• No results found

Inzameling en nasortering van postconsumer houtafval / gescheiden inzameling van primair houtafval Uit sorteeranalyses van grofvuil (2011) en bedrijfsrestafval (2013) bleek er nog een potentieel aan houtafval te

Verdeling afzet compost 2017

Actieprogramma 17: Primair en postconsumer houtafval

17.1. Inzameling en nasortering van postconsumer houtafval / gescheiden inzameling van primair houtafval Uit sorteeranalyses van grofvuil (2011) en bedrijfsrestafval (2013) bleek er nog een potentieel aan houtafval te

bestaan dat in aanmerking komt voor selectieve inzameling.

Sorteeranalyses van grofvuil in 2011 toonden aan dat er nog 18% houtafval aanwezig was in deze stroom. Er werd geen nieuwe sorteeranalyse uitgevoerd.

Stand van zaken actie – realisaties – knelpunten

Een typische houtstroom in grofvuil zijn meubels. Deze komen vaak ook voor hergebruik via kringwinkels in aanmerking. Op basis van deze gegevens lijkt er geen verschuiving te zijn van het grofvuil naar ingezamelde houten meubels, maar een éénduidige conclusie kan echter niet worden gemaakt aangezien er nog een significant parallel circuit bestaat via online tweedehands sites.

Jaar Meubels ingezameld Hout niet verkocht en afgevoerd naar recyclage

2014 19 917 ton 4 742 (24%)

2016 14 027 ton 6 090 ton (43%)

Tabel 4: Tonnage ingezamelde meubels en aandeel houtafval afgevoerd bij kringwinkels (Bron: sectorrapporten Kringwinkels).

De meest recente sorteeranalyse van afzetcontainers voor gemengd bedrijfsafval (2017) toonde aan dat er ten opzichte van 2013 het aandeel houtafval in het gemengd bedrijfsrestafval sterk is toegenomen tot bijna 22%. Het houtafval werd voornamelijk teruggevonden in afzetcontainers van de bouw en de handel. Zelfs wanneer zoals in 2013 enkel de fractie >25 cm wordt meegenomen, blijft de stijging significant (van 6% in 2013 naar 18,9% in 2017).

Het aandeel recycleerbaar houtafval (massief onbehandeld en massief niet verontreinigd behandeld houtafval) van het aanwezige houtafval bedraagt minstens 12%.

Mogelijke oorzaak is het overaanbod aan houtafval de markt, waardoor het prijsverschil tussen afzetkosten voor selectief ingezameld houtafval en restafvalverbranding verkleint en dus selectief inzamelen of sorteren minder lonend is.

Deelactie: Postconsumer houtafval bestaat tot de helft uit plaatmateriaal, dat moeilijk recycleerbaar is. Het doel van deze actie bestaat erin om de meest optimale scheiding tussen recycleerbaar en niet-recycleerbaar houtafval te vinden, zodat voor beide stromen duidelijk is voor welke nuttige toepassing ze geschikt zijn.

Het MIP Opt-I-Sort project onderzocht deze aspecten. In eerste instantie werd er door veelvuldige fysische en chemische analyses van het postconsumer houtafval heel wat belangrijke informatie ingezameld zodat er een gedetailleerd beeld werd bekomen van de samenstelling van het postconsumer houtafval.

Een volgende doelstelling was de inzameling van het postconsumer houtafval optimaliseren. Door

verschillende proeven werd er getracht tot een meest optimale manier van inzameling te komen. Conclusie is dat er door gericht te sorteren aan de bron, effectief meer houtafval kan afgeleid worden naar de

spaanplaatproductie. Nieuwe sorteerregels die werden uitgerold op de recyclageparken resulteren in een bronsortering die beter is afgestemd op de karakteristieken van de recyclage-installatie, er kan uiteindelijk meer houtafval afgeleid worden naar materiaalrecyclage.

Onderzoek leert dat de consument bereid is mee te werken aan de verdere bronsortering, maar wel een prijsstijging vreest.

In kader van een betere bronsortering werd de handheld XRF – technologie (een draagbaar XRF toestel) getest. Metingen toonde aan dat dit toestel een betrouwbaar hulpmiddel is die toelaat te hoge

verontreinigingsgraden te detecteren. Maar onmiddellijk moet meegegeven worden dat deze techniek, gezien de huidige kostprijs, niet alom zal (kunnen) worden ingezet.

Zoals hoger aangegeven is de betere uitsortering in belangrijke mate getriggerd door de hoge prijsverschillen tussen A-hout en B-hout. Indien dit prijsverschil verkleint zal uitsortering en/of selectieve inzameling van meerdere houtafvalfracties minder aantrekkelijk worden.

Planning 2018-2019

In de komende periode zet de OVAM in op de volgende acties:

1 het verbeteren van de selectieve inzameling en nasortering van gemengd bedrijfsafval;

2 onderzoeken of een verdere opdeling van houtafval in een recycleerbare en niet-recycleerbare fractie verder kan worden uitgerold op de Vlaamse recyclageparken.

Meubelbedrijven gebruiken een breed pallet van houten producten (massief hout, plaatmateriaal …) waardoor de samenstelling van hun houtafval vaak divers is. Dit belemmert vaak een vlotte

materiaalrecyclage. Er moet worden onderzocht of een opdeling in diverse houtfracties aan de bron een efficiënte maatregel is ten voordele van materiaalrecyclage.

Deze actie werd niet in uitvoering genomen wegens het minder prioritaire karakter ervan.

Deelactie: Momenteel (2015) zamelt circa 25% van de gemeentelijke containerparken selectief gevaarlijk houtafval in. Nochtans is er geen verplichting om dit te doen. Op die manier wordt een nieuw inzamelkanaal gegenereerd dat ook bijdraagt tot de verbetering van de recycleerbaarheid van de fracties A- en B-hout. Een veralgemening van de selectieve inzameling moet worden onderzocht.

Stand van zaken actie – realisaties – knelpunten

Op basis van een onderzoek van de OVAM bij de Vlaamse afvalintercommunales bleek dat de manier van (gevaarlijk houtafval) inzamelen sterk verschilt. In de recyclageparken van de verschillende intercommunales in Vlaanderen wordt het ingezamelde houtafval veelal gesorteerd in volgende fracties:

A-hout (onbehandeld hout);

B-hout;

C-hout;

mengsel van A/B hout.

De meeste intercommunales zamelen het A- en B- hout gezamenlijk in omwille van plaatsgebrek voor het plaatsen van een extra container en omdat de burgers moeilijk het onderscheid kunnen maken tussen A en B hout. Dit laatste houdt dus een extra belasting in voor de recyclageparkwachters.

De intercommunales die het A- en B-hout wel gescheiden inzamelen, stellen vast dat het goedkoper is om het A-hout apart te laten verwerken. Een heel aantal intercommunales willen in de toekomst het A- en B-hout wel apart inzamelen omwille van het financiële voordeel. Uit het deelproject van IMOG in het kader van het MIP Opt-I-Sort project bleek immers dat er momenteel een significant prijsverschil bestaat tussen recycleerbaar en niet recycleerbaar houtafval.

Het gevaarlijk houtafval (C-hout) wordt bij het merendeel van de recyclageparken ingezameld bij het grof vuil om te worden verbrand. Het is dus meestal geen selectieve stroom, maar onderdeel van de grofvuilstroom.

Knelpunten

Niet in alle recyclageparken wordt C-hout aanvaard, voor het inzamelen van het C-hout verwijzen zij door naar gespecialiseerde firma’s. Het nadeel hiervan is dat de burger dan tegen een hoge kostprijs dit gevaarlijk houtafval moet afvoeren, wat de neiging tot ontwijkgedrag (sluikstorten of –verbranden) verhoogt.

Planning 2018-2019

De optimalisering van de selectieve inzameling van C-hout op het niveau van het recyclagepark maakt deel uit van de besprekingen die de OVAM zal opstarten met de betrokken stakeholders (zie hoger).

Indicator:

Het MIP OPT-I-SORT project is afgewerkt. De resultaten worden geïmplementeerd in 2017-2018.

Status: lopend, het MIP project Overs(c)hot werkt verder op de resultaten van OPT-I-SORT.