in de opkomst van het integralisme, een reactionaire stroming onder jonge katholieken die vasthielden aan kerkelijke tradities en modernistische invloeden wilden beperken. Het integralisme leidde tot anti-democratische opvattingen: democratie was immers een eigenschap van de moderne samenleving. In Nederland werd dit versterkt door het optreden van de politieke partijen en de door hen genomen impopulaire beslissingen Een aantal katholieken is door het integralisme beïnvloed. De met het integralisme samenhangende anti-democratische stellingname vond steun in het fascisme.

Verdere aanleiding voor de identificatie van katholicisme met fascisme in Nederland heeft te maken met het feit dat fascistische partijen in het interbellum kennelijk een grote aantrekkingskracht hadden op katholieken. Partijen als Verdinaso en Zwart Front benadrukten het christelijke karakter van hun program. Daarnaast hebben meerdere personen gestreefd naar een synthese tussen het katholicisme en het fascisme. Lutkie en d'Ansembourg kunnen met name worden genoemd. Lutkie wilde de fascistische leer in overeenstemming brengen met zijn katholieke opvattingen. D’Ansembourg vond dat katholieken deel moesten kunnen nemen aan een fascistische beweging.

De bisschoppen hebben vanaf het begin een anti-fascistische houding gehad en zijn daar, ondanks de druk van Nederlandse fascisten, niet vanaf gestapt. Zij zagen de fascistische bewegingen in ons land als een bedreiging voor de eenheid binnen het katholieke volksdeel. In twee mandementen van 2 februari 1934 en 6 mei 1936 hebben de bisschoppen zich duidelijk uitgesproken tegen verschillende fascistische en nationaal-socialistische stromingen.

Het tweede mandement kwam duidelijk voort uit de vrees dat de NSB de overhand zou krijgen. Het Vaticaan legde het Nederlandse episcopaat eigenlijk geen strobreed in de weg. De Nederlandse bisschoppen wilden de touwtjes in eigen land stevig in handen houden. Hoewel er vanuit katholieke hoek veel waardering bestond voor het concordaat van 1929 en de rol die Mussolini daarin heeft gespeeld, werd het systeem in Italië – inclusief de werkbare relatie tussen staat en kerk – niet als een geschikte oplossing beschouwd voor de situatie in Nederland. De verhouding van het Nederlandse episcopaat met het kerkvolk week teveel af.

De vraag of men katholiek kon zijn en tegelijkertijd fascist is niet gemakkelijk te beantwoorden. In de brochure Hou Zee of Hou Vast – Wij willen geen fascisme van de RKSP wordt er op ingegaan: “Kunnen Nederlandsche Katholieken principieel zich aansluiten bij den fascistischen groep Mussert, om dezer fascistischen staat mede te helpen verwezelijken? Neen, omdat de beginselen dier beweging groep Mussert niet overeenstemmen met de beginselen waaraan Katholieken noodzakelijk moeten vasthouden.” Het is echter logisch dat de katholieke politici stellen dat katholieken niet fascistisch kunnen zijn. De kans bestond immers dat fascistische partijen stemmen zouden weghalen bij het katholieke electoraat. Fascisten wezen juist op de overeenkomsten tussen beide stromingen.

Feit blijft dat het Nederlandse fascisme veel weerklank vond bij jonge katholieken, die in opstand kwamen tegen de veeleisende en verstikkende katholieke institutionele hiërarchie. Deze veelal nog jonge studenten, kunstenaars en literatoren keerden zich tegen het bestaande maatschappelijke en politiek klimaat. Er was sprake van een generatieconflict met de oudere generatie katholieken. De jongeren zochten hun heil bij het fascisme om hun doelen te bereiken. Onderling waren zij echter erg verdeeld. Een aantal van hen sloot zich aan bij fascistische organisaties.

Het Italiaanse regime heeft de fascistische en nationaal-socialistische bewegingen in Nederland financieel niet willen ondersteunen. Het drong erop aan dat het Nederlandse fascisme in één beweging bijeen zou worden gebracht. Dat was, gelet op de politieke situatie in Nederland, een illusie. Van een eenzijdige ideologische beïnvloeding was zeker wel sprake. Nederlandse fascisten lieten zich inspireren door de eerste geslaagde uitvoering van een fascistisch systeem zoals dat zich in Italië openbaarde. Fascistische symboliek en rituelen zoals uniformen, de fascistengroet en knokploegen werden overgenomen. De fascisten in Nederland onderkenden wel dat een imitatie van het Italiaanse fascisme niet zou werken. Zij zochten een eigen weg. Een klein gedeelte van de Nederlandse fascisten had zelfs kritiek op het agressieve en gewelddadige karakter van het Italiaanse fascisme. Joosten noemt in dit verband de publicist Hub. Cuypers Jr.

Op basis van mijn onderzoek kom ik tot de conclusie dat er wel sprake was van een overlap tussen het katholicisme en het fascisme. Het binnen het katholicisme opgekomen integralisme en het fascisme hadden gemeenschappelijk dat beide stromingen zich kantten tegen de opkomende moderniteit, secularisering en liberalisering die zij als een bedreiging zagen van de door hen nagestreefde doelen. Het fascistisch gedachtengoed in Nederland vond met name weerklank bij de integralisten. Daarmee zou ik het katholicisme echter nog niet fascistisch van aard willen noemen. De integralisten onder de katholieken vormden slechts een kleine groep binnen de kerk en kunnen daarmee niet als de vertegenwoordigers van het katholieke volksdeel worden gezien. Het integralisme is in een later stadium overigens ook veroordeeld door de paus. Anderzijds zou ik het fascisme niet katholiek van aard willen noemen, noch in Italië noch in Nederland. Het door Mussolini met de paus gesloten Verdrag van Lateranen werd om strategische redenen gesloten.

De strijd van de anti-modernisten en hun anti-democratische opstelling zou je fascistisch kunnen noemen, maar daarmee kun je niet het hele katholicisme als fascistisch betitelen. Ik meen dan ook dat het debat over de verhouding tussen het katholicisme en het fascisme in de jaren zestig en zeventig te ongenuanceerd is geweest. Door de vele onderlinge conflicten, die vooral te maken hadden met botsende persoonlijkheden, heeft het fascisme nooit de vlucht kunnen nemen die het wellicht had kunnen maken in Nederland. De houding van het Nederlandse episcopaat heeft er zeker aan bijgedragen dat een partij als de NSB onder de katholieken geen grote aanhang heeft gekregen. Tegen de andere fascistische bewegingen hebben de bisschoppen gedurende lange tijd niet nadrukkelijk stelling genomen. We zullen nooit weten hoe ver het fascisme had kunnen reiken, gezien de opkomst van het nationaal- socialisme. Veel fascistisch-denkende katholieken konden zich niet identificeren met de leer van het nationaal-socialisme, dat tegen het eind van de jaren dertig steeds invloedrijker werd. De NSB werd als handlanger gezien van deze macht, waardoor veel katholieken de partij verlieten dan wel niet voor deze partij kozen.

BIBLIOGRAFIE

[auteur onbekend], Artikel uit De Telegraaf (14 augustus 1933). Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

[auteur onbekend], De Fascist 4 (1933) 1. Te vinden in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch, Archiefnummer 234, ‘Zwart en Nationaal Front, 1934 - 1941 N.B. Stukken van 1896 – 1965’.

[auteur onbekend], De Fascist 1 (1934). Te vinden in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch, Archiefnummer 234, ‘Zwart en Nationaal Front, 1934 - 1941 N.B. Stukken van 1896 – 1965’.

[auteur onbekend], De Fascist 7 (1934) 2. Te vinden in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch, Archiefnummer 234, ‘Zwart en Nationaal Front, 1934 - 1941 N.B. Stukken van 1896 – 1965’.

[auteur onbekend], De R.K. Kerk, het fascisme en nationaal-socialisme. Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

[auteur onbekend], De Valbijl: maandschrift der katholieke jongeren (1924) . Te vinden in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch, Archiefnummer 1142, ‘Collectie van de Linden’.

[auteur onbekend], Fascistisch studieblad voor de jeugd 1 (1932). Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

[auteur onbekend], Fascistisch studieblad voor de jeugd 4 (1932) 7. Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

[auteur onbekend], Fascistisch studieblad voor de jeugd 8 (1932) 7. Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

[auteur onbekend], Fascistisch studieblad voor de jeugd 9 (1932) 3-4. Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

[auteur onbekend], 'Geschiedenis van het Nederlands katholicisme',

http://nederlandskatholicisme.ruhosting.nl/ GNK/1940-1960.html, geraadpleegd op 14-07-2014. [auteur onbekend], Hou Zee of Hou Vast - Wij willen geen fascisme, brochure Rooms Katholieke Staatspartij (1933) . Te vinden in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s- Hertogenbosch, Archiefnummer 334, ‘Jan Baars en J.P.C. Kleijn, 1927 - 1972’.

[auteur onbekend], ‘Leiding NSB kon eigen knokploegen niet controleren’,

http://alumni.uva.nl/nieuws/content2/ persberichten/2014/09/leiding-nsb-kon-eigen-knokploegen-niet- controleren.html, geraadpleegd op 7 december 2014.

[auteur onbekend], Overzicht fascistische partijen Nederland. Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier – Fascisme in Nederland’.

[auteur onbekend], Reacties op het initiatief om "Vreugde" uit te gaan geven (1921). Te vinden in het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) te Nijmegen, Archiefnummer 117, ‘Archief W.L. Lutkie’. [auteur onbekend], ‘Rerum Novarum. Over kapitaal en arbeid’,

http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=651, geraadpleegd op 20-08-2014. [auteur onbekend], Stukken betreffende Verdinaso (Verbond van Dietsch Nationaal Solidaristen), 1935-1937. Te vinden in het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) te Nijmegen, Archiefnummer 60, ‘Archief E. Michel’.

[auteur onbekend], Uitnodiging tot "Vreugde" en begeleidend schrijven (1921). Te vinden in het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) te Nijmegen, Archiefnummer 117, ‘Archief W.L. Lutkie’. [auteur onbekend], ‘Vaticaanstad onafhankelijk. Tachtig jaar geleden’ http://www.npogeschiedenis.nl/ nieuws/2009/februari/Vaticaanstad-onafhankelijk.html, geraadpleegd op 29-11-2014.

Anthonissen, P., Ast Fonteyne 1906-1991 (Leuven 1999).

Bosworth, R.J.B., The Italian Dictatorship: Problems And Perspectives In The Interpretation Of Mussolini And Fascism (Londen 1998).

Bruyne, A. de, Joris van Severen, droom en daad (Zulte 1961).

Buning, L., 'Lutkie, Wouterus Leonardus (1887-1968)', in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979).

Buning, L., ‘Verviers, Emile Gerard Hubert (1886-1968)’, in Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979).

Cammaert, A.P.M., Het verborgen front: geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Maastricht 1994).

Dijk, M., Frederik Carel Gerretson (1884-1958): tussen vrijheid en gezag, een studie naar de maatschappijkritiek van Prof. dr. F.C. Gerretson (Hilversum 1999).

Griffin, R., International fascism: theories, causes and the new consensus (Londen 1998).

Groeninx van Zoelen, R.F., Brief van R.F. Groeninx van Zoelen (1933). Te vinden in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch, Archiefnummer 334, ‘Jan Baars en J.P.C. Kleijn, 1927 - 1972’.

Hamans, P., ‘Rooms-katholieke Kerk en fascisme in Nederland’ in: Internationaal Katholiek Tijdschrift Communio 6 (1988).

Hollander, J., Fascisme in Nederland (rede 24 januari 1933). Te vinden in het NIOD Instituut voor

Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

Jong, L. de, ‘Het rechts-autoritair protest’, in: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1 (Den Haag 1969).

Jonge, A.A. de, Crisis en critiek der democratie. Anti-democratische stromingen en de daarin levende denkbeelden over de staat in Nederland tussen de twee wereldoorlogen, 1920-1940 (Assen 1968).

J

onge, A.A. de, 'Fascisme: een omstreden en beladen begrip', in: Spiegel Historiael 22 (1987).

Jonge, A.A. de, ‘Marchant et d'Ansembourg, Maximilianus Victor Eugène Hubertus Josef Maria graaf de (1894-1975)’, in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994).

Jonge, A.A. de, 'Meijer, Arnoldus Jozephus (1905-1965)', in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979).

Joosten, L.M.H., Katholieken en fascisme in Nederland 1920-1940 (Utrecht 1982). Joosten, L.M.H., ‘Wouter Lutkie (1887-1968), priester en non-conformist’,

http://www.thuisinbrabant.nl/ personen/l/lutkie,-wouter, geraadpleegd op 23-11-2014. Leigh, D., ‘How the Vatican built a secret property empire using Mussolini’s millions’, http://www.theguardian .com/ world/2013/jan/21/vatican-secret-property-empire-mussolini, geraadpleegd op 25-08-2014.

Lutkie, W., Van Toorop naar Mussolini (Oisterwijk 1928).

Lutkie, W., Verhandeling “De Paus, door Benito Mussolini” van W. Lutkie. Te vinden in het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) te Nijmegen, Archiefnummer 117, ‘Archief W.L. Lutkie’. Luykx, P., Andere katholieken. Opstellen over Nederlandse katholieken in de twintigste eeuw (Nijmegen 2000).

Marchant et d'Ansembourg, M., Brief van De Marchant et d’ Ansembourg aan de bisschop van Roermond over de verhouding Katholieke Kerk : NSB, 1936. Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 123, ‘Dossier – Nationaal- Socialistische Beweging’.

Meijer, A., Van democratische wanorde naar de fascistische orde (circa 1935). Te vinden in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch, Archiefnummer 234, ‘Zwart en Nationaal Front, 1934 - 1941 N.B. Stukken van 1896 – 1965’.

Nelis, J., 'De historiografie van het Italiaanse fascisme. Tendenzen en perspectieven', in: Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis 18 (2007).

Nugter, L.N., ‘Fascisme in Europa’, in: Fascistisch studieblad voor de jeugd 1 (1932) 4. Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

Oord, A. van der, ‘Fons van den Boogaard (1890-1940), drukker-uitgever en voorman van Zwart Front’, http://www.thuisinbrabant.nl/personen/b/boogaard,-fons-van-den, geraadpleegd op 13-10- 2014.

Pauw, J.L. van der, De Actualisten. De kinderjaren van het georganiseerde fascisme in Nederland 1923-1924 (Amsterdam 1987).

Pham, J.P., Heirs of the Fisherman: Behind the Scenes of Papal Death and Succession (Oxford 2004). Rogier, L.J., en N. de Rooy, In vrijheid herboren. Katholiek Nederland 1853-1953 (Den Haag 1953). Rooy, P. de, Ons stipje op de waereldkaart. De politieke cultuur van modern Nederland (Amsterdam 2014).

Schippers, H., Zwart en Nationaal Front. Latijns georiënteerd rechts-radicalisme in Nederland 1922- 1946 (Amsterdam 1986).

Schouten, A.F., De Herstelbeweging in Nederland (circa 1933). Te vinden in het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies te Amsterdam, Archiefnummer 249-0229, ‘Dossier Fascisme in Nederland’.

Scott, J.B., 'The Treaty between Italy and the Vatican', in: Proceedings of the American Society of International Law at Its Annual Meeting (1921-1969) 23 (1929).

Smeets, J., ‘Historicus L.J. Rogier en het katholicisme’,

http://www.geschiedenis24.nl/nieuws/2005/augustus/ Historicus-L-J-Rogier-en-het-katholicisme.html, geraadpleegd op 02-09-2014.

Steen, P. van der, ‘Rerum Novarum en de katholieke arbeiders’, in: Historisch Nieuwsblad 7 (2012). Stengs, Y., Gabriël Smit (1910-1981): ‘Een dubbele pannebakker’ (Amsterdam 2011).

Thissen, S., 'Alles mos aanders zen. Emile Verviers en de grondslagen van het fascisme in

Oisterwijk’, in: Theo Cuypers (red.), Zorgvolle tijden. Oorlogsjaren in Oisterwijk (Oisterwijk 1991). Valk, H. de, en N. Nelissen, ‘Het Mussolini–regime en de Nederlandse fascisten’, in: Aspects des relations de la Belgique du grand-duché de Luxembourg et des Pays-Bas avec l’Italie: 1925 – 1940 (1983).

Valk, J.P. de, ‘Italië, het Vaticaan en de NSB (1933 – 1937)’, in: Archief voor de geschiedenis van de katholieke kerk in Nederland (1973).

Vennewitz, L., Three faces of fascism: action Française, Italian fascism, national socialism (New York 1969).

Wielaert, J., ‘Loe de Jong kende geen grijstinten’, http://nos.nl/artikel/639510-loe-de-jong-kende- geen-grijstinten.html, geraadpleegd op 12-09-2014.

Wijfjes, H., ‘De verzuiling voorbij. Godsdienst, stand en natie in de lange negentiende eeuw’, in: